EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008TN0012

Zaak T-12/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 4 januari 2008 door M tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 19 oktober 2007 in zaak F-23/07, M/EMEA

PB C 64 van 8.3.2008, p. 59–59 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 64/59


Hogere voorziening ingesteld op 4 januari 2008 door M tegen de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 19 oktober 2007 in zaak F-23/07, M/EMEA

(Zaak T-12/08 P)

(2008/C 64/95)

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirant: M (Broxbourne, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

Conclusies

vernietiging van de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 19 oktober 2007 in zaal F-23/07, M/Europees Geneesmiddelenbureau;

nietigverklaring van het besluit van het EMEA van 25 oktober 2006 voor zover daarbij het verzoek van 8 augustus 2006 om de zaak aan de invaliditeitscommissie voor te leggen, wordt afgewezen;

nietigverklaring van het besluit van het EMEA tot afwijzing van de vordering tot schadevergoeding;

verwijzing van verweerder in de kosten van beide gedingen.

Middelen en voornaamste argumenten

In hogere voorziening vordert rekwirant vernietiging van de beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken waarbij niet-ontvankelijk is verklaard het beroep tot nietigverklaring van het besluit van 25 oktober 2006 waarbij het Europees Geneesmiddelenbureau zijn verzoek tot samenstelling van een invaliditeitscommissie heeft afgewezen, en van het besluit van 31 januari 2007 tot afwijzing van zijn vordering tot schadevergoeding.

Ter ondersteuning van zijn hogere voorziening voert rekwirant een enkel middel aan, namelijk schending door het Gerecht voor ambtenarenzaken van het gemeenschapsrecht. Het Gerecht heeft de draagwijdte van zijn beroep in eerste aanleg onjuist uitgelegd en bijgevolg ultra petita beslist. Bovendien heeft het Gerecht artikel 33, leden 1 en 2, RAP geschonden.


Top