61978J0128

1 . HANDELINGEN VAN EEN INSTELLING - VERORDENING - UITVOERING - VERPLICHTINGEN VAN DE LID-STATEN

( EEG-VERDRAG , ART . 189 )

2 . VERPLICHTINGEN VAN DE LID-STATEN - EENZIJDIG OPTREDEN IN STRIJD MET HET VERDRAG - NIET VOLDOEN AAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN

1 . NIET KAN WORDEN GEDOOGD DAT EEN LID-STAAT DE BEPALINGEN VAN EEN VERORDENING VAN DE GEMEENSCHAP ONVOLLEDIG OF SELECTIEF TOEPAST EN DAARMEE GEDEELTEN VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVING , DIE HIJ MET BEPAALDE NATIONALE BELANGEN IN STRIJD ACHT , EEN DODE LETTER DOET BLIJVEN . DE BIJ DE UITVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR BESLUIT AAN DE DAG GETREDEN MOEILIJKHEDEN GEVEN EEN LID-STAAT NIET HET RECHT ZICH EENZIJDIG VAN DE NAKOMING ZIJNER VERPLICHTINGEN ONTSLAGEN TE ACHTEN .

2 . WANNEER EEN LID-STAAT EENZIJDIG , NAAR ZIJN OPVATTING VAN HET NATIONAAL BELANG , HET EVENWICHT TUSSEN DE UIT ZIJN LIDMAATSCHAP DER GEMEENSCHAP VOORTVLOEIENDE VOORDELEN EN LASTEN VERBREEKT , WORDT DE GELIJKHEID VAN DE LID-STATEN TEN OPZICHTE VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT IN GEVAAR GEBRACHT EN EEN DISCRIMINERENDE BEHANDELING VAN HUN ONDERDANEN IN HET LEVEN GEROEPEN . DEZE NIET-NAKOMING VAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN DIE DE LID-STATEN DOOR HUN TOETREDING TOT DE GEMEENSCHAP OP ZICH HEBBEN GENOMEN , TAST DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE TOT IN HAAR GRONDVESTEN AAN .

IN ZAAK 128/78 ,

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR HAAR JURIDISCH ADVISEUR G . CLOSE ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . CERVINO , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,

VERZOEKSTER ,

TEGEN

VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND , TEN DEZE VERTEGENWOORDIGD DOOR R . D . MUNROW , ASSISTANT TREASURY SOLICITOR , ALS GEMACHTIGDE , BIJGESTAAN DOOR P . SCOTT Q.C . OF THE MIDDLE TEMPLE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER AMBASSADE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK ,

VERWEERDER ,

BETREFFENDE EEN VERZOEK OM VAST TE STELLEN DAT HET VERENIGD KONINKRIJK DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG EN VERORDENING NR . 1463/70 VAN DE RAAD BETREFFENDE DE INVOERING VAN EEN CONTROLE-APPARAAT BIJ HET WEGVERVOER ( PB L 164 VAN 1970 , BLZ . 1 ), OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN ,

1BIJ VERZOEKSCHRIFT VAN 7 JUNI 1978 HEEFT DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 169 EEG-VERDRAG HET HOF VERZOCHT VAST TE STELLEN DAT HET VERENIGD KONINKRIJK , DOOR DE NOG TE NEMEN MAATREGELEN TER UITVOERING VAN VERORDENING NR . 1463/70 VAN DE RAAD VAN 20 JULI 1970 BETREFFENDE DE INVOERING VAN EEN CONTROLE-APPARAAT BIJ HET WEGVERVOER ( PB L 164 VAN 1970 , BLZ . 1 ), NIET TIJDIG VAST TE STELLEN EN VOOR DE VASTSTELLING VAN DIE MAATREGELEN DE COMMISSIE NIET TE RAADPLEGEN ZOALS GENOEMDE VERORDENING DIT VOORSCHRIJFT , DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN .

2VERORDENING NR . 1463/70 , ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE VERORDENINGEN NRS . 1787/73 EN 2828/77 VAN DE RAAD VAN RESP . 25 JUNI 1973 ( PB L 181 VAN 1973 , BLZ . 1 ) EN 12 DECEMBER 1977 ( PB L 334 VAN 1977 , BLZ . 5 ), HEEFT IN HOOFDZAAK TEN DOEL OM BIJ HET WEGVERVOER HET PERSOONLIJK CONTROLEBOEKJE TE VERVANGEN DOOR EEN CONTROLE-APPARAAT , DE ZOGENOEMDE TACHOGRAAF .

