Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52023AP0272

    P9_TA(2023)0272 — Verordening ecologisch ontwerp — Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 juli 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG (COM(2022)0142 – C9-0132/2022 – 2022/0095(COD)) (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    PB C, C/2024/4032, 17.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4032/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4032/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    C-serie


    C/2024/4032

    17.7.2024

    P9_TA(2023)0272

    Verordening ecologisch ontwerp

    Amendementen van het Europees Parlement aangenomen op 12 juli 2023 op het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG (COM(2022)0142 – C9-0132/2022 – 2022/0095(COD))  (1)

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (C/2024/4032)

    Amendement 1

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (1)

    De Europese Green Deal (25) is de Europese strategie voor duurzame groei die de Unie moet omvormen tot een eerlijke en welvarende samenleving, met een moderne, concurrerende, klimaatneutrale en circulaire economie. Hierin wordt het ambitieuze doel gesteld om ervoor te zorgen dat Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent is. In de Europese Green Deal worden de voordelen van investeringen in de concurrerende duurzaamheid van de Unie door de totstandbrenging van een eerlijker, groener en digitaler Europa erkend. Producten moeten een centrale rol spelen in deze groene transitie. In de Europese Green Deal wordt de urgente noodzaak om over te schakelen naar een circulaire economie benadrukt en wordt onderstreept dat daarbij nog grote vooruitgang moet worden geboekt, waarmee wordt bevestigd dat de huidige productieprocessen en consumptiepatronen nog te lineair zijn en te zeer leunen op de aanvoer van nieuw materiaal dat gewonnen, verhandeld en tot producten verwerkt wordt en als afval of emissies eindigt. Bovendien wordt energie-efficiëntie hierin genoemd als prioriteit voor het koolstofvrij maken van de energiesector en voor het behalen van de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050.

    (1)

    De Europese Green Deal (25) is de Europese strategie voor duurzame groei die de Unie moet omvormen tot een eerlijke en welvarende samenleving, met een moderne, concurrerende, klimaatneutrale en circulaire economie en een gifvrij milieu . Hierin wordt het ambitieuze doel gesteld om ervoor te zorgen dat Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent is. In de Europese Green Deal worden de voordelen van investeringen in de concurrerende duurzaamheid van de Unie door de totstandbrenging van een eerlijker, groener en digitaler Europa erkend. Producten moeten een centrale rol spelen in deze groene transitie. In de Europese Green Deal wordt de urgente noodzaak om over te schakelen naar een circulaire economie benadrukt en wordt onderstreept dat daarbij nog grote vooruitgang moet worden geboekt, waarmee wordt bevestigd dat de huidige productieprocessen en consumptiepatronen nog te lineair zijn en te zeer leunen op de aanvoer van nieuw materiaal dat gewonnen, verhandeld en tot producten verwerkt wordt en als afval of emissies eindigt. Bovendien wordt energie-efficiëntie hierin genoemd als prioriteit voor het koolstofvrij maken van de energiesector en voor het behalen van de klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050.

    Amendement 2

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (2)

    Om de overgang naar een circulaire economie te versnellen, heeft de Commissie in haar actieplan voor een circulaire economie voor een schoner en concurrerender Europa (26) een toekomstgerichte agenda opgesteld, met als doel het regelgevingskader geschikt te maken voor een duurzame toekomst. Zoals uiteengezet in dit plan, is er op dit moment geen alomvattende reeks vereisten om ervoor te zorgen dat alle producten die in de Unie in de handel worden gebracht steeds duurzamer worden en de circulariteitstest doorstaan. Voornamelijk in het productontwerp wordt duurzaamheid in de gehele levenscyclus nog niet bevorderd. Bijgevolg worden producten vaak vervangen, waarbij veel energie en middelen worden ingezet om nieuwe producten te produceren en te distribueren en oude te verwijderen. Het is voor marktdeelnemers en burgers nog te moeilijk om met betrekking tot producten duurzame keuzes te maken, aangezien relevante informatie hierover en betaalbare opties om dat te doen ontbreken. Hierdoor worden kansen gemist voor duurzaamheid en activiteiten waarbij de waarde blijft behouden, is er beperkte vraag naar secundaire materialen en wordt de invoering van circulaire bedrijfsmodellen belemmerd.

