Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CA0372

Zaak C-372/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 december 2009 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland (Niet-nakoming — Van douanerechten vrijgestelde invoer van militaire uitrusting)

PB C 51 van 27.2.2010, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.2.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 51/3


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 15 december 2009 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-372/05) (1)

(Niet-nakoming - Van douanerechten vrijgestelde invoer van militaire uitrusting)

2010/C 51/04

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Cattabriga, G. Wilms, D. Triantafyllou en H. Støvlbæk, gemachtigden)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma, gemachtige, C. von Donat, Rechtsanwalt)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Denemarken (vertegenwoordiger: J. Bering Liisberg, gemachtigde), Helleense Republiek (vertegenwoordigers: E.-M. Mamouna, A. Samoni-Rantou en K. Boskovits, gemachtigden), Republiek Finland (vertegenwoordiger: E.Bygglin en A. Guimaraes-Purokoski, gemachtigden)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van de artikelen 2, 9, 10 en 11 van verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 155, blz. 1) en, voor het tijdvak na 31 mei 2000, van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130, blz. 1) — Van douanerechten vrijgestelde invoer van militair materieel

Dictum

1)

Door te weigeren om de uit de invoer van militair materieel in de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2002 voortvloeiende eigen middelen te berekenen, vast te stellen en ter beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen te stellen, en door te weigeren om de vertragingsrente te betalen die is verschuldigd doordat die eigen middelen niet ter beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen zijn gesteld, is de Bondsrepubliek Duitsland de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 2 en 9 tot en met 11 van verordening (EEG, Euratom) nr. 1552/89 van de Raad van 29 mei 1989 houdende toepassing van besluit 88/376/EEG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen, zoals gewijzigd bij verordening (Euratom, EG) nr. 1355/96 van de Raad van 8 juli 1996, en dezelfde artikelen van verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen.

2)

De Bondsrepubliek Duitsland wordt in de kosten verwezen.

3)

Het Koninkrijk Denemarken, de Helleense Republiek en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 296 van 26.11.2005.


Top