3BLIJKENS DE CONSIDERANS VAN DE VERORDENING DIENT DIT APPARAAT VOOR DE AUTOMATISCHE REGISTRATIE ZOWEL VAN DE RIJTIJDEN ALS VAN ANDERE GEGEVENS OVER HET RIJDEN VAN HET VOERTUIG , ZOALS SNELHEID EN TRAJECTEN . DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK ERVAN ZIJN VERPLICHT GESTELD TEN EINDE EEN EENVORMIGE EN DOELTREFFENDE CONTROLE VAN DE WERKTIJDEN VAN DE BEMANNINGSLEDEN TE WAARBORGEN EN DE VERKEERSVEILIGHEID TE VERBETEREN , ZONDER DAT DIT LEIDT TOT BELEMMERING VAN HET VRIJE VERKEER VAN VOERTUIGEN BINNEN DE GEMEENSCHAP OF TOT DISTORSIES IN DE MEDEDINGINGSVOORWAARDEN . DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT WORDT DOOR DE VERORDENING MET INGANG VAN VERSCHILLENDE DATA VOOR BEPAALDE CATEGORIEEN VOERTUIGEN VERPLICHT GESTELD ; DE BELANGRIJKSTE BEPALING , ARTIKEL 4 , DOET DIT MET INGANG VAN 1 JANUARI 1975 VOOR VOERTUIGEN DIE OP OF NA DIE DATUM VOOR DE EERSTE MAAL WORDEN INGESCHREVEN , EN VOOR VOERTUIGEN DIE GEVAARLIJKE STOFFEN VERVOEREN , ONGEACHT DE DATUM VAN HUN INSCHRIJVING .

4TEN EINDE DE NAKOMING VAN DEZE VERPLICHTINGEN TE WAARBORGEN BEPAALT ARTIKEL 23 , LID 1 , VAN DE VERORDENING :

' ' DE LID-STATEN STELLEN , NA RAADPLEGING VAN DE COMMISSIE , TIJDIG DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN VAST DIE NODIG ZIJN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DEZE VERORDENING .

DEZE BEPALINGEN HEBBEN ONDER ANDERE BETREKKING OP DE ORGANISATIE , DE PROCEDURE EN DE CONTROLEMIDDELEN , ALSMEDE OP DE SANCTIES DIE BIJ OVERTREDING KUNNEN WORDEN TOEGEPAST . ' '

5DE TOETREDINGSAKTE BEPAALT IN BIJLAGE VII , PUNT III ( VERVOER ), SUB 4 , DAT TEN AANZIEN VAN DENEMARKEN , IERLAND EN HET VERENIGD KONINKRIJK MET INGANG VAN 1 JANUARI 1976 IDENTIEKE BEPALINGEN GELDEN ALS DIE VAN ARTIKEL 4 , LID 1 , VAN VERORDENING NR . 1463/70 .

6NIET WORDT BETWIST DAT DE BRITSE WETTELIJKE REGELING ZOWEL TEN AANZIEN VAN VOERTUIGEN DIE INTRACOMMUNAUTAIR VERVOER ALS VAN DIE WELKE BINNENLANDS VERVOER VERRICHTEN , MET BETREKKING TOT DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK VAN CONTROLE-APPARATEN SLECHTS EEN FACULTATIEVE REGELING OP BASIS VAN VRIJWILLIGHEID HEEFT INGEVOERD . ANDERZIJDS HEEFT DE BRITSE REGELING WEL DE DOOR GENOEMDE VERORDENING OPGEHEVEN VERPLICHTING OM EEN PERSOONLIJK CONTROLEBOEKJE BIJ TE HOUDEN , GEHANDHAAFD .

7VERWEERDER VOERT AAN DAT DEZE REGELING OP ADEQUATE WIJZE BEANTWOORDT AAN DE DOELSTELLING OM DE VEILIGHEID OP DE WEG , DE SOCIALE VOORUITGANG VAN DE WERKNEMERS EN DE HARMONISATIE VAN DE MEDEDINGINGSVOORWAARDEN TE BEVORDEREN , EN DAT DE UITVOERING VAN VERORDENING NR . 1463/70 OP ZIJN GRONDGEBIED OPTIMAAL WORDT VERWEZENLIJKT DOOR DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK VAN HET CONTROLE-APPARAAT OP BASIS VAN VRIJWILLIGHEID , AL ZOU DIT TE ZIJNERTIJD VERPLICHT GESTELD KUNNEN WORDEN . VERWEERDER VOEGT HIERAAN TOE DAT DE TENUITVOERLEGGING VAN DE VERORDENING MET DWINGENDE MAATREGELEN OP FEL VERZET ZOU STUITEN BIJ DE BETROKKENEN , MET NAME BIJ DE VAKBONDEN , WAT TOT STAKINGEN IN DE VERVOERSSECTOR ZOU LEIDEN EN MITSDIEN ERNSTIGE SCHADE ZOU TOEBRENGEN AAN DE GEHELE ECONOMIE VAN HET LAND .