    (2)

    Om de overgang naar een circulaire economie te versnellen, heeft de Commissie in haar actieplan voor een circulaire economie voor een schoner en concurrerender Europa (26) een toekomstgerichte agenda opgesteld, met als doel het regelgevingskader geschikt te maken voor een duurzame toekomst. In het plan wordt onderstreept dat de circulaire economie voor de burgers zal zorgen voor hoogwaardige, functionele en veilige producten, die efficiënt en betaalbaar zijn, langer meegaan en zijn ontworpen voor hergebruik, reparatie en hoogwaardige recycling. Zoals uiteengezet in dit plan, is er op dit moment geen alomvattende reeks vereisten om ervoor te zorgen dat alle producten die in de Unie in de handel worden gebracht steeds duurzamer worden en de circulariteitstest doorstaan. Voornamelijk in het productontwerp wordt duurzaamheid in de gehele levenscyclus nog niet bevorderd. Bijgevolg worden producten vaak vervangen, waarbij veel energie en middelen worden ingezet om nieuwe producten te produceren en te distribueren en oude te verwijderen. Het is voor marktdeelnemers en burgers nog te moeilijk om met betrekking tot producten duurzame keuzes te maken, aangezien relevante informatie hierover en betaalbare opties om dat te doen ontbreken. Hierdoor worden kansen gemist voor duurzaamheid en activiteiten waarbij de waarde blijft behouden, is er beperkte vraag naar secundaire materialen en wordt de invoering van circulaire bedrijfsmodellen belemmerd.

    Amendement 3

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 3 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    (3 bis)

    De gegarandeerde en toereikende beschikbaarheid van kritieke grondstoffen is van essentieel belang voor het slagen van de Europese dubbele transitie, met waarborging van een concurrerende Europese industrie. Het is belangrijk dat er alomvattende informatievereisten worden vastgesteld inzake materialen, met inbegrip van kritieke grondstoffen, en inzake producten die in de Unie in de handel worden gebracht, teneinde uitvoering te geven aan de aanpak die is uiteengezet in de mededeling van de Commissie van 3 september 2020 getiteld “Veerkracht op het gebied van kritieke grondstoffen: de weg naar een grotere voorzieningszekerheid en duurzaamheid uitstippelen”  (1 bis) en de resolutie van het Europees Parlement van 24 november 2021 over een Europese strategie voor kritieke grondstoffen .  (1 ter)

     

     

    Amendement 4

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (4)

    Bij gebrek aan wetgeving van de Unie zijn er al verschillende nationale initiatieven ontstaan om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren, van informatievereisten over de duur van de compatibiliteit van software met elektronische apparaten tot verslagleggingsverplichtingen over de verwerking van niet-verkochte, duurzame goederen. Dit is een indicatie dat verdere nationale inspanningen om de doelstellingen van deze verordening te behalen er waarschijnlijk toe leiden dat de interne markt nog meer versnippert. Om de werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog milieubeschermingsniveau te garanderen, is daarom een regelgevingskader nodig om geleidelijk vereisten inzake ecologisch ontwerp voor producten in te voeren. Met deze verordening wordt een dergelijk kader geschapen, door de aanpak voor ecologisch ontwerp die oorspronkelijk uit Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad (29) komt, van toepassing te maken op een zo breed mogelijk gamma aan producten.

