Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CO0644

    Beschikking van de president van het Hof van 14 juni 2012.
    Qualitest FZE tegen Raad van de Europese Unie.
    Hogere voorziening — Kort geding — Verzoek om voorlopige maatregelen — Beperkende maatregelen ten aanzien van Islamitische Republiek Iran — Inschrijving van verzoekster op lijst van personen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen worden bevroren — Geen spoedeisendheid.
    Zaak C‑644/11 P(R).

    Jurisprudentie 2012 -00000

    ECLI identifier: ECLI:EU:C:2012:354





    Beschikking van de president van het Hof van 14 juni 2012 —
    Qualitest FZE/Raad

    [Zaak C-644/11 P(R)]

    „Hogere voorziening — Kort geding — Verzoek om voorlopige maatregelen — Beperkende maatregelen ten aanzien van Islamitische Republiek Iran — Inschrijving van verzoekster op lijst van personen en entiteiten wier tegoeden en economische middelen worden bevroren — Geen spoedeisendheid”

    1.                     Kort geding — Opschorting van tenuitvoerlegging — Voorwaarden voor toekenning — Bevriezing van tegoeden en economische middelen — Inaanmerkingneming van doel van bevriezing en van noodzaak om nuttig effect daarvan te verzekeren — Financiële ondersteuning door groep waartoe onderneming behoort, om voortbestaan van deze laatste te verzekeren, niet doorslaggevend, want alleen in overweging te nemen binnen door bevriezingsbesluit gestelde grenzen (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 83, lid 2; verordening nr. 961/2010 van de Raad; besluit 2010/413 van de Raad) (cf. punten 39-46, 65-66)

    2.                     Kort geding — Opschorting van tenuitvoerlegging — Voorwaarden voor toekenning — Ernstige en onherstelbare schade — Bevriezing van tegoeden en economische middelen — Schade niet aangetoond bij gebreke van gebruik van in bevriezingsbesluit geboden mogelijkheid om te verzoeken om toestemming tot vrijgave (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 83, lid 2) (cf. punten 54-55)

    3.                     Kort geding — Opschorting van tenuitvoerlegging — Voorlopige maatregelen — Voorwaarden voor toekenning — Fumus boni juris — Spoedeisendheid — Ernstige en onherstelbare schade — Cumulatieve voorwaarden — Beoordelingsvrijheid van rechter in kort geding (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 83, lid 2) (cf. punten 61-63)

    4.                     Kort geding — Opschorting van tenuitvoerlegging — Voorwaarden voor toekenning — Bevriezing van tegoeden en economische middelen — Afweging van alle betrokken belangen — Gevaar van neutralisering van gevolgen van beslissing ten gronde (Art. 278 VWEU en 279 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 83, lid 2) (cf. punten 72-73, 77)

    Voorwerp

    Hogere voorziening op kort geding tegen de beschikking van de rechter in kort geding van het Gerecht van 3 oktober 2011, Qualitest FZE/Raad (T-421/11 R), houdende afwijzing het verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging van uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2011 van de Raad van 23 mei 2011 houdende uitvoering van verordening (EU) nr. 961/2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 136, blz. 26) en van besluit 2011/299/GBVB van de Raad van 23 mei 2011 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 136, blz. 65), voor zover de bevriezing van tegoeden en economische middelen van toepassing is

    Dictum

    1)

    De beschikking van de rechter in kort geding die de president van het Gerecht van de Europese Unie vervangt, van 3 oktober 2011, Qualitest FZE/Raad (T-421/11 R), wordt vernietigd voor zover de rechter in kort geding daarin de door Qualitest FZE gestelde financiële schade uitsluitend heeft beoordeeld ten aanzien van het vermogen van de groep waartoe deze behoort, of van haar enige aandeelhouder, om haar financieel te ondersteunen en haar voortbestaan te verzekeren tot aan de sluiting van de procedure ten gronde.

    2)

    De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

    3)

    Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

    4)

    Qualitest FZE en de Raad van de Europese Unie dragen hun eigen kosten.

    Top