This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CB0523
Case C-523/15 P: Order of the Court (Sixth Chamber) of 7 July 2016 — Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG, Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG v European Commission (Appeal — Article 181 of the Rules of Procedure of the Court — Competition — Agreements, decisions and concerted practices — European prestressing steel market — Fines — Appraisal of the ability to pay — The 2006 Guidelines on the method of setting fines — Unlimited jurisdiction — Taking into account facts subsequent to the contested decision — Principles of proportionality and equal treatment — Right to effective judicial protection)
Zaak C-523/15 P: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 juli 2016 — Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG, Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG/Europese Commissie (Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Mededinging — Mededingingsregelingen — Europese markt van spanstaal — Geldboeten — Beoordeling van de draagkracht — Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006 — Volledige rechtsmacht — Inaanmerkingneming van feiten die zich na het litigieuze besluit hebben voorgedaan — Evenredigheidsbeginsel en beginsel van gelijke behandeling — Recht op effectieve rechterlijke bescherming)
Zaak C-523/15 P: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 juli 2016 — Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG, Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG/Europese Commissie (Hogere voorziening — Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Mededinging — Mededingingsregelingen — Europese markt van spanstaal — Geldboeten — Beoordeling van de draagkracht — Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006 — Volledige rechtsmacht — Inaanmerkingneming van feiten die zich na het litigieuze besluit hebben voorgedaan — Evenredigheidsbeginsel en beginsel van gelijke behandeling — Recht op effectieve rechterlijke bescherming)
PB C 343 van 19.9.2016, p. 15–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.9.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 343/15 |
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 7 juli 2016 — Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG, Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG/Europese Commissie
(Zaak C-523/15 P) (1)
((Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Mededinging - Mededingingsregelingen - Europese markt van spanstaal - Geldboeten - Beoordeling van de draagkracht - Richtsnoeren voor de berekening van de geldboeten van 2006 - Volledige rechtsmacht - Inaanmerkingneming van feiten die zich na het litigieuze besluit hebben voorgedaan - Evenredigheidsbeginsel en beginsel van gelijke behandeling - Recht op effectieve rechterlijke bescherming))
(2016/C 343/22)
Procestaal: Duits
Partijen
Rekwirantes: Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG, Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG (vertegenwoordiger: C. Stadler, Rechtsanwalt)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Bottka, H. Leupold en G. Meessen, gemachtigden)
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) |
Westfälische Drahtindustrie GmbH, Westfälische Drahtindustrie Verwaltungsgesellschaft mbH & Co. KG en Pampus Industriebeteiligungen GmbH & Co. KG worden verwezen in de kosten. |