8DAAR DE DOELSTELLINGEN VAN HET GEMEENSCHAPSBELEID TERZAKE VOOR WAT HET VERENIGD KONINKRIJK BETREFT EVEN BEVREDIGEND ZOUDEN KUNNEN WORDEN VERWEZENLIJKT DOOR DE HANDHAVING VAN HET STELSEL VAN CONTROLE DOOR MIDDEL VAN HET PERSOONLIJK CONTROLEBOEKJE ALS DOOR DE VERPLICHTE INVOERING VAN HET CONTROLE-APPARAAT , ZOU HET VERWETEN VERZUIM ZUIVER TECHNISCH VAN AARD ZIJN EN DUS , GELET OP DE GENOEMDE MOEILIJKHEDEN , BUITEN BESCHOUWING MOETEN BLIJVEN . BOVENDIEN ZOUDEN DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK VAN HET CONTROLE-APPARAAT IN HET INTRACOMMUNAUTAIR VERVOER PRAKTISCH REEDS DAARDOOR ZIJN GEWAARBORGD , DAT DE ANDERE LID-STATEN HET VERPLICHT HEBBEN GESTELD .

9NAAR LUID VAN ARTIKEL 189 EEG-VERDRAG IS EEN VERORDENING VOOR DE LID-STATEN VERBINDEND ' ' IN AL HAAR ONDERDELEN ' ' . ZOALS HET HOF REEDS HEEFT BESLIST IN HET ARREST VAN 7 FEBRUARI 1973 ( COMMISSIE/ITALIE , JURISPR . 1973 , BLZ . 101 ), KAN NIET WORDEN GEDOOGD DAT EEN LID-STAAT DE BEPALINGEN VAN EEN VERORDENING VAN DE GEMEENSCHAP ONVOLLEDIG OF SELECTIEF TOEPAST EN DAARMEE GEDEELTEN VAN DE COMMUNAUTAIRE WETGEVING , DIE HIJ MET BEPAALDE NATIONALE BELANGEN IN STRIJD ACHT , EEN DODE LETTER DOET BLIJVEN . VOORAL WANNEER HET GAAT OM DE UITVOERING VAN EEN ALGEMENE REGELING OM EEN EINDE TE MAKEN AAN BEPAALDE MISBRUIKEN WAARVAN DE WERKNEMERS HET SLACHTOFFER ZIJN EN DIE BOVENDIEN EEN BEDREIGING VORMEN VOOR DE VEILIGHEID OP DE WEG , DOET DE LID-STAAT DIE NIET BINNEN DE GESTELDE TERMIJN EN GELIJKTIJDIG MET DE ANDERE LID-STATEN DE DOOR HEM TOE TE PASSEN MAATREGELEN VASTSTELT , AFBREUK AAN DE GEMEENSCHAPSSOLIDARITEIT , DOORDAT HIJ DE ANDERE LID-STATEN , MET NAME WAT HET INTRACOMMUNAUTAIRE VERVOER BETREFT , DWINGT DE GEVOLGEN VAN ZIJN EIGEN NALATIGHEID TE HERSTELLEN EN ZICHZELF TEN DETRIMENTE VAN ZIJN PARTNERS BIJ HET BINNENLANDS VERVOER EEN ONRECHTMATIG CONCURRENTIEVOORDEEL VERSCHAFT .

10ZOALS IN HETZELFDE ARREST WERD OVERWOGEN , GEVEN OOK DE BIJ DE UITVOERING VAN EEN COMMUNAUTAIR BESLUIT AAN DE DAG GETREDEN MOEILIJKHEDEN EEN LID-STAAT NIET HET RECHT ZICH EENZIJDIG VAN DE NAKOMING ZIJNER VERPLICHTINGEN ONTSLAGEN TE ACHTEN . HET INSTITUTIONELE STELSEL VAN DE GEMEENSCHAP VERSCHAFTE DE BETROKKEN LID-STAAT DE NODIGE MIDDELEN OM TE BEREIKEN DAT , MET INACHTNEMING VAN DE BEGINSELEN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE MARKT EN DE GERECHTVAARDIGDE BELANGEN VAN DE ANDERE LID-STATEN , IN DE MATE VAN HET REDELIJKE MET ZIJN MOEILIJKHEDEN REKENING ZOU WORDEN GEHOUDEN .