    (4)

    Bij gebrek aan wetgeving van de Unie zijn er al verschillende nationale initiatieven ontstaan om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren, van informatievereisten over de duur van de compatibiliteit van software met elektronische apparaten tot verslagleggingsverplichtingen over de verwerking van niet-verkochte, duurzame goederen. Dit is een indicatie dat verdere nationale inspanningen om de doelstellingen van deze verordening te behalen er waarschijnlijk toe leiden dat de interne markt nog meer versnippert. Om de werking van de interne markt te waarborgen en tegelijkertijd een hoog milieubeschermingsniveau te garanderen, is daarom een ambitieus regelgevingskader nodig om geleidelijk vereisten inzake ecologisch ontwerp voor producten in te voeren. Met deze verordening wordt een dergelijk kader geschapen, door de aanpak voor ecologisch ontwerp die oorspronkelijk uit Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad (29) komt, van toepassing te maken op een zo breed mogelijk gamma aan producten.

    Amendement 5

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 5

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (5)

    Met deze verordening wordt ertoe bijgedragen producten geschikt te maken voor een klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte en circulaire economie , de hoeveelheid afval te verminderen en ervoor te zorgen dat de prestaties van koplopers op het gebied van duurzaamheid geleidelijk de norm worden. In de verordening moeten nieuwe vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld voor de verbetering van de duurzaamheid, herbruikbaarheid, verbeterbaarheid en repareerbaarheid van producten, het verbeteren van de mogelijkheden voor opknappen en onderhoud, het aanpakken van de aanwezigheid van gevaarlijke chemische stoffen in producten, het verhogen van hun energie- en hulpbronnenefficiëntie, het verkleinen van de verwachte hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen en het verhogen van het gehalte aan gerecycled materiaal in producten, zonder afbreuk te doen aan de prestaties en veiligheid daarvan, waarbij herproductie en hoogwaardige recycling mogelijk worden gemaakt en de koolstof- en ecologische voetafdrukken worden verminderd.

    (5)

    Deze verordening dient ter ondersteuning van productie- en consumptiepatronen die aansluiten bij de algehele duurzaamheidsdoelstellingen, met inbegrip van klimaat, milieu, energie, het gebruik van hulpbronnen en biodiversiteit, waarbij de grenzen van de planeet in acht worden genomen, door het vaststellen van een wetgevingskader dat ertoe bijdraagt dat producten geschikt worden gemaakt voor een klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte en circulaire economie en de hoeveelheid afval wordt verminderd, en dat ervoor zorgt dat de prestaties van koplopers op het gebied van duurzaamheid geleidelijk de norm worden. In de verordening moeten nieuwe vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld voor de verbetering van de duurzaamheid, herbruikbaarheid, verbeterbaarheid , recyclebaarheid en repareerbaarheid van producten, het verbeteren van de mogelijkheden voor opknappen en onderhoud, het aanpakken van de aanwezigheid van gevaarlijke chemische stoffen in producten, het verhogen van hun energie- en hulpbronnenefficiëntie, het verkleinen van de verwachte hoeveelheid geproduceerde afvalstoffen en het verhogen van het gehalte aan gerecycled materiaal in producten, zonder afbreuk te doen aan de prestaties en veiligheid daarvan, waarbij herproductie en hoogwaardige recycling mogelijk worden gemaakt en de koolstof- en ecologische voetafdrukken worden verminderd.

    Amendement 6

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 5 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    (5 bis)

    Praktijken waarbij producten vroegtijdig verouderen of niet-functioneel worden gemaakt, hebben negatieve gevolgen voor de consument en een negatief effect op het milieu als gevolg van het toegenomen materiaalgebruik in onze economie. Om ervoor te zorgen dat producten een lange levensduur hebben voor consumenten, om de productie van afval te verminderen en bij te dragen tot duurzame consumptie, moeten dergelijke praktijken in deze verordening worden bestreden, met name wanneer zij het resultaat zijn van ontwerpkeuzes van fabrikanten, wanneer software-updates of accessoires niet binnen een passende termijn worden verstrekt, of wanneer de functionaliteit van een product beperkt is wanneer consumenten verbruiksgoederen, reserveonderdelen of accessoires gebruiken die niet geleverd zijn door de oorspronkelijke fabrikant. Aangezien repareerbaarheid een hoeksteen is van een lange levensduur van producten, moet de verordening er ook voor zorgen dat de demontage van essentiële onderdelen niet wordt belemmerd en dat de toegang tot reparatie-informatie en reserveonderdelen niet beperkt is tot erkende reparateurs.

