Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TN0368

    Zaak T-368/11: Beroep ingesteld op 8 juli 2011 — Polyelectrolyte Producers Group e.a./Commissie

    PB C 282 van 24.9.2011, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.9.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 282/28


    Beroep ingesteld op 8 juli 2011 — Polyelectrolyte Producers Group e.a./Commissie

    (Zaak T-368/11)

    2011/C 282/58

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Polyelectrolyte Producers Group (Brussel, België), SNF SAS (Andrezieux Boutheon, Frankrijk) en Travetanche Injection SPRL (Brussel, België) (vertegenwoordigers: K. Van Maldegem en R. Cana, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    nietig verklaren verordening (EU) nr. 366/2011 van de Commissie van 14 april 2011 tot wijziging van bijlage XVII bij verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), wat betreft acrylamide (PB L 101, blz. 12);

    de Commissie verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan:

    1)

    De bestreden verordening bevat kennelijke beoordelingsfouten, aangezien de Europese Commissie zich ten eerste heeft gebaseerd op informatie die op grond van het toepasselijke rechtskader niet relevant is voor de blootstelling van mens en milieu in de Unie, en ten tweede heeft nagelaten om de met het voegen met acrylamide gepaarde gaande risico’s op te sporen, gelet op de relevante toepasselijke vereisten, maar zich daarentegen heeft gebaseerd op informatie betreffende het gebruik van een andere stof; de vaststelling van voornoemde verordening voldoet bijgevolg niet aan de bij de relevante wettelijke bepalingen opgelegde voorwaarden.

    2)

    De bestreden verordening schendt het evenredigheidsbeginsel.

    3)

    De bestreden verordening is, in strijd met artikel 296 VWEU, ontoereikend gemotiveerd.


    Top