EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CN0387

Zaak C-387/10: Beroep ingesteld op 2 augustus 2010 — Europese Commissie/Republiek Oostenrijk

PB C 328 van 4.12.2010, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 328/12


Beroep ingesteld op 2 augustus 2010 — Europese Commissie/Republiek Oostenrijk

(Zaak C-387/10)

()

2010/C 328/20

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordiger: R. Lyal en W. Mölls, gemachtigden)

Verwerende partij: Republiek Oostenrijk

Conclusies

vaststellen dat de Republiek Oostenrijk de krachtens artikel 49 EG en artikel 36 EER-Overeenkomst op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen door bepalingen vast te stellen en te handhaven volgens welke uitsluitend binnenlandse kredietinstellingen of binnenlandse professionele accountants en belastingadviseurs kunnen worden benoemd als fiscale vertegenwoordigers van beleggings- en vastgoedfondsen;

de Republiek Oostenrijk verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Volgens de Commissie vormen bepalingen volgens welke uitsluitend binnenlandse kredietinstellingen of binnenlandse professionele accountants en belastingadviseurs kunnen worden benoemd als fiscale vertegenwoordigers van beleggings- en vastgoedfondsen, een vestigingsvereiste dat het vrij verrichten van diensten beperkt.

Anders dan Oostenrijk stelt, zijn de betrokken bepalingen niet geschikt om de kwaliteit van de fiscale vertegenwoordiging te verbeteren om of het belang van beleggers en belastingdiensten bij een correcte nakoming van de fiscale verplichtingen te beschermen. Bijgevolg bestaat geen rechtvaardiging voor de beperking van het vrij verrichten van diensten.


Top