This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61993CJ0447
Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 9 August 1994. # Nicolas Dreessen v Conseil National de l'Ordre des Architectes. # Reference for a preliminary ruling: Conseil d'appel d'expression française de l'ordre des architectes - Belgium. # Recognition of qualifications in the field of architecture. # Case C-447/93.
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 augustus 1994.
Nicolas Dreessen tegen Conseil national de l'ordre des architectes.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Conseil d'appel d'expression française de l'ordre des architectes - België.
Erkenning van titels op het gebied van de architectuur.
Zaak C-447/93.
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 augustus 1994.
Nicolas Dreessen tegen Conseil national de l'ordre des architectes.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Conseil d'appel d'expression française de l'ordre des architectes - België.
Erkenning van titels op het gebied van de architectuur.
Zaak C-447/93.
Jurisprudentie 1994 I-04087
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1994:321
ARREST VAN HET HOF (VIERDE KAMER) VAN 9 AUGUSTUS 1994. - NICOLAS DREESSEN TEGEN CONSEIL NATIONAL DE L'ORDRE DES ARCHITECTES. - VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING: CONSEIL D'APPEL D'EXPRESSION FRANCAISE DE L'ORDRE DES ARCHITECTES - BELGIE. - ERKENNING VAN TITELS OP HET GEBIED VAN DE ARCHITECTUUR. - ZAAK C-447/93.
Jurisprudentie 1994 bladzijde I-04087
Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
++++
Vrij verkeer van personen ° Vrijheid van vestiging ° Vrij verrichten van diensten ° Architecten ° Erkenning van diploma' s en titels ° Diploma' s of titels die toegang geven tot werkzaamheden van architect op grond van verworven rechten ° Diploma dat niet voorkomt in limitatieve opsomming in richtlijn 85/384 ° Daarvan uitgesloten
(Richtlijn 85/384 van de Raad, art. 11, sub a, vierde streepje)
Een in 1966 door de afdeling "Allgemeiner Hochbau" van de "Staatliche Ingenieurschule fuer Bauwesen Aachen" afgegeven diploma kan niet worden gelijkgesteld met de certificaten bedoeld in artikel 11, sub a, vierde streepje, van richtlijn 85/384 inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten.
Het betrokken diploma kan immers niet voor erkenning op communautair vlak in aanmerking komen, aangezien de in hoofdstuk III van de richtlijn vastgestelde overgangsregeling, die ertoe strekt verworven rechten op het gebied van de architectuur te beschermen, een limitatieve opsomming geeft van de diploma' s, certificaten en andere titels van elke Lid-Staat die voor erkenning in aanmerking kunnen komen, die erkenning, wat de Duitse ingenieursscholen betreft, beperkt is tot de door de afdelingen architectuur afgegeven certificaten en het betrokken diploma niet door een dergelijke afdeling is afgegeven.
In zaak C-447/93,
betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Franstalige Raad van Beroep van de Orde van Architecten, te Luik (België), in het aldaar aanhangig geding tussen
N. Dreessen
en
Nationale Raad van de Orde van Architecten,
om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 11 van richtlijn 85/384/EEG van de Raad van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB 1985, L 223, blz. 15),
wijst
HET HOF VAN JUSTITIE (Vierde kamer),
samengesteld als volgt: M. Diez de Velasco (rapporteur), kamerpresident, C. N. Kakouris en P. J. G. Kapteyn, rechters,
advocaat-generaal: M. Darmon
griffier: D. Louterman-Hubeau, hoofdadministrateur
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
° N. Dreessen, vertegenwoordigd door E. Duyster, advocaat te Eupen,
° de Nationale Raad van de Orde van Architecten, vertegenwoordigd door Y. Hannequart en F. Moises, advocaten te Luik,
° de Duitse regering, vertegenwoordigd door E. Roeder, Ministerialrat bij het Bondsministerie van Economische zaken, als gemachtigde,
° de Spaanse regering, vertegenwoordigd door A. Navarro González, directeur-generaal communautaire juridische en institutionele cooerdinatie, en M. Bravo-Ferrer Delgado, abogado del Estado, van de dienst communautaire geschillen, als gemachtigden,
° de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door haar juridisch adviseur M.-J. Jonczy als gemachtigde,
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van N. Dreessen, de Nationale Raad van de Orde van Architecten, de Spaanse regering en de Commissie ter terechtzitting van 1 juni 1994,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 29 juni 1994,
het navolgende
Arrest
1 Bij beschikking van 17 november 1993, ingekomen bij het Hof op 19 november daaraanvolgend, heeft de Franstalige Raad van Beroep van de Orde van Architecten, te Luik (België), krachtens artikel 177 EEG-Verdrag een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van artikel 11 van richtlijn 85/384/EEG van de Raad van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB 1985, L 223, blz. 15; hierna: de "richtlijn").
2 Deze vraag is gerezen in een geding tussen N. Dreessen en de Nationale Raad van de Orde van Architecten.
3 Dreessen, die de Belgische nationaliteit bezit en in België woont, studeerde voor bouwkundig ingenieur ("Ingenieur-Urkunde, Fachrichtung Hochbau") aan de "Staatliche Ingenieurschule fuer Bauwesen Aachen". Op 16 februari 1966 behaalde hij zijn diploma en kreeg hij het recht de titel "Ingenieur (Grad.)" te voeren.
4 Vijfentwintig jaar lang, van 1 augustus 1966 tot in 1991, werkte Dreessen in België als architect in loondienst bij verschillende architectenbureaus. Nadat zijn laatste werkgever failliet was gegaan, verzocht hij op 12 december 1991 de Orde van Architecten van de provincie Luik om inschrijving op het tableau van die Orde, teneinde het beroep van architect als zelfstandige te kunnen uitoefenen. Bij beslissing van 29 april 1993 weigerde de Raad van de Orde van Architecten van de provincie Luik hem in te schrijven, op grond dat zijn diploma niet met een door een afdeling architectuur afgegeven diploma in de zin van de richtlijn overeenkwam.