    Amendement 7

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 6

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (6)

    In zijn resolutie van 25 november 2020“Naar een duurzamer eengemaakte markt voor het bedrijfsleven en consumenten”30 toonde het Europees Parlement zich voorstander van het bevorderen van duurzame producten die gemakkelijker te repareren, te hergebruiken en te recyclen zijn. In zijn verslag over het nieuwe actieplan voor de circulaire economie dat op 16 februari 2021 is vastgesteld (31) heeft het Europees Parlement de agenda die de Commissie in het actieplan voor de circulaire economie heeft ingediend verder ondersteund . Het Europees Parlement was van mening dat de overgang naar een circulaire economie oplossingen kan bieden voor het aanpakken van de huidige milieu-uitdagingen en de economische crisis die is veroorzaakt door de COVID-19-pandemie. In zijn conclusies “Naar een circulair en groen herstel” van 11 december 2020 (32) was de Raad ook ingenomen met de intentie van de Commissie om wetgevingsvoorstellen in te dienen als onderdeel van een alomvattend en geïntegreerd kader voor duurzaam productbeleid dat klimaatneutraliteit, energie- en hulpbronnenefficiëntie alsook een niet-toxische circulaire economie bevordert, de volksgezondheid en biodiversiteit beschermt en ervoor zorgt dat consumenten en overheidsinkopers sterker staan en zich beschermd weten. (30)

    (6)

    In zijn resolutie van 25 november 2020“Naar een duurzamer eengemaakte markt voor het bedrijfsleven en consumenten” (30) pleitte het Europees Parlement voor het opzetten van een rechtskader om de productie te waarborgen van duurzame producten die gemakkelijker te repareren, te hergebruiken en te recyclen zijn , alsook voor meer rechten voor consumenten, met inbegrip van informatievereisten en langere juridische garantietermijnen . In zijn verslag over het nieuwe actieplan voor de circulaire economie dat op 16 februari 2021 (31) is vastgesteld benadrukte het Europees Parlement dat duurzame, circulaire, veilige en niet-toxische producten en materialen de norm in plaats van de uitzondering moeten worden op de markt van de Unie en als een standaardoptie moeten worden gezien die aantrekkelijk, betaalbaar en toegankelijk is voor alle consumenten. Het Europees Parlement drong ook aan op bindende streefdoelen van de Unie om de materiaal- en consumptievoetafdrukken van de Unie aanzienlijk te verminderen . Het Europees Parlement was van mening dat de overgang naar een circulaire economie oplossingen kan bieden voor het aanpakken van de huidige milieu-uitdagingen en de economische crisis die is veroorzaakt door de COVID-19-pandemie. In zijn conclusies “Naar een circulair en groen herstel” van 11 december 2020 (32) was de Raad ook ingenomen met de intentie van de Commissie om wetgevingsvoorstellen in te dienen als onderdeel van een alomvattend en geïntegreerd kader voor duurzaam productbeleid dat klimaatneutraliteit, energie- en hulpbronnenefficiëntie alsook een niet-toxische circulaire economie bevordert, de volksgezondheid en biodiversiteit beschermt en ervoor zorgt dat consumenten en overheidsinkopers sterker staan en zich beschermd weten.

