Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CA0151

    Zaak C-151/14: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 10 september 2015 — Europese Commissie/Republiek Letland (Niet-nakoming — Artikel 49 VWEU — Vrijheid van vestiging — Notarissen — Nationaliteitsvereiste — Artikel 51 VWEU — Uitoefening van openbaar gezag)

    PB C 363 van 3.11.2015, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.11.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 363/13


    Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 10 september 2015 — Europese Commissie/Republiek Letland

    (Zaak C-151/14) (1)

    ((Niet-nakoming - Artikel 49 VWEU - Vrijheid van vestiging - Notarissen - Nationaliteitsvereiste - Artikel 51 VWEU - Uitoefening van openbaar gezag))

    (2015/C 363/15)

    Procestaal: Lets

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: I. Rubene en H. Støvlbæk, gemachtigden)

    Verwerende partij: Republiek Letland (vertegenwoordigers: D. Pelše, I. Kalniņš en K. Freimanis, gemachtigden)

    Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: M. Smolek en J. Vláčil, gemachtigden), Hongarije (vertegenwoordigers: M. Tátrai en M. Fehér, gemachtigden)

    Dictum

    1)

    Door voor de toegang tot het beroep van notaris een nationaliteitsvereiste te stellen, is de Republiek Letland de krachtens artikel 49 VWEU op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Republiek Letland wordt verwezen in de kosten.

    3)

    De Tsjechische Republiek zal haar eigen kosten dragen.

    4)

    Hongarije zal zijn eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 159 van 26.5.2014.


    Top