This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0021
Case C-21/08 P: Appeal brought on 22 January 2008 by Sunplus Technology Co. Ltd against the judgment of the Court of First Instance (Fifth Chamber) delivered on 15 November 2007 in Case T-38/04: Sunplus Technology Co. Ltd v Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) (OHIM)
Zaak C-21/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 22 januari 2008 door Sunplus Technology Co. Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 15 november 2007 in zaak T-38/04, Sunplus Technology Co. Ltd/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)
Zaak C-21/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 22 januari 2008 door Sunplus Technology Co. Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 15 november 2007 in zaak T-38/04, Sunplus Technology Co. Ltd/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)
PB C 64 van 8.3.2008, p. 31–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 64/31 |
Hogere voorziening ingesteld op 22 januari 2008 door Sunplus Technology Co. Ltd tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 15 november 2007 in zaak T-38/04, Sunplus Technology Co. Ltd/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)
(Zaak C-21/08 P)
(2008/C 64/44)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: Sunplus Technology Co. Ltd (vertegenwoordigers: H. Eichmann, G. Barth, U. Blumenröder, C. Niklas-Falter, M. Kinkeldey, K. Brandt, A. Franke, U. Stephani, B. Allekotte, K. Lochner, B. Ertle, C. Neuhierl, S. Prückner, Rechtsanwälte)
Andere partijen in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), Sun Microsystems, Inc.
Conclusies
Rekwirante concludeert dat het het Hof behage:
— |
het bestreden arrest te vernietigen; |
— |
de litigieuze beslissing te vernietigen; |
— |
het BHIM te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Rekwirante betoogt dat het Gerecht van eerste aanleg artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 (1) onjuist heeft toegepast en uitgelegd door afzonderlijke bestanddelen van de twee merken te vergelijken en niet hun totaalindruk op de consument te beoordelen.
Volgens rekwirante heeft het Gerecht van eerste aanleg de feiten en de bewijselementen verdraaid, door te verklaren dat het beeldbestanddeel van het aangevraagde merk veeleer uit een gestileerde zon dan uit een „ster”-symbool bestaat en door bij de vergelijking van de totaalindruk van de merken de letter „S” niet in aanmerking te nemen.
Rekwirante stelt eveneens dat de redenering van het Gerecht van eerste aanleg tegenstrijdig is, voor zover het in punt 39 van het arrest verklaart dat de aanvullende bestanddelen verschillen tussen de merken in het leven roepen, maar die bestanddelen niet in aanmerking neemt bij de fonetische vergelijking van de merken.
Ten slotte voert rekwirante aan dat het Gerecht van eerste aanleg bij de beoordeling van het gevaar voor verwarring ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de betrokken categorie van waren en diensten en met de omstandigheden waarin zij worden verhandeld.
(1) Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 11, blz. 1).