Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010TN0107

Zaak T-107/10: Beroep ingesteld op 3 maart 2010 — Procter & Gamble Manufacturing Cologne/BHIM — Natura Cosméticos (NATURAVIVA)

PB C 134 van 22.5.2010, p. 38–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 134/38


Beroep ingesteld op 3 maart 2010 — Procter & Gamble Manufacturing Cologne/BHIM — Natura Cosméticos (NATURAVIVA)

(Zaak T-107/10)

2010/C 134/66

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Procter & Gamble Manufacturing Cologne GmbH (Keulen, Duitsland) (vertegenwoordiger: K. Sandberg, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Natura Cosméticos, SA (Itapecerica da Serra, Brazilië)

Conclusies

de beslissing van de tweede kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 23 november 2009 in zaak R 1558/2008-2 vernietigen;

verweerder verwijzen in de kosten van de procedure; en

de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in de kosten van de procedure voor verweerder.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „NATURAVIVA” voor waren en diensten van de klassen 3, 5 en 44

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: Duitse merken „VIVA” voor waren van klasse 3; gemeenschapsmerk „VIVA” voor waren van klasse 3

Beslissing van de oppositieafdeling: volledige afwijzing van de gemeenschapsmerkaanvraag

Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep

Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 van de Raad doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen gevaar voor verwarring van de betrokken merken was.


Top