This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62008CN0006
Case C-6/08 P: Appeal brought on 2 January 2008 by U.S. Steel Košice, s.r.o. against the order of the Court of First Instance (Third Chamber) delivered on 1 October 2007 in Case T-27/07: U.S. Steel Košice, s.r.o. v Commission of the European Communities
Zaak C-6/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 2 januari 2008 door U.S. Steel Košice, s.r.o. tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 1 oktober 2007 in zaak T-27/07, U.S. Steel Košice, s.r.o./Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak C-6/08 P: Hogere voorziening ingesteld op 2 januari 2008 door U.S. Steel Košice, s.r.o. tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 1 oktober 2007 in zaak T-27/07, U.S. Steel Košice, s.r.o./Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 64 van 8.3.2008, p. 29–30
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.3.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 64/29 |
Hogere voorziening ingesteld op 2 januari 2008 door U.S. Steel Košice, s.r.o. tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Derde kamer) van 1 oktober 2007 in zaak T-27/07, U.S. Steel Košice, s.r.o./Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak C-6/08 P)
(2008/C 64/42)
Procestaal: Engels
Partijen
Rekwirante: US Steel Košice, s.r.o. (vertegenwoordigers: C. Thomas, solicitor, E. Vermulst, advocaat)
Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
vernietiging van de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van 1 oktober 2007 in zaak T-27/07, U.S. Steel Košice, s.r.o./Commissie; |
— |
terugwijzing van de zaak naar het Gerecht van eerste aanleg voor afdoening van de zaak ten gronde; |
— |
verwijzing van de Commissie in rekwirantes kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar hogere voorziening stelt rekwirante dat het Gerecht van eerste aanleg blijk van onjuiste rechtsopvattingen heeft gegeven bij de toepassing van de beginselen betreffende de ontvankelijkheid van een beroep en bij de uitlegging van richtlijn 2003/87 (1), en de litigieuze beschikking onjuist heeft opgevat.
1. |
Het Gerecht van eerste aanleg heeft ten onrechte niet erkend dat de litigieuze beschikking een afwijzing inhoudt van het plan van de Slowaakse regering om rekwirante een bepaald aantal rechten toe te kennen. |
2. |
Het Gerecht van eerste aanleg heeft ten onrechte niet erkend dat de litigieuze beschikking onvermijdelijk heeft geleid tot en inderdaad de uitdrukkelijke eis inhield van een vermindering van rekwirantes rechten. |
3. |
Het Gerecht van eerste aanleg heeft ten onrechte niet erkend dat de procedurele aspecten van de litigieuze beschikking vergelijkbaar zijn met die van een beschikking inzake staatssteun of de controle op concentraties:
|
4. |
Het Gerecht van eerste aanleg heeft ten onrechte een „discretie” bij de „uitvoering” van de litigieuze beschikking gezien. |
Kortom, volgens rekwirante is zij rechtstreeks geraakt door de litigieuze beschikking die een afwijzing inhield van een formeel plan om rekwirante emissierechten te verlenen, onvermijdelijk de mogelijk aan rekwirante te verlenen rechten verminderde en inderdaad een vermindering van deze rechten uitdrukkelijk vereiste.
(1) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad (Voor de EER relevante tekst) (PB L 275, blz. 32).