    Amendement 8

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 8

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (8)

    Met deze verordening moet ook worden bijgedragen aan het behalen van de bredere milieudoelstellingen van de Unie. Met het achtste milieuactieprogramma (38) wordt de doelstelling van de Unie om binnen de grenzen van onze planeet te blijven opgenomen in een rechtskader en worden faciliterende voorwaarden vastgesteld voor de verwezenlijking van prioritaire doelstellingen, met inbegrip van de overgang naar een niet-toxische circulaire economie. Volgens de Europese Green Deal moet de Unie bovendien de vervuiling van lucht, water, bodem en consumentenproducten beter monitoren, rapporteren, voorkomen en verhelpen. Dit betekent dat chemische stoffen, materialen en producten zo veilig en duurzaam mogelijk moeten zijn door het ontwerp en tijdens hun levenscyclus, wat leidt tot niet-toxische materiaalcycli (39). Bovendien wordt zowel in de Europese Green Deal als in het actieplan voor de circulaire economie erkend dat de kritische massa van de interne markt de Unie in staat stelt mondiale normen met betrekking tot de duurzaamheid van producten en productontwerp te beïnvloeden. Deze verordening moet daarom een belangrijke rol spelen bij het behalen van verschillende streefdoelen uit de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling uit de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties40, zowel binnen als buiten de Unie. (40)

    (8)

    Met deze verordening moet ook worden bijgedragen aan het behalen van de bredere milieudoelstellingen van de Unie. Met het achtste milieuactieprogramma (38) wordt de doelstelling van de Unie om binnen de grenzen van onze planeet te blijven opgenomen in een rechtskader en worden faciliterende voorwaarden vastgesteld voor de verwezenlijking van prioritaire doelstellingen, met inbegrip van de overgang naar een niet-toxische circulaire economie. Volgens de Europese Green Deal moet de Unie bovendien de vervuiling van lucht, water, bodem en consumentenproducten beter monitoren, rapporteren, voorkomen en verhelpen. Dit betekent dat chemische stoffen, materialen en producten zo veilig en duurzaam mogelijk moeten zijn of worden door het ontwerp en tijdens hun levenscyclus, wat leidt tot niet-toxische materiaalcycli (39). Bovendien wordt zowel in de Europese Green Deal als in het actieplan voor de circulaire economie erkend dat de kritische massa van de interne markt de Unie in staat stelt mondiale normen met betrekking tot de duurzaamheid van producten en productontwerp te beïnvloeden. Deze verordening moet daarom een belangrijke rol spelen bij het behalen van verschillende streefdoelen uit de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling uit de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties40, zowel binnen als buiten de Unie. (40)

    Amendement 9

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 12 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    (12 bis)

    De sector voor tweedehandsproducten speelt een specifieke rol bij het bevorderen van duurzame productie en consumptie en bij de ontwikkeling van circulaire bedrijfsmodellen. Gezien de specifieke kenmerken van deze sector, die is gebaseerd op het verlengen van de levensduur van een product en het voorkomen dat het afval wordt, mogen tweedehandsproducten, met name producten die een opknap- of reparatiebeurt ondergaan, die afkomstig zijn uit de Unie, niet worden beschouwd als nieuwe producten die in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen, en hoeven zij derhalve niet te voldoen aan de eisen inzake ecologisch ontwerp. Tweedehandsproducten die uit derde landen worden ingevoerd, moeten voldoen aan de eisen inzake ecologisch ontwerp, maar het moet mogelijk zijn om ze vrij te stellen mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

    Amendement 10

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 13

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (13)

    Om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren en het vrije verkeer van producten binnen de interne markt te waarborgen, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen met vereisten inzake ecologisch ontwerp. Die vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten in principe gelden voor specifieke productgroepen, zoals wasmachines of wasmachines en wasdroogcombinaties. Om vereisten inzake ecologisch ontwerp zo doeltreffend mogelijk te maken en de milieuduurzaamheid van producten efficiënt te verbeteren, moet het ook mogelijk zijn een of meerdere horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp voor een breder gamma aan productgroepen, zoals elektronische apparatuur of textiel, vast te stellen. Er moeten horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld wanneer de milieuduurzaamheid van productgroepen dankzij hun technische overeenkomsten op basis van dezelfde vereisten kan worden verbeterd.