5 Op 25 mei 1993 kwam Dreessen tegen deze beslissing op bij de Franstalige Raad van Beroep van de Orde van Architecten met het betoog, dat zijn recht om op het tableau van de Orde van Architecten te worden ingeschreven, uit de artikelen 11, sub a, en 12 van de richtlijn voortvloeit.
6 Van oordeel dat de oplossing van het geschil afhing van een vraag van uitlegging van het gemeenschapsrecht, heeft de Franstalige Raad van Beroep van de Orde van Architecten bij beschikking van 17 november 1993 de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing
"over de uitlegging van het begrip afdeling 'Architektur/Hochbau' in artikel 11 van richtlijn 85/384/EEG inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, en over de vraag of een in 1966 door de afdeling 'Allgemeiner Hochbau' van de 'Staatliche Ingenieurschule fuer Bauwesen Aachen' afgegeven diploma voor de toepassing van artikel 11 van de richtlijn met een door de afdeling 'Architektur' afgegeven diploma moet worden gelijkgesteld".
7 Volgens artikel 10 van de richtlijn erkent elke Lid-Staat de in artikel 11 vermelde diploma' s, certificaten en andere titels die door de overige Lid-Staten zijn afgegeven aan onderdanen van de Lid-Staten die op de datum van kennisgeving van de richtlijn reeds in het bezit zijn van deze kwalificaties of die uiterlijk in de loop van het derde academiejaar volgende op deze kennisgeving zijn begonnen met de opleiding die door het behalen van deze diploma' s, certificaten en andere titels worden afgesloten, ook al voldoen zij niet aan de minimumeisen van de in hoofdstuk II bedoelde titels, en wel door daaraan, met betrekking tot de toegang tot de in artikel 1 bedoelde werkzaamheden, op zijn grondgebied hetzelfde rechtsgevolg toe te kennen als aan de door hemzelf afgegeven diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur.
8 Luidens artikel 11, sub a, vierde streepje, van de richtlijn zijn de in artikel 10 bedoelde diploma' s, certificaten en andere titels voor Duitsland onder meer de certificaten (Pruefungszeugnisse) die vóór 1 januari 1973 zijn afgegeven door de afdeling architectuur van de "Ingenieurschulen", vergezeld van een attest van de bevoegde autoriteiten waaruit blijkt dat de betrokkene met goed gevolg een onderzoek op grond van bewijsstukken overeenkomstig artikel 13 heeft doorstaan.
9 De uitlegging van dit artikel 11, sub a, vierde streepje, stelt de vraag aan de orde, of het op 16 februari 1966 aan betrokkene afgegeven diploma van "Ingenieur Allgemeiner Hochbau" (bouwkunde) binnen de werkingssfeer daarvan kan vallen.
10 Dienaangaande moet vooraf worden opgemerkt, dat de richtlijn enerzijds een definitieve regeling omvat (hoofdstuk II), betreffende de beroepstitel van architect, en anderzijds een overgangsregeling (hoofdstuk III), die ertoe strekt verworven rechten op het gebied van de architectuur te beschermen.
11 Op het hoofdgeding is de overgangsregeling van toepassing. Deze geeft een uitputtende opsomming van de diploma' s, certificaten en andere titels van elke Lid-Staat die voor erkenning in aanmerking kunnen komen.
12 Wat de Duitse ingenieursscholen betreft, is die erkenning beperkt tot de door de afdelingen architectuur afgegeven certificaten. Het diploma van betrokkene is echter niet door een dergelijke afdeling afgegeven.
13 Bijgevolg kan het betrokken diploma, gezien de bewoordingen zelf van artikel 11, sub a, vierde streepje, van de richtlijn, niet voor erkenning op communautair vlak in aanmerking komen.
14 Hiertegen kan niet worden ingebracht, dat de oude ingenieursscholen, die niet over een afdeling architectuur beschikten, vanaf 1971 zijn opgegaan in de Fachhochschulen waarvan de diploma' s onder de erkenningsregeling van de richtlijn vallen. Want, zoals de advocaat-generaal terecht heeft opgemerkt, indien die benaming onjuist of onvolledig was, had de betrokken Lid-Staat, dat wil zeggen de Bondsrepubliek Duitsland, pogingen in het werk moeten stellen om rectificatie of aanvulling van de richtlijn op dit punt te verkrijgen.
15 Gelet op het voorgaande moet op de gestelde vraag worden geantwoord, dat een in 1966 door de afdeling "Allgemeiner Hochbau" van de "Staatliche Ingenieurschule fuer Bauwesen Aachen" afgegeven diploma niet met de in artikel 11, sub a, vierde streepje, van de richtlijn bedoelde certificaten kan worden gelijkgesteld.
Kosten
16 De kosten door de Duitse en de Spaanse regering en door de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.
HET HOF VAN JUSTITIE (Vierde kamer),
uitspraak doende op de door de Franstalige Raad van Beroep van de Orde van Architecten, te Luik (België), bij beschikking van 17 november 1993 gestelde vraag, verklaart voor recht:
Een in 1966 door de afdeling "Allgemeiner Hochbau" van de "Staatliche Ingenieurschule fuer Bauwesen Aachen" afgegeven diploma kan niet worden gelijkgesteld met de certificaten bedoeld in artikel 11, sub a, vierde streepje, van richtlijn 85/384/EEG van de Raad van 10 juni 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma' s, certificaten en andere titels op het gebied van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten.