This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62009CA0218
Case C-218/09: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 18 March 2010 (reference for a preliminary ruling from the Hof van beroep te Brussel (Belgium)) — SGS Belgium NV, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV v Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV, SGS Belgium NV, Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (Reference for a preliminary ruling — Regulation (EEC) No 3665/87 — Export refunds — Article 5(3) — Conditions for granting — Exception — Force majeure — Products which perished in transit)
Zaak C-218/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Brussel — België) — SGS Belgium NV, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV/Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV, SGS Belgium NV, Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (Prejudiciële verwijzing — Verordening (EEG) nr. 3665/87 — Restituties bij uitvoer — Artikel 5, lid 3 — Voorwaarden voor toekenning — Uitzondering — Begrip „overmacht” — Producten die onderweg verloren gaan)
Zaak C-218/09: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Brussel — België) — SGS Belgium NV, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV/Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV, SGS Belgium NV, Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (Prejudiciële verwijzing — Verordening (EEG) nr. 3665/87 — Restituties bij uitvoer — Artikel 5, lid 3 — Voorwaarden voor toekenning — Uitzondering — Begrip „overmacht” — Producten die onderweg verloren gaan)
PB C 134 van 22.5.2010, p. 8–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.5.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 134/8 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 18 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Beroep te Brussel — België) — SGS Belgium NV, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV/Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV, SGS Belgium NV, Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
(Zaak C-218/09) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Verordening (EEG) nr. 3665/87 - Restituties bij uitvoer - Artikel 5, lid 3 - Voorwaarden voor toekenning - Uitzondering - Begrip „overmacht” - Producten die onderweg verloren gaan)
2010/C 134/13
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hof van Beroep te Brussel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: SGS Belgium NV, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV
Verwerende partijen: Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, Firme Derwa NV, Centraal Beheer Achmea NV, SGS Belgium NV, Belgisch Interventie- en Restitutiebureau
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Beroep te Brussel — Uitlegging van artikel 5, lid 3, van verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten (PB L 351, blz. 1) — Voorwaarden voor de toekenning van uitvoerrestituties — Uitzondering — Product dat onderweg als gevolg van overmacht verloren is gegaan
Dictum
Artikel 5, lid 3, van verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie van 27 november 1987 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen van het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwproducten, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1384/95 van de Commissie van 19 juni 1995, moet aldus worden uitgelegd dat het bederven van rundvlees in de door de verwijzende rechter beschreven omstandigheden geen overmacht in de zin van die bepaling vormt.