Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0483

    Zaak C-483/10: Beroep ingesteld op 6 oktober 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje

    PB C 328 van 4.12.2010, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    4.12.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 328/25


    Beroep ingesteld op 6 oktober 2010 — Europese Commissie/Koninkrijk Spanje

    (Zaak C-483/10)

    ()

    2010/C 328/43

    Procestaal: Spaans

    Partijen

    Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Støvlbæk en R. Vidal Puig, gemachtigden)

    Verwerende partij: Koninkrijk Spanje

    Conclusies

    vaststellen dat het Koninkrijk Spanje de verplichtingen niet is nagekomen die op hem rusten krachtens de artikelen 4, lid 1, 11, lid 2, 14, lid 1, en 30, lid 1, van richtlijn 2001/14/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering, en krachtens artikel 10, lid 7, van richtlijn 91/440/EEG (2) van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap;

    het Koninkrijk Spanje verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De Commissie is van mening dat het Koninkrijk Spanje de volgende bepalingen van bovengenoemde richtlijnen heeft geschonden:

    1)

    artikel 4, lid 1, van richtlijn 2001/14/EG, aangezien het niveau van de heffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur op uitputtende wijze wordt „vastgesteld” door de overheid, waardoor de taak van de „infrastructuurbeheerder” (Administración de Infraestructuras Ferroviarias; hierna: „ADIF”) beperkt blijft tot de loutere inning van de gebruiksrechten;

    2)

    artikel 11 van richtlijn 2001/14/EG, aangezien de door de Spaanse autoriteiten vastgestelde tariferingsregeling niet voorziet in een prestatieregeling overeenkomstig de in dit artikel vastgestelde criteria;

    3)

    artikel 30, lid 1, van richtlijn 2001/14/EG, aangezien de Spaanse regeling de onafhankelijkheid van de toezichthoudende instantie (Comité de Regulación Ferroviaria) tegenover ADIF en RENFE-Operadora (een spoorwegonderneming die onder het Ministerie van Openbare Werken valt) niet voldoende waarborgt;

    4)

    artikel 10, lid 7, van richtlijn 91/440/EEG, omdat de toezichthoudende instantie niet over de noodzakelijke middelen beschikt om het haar bij dit artikel opgedragen toezicht op de concurrentie op de spoorwegmarkten uit te oefenen; en

    5)

    artikel 13, lid 2, en artikel 14, lid 1, van richtlijn 2001/14/EG, aangezien de in de Spaanse regeling vastgestelde criteria voor de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit discriminerend zijn, zij ertoe kunnen leiden dat de facto treinpaden worden toegekend voor een termijn die langer is dan één dienstregelingsperiode, en zij niet specifiek zijn.


    (1)  PB L 75, blz. 29.

    (2)  PB L 237, blz. 25.


    Top