    (13)

    Om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren en het vrije verkeer van producten binnen de interne markt te waarborgen, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen met vereisten inzake ecologisch ontwerp. Die vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten in principe gelden voor specifieke productgroepen, zoals wasmachines of wasmachines en wasdroogcombinaties. Om vereisten inzake ecologisch ontwerp zo doeltreffend mogelijk te maken en de milieuduurzaamheid van producten efficiënt te verbeteren, moet het ook mogelijk zijn een of meerdere horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp voor een breder gamma aan productgroepen, zoals elektronische apparatuur of textiel, vast te stellen. Er moeten horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld wanneer de milieuduurzaamheid van productgroepen dankzij hun technische overeenkomsten op basis van dezelfde vereisten kan worden verbeterd. Het is belangrijk dat er horizontale eisen worden ontwikkeld, met name op het gebied van duurzaamheid en repareerbaarheid. Marktdeelnemers moeten voldoende tijd krijgen om zich aan nieuwe eisen inzake ecologisch ontwerp aan te passen. Bij deze horizontale vereisten moet rekening worden gehouden met potentiële milieuvoordelen die voortvloeien uit het gebruik van één universele lader voor meerdere producten. Daarom moeten productgroepen met technische gelijkenissen worden uitgerust met universele opladers.

    Amendement 11

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 14

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (14)

    Om ervoor te zorgen dat de Commissie vereisten kan vaststellen die geschikt zijn voor de desbetreffende productgroepen, moeten de vereisten inzake ecologisch ontwerp ook prestatie- en informatievereisten omvatten. Die vereisten moeten worden gebruikt voor het verbeteren van de productaspecten die relevant zijn voor milieuduurzaamheid, zoals energie-efficiëntie, duurzaamheid, repareerbaarheid, en de koolstof- en ecologische voetafdrukken. Vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten transparant, objectief en evenredig zijn, en overeenstemmen met de internationale handelsregels.

    (14)

    Om ervoor te zorgen dat de Commissie vereisten kan vaststellen die geschikt zijn voor de desbetreffende productgroepen, moeten de vereisten inzake ecologisch ontwerp ook prestatie- en informatievereisten omvatten. Die vereisten moeten worden gebruikt voor het verbeteren van de relevante productaspecten met betrekking tot milieuduurzaamheid, zoals energie-efficiëntie, duurzaamheid, repareerbaarheid, herbruikbaarheid, recyclebaarheid en de koolstof- en ecologische voetafdrukken. Vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten transparant, objectief en evenredig zijn, en overeenstemmen met de internationale handelsregels. Die vereisten moeten ook gebaseerd zijn op de in bijlage I bedoelde productparameters en bij de vaststelling ervan moet de Commissie rekening houden met de doelstellingen van de Unie op het gebied van klimaat, milieu en biodiversiteit, energie-efficiëntie en hulpbronnenvoorzieningszekerheid. Dergelijke vereisten moeten bijdragen tot een aanzienlijke vermindering van de ecologische, materialen- en consumptievoetafdruk van de Unie om deze zo snel mogelijk binnen de grenzen van de planeet te brengen.

    Amendement 12

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 15

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (15)

    Om de werking van de interne markt te waarborgen mogen lidstaten wanneer de Commissie voor een bepaalde productgroep een gedelegeerde handeling met vereisten inzake ecologisch ontwerp heeft vastgesteld geen nationale prestatievereisten meer vaststellen op basis van productparameters die onder dergelijke in die gedelegeerde handeling vastgestelde prestatievereisten vallen, en mogen zij geen nationale informatievereisten meer vaststellen op basis van productparameters die onder dergelijke in die gedelegeerde handeling vastgestelde informatievereisten vallen. Om de werking van de interne markt te waarborgen, moet de Commissie de mogelijkheid krijgen vast te stellen dat voor een bepaalde productparameter geen vereisten inzake ecologisch ontwerp in de vorm van prestatievereisten of informatievereisten nodig zijn.

