This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62011TN0562
Case T-562/11: Action brought on 28 October 2011 — Symbio Gruppe v OHIM — ADA Cosmetic (SYMBIOTIC CARE)
Zaak T-562/11: Beroep ingesteld op 28 oktober 2011 — Symbio Gruppe/BHIM — ADA Cosmetic (SYMBIOTIC CARE)
Zaak T-562/11: Beroep ingesteld op 28 oktober 2011 — Symbio Gruppe/BHIM — ADA Cosmetic (SYMBIOTIC CARE)
PB C 13 van 14.1.2012, p. 18–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
14.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 13/18 |
Beroep ingesteld op 28 oktober 2011 — Symbio Gruppe/BHIM — ADA Cosmetic (SYMBIOTIC CARE)
(Zaak T-562/11)
2012/C 13/38
Taal van het verzoekschrift: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Symbio Gruppe GmbH & Co. KG (Herborn, Duitsland) (vertegenwoordigers: A. Schulz en C. Onken, advocaten)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: ADA Cosmetic GmbH (Kehl, Duitsland)
Conclusies
— |
de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 18 augustus 2011 in zaak R 2121/2010-4 vernietigen; |
— |
het BHIM verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: ADA Cosmetic GmbH
Betrokken gemeenschapsmerk: internationale inschrijving van een beeldmerk met het woordelement „SYMBIOTIC CARE” voor waren van de klassen 3, 5 29 en 30
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster
Oppositiemerk of -teken: woord- en beeldmerken „SYMBIOFLOR” en „SYMBIOLACT”, internationale inschrijving van het woordmerk „SYMBIOFEM” en van het beeldmerk „SYMBIOVITAL” voor waren van de klassen 1, 3, 5, 29 en 32
Beslissing van de oppositieafdeling: afwijzing van de oppositie
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009, daar er gevaar voor verwarring van de conflicterende merken bestaat, alsmede schending van artikel 75 van verordening nr. 207/2009, daar de kamer van beroep is voorbijgegaan aan het feit dat de oppositiemerken een merkenfamilie vormen.