EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008TN0293

Zaak T-293/08: Beroep ingesteld op 24 juli 2008 — BASF Plant Science e.a./Commissie

PB C 272 van 25.10.2008, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 272/28


Beroep ingesteld op 24 juli 2008 — BASF Plant Science e.a./Commissie

(Zaak T-293/08)

(2008/C 272/55)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: BASF Plant Science GmbH (Ludwigshafen, Duitsland), Plant Science Sweden AB (Svalöv, Zweden), Amylogene HB (Svalöv, Zweden) en BASF Plant Science Holding GmbH (Ludwigshafen, Duitsland) (vertegenwoordigers: D. Waelbroeck, advocaat, U. Zinsmeister, advocaat, en D. Slater, solicitor)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

het onderhavige beroep ontvankelijk en gegrond te verklaren;

te verklaren dat de Commissie, door te verzuimen de maatregelen te treffen waarin artikel 18 van richtlijn 2001/18/EG van 12 maart 2001 en artikel 5 van besluit 1999/468/EC van de Raad van 28 juni 1999 voorzien, en niet het Amflora-besluit vast te stellen, de krachtens deze artikelen op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; subsidiair

nietig te verklaren het besluit van de Commissie van 14 mei 2008 waarbij de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EAVV) is opgedragen „een geconsolideerd advies over het gebruik van markergenen voor antibioticaresistentie in genetisch gemodificeerde planten” op te stellen, alsmede de schorsing van de procedure tot vaststelling van het Amflora-besluit, die bij brief van 19 mei 2008 aan verzoeksters is bekendgemaakt;

de verzochte maatregelen van instructie te gelasten;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters stellen dat de Commissie, door geen besluit te nemen over het verzoek om toestemming voor het in de handel brengen van een genetisch gemodificeerde aardappel (hierna: „Amflora-aardappel”) voor industrieel gebruik overeenkomstig richtlijn 2001/18/EG (1), haar verplichtingen op grond van artikel 18, lid 1, van deze richtlijn en artikel 5, lid 6, van besluit 1999/468/EG van de Raad (2) (hierna: „comitologiebesluit”) niet is nagekomen en aldus heeft nagelaten te handelen in de zin van artikel 232 EG.

Verzoeksters stellen dat de verplichting voor de Commissie om binnen de in richtlijn 2001/18/EG vastgelegde termijn een dergelijk besluit te nemen, voorts wordt bevestigd door een aantal factoren, namelijk (a) de noodzaak om het institutionele evenwicht te bewaren, (b) verder onderzoek van de rechtsgrond van het verzoek van de Commissie en (c) algemene beginselen van gemeenschapsrecht.

Mocht het Gerecht echter oordelen dat de brief van de Commissie van 19 mei 2008 een standpuntbepaling door de Commissie vormt en dat verzoeksters' beroep wegens nalaten derhalve niet-ontvankelijk is, vorderen verzoeksters subsidiair nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 14 mei 2008 waarbij de EAVV is opgedragen een geconsolideerd advies op te stellen, en van de schorsing van de procedure in afwachting van een vijfde wetenschappelijke beoordeling, die heeft geleid tot de vaststelling van het bestreden besluit.

Verzoeksters stellen dat de Commissie, door het bestreden besluit vast te stellen en daardoor de vaststelling van het Amflora-besluit verder uit te stellen, inbreuk heeft gemaakt op artikel 18, lid 1, van richtlijn 2001/18/EG en artikel 5, lid 6, derde alinea, van het comitologiebesluit, op grond waarvan het Amflora-besluit moest worden genomen binnen 120 dagen na het begin van de communautaire procedure, en fundamentele beginselen van gemeenschapsrecht heeft geschonden, zoals het evenredigheidsbeginsel, het beginsel van behoorlijk bestuur, het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel van gelijke behandeling.


(1)  Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PB L 106, blz. 1).

(2)  Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB C 184, blz. 23).


Top