Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0286

    Zaak C-286/15: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 26 mei 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa - Letland) – Valsts ieņēmumu dienests/SIA „Latvijas propāna gāze” (Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk douanetarief — Tariefindeling — Gecombineerde nomenclatuur — Post 2711 — Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen — Stof waaraan het wezenlijk karakter wordt ontleend — Vloeibaar gemaakt petroleumgas)

    PB C 260 van 18.7.2016, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    18.7.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 260/11


    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 26 mei 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa - Letland) – Valsts ieņēmumu dienests/SIA „Latvijas propāna gāze”

    (Zaak C-286/15) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefindeling - Gecombineerde nomenclatuur - Post 2711 - Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen - Stof waaraan het wezenlijk karakter wordt ontleend - Vloeibaar gemaakt petroleumgas))

    (2016/C 260/14)

    Procestaal: Lets

    Verwijzende rechter

    Augstākā tiesa

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Valsts ieņēmumu dienests

    Verwerende partij: SIA „Latvijas propāna gāze”

    Dictum

    1)

    Regel 2, onder b), en regel 3, onder b), van de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals achtereenvolgens gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 en verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie van 30 september 2009, moeten aldus worden uitgelegd dat, zodra een gasmengsel zoals het LPG in het hoofdgeding aan alle bestanddelen gezamenlijk zijn wezenlijke karakter ontleent, zodat er geen bestanddeel kan worden vastgesteld waaraan dit mengsel zijn wezenlijke karakter ontleent en het in ieder geval niet mogelijk is om de exacte hoeveelheid van elk van de bestanddelen van het betrokken LPG te bepalen, niet kan worden uitgegaan van een aanname die inhoudt dat de stof waaraan het product overeenkomstig regel 3, onder b), van deze algemene regels zijn wezenlijke karakter ontleent, de stof is waarvan het procentuele aandeel in het mengsel het grootst is.

    2)

    Deze gecombineerde nomenclatuur moet aldus worden uitgelegd dat een vloeibaar gemaakt aardgas zoals in het hoofdgeding, dat voor 0,32 % uit methaan, ethaan en ethyleen, voor 58,32 % uit propaan en propyleen en voor hoogstens 39,99 % uit butaan en butyleen bestaat, en waarvoor het niet mogelijk is om onder de samenstellende stoffen ervan een stof aan te wijzen waaraan het aardgas zijn wezenlijke karakter ontleent, als „Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen, vloeibaar gemaakt, andere” valt onder onderverdeling 2711 19 00.

    3)

    Artikel 218, lid 1, onder d), van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek, moet aldus worden uitgelegd dat daaruit niet volgt dat de aangever van LPG zoals in het hoofdgeding verplicht is om de procentuele hoeveelheid van het hoofdbestanddeel van dat LPG nauwkeurig aan te geven.


    (1)  PB C 270 van 17.8.2015.


    Top