    (15)

    Om de werking van de interne markt te waarborgen mogen lidstaten wanneer de Commissie voor een bepaalde productgroep een gedelegeerde handeling met vereisten inzake ecologisch ontwerp heeft vastgesteld geen nationale prestatievereisten meer vaststellen op basis van productparameters die onder dergelijke in die gedelegeerde handeling vastgestelde prestatievereisten vallen, en mogen zij geen nationale informatievereisten meer vaststellen op basis van productparameters die onder dergelijke in die gedelegeerde handeling vastgestelde informatievereisten vallen. Om de werking van de interne markt te waarborgen, moet de Commissie de mogelijkheid krijgen vast te stellen dat voor een bepaalde productparameter geen vereisten inzake ecologisch ontwerp in de vorm van prestatievereisten of informatievereisten nodig zijn. Het is belangrijk dat de Commissie haar besluit naar behoren motiveert wanneer zij besluit geen prestatie- of informatievereisten vast te stellen.

    Amendement 13

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 17

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (17)

    Om dubbel werk en regeldruk te voorkomen, moet worden gewaarborgd dat deze verordening overeenstemt met de vereisten die zijn vastgesteld in of op grond van andere wetgeving van de Unie, en met name chemicaliën-, product- en afvalwetgeving (51). Indien er op grond van andere wetgeving van de Unie bevoegdheden voor het vaststellen van vereisten met dezelfde of vergelijkbare gevolgen als de vereisten op grond van deze verordening bestaan, vormt dit echter geen beperking van de bevoegdheden uit hoofde van deze verordening, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

    (17)

    Het is zaak samenhang te waarborgen tussen deze verordening en de vereisten die zijn vastgesteld in of op grond van andere wetgeving van de Unie, en met name chemicaliën-, product- , verpakkings- en afvalwetgeving (51). Indien er op grond van andere wetgeving van de Unie bevoegdheden voor het vaststellen van vereisten met dezelfde of vergelijkbare gevolgen als de vereisten op grond van deze verordening bestaan, vormt dit echter geen beperking van de bevoegdheden uit hoofde van deze verordening, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

    Amendement 14

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 19

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (19)

    Om rekening te houden met de diversiteit van producten, moet de Commissie methoden selecteren voor het beoordelen van de vaststelling van de vereisten inzake ecologisch ontwerp en deze indien nodig verder ontwikkelen op basis van de aard van het product, de relevantste aspecten ervan en de impact ervan gedurende de levensduur. Hierbij moet de Commissie haar ervaring bij het beoordelen van de vaststelling van vereisten op grond van Richtlijn 2009/125/EG en de aanhoudende inspanningen om op wetenschap gebaseerde beoordelingsinstrumenten te ontwikkelen en verbeteren in aanmerking nemen, zoals de actualisering van de methode voor ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten en de milieuvoetafdrukmethode voor producten van Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie (56), onder andere met betrekking tot de tijdelijke opslag van koolstof en de ontwikkeling van normen door internationale en Europese normalisatieorganisaties, onder andere over de materiaalefficiëntie van energiegerelateerde producten. De Commissie moet de circulariteitsaspecten (zoals duurzaamheid, repareerbaarheid, inclusief een scoresysteem voor herstelbaarheid, en de vaststelling van chemische stoffen die hergebruik en recycling in de weg staan) op basis van deze instrumenten en indien nodig met gebruik van gerichte studies verder versterken bij de beoordeling van producten en de voorbereiding van vereisten inzake ecologisch ontwerp, en waar nodig nieuwe methoden of instrumenten ontwikkelen. Er kunnen ook nieuwe werkwijzen nodig zijn voor de voorbereiding van verplichte criteria van overheidsopdrachten en voor het verbieden van de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen.

    (19)

    Om rekening te houden met de diversiteit van producten, moