Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CJ0167

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 oktober 2007.
Ermioni Komninou en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Hogere voorziening - Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap - Klacht op grond van artikel 226 EG - Behandeling van klagers door Commissie - Beginsel van behoorlijk bestuur, vertrouwensbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel - Draagwijdte - Artikel 21 EG - Petitierecht - Draagwijdte van door ombudsman gedane vaststellingen.
Zaak C-167/06 P.

Jurisprudentie 2007 I-00141*

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2007:633





Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 oktober 2007 – Komninou e.a. / Commissie

(Zaak C‑167/06 P)

„Hogere voorziening – Niet-contractuele aansprakelijkheid van Gemeenschap – Klacht op grond van artikel 226 EG – Behandeling van klagers door Commissie – Beginsel van behoorlijk bestuur, vertrouwensbeginsel en rechtszekerheidsbeginsel – Draagwijdte – Artikel 21 EG – Petitierecht – Draagwijdte van door ombudsman gedane vaststellingen”

1.                     Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Impliciete motivering door Gerecht – Toelaatbaarheid – Grenzen (Art. 21, leden 2 en 3, EG en 225 EG) (cf. punten 22‑27)

2.                     Burgerschap van Europese Unie – Rechten van burger (Art. 21, leden 2 en 3, EG) (cf. punten 35‑37)

3.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door Hof van beoordeling van bewijs – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 225 EG; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58) (cf. punten 40‑46)

4.                     Economische en sociale samenhang – Structurele bijstandsverlening –Communautaire financiering van nationale acties (Art. 226 EG) (cf. punt 52)

5.                     Gemeenschapsrecht – Beginselen – Gelijke behandeling (cf. punt 57)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vijfde kamer) van 13 januari 2006, Komninou e.a./Commissie (T‑42/04), houdende ongegrondverklaring van een beroep strekkende tot vergoeding van de immateriële schade die rekwiranten stellen te hebben geleden door de wijze waarop de Commissie hun klacht betreffende de communautaire financiering van een biologisch zuiveringsstation te Preveza in Griekenland heeft behandeld

Dictum

 

De beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 13 januari 2006, Komninou e.a./Commissie (T‑42/04), wordt vernietigd voor zover het Gerecht daarin heeft verzuimd uitspraak te doen over het middel betreffende schending van artikel 21, leden 2 en 3, EG.

 

De hogere voorziening wordt afgewezen voor het overige.

 

Het bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen ingestelde beroep wordt verworpen voor zover het is gebaseerd op het middel betreffende schending van artikel 21, leden 2 en 3, EG.

 

Ermioni Komninou, Grigorios Ntokos, Donatos Pappas, Vassileios Pappas, Aristeidis Pappas, Eleftheria Pappa, Lamprini Pappa, Eirini Pappa, Alexandra Ntokou, Fotios Dimitriou, Zoï Dimitriou, Petros Bolossis, Despoina Bolossi, Konstantinos Bolossis en Thomas Bolossis worden verwezen in de kosten van de onderhavige procedure. De beslissing omtrent de kosten van de procedure in eerste aanleg die heeft geleid tot de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 13 januari 2006, Komninou e.a./Commissie (T‑42/04), vervat in punt 2 van het dictum van die beschikking, wordt gehandhaafd.

Top