EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TN0365

Zaak T-365/11 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 juli 2011 door AO tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 april 2011 in zaak F-45/10, AO/Commissie

PB C 282 van 24.9.2011, p. 27–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 282/27


Hogere voorziening ingesteld op 5 juli 2011 door AO tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 april 2011 in zaak F-45/10, AO/Commissie

(Zaak T-365/11 P)

2011/C 282/56

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirerende partij: AO (Brussel, België) (vertegenwoordiger: P. Lewisch, advocaat)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 4 april 2011 in zaak F-45/10, AO/Commissie, te vernietigen;

indien het Gerecht over de zaak ten gronde kan beslissen, dezelfde beslissing te geven als in eerste aanleg werd gevraagd, dat wil zeggen:

besluit CMS 07/046 van de Europese Commissie van 23 juli 2009 nietig te verklaren wegens pesterij, wanbeheer en misbruik van het fundamentele recht om te worden gehoord;

alle besluiten die het tot aanstelling bevoegd gezag in de periode van september 2003 tot de verwijdering uit het ambt jegens rekwirant heeft genomen wegens pesterij, wanbeheer en misbruik van rekwirants fundamentele recht om te worden gehoord, nietig te verklaren;

rekwirant de mogelijkheid te geven om overeenkomstig de artikelen 7, lid 1, en 24 van het Ambtenarenstatuut (1) te worden gehoord, onder verwijzing naar de in februari 2008 en maart 2008 ingediende verzoeken;

rekwirant een symbolische vergoeding toe te kennen van 1 (één) EUR voor de door hem geleden immateriële en beroepsschade zoals uiteengezet in deze vordering, aangezien deze hogere voorziening geen financieel doel heeft, maar strekt tot erkenning van rekwirants waardigheid en beroepsreputatie, en

de tegenpartij te verwijzen in alle kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

1)

Eerste middel: er is niet voldaan aan de voorwaarden om te beslissen bij een beschikking overeenkomstig artikel 76 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken en het beroep was niet kennelijk ongegrond, aangezien:

het Gerecht voor ambtenarenzaken geen rekening heeft gehouden met een aantal stellingen en bewijsmateriaal dat met betrekking tot de pesterij van rekwirant is overgelegd;

rekwirant geen tijd is gegeven om overeenkomstig artikel 36 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken zijn verzoekschrift te regulariseren met betrekking tot twee, in zijn verzoekschrift genoemde besluiten van het tot aanstelling bevoegd gezag.

2)

Tweede middel: de beschikking in zaak F-45/10 schendt het recht van de Europese Unie zoals omschreven in artikel 11, lid 1, van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie, aangezien rekwirant recht heeft op een vergoeding voor de pesterij waarvan hij slachtoffer is geweest.

3)

Derde middel: het Gerecht voor ambtenarenzaken heeft zich schuldig gemaakt aan schending van rekwirants recht om te worden gehoord, zoals neergelegd in artikel 6, lid 1, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en in artikel 47, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.


(1)  Verordening nr. 31 (E.E.G.), nr. 11 (E.G.A.), tot vaststelling van het statuut van de ambtenaren en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 45 van 14.6.1962, blz. 1385).


Top