This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TA0539
Case T-539/14: Judgment of the General Court of 19 November 2015 — North Drilling v Council (Common foreign and security policy — Restrictive measures against Iran with the aim of preventing nuclear proliferation — Freezing of funds — Error of assessment — Temporal adjustment of the effects of an annulment)
Zaak T-539/14: Arrest van het Gerecht van 19 november 2015 — North Drilling/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Beoordelingsfout — Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”)
Zaak T-539/14: Arrest van het Gerecht van 19 november 2015 — North Drilling/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Beoordelingsfout — Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”)
PB C 16 van 18.1.2016, p. 35–36
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.1.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 16/35 |
Arrest van het Gerecht van 19 november 2015 — North Drilling/Raad
(Zaak T-539/14) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Beoordelingsfout - Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”))
(2016/C 016/43)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partij: North Drilling Co. (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: J. Viñals Camallonga, L. Barriola Urruticoechea en J. Iriarte Ángel, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. de Elera-San Miguel Hurtado en M. Bishop, gemachtigden)
Voorwerp
Nietigverklaring van besluit 2014/222/GBVB van de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 119, blz. 65), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 397/2014 van de Raad van 16 april 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 119, blz. 1), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen
Dictum
1) |
Artikel 1 van besluit 2014/222/GBVB van de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran, en artikel 1 van uitvoeringsverordening (EU) nr. 397/2014 van de Raad van 16 april 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran worden nietig verklaard, voor zover zij North Drilling Co. betreffen. |
2) |
De gevolgen van artikel 1 van besluit 2014/222 en van artikel 1 van uitvoeringsverordening nr. 397/2014 worden ten aanzien van North Drilling gehandhaafd tot op de datum waarop de in artikel 56, eerste alinea, van het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie bedoelde termijn voor het indienen van een verzoek om hogere voorziening verstrijkt of, indien binnen die termijn hogere voorziening is ingesteld, tot op het moment waarop de hogere voorziening wordt afgewezen. |
3) |
De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten. |