Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012TN0031

    Zaak T-31/12: Beroep ingesteld op 23 januari 2012 — Région Poitou-Charentes/Commissie

    PB C 109 van 14.4.2012, p. 16–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.4.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 109/16


    Beroep ingesteld op 23 januari 2012 — Région Poitou-Charentes/Commissie

    (Zaak T-31/12)

    2012/C 109/37

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Région Poitou-Charentes (Poitiers, Frankrijk) (vertegenwoordiger: J. Capiaux, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    Verzoekster verzoekt het Gerecht:

    het besluit van de Commissie van 18 november 2011 tot weigering van de afsluiting van communautair-initiatiefprogramma Interreg III B „Atlantisch gebied” 2000/2006 (referentie: CCI nr. 2001 RG 16 0 PC 006) nietig te verklaren.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vijf middelen aan.

    1)

    Eerste middel: onwettigheid van het besluit van de Commissie, omdat de persoon die de handeling heeft ondertekend niet heeft aangetoond dat hem tekeningsbevoegdheid was verleend.

    2)

    Tweede middel: de Commissie heeft wezenlijke vormvoorschriften niet in acht genomen door de in artikel 37, lid 1, van verordening nr. 1260/1999 (1) dwingend vastgelegde termijnen om in een met redenen omkleed advies te motiveren waarom zij verzoeksters eindverslag onbevredigend acht niet te respecteren.

    3)

    Derde middel: de Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.

    De Commissie heeft verzoekster verweten de regels voor de goedkeuring van het eindverslag niet in acht te hebben genomen, terwijl het reglement van het toezichtcomité voorziet in een systeem van stilzwijgende goedkeuring van het betrokken verslag na afloop van een termijn van tien dagen en

    de Commissie heeft aangevoerd dat verzoeksters eindverslag in het Engels had moeten zijn opgesteld, terwijl geen enkele regel bepaalt dat een verslag moet worden opgesteld in een andere taal dan die van de beheersautoriteit (in casu het Frans) om geldig te zijn.

    4)

    Vierde middel: motiveringsgebrek van het bestreden besluit.

    5)

    Vijfde middel: de Commissie heeft haar bevoegdheid misbruikt omdat zij rekening heeft gehouden met een reden die niet met het Europese belang van doen heeft, om de afsluiting van het betreffende initiatiefprogramma te weigeren.


    (1)  Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161, blz. 1).


    Top