Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62006CA0491

Zaak C-491/06: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Vestre Landsret — Denemarken) — Danske Svineproducenter/Justitsministeriet (Richtlijn 91/628/EEG — Bescherming van dieren tijdens vervoer — Omzetting — Beoordelingsmarge — Als huisdieren gehouden varkens — Reistijd van langer dan acht uur — Minimumhoogte van elk niveau van voertuig — Beladingsdichtheid)

PB C 158 van 21.6.2008, p. 4–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.6.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 158/4


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 8 mei 2008 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Vestre Landsret — Denemarken) — Danske Svineproducenter/Justitsministeriet

(Zaak C-491/06) (1)

(Richtlijn 91/628/EEG - Bescherming van dieren tijdens vervoer - Omzetting - Beoordelingsmarge - Als huisdieren gehouden varkens - Reistijd van langer dan acht uur - Minimumhoogte van elk niveau van voertuig - Beladingsdichtheid)

(2008/C 158/06)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Vestre Landsret — Denemarken

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Danske Svineproducenter

Verwerende partij: Justitsministeriet

In tegenwoordigheid van: Den Europæiske Dyre- og Kødhandelsunion (UECBV)

Voorwerp

Verzoek om prejudiciële beslissing — Vestre Landsret — Uitlegging van de punten 2, sub b, 47, D, en 48, nr. 3, derde streepje, van de bijlage bij richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG (PB L 340, blz. 17), zoals gewijzigd bij richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995 (PB L 148, blz. 52) — Minimum inwendige hoogte en beladingsdichtheid per verdieping bij voertuigen die varkens vervoeren, ingeval de reistijd meer dan acht uur bedraagt

Dictum

1)

Een nationale regeling als die in het hoofdgeding, met minima voor de hoogte van de dierenafdelingen, om de vervoerders nauwkeurigere normen te geven dan die van richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/29/EG van de Raad van 29 juni 1995, kan binnen de bij artikel 249 EG aan de lidstaten verleende beoordelingsmarge vallen, mits deze regeling, die de door deze richtlijn, zoals gewijzigd, beoogde bescherming van de dieren tijdens het vervoer in acht neemt, niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel in de weg staat aan de verwezenlijking van de eveneens door deze richtlijn, zoals gewijzigd, beoogde opheffing van de technische belemmeringen voor het handelsverkeer in levende dieren en goede werking van de marktordeningen. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of die regeling deze beginselen in acht neemt.

2)

Hoofdstuk VI, punt 47, titel D, van de bijlage bij richtlijn 91/628, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/29, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat een nationale regeling mag vaststellen, die bij vervoer van langer dan acht uur voor varkens van 100 kg een grondoppervlakte van ten minste 0,50 m2 per dier voorschrijft.


(1)  PB C 326 van 30.12.2006.


Top