EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TN0110

Zaak T-110/10: Beroep ingesteld op 8 maart 2010 — Insula/Commissie

PB C 134 van 22.5.2010, p. 40–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 134/40


Beroep ingesteld op 8 maart 2010 — Insula/Commissie

(Zaak T-110/10)

2010/C 134/68

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Conseil scientifique international pour le développement des îles (Insula) (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordigers: J.-D. Simonet en P. Marsal, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het beroep ontvankelijk en gegrond verklaren;

vaststellen dat de vordering van de Commissie tot terugbetaling van een bedrag van 84 120 EUR ongegrond is, en de Commissie derhalve te gelasten een creditnota voor een bedrag van 84 120 EUR af te geven;

vaststellen dat het beroep en zaak T-366/09 wegens verknochtheid voor de schriftelijke en de mondelinge behandeling dienen te worden gevoegd;

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met het onderhavige beroep, dat is gegrond op een arbitragebeding, vraagt verzoeker het Gerecht vast te stellen dat de debetnota van 28 januari 2010, waarbij de Commissie ingevolge een accountantverslag van het OLAF de aan verzoeker betaalde voorschotten terugeist, niet in overeenstemming is met de bepalingen van de overeenkomst EL HIERRO (NNE5/2001/950), gesloten in het kader van een specifiek kaderprogramma inzake onderzoek en technologische ontwikkeling en van de voorstelling van Energie, Milieu en Duurzame Ontwikkeling.

Verzoeker voert twee middelen aan.

Met het eerste middel betwist hij de opeisbaarheid van de vordering, ingevolge de in 2005 gevoerde audit, van de Commissie.

Met het tweede middel merkt hij op dat de Commissie, met de afgifte van de nieuwe debetnota, een inbreuk pleegt op haar contractuele verplichtingen, welke haar niet zouden toelaten om, meer dan zes jaar na de eerste betaling aan Insula en bij gebrek aan een betekening binnen de contractueel bepaalde termijn, bijkomende bewijsstukken te vragen.


Top