Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TN0563

Zaak T-563/13: Beroep ingesteld op 24 oktober 2013 — België/Commissie

PB C 367 van 14.12.2013, p. 38–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/38


Beroep ingesteld op 24 oktober 2013 — België/Commissie

(Zaak T-563/13)

2013/C 367/68

Procestaal: Nederlands

Partijen

Verzoekende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: J.-C. Halleux en M. Jacobs, gemachtigden, bijgestaan door F. Tuytschaever en M. Varga, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

het huidige verzoekschrift tot nietigverklaring ontvankelijk en gegrond te verklaren, en derhalve het aangevochten besluit nietig te verklaren voor zover het betrekking heeft op de door het Koninkrijk België verrichte uitgaven ten belope van 4 108 237,42 euro, of in elk geval het aan de financiering te onttrekken bedrag te beperken tot 1 268 963,04 euro;

de Commissie te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster vordert de gedeeltelijke nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2013/433/EU van de Commissie van 13 augustus 2013 houdende onttrekking van EU-financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten hebben verricht in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds of in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (1), voor zover dat betrekking heeft op de door het Koninkrijk België verrichte uitgaven.

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1)

Eerste middel, ontleend aan een schending van de motiveringsplicht en het rechtszekerheidsbeginsel doordat het bestreden uitvoeringsbesluit verzoekster onvoldoende toelaat de schending die haar ten laste wordt gelegd, te kennen.

2)

Tweede middel, ontleend aan een schending van de artikelen 122, 125ter, lid 1, en 125quinquies van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (2) en van artikelen 25, 28, lid 1, 29 en 33 van Verordening (EG) nr. 1580/2007 (3) doordat de Commissie heeft bepaald dat Greenbow cvba onterecht als telervereniging zou zijn erkend.

3)

Derde middel, ontleend aan een schending van het evenredigheidsbeginsel doordat de Commissie de financiële correctie niet heeft beperkt tot de uitgaven met betrekking tot de leden van Greenbow die niet autonoom als telervereniging konden worden erkend.


(1)  PB L 219, blz. 49.

(2)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1580/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96 en (EG) nr. 1182/2007 van de Raad in de sector groenten en fruit (PB L 350, blz. 1).


Top