This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007CA0321
Case C-321/07: Judgment of the Court (Third Chamber) of 19 February 2009 (reference for a preliminary ruling from the Landgericht Mannheim (Germany)) — Criminal proceedings against Karl Schwarz (Directive 91/439/EEC — Holding of driving licences from different Member States — Validity of a driving licence issued before the accession of a State — Withdrawal of a second driving licence issued by the Member State of residence — Recognition of a driving licence issued before the issue of a second licence later withdrawn on the ground that the holder was unfit — Expiry of the period accompanying a measure withdrawing a driving licence during which no application may be made for the issue of a new driving licence)
Zaak C-321/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 februari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Strafzaak tegen Karl Schwarz (Richtlijn 91/439/EEG — Houden van rijbewijzen van verschillende lidstaten — Geldigheid van vóór toetreding van staat afgegeven rijbewijs — Intrekking van door lidstaat van verblijfplaats afgegeven tweede rijbewijs — Erkenning van rijbewijs dat is afgegeven vóór afgifte van tweede rijbewijs dat later is ingetrokken omdat houder ervan niet rijgeschikt is — Verstrijken van aan intrekking van rijbewijs gekoppelde periode waarin geen nieuw rijbewijs mag worden aangevraagd)
Zaak C-321/07: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 februari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Strafzaak tegen Karl Schwarz (Richtlijn 91/439/EEG — Houden van rijbewijzen van verschillende lidstaten — Geldigheid van vóór toetreding van staat afgegeven rijbewijs — Intrekking van door lidstaat van verblijfplaats afgegeven tweede rijbewijs — Erkenning van rijbewijs dat is afgegeven vóór afgifte van tweede rijbewijs dat later is ingetrokken omdat houder ervan niet rijgeschikt is — Verstrijken van aan intrekking van rijbewijs gekoppelde periode waarin geen nieuw rijbewijs mag worden aangevraagd)
PB C 90 van 18.4.2009, p. 3–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.4.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 90/3 |
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 februari 2009 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Mannheim — Duitsland) — Strafzaak tegen Karl Schwarz
(Zaak C-321/07) (1)
(Richtlijn 91/439/EEG - Houden van rijbewijzen van verschillende lidstaten - Geldigheid van vóór toetreding van staat afgegeven rijbewijs - Intrekking van door lidstaat van verblijfplaats afgegeven tweede rijbewijs - Erkenning van rijbewijs dat is afgegeven vóór afgifte van tweede rijbewijs dat later is ingetrokken omdat houder ervan niet rijgeschikt is - Verstrijken van aan intrekking van rijbewijs gekoppelde periode waarin geen nieuw rijbewijs mag worden aangevraagd)
2009/C 90/04
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Landgericht Mannheim
Partij in de strafzaak
Karl Schwarz
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Landgericht Mannheim– Uitlegging van artikelen 7, lid 5, en 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs (PB L 237, blz. 1) — Houder van meerdere rijbewijzen — Geldigheid van rijbewijs dat, vóór toetreding, werd afgeleverd door lidstaat van staatsburger — Niet-erkenning door lidstaat van verblijf op zijn grondgebied, na periode van tijdelijk verbod om nieuw rijbewijs te verkrijgen, van rijbewijs dat vóór toetreding in andere lidstaat werd behaald voordat periode van tijdelijk verbod om nieuw rijbewijs te verkrijgen was verstreken
Dictum
1) |
Artikel 7, lid 5, van richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 29 september 2003, moet aldus worden uitgelegd dat het niet eraan in de weg staat dat een burger van een lidstaat tegelijkertijd houder is van twee geldige rijbewijzen, waarvan het ene een Europees rijbewijs is en het andere een door een andere lidstaat afgegeven rijbewijs, wanneer die beide zijn verkregen vóór de toetreding van deze laatste staat tot de Europese Unie. |
2) |
De artikelen 1 en 8, leden 2 en 4, van richtlijn 91/439, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1882/2003, verzetten zich er niet tegen dat een lidstaat weigert de rijbevoegdheid te erkennen die voortvloeit uit een rijbewijs dat een andere staat heeft afgegeven vóór zijn toetreding tot de Europese Unie, indien dat rijbewijs eerder is afgegeven dan een rijbewijs dat is afgegeven door de eerste lidstaat waarin dit tweede rijbewijs is ingetrokken omdat de houder ervan ongeschikt is om een voertuig te besturen. Dat die weigering van latere datum is dan de aan de intrekking gekoppelde verbodstermijn om een nieuw rijbewijs te verkrijgen, is dienaangaande irrelevant. |