This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62012CA0137
Case C-137/12: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 22 October 2013 — European Commission v Council of the European Union (Action for annulment — Council Decision 2011/853/EU — European Convention on the legal protection of services based on, or consisting of, conditional access — Directive 98/84/EC — Legal basis — Article 207 TFEU — Common commercial policy — Article 114 TFEU — Internal market)
Zaak C-137/12: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 oktober 2013 — Europese Commissie/Raad van de Europese Unie (Beroep tot nietigverklaring — Besluit 2011/853/EU van de Raad — Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang — Richtlijn 98/84/EG — Rechtsgrondslag — Artikel 207 VWEU — Gemeenschappelijke handelspolitiek — Artikel 114 VWEU — Interne markt)
Zaak C-137/12: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 oktober 2013 — Europese Commissie/Raad van de Europese Unie (Beroep tot nietigverklaring — Besluit 2011/853/EU van de Raad — Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang — Richtlijn 98/84/EG — Rechtsgrondslag — Artikel 207 VWEU — Gemeenschappelijke handelspolitiek — Artikel 114 VWEU — Interne markt)
PB C 367 van 14.12.2013, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 367/8 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 22 oktober 2013 — Europese Commissie/Raad van de Europese Unie
(Zaak C-137/12) (1)
(Beroep tot nietigverklaring - Besluit 2011/853/EU van de Raad - Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang - Richtlijn 98/84/EG - Rechtsgrondslag - Artikel 207 VWEU - Gemeenschappelijke handelspolitiek - Artikel 114 VWEU - Interne markt)
2013/C 367/13
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: E. Cujo, I. Rogalski, R. Vidal Puig en D. Stefanov, gemachtigden)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: R. Liudvinaviciute-Cordeiro, J.-P. Hix en H. Legal, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van verzoekende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: D. Warin en J. Rodrigues, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues, D. Colas en N. Rouam, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. Wissels, M. Bulterman en M. de Ree, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordigers: M. Szpunar en B. Majczyna, gemachtigden), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk en C. Stege, gemachtigden), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: A. Robinson, gemachtigde, bijgestaan door G. Facenna, barrister)
Voorwerp
Beroep tot nietigverklaring — Besluit 2011/853/EU van de Raad van 29 november 2011 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang (PB L 336, blz. 1) — Keuze van rechtsgrondslag — Vervanging van de in het kader van de gemeenschappelijke handelspolitiek voorgestelde rechtsgrondslag door een andere, die verband houdt met het tot stand brengen en het functioneren van de interne markt — Doel van bevorderen van diensten bestaande uit voorwaardelijke toegang tussen de Unie en andere Europese landen — Schending van exclusieve externe bevoegdheid van de Unie
Dictum
1) |
Besluit 2011/853/EU van de Raad van 29 november 2011 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang, wordt nietig verklaard. |
2) |
De gevolgen van besluit 2011/853 worden gehandhaafd tot de inwerkingtreding, binnen een redelijke termijn die niet langer dan zes maanden mag duren, van een nieuw besluit dat op de juiste rechtsgrondslagen berust. |
3) |
De Raad van de Europese Unie wordt verwezen in de kosten. |
4) |
De Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Polen, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen hun eigen kosten. |