EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62012CN0534

Zaak C-534/12 P: Hogere voorziening ingesteld op 23 november 2012 door Luigi Marcuccio tegen de beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 11 september 2012 in zaak T-241/03 REV, Marcuccio/Europese Commissie

PB C 71 van 9.3.2013, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 71/5


Hogere voorziening ingesteld op 23 november 2012 door Luigi Marcuccio tegen de beschikking van het Gerecht (Derde kamer) van 11 september 2012 in zaak T-241/03 REV, Marcuccio/Europese Commissie

(Zaak C-534/12 P)

2013/C 71/08

Procestaal: Italiaans

Partijen

Rekwirant: Luigi Marcuccio (vertegenwoordiger: M. G. Cipressa, advocaat).

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de beschikking van het Gerecht van 11 september 2012 in zaak T-241/03 REV volledig en zonder enige uitzondering vernietigen;

primair,

a)

ontvankelijk verklaren het door rekwirant op 27 december 2011 bij het Gerecht reeds ingediende verzoek om herziening van de beschikking van 17 mei 2006 van de Eerste kamer van het Gerecht in zaak T-241/03 Marcuccio/Commissie, welk verzoek tot de onderhavige zaak heeft geleid, en derhalve beslissen dat de procedure moet worden voortgezet, en

b)

de verwerende partij veroordelen tot terugbetaling aan de rekwirerende partij van de kosten die laatstgenoemde voor de onderhavige procedure heeft gemaakt, of

subsidiair, de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een nieuwe beslissing over de ontvankelijkheid van het verzoek van 27 december 2011 en vervolgens voor een beslissing ten gronde over de zaak.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

procedurefouten waardoor inbreuk is gemaakt op rekwirants belangen en ernstige beoordelingsfouten zijn gemaakt, waaronder a) het volstrekt ontbreken van een onderzoek en motivering van de bestreden beschikking; b) schending van wezenlijke vormvoorschriften; c) schending van het beginsel van de bij wet aan de bevoegde rechter toebedeelde bevoegdheid om kennis te nemen van een zaak; d) schending van de bepalingen van artikel 64, lid 4, eerste alinea, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, van artikel 127, leden 1 en 2, van het Reglement en, ten slotte, van het potestatieve procedurele recht van de rekwirerende partij om het Gerecht op elk moment voor te stellen, een maatregel tot organisatie van de procesgang met betrekking tot de zaak te treffen;

2)

schending van artikel 44, eerste en tweede alinea, van het Statuut van het Hof;

3)

schending van een algemeen rechtsbeginsel dat is opgenomen in een arrest van de rechter van de Unie, namelijk het arrest van het Hof van 13 oktober 1977 in zaak 56/75 REV, Elz/Commissie;

4)

volstrekt ontbreken van onderzoek en motivering van de bestreden beschikking, eveneens wegens verkeerde opvatting en verdraaiing van de feiten en van rekwirants verklaringen.


Top