This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62003CJ0122
Judgment of the Court (Third Chamber) of 11 December 2003. # Commission of the European Communities v French Republic. # Failure of a Member State to fulfil its obligations - Measures having equivalent effect - Importers and distributors of medicinal products - Submission of a certified copy or a document attesting to the holding of a marketing authorisation. # Case C-122/03.
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 december 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek.
Niet-nakoming - Maatregelen van gelijke werking - Importeurs en distributeurs van geneesmiddelen - Overlegging van eensluidende kopie of certificaat van vergunning voor in handel brengen.
Zaak C-122/03.
Arrest van het Hof (Derde kamer) van 11 december 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek.
Niet-nakoming - Maatregelen van gelijke werking - Importeurs en distributeurs van geneesmiddelen - Overlegging van eensluidende kopie of certificaat van vergunning voor in handel brengen.
Zaak C-122/03.
Jurisprudentie 2003 I-15093
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:673
«Niet-nakoming – Maatregelen van gelijke werking – Importeurs en distributeurs van geneesmiddelen – Overlegging van eensluidende kopie of attest van vergunning voor in handel brengen»
|
I - 0000 | |||
ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)
11 december 2003 (1)
„Niet-nakoming – Maatregelen van gelijke werking – Importeurs en distributeurs van geneesmiddelen – Overlegging van eensluidende kopie of certificaat van vergunning voor in handel brengen”
In zaak C-122/03, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door H. Støvlbæk en B. Stromsky als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verzoekster,
tegen
Franse Republiek, vertegenwoordigd door G. de Bergues en C. Bergeot-Nunes als gemachtigden,verweerster,
betreffende een verzoek aan het Hof om vast te stellen dat de Franse Republiek, door overeenkomstig artikel R. 5142-15 van de code de la santé publique de marktdeelnemers die op het Franse grondgebied geneesmiddelen invoeren of verkopen waarvoor reeds een Franse of communautaire vergunning voor het in de handel brengen is afgegeven, te verplichten op eerste verzoek van de toezichthoudende instanties hetzij een door de Agence française de sécurité sanitaire des produits de santé afgegeven gewaarmerkte kopie van de Franse vergunning voor het in de handel brengen of van de registratie van het geneesmiddel, hetzij een door ditzelfde agentschap afgegeven document waaruit blijkt dat voor het ingevoerde geneesmiddel door de Europese Gemeenschap een vergunning voor het in de handel brengen is verleend, over te leggen, de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),,
gezien het rapport van de rechter-rapporteur,
gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Derde kamer),
rechtdoende, verstaat:
Gulmann |
Puissochet |
Macken |
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |