Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0438

    Zaak C-438/14: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 2 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Karlsruhe — Duitsland) — Nabiel Peter Bogendorff von Wolffersdorff/Standesamt der Stadt Karlsruhe, Zentraler Juristischer Dienst der Stadt Karlsruhe (Prejudiciële verwijzing — Burgerschap van de Unie — Artikel 21 VWEU — Vrijheid om te reizen en te verblijven in de lidstaten — Wet van een lidstaat waarbij adellijke voorrechten worden afgeschaft en de toekenning van nieuwe adellijke titels wordt verboden — Achternaam van een meerderjarige onderdaan van die staat, verkregen tijdens gewoonlijk verblijf in een andere lidstaat, waarvan die persoon eveneens de nationaliteit bezit — Naam die adellijke bestanddelen bevat — Woonplaats in de eerste lidstaat — Weigering van de autoriteiten van de eerste lidstaat om de in de tweede lidstaat verkregen naam in het register van de burgerlijke stand in te schrijven — Rechtvaardiging — Openbare orde — Onverenigbaarheid met fundamentele beginselen van Duits recht)

    PB C 287 van 8.8.2016, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    8.8.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 287/8


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 2 juni 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Karlsruhe — Duitsland) — Nabiel Peter Bogendorff von Wolffersdorff/Standesamt der Stadt Karlsruhe, Zentraler Juristischer Dienst der Stadt Karlsruhe

    (Zaak C-438/14) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Burgerschap van de Unie - Artikel 21 VWEU - Vrijheid om te reizen en te verblijven in de lidstaten - Wet van een lidstaat waarbij adellijke voorrechten worden afgeschaft en de toekenning van nieuwe adellijke titels wordt verboden - Achternaam van een meerderjarige onderdaan van die staat, verkregen tijdens gewoonlijk verblijf in een andere lidstaat, waarvan die persoon eveneens de nationaliteit bezit - Naam die adellijke bestanddelen bevat - Woonplaats in de eerste lidstaat - Weigering van de autoriteiten van de eerste lidstaat om de in de tweede lidstaat verkregen naam in het register van de burgerlijke stand in te schrijven - Rechtvaardiging - Openbare orde - Onverenigbaarheid met fundamentele beginselen van Duits recht))

    (2016/C 287/09)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Amtsgericht Karlsruhe

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Nabiel Peter Bogendorff von Wolffersdorff

    Verwerende partijen: Standesamt der Stadt Karlsruhe, Zentraler Juristischer Dienst der Stadt Karlsruhe

    Dictum

    Artikel 21 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat de autoriteiten van een lidstaat de naam van een onderdaan van die lidstaat niet hoeven te erkennen wanneer die onderdaan mede de nationaliteit bezit van een andere lidstaat, waarin hij die door hem vrij gekozen naam, die meerdere adellijke bestanddelen bevat die volgens het recht van eerstgenoemde lidstaat niet zijn toegestaan, heeft verkregen, wanneer komt vast te staan — het is aan de verwijzende rechterlijke instantie, dit te verifiëren — dat een dergelijke niet-erkenning in die context haar rechtvaardiging vindt in redenen van openbare orde omdat zij passend en noodzakelijk is om de eerbiediging van het beginsel van gelijkheid van alle burgers van die lidstaat voor de wet te waarborgen.


    (1)  PB C 462 van 22.12.2014.


    Top