Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0019

Zaak C-19/09: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Wien — Oostenrijk) — Wood Floor Solutions Andreas Domberger GmbH/Silva Trade, SA (Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Bijzondere bevoegdheden — Artikel 5, punt 1, sub a en b, tweede streepje — Verrichting van diensten — Agentuurovereenkomst — Uitvoering van overeenkomst in verschillende lidstaten)

PB C 113 van 1.5.2010, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

1.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 113/14


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 maart 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Wien — Oostenrijk) — Wood Floor Solutions Andreas Domberger GmbH/Silva Trade, SA

(Zaak C-19/09) (1)

(Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Bijzondere bevoegdheden - Artikel 5, punt 1, sub a en b, tweede streepje - Verrichting van diensten - Agentuurovereenkomst - Uitvoering van overeenkomst in verschillende lidstaten)

2010/C 113/19

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Wood Floor Solutions Andreas Domberger GmbH

Verwerende partij: Silva Trade, SA

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Oberlandesgericht Wien (Oostenrijk) — Uitlegging van artikel 5, lid 1, sub a en sub b, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1) — Bijzondere bevoegdheid — Werkingssfeer — Vordering tot betaling van een vergoeding wegens beëindiging van een overeenkomst inzake dienstverrichting — Diensten die krachtens een overeenkomst in verschillende lidstaten worden verricht

Dictum

1.

Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is in geval van dienstverrichting in verschillende lidstaten.

2.

Artikel 5, punt 1, sub b, tweede streepje, van verordening nr. 44/2001 moet aldus worden uitgelegd dat bij de verrichting van diensten in verschillende lidstaten het gerecht dat bevoegd is om kennis te nemen van alle vorderingen uit de overeenkomst het gerecht is binnen het rechtsgebied waarvan de plaats ligt waar de diensten hoofdzakelijk worden verricht. Voor een agentuurovereenkomst is die plaats de plaats waar de diensten van de handelsagent hoofdzakelijk worden verricht, zoals die blijkt uit de bepalingen van de overeenkomst, alsmede, bij gebreke van dergelijke bepalingen, uit de daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst en, indien de plaats op die grondslag niet kan worden bepaald, de woonplaats van de handelsagent.


(1)  PB C 82 van 4.4.2009.


Top