This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0220
Case C-220/10: Action brought on 6 May 2010 — European Commission v Portuguese Republic
Zaak C-220/10: Beroep ingesteld op 6 mei 2010 — Europese Commissie/Portugese Republiek
Zaak C-220/10: Beroep ingesteld op 6 mei 2010 — Europese Commissie/Portugese Republiek
PB C 209 van 31.7.2010, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 209/14 |
Beroep ingesteld op 6 mei 2010 — Europese Commissie/Portugese Republiek
(Zaak C-220/10)
()
2010/C 209/22
Procestaal: Portugees
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Guerra e Andrade en S. Pardo Quintillán, gemachtigden)
Verwerende partij: Portugese Republiek
Conclusies
— |
vaststellen dat de Portugese Republiek
|
— |
de Portugese Republiek verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Er zijn verschillende agglomeraties die niet voldoen aan de voorschriften van de richtlijn: zeven agglomeraties voldoen niet aan de voorschriften van artikel 3 en nog eens twaalf niet aan die van artikel 5.
Enkele van de betrokken agglomeraties onderwerpen hun afvalwater aan geen enkele behandeling.
Wat de lozingen van stedelijk afvalwater in kwetsbare gebieden betreft, schrijft de richtlijn een behandeling voor die verder gaat dan die welke is vereist voor in andere gebieden geloosd water.
Overeenkomstig deel B van bijlage II kan een mariene watermassa of marien gebied als een minder kwetsbaar gebied worden aangewezen wanneer de lozing van afvalwater geen nadelige invloed heeft op het milieu vanwege de morfologische, hydrologische of specifieke hydraulische omstandigheden in dat gebied.
Artikel 6, lid 2, van de richtlijn legt vast onder welke voorwaarden lozingen van stedelijk afvalwater in minder kwetsbare gebieden aan een minder vergaande behandeling mogen worden onderworpen. In dit artikel wordt met name bepaald dat lozingen van stedelijk afvalwater van agglomeraties met een inwonerequivalent van 10 000 tot 150 000 in kustwateren, enkel aan een minder vergaande behandeling mogen worden onderworpen wanneer uit grondige studies blijkt dat de respectieve lozingen geen nadelige invloed op het milieu hebben en de Commissie in kennis is gesteld van alle relevante informatie betreffende die studies.
(1) Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135, blz. 40).