Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0366

    Zaak C-366/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht München op 11 augustus 2008 — Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV/Adolf Darbo AG

    PB C 272 van 25.10.2008, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    25.10.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 272/12


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht München op 11 augustus 2008 — Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV/Adolf Darbo AG

    (Zaak C-366/08)

    (2008/C 272/21)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Oberlandesgericht München

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV

    Verwerende partij: Adolf Darbo AG

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet het begrip „confituren met laag suikergehalte” in deel A van bijlage III bij richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (1) aldus worden uitgelegd, dat het ook confituren met de benaming „extra jam” of „extra confituur” bevat?

    2)

    Zo ja,

    a)

    Hoe moet het begrip „confituren met laag suikergehalte” in deel A van bijlage III bij richtlijn 92/2/EG voor het overige worden uitgelegd?

    b)

    Moet het inzonderheid aldus worden uitgelegd, dat het ook confituren met de benaming „extra jam” of „extra confituur” en met 58 % oplosbare droge stof omvat?

    3)

    In geval van een bevestigend antwoord op de eerste vraag en de tweede vraag, sub b:

    Moet punt II, tweede alinea, van bijlage I bij richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (2) aldus worden uitgelegd, dat de benaming „extra jam” of „extra confituur” ook mag worden gebruikt voor confituren die minder dan 60 % oplosbare droge stof bevatten wanneer voor dergelijke confituren aan de benaming „jam” of „confituur” geen geringere eisen worden gesteld?


    (1)  PB L 61, blz. 1.

    (2)  PB 2002, L 10, blz. 67.


    Top