This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0097
Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 12 June 2003. # Commission of the European Communities v Grand Duchy of Luxemburg. # Failure of a Member State to fulfil obligations - Telecommunications - Rights of way - Failure to transpose Directive 90/388/EEC effectively. # Case C-97/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 juni 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groot-Hertogdom Luxemburg.
Nietnakoming - Telecommunicatie - Doorgangsrechten - Verzuim om daadwerkelijke uitvoering van richtlijn 90/338/EEG te verzekeren.
Zaak C-97/01.
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 juni 2003.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groot-Hertogdom Luxemburg.
Nietnakoming - Telecommunicatie - Doorgangsrechten - Verzuim om daadwerkelijke uitvoering van richtlijn 90/338/EEG te verzekeren.
Zaak C-97/01.
Jurisprudentie 2003 I-05797
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:336
«Niet-nakoming – Telecommunicatie – Doorgangsrechten – Verzuim om daadwerkelijke uitvoering van richtlijn 90/338/EEG te verzekeren»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Art. 249, derde alinea, EG; richtlijn 90/388 van de Commissie, art. 4 quinquies)
ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer)
12 juni 2003 (1)
„Niet-nakoming – Telecommunicatie – Doorgangsrechten – Verzuim om daadwerkelijke uitvoering van richtlijn 90/338/EEG te verzekeren”
In zaak C-97/01, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S. Rating en F. Siredey-Garnier als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verzoekster,
tegen
Groothertogdom Luxemburg, vertegenwoordigd door J. Faltz als gemachtigde,verweerder,
betreffende een beroep strekkende tot vaststelling dat het Groothertogdom Luxemburg zijn verplichtingen niet is nagekomen door niet te verzekeren dat in Luxemburgs recht in de praktijk daadwerkelijk uitvoering wordt gegeven aan artikel 4 quinquies van richtlijn 90/388/EEG van de Commissie van 28 juni 1990 betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten (PB L 192, blz. 10), zoals gewijzigd bij richtlijn 96/19/EG van de Commissie van 13 maart 1996 (PB L 74, blz. 13), wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),,
gezien het rapport van de rechter-rapporteur,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 4 juli 2002,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),
rechtdoende, vaststaat:
Puissochet |
Gulmann |
Skouris |
Macken |
Colneric |
|
De griffier |
De president van de Zesde kamer |
R. Grass |
J.-P. Puissochet |