11DE EVENTUELE MOEILIJKHEDEN WAAROP DOOR VERWEERDER EEN BEROEP IS GEDAAN , KUNNEN DAN OOK NIET ALS RECHTVAARDIGINGSGROND WORDEN AANVAARD .

12WAAR HET VERDRAG DE LID-STATEN IN STAAT STELT VAN DE VOORDELEN VAN DE GEMEENSCHAP TE PROFITEREN , LEGT HET HEN TEVENS DE VERPLICHTING OP - ALDUS HET VORENAANGEHAALDE ARREST - ZIJN REGELEN TE EERBIEDIGEN . WANNEER EEN LID-STAAT EENZIJDIG , NAAR ZIJN OPVATTING VAN HET NATIONAAL BELANG , HET EVENWICHT TUSSEN DE UIT ZIJN LIDMAATSCHAP DER GEMEENSCHAP VOORTVLOEIENDE VOORDELEN EN LASTEN VERBREEKT , WORDT DE GELIJKHEID VAN DE LID-STATEN TEN OPZICHTE VAN HET GEMEENSCHAPSRECHT IN GEVAAR GEBRACHT EN EEN DISCRIMINERENDE BEHANDELING VAN HUN ONDERDANEN IN HET LEVEN GEROEPEN . DEZE NIET-NAKOMING VAN DE SOLIDARITEITSVERPLICHTINGEN DIE DE LID-STATEN DOOR HUN TOETREDING TOT DE GEMEENSCHAP OP ZICH HEBBEN GENOMEN , TAST DE COMMUNAUTAIRE RECHTSORDE TOT IN HAAR GRONDVESTEN AAN .

13HET IS MITSDIEN DUIDELIJK DAT HET VERENIGD KONINKRIJK DOOR HAAR WELOVERWOGEN WEIGERING OP HAAR GRONDGEBIED UITVOERING TE GEVEN AAN DE BEPALINGEN VAN VERORDENING NR . 1463/70 , DE VERPLICHTINGEN WELKE ZIJ KRACHTENS HAAR LIDMAATSCHAP VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP OP ZICH HEEFT GENOMEN , TEN DUIDELIJKSTE HEEFT GESCHONDEN .

14DE COMMISSIE HEEFT VOORTS VERZOCHT , VAST TE STELLEN DAT HET NIET-NAKOMEN VAN DE VERPLICHTING OM HAAR CONFORM ARTIKEL 23 VOORNOEMD OVER DE TE TREFFEN NATIONALE MAATREGELEN TE RAADPLEGEN , EEN VERZUIM VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VORMT DAT VAN HET HIERVOOR VASTGESTELDE VERZUIM MOET WORDEN ONDERSCHEIDEN .

15HET NIET RAADPLEGEN VAN DE COMMISSIE VALT IN CASU ECHTER SAMEN MET HET NIET NAKOMEN VAN DE UIT ARTIKEL 23 , LID 1 , VOORTVLOEIENDE VERPLICHTINGEN , AANGEZIEN DE BRITSE REGERING DE COMMISSIE AL VOOR 1 JANUARI 1976 HAD MEEGEDEELD DAT ZIJ ZICH NIET IN STAAT ACHTTE DE DOORDAT ARTIKEL VERLANGDE BEPALINGEN VAST TE STELLEN . ZO GEZIEN , VALT HET VERWETEN VERZUIM SAMEN MET HET ZOJUIST VASTGESTELDE EN BESTAAT ER GEEN GROND VOOR EEN AFZONDERLIJKE VERKLARING DIENAANGAANDE .

KOSTEN

16INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN , VOOR ZOVER DIT IS GEVORDERD .

17AANGEZIEN VERWEERDER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT HIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .

HET HOF VAN JUSTITIE ,

RECHTDOENDE , VERKLAART :

1 . DOOR DE NOG TE NEMEN MAATREGELEN TOT UITVOERING VAN VERORDENING NR . 1463/70 VAN DE RAAD VAN 20 JULI 1970 BETREFFENDE DE INVOERING VAN EEN CONTROLE-APPARAAT BIJ HET WEGVERVOER , NIET TIJDIG VAST TE STELLEN , IS HET VERENIGD KONINKRIJK DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HEM RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN .

2 . VERWEERDER WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN DE PROCEDURE .