EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0063

Zaak T-63/14: Arrest van het Gerecht van 3 mei 2016 – Iran Insurance/Raad [„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie — Bevriezing van tegoeden — Exceptie van onwettigheid — Artikel 46, lid 2, van verordening (EU) nr. 267/2012 — Artikel 215 VWEU — Artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413/GBVB, zoals gewijzigd bij artikel 1, punt 7, van besluit 2012/35/GBVB — Artikel 23, lid 2, onder d), van verordening nr. 267/2012 — Grondrechten — Artikelen 2 VEU, 21 VEU en 23 VEU — Artikelen 17 en 52 van het Handvest van de grondrechten — Beoordelingsfout — Gelijke behandeling — Non-discriminatie — Beginsel van behoorlijk bestuur — Motiveringsplicht — Misbruik van bevoegdheid — Gewettigd vertrouwen — Evenredigheid”]

PB C 222 van 20.6.2016, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 222/13


Arrest van het Gerecht van 3 mei 2016 – Iran Insurance/Raad

(Zaak T-63/14) (1)

([„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran ter voorkoming van nucleaire proliferatie - Bevriezing van tegoeden - Exceptie van onwettigheid - Artikel 46, lid 2, van verordening (EU) nr. 267/2012 - Artikel 215 VWEU - Artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413/GBVB, zoals gewijzigd bij artikel 1, punt 7, van besluit 2012/35/GBVB - Artikel 23, lid 2, onder d), van verordening nr. 267/2012 - Grondrechten - Artikelen 2 VEU, 21 VEU en 23 VEU - Artikelen 17 en 52 van het Handvest van de grondrechten - Beoordelingsfout - Gelijke behandeling - Non-discriminatie - Beginsel van behoorlijk bestuur - Motiveringsplicht - Misbruik van bevoegdheid - Gewettigd vertrouwen - Evenredigheid”])

(2016/C 222/14)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Iran Insurance Company (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: D. Luff, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: I. Rodios en M. Bishop, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Castillo de la Torre en D. Gauci, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste een verzoek tot nietigverklaring op grond van de artikelen 263 VWEU en 275 VWEU van besluit 2013/661/GBVB van de Raad van 15 november 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 306, blz. 18) en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1154/2013 van de Raad van 15 november 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 306, blz. 3), voor zover zij verzoekster betreffen, en, ten tweede, een verzoek op grond van artikel 277 VWEU tot verklaring van niet-toepasselijkheid ten aanzien van verzoekster van artikel 20, lid 1, onder c), van besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran en tot intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2007/140/GBVB (PB L 195, blz. 39), zoals gewijzigd bij artikel 1, punt 7, van besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 (PB L 19, blz. 22), alsmede van de artikelen 23, lid 2, onder d), en 46, lid 2, van verordening (EU) nr. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van verordening (EU) nr. 961/2010 (PB L 88, blz. 1)

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Iran Insurance Company wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 78 van 15.3.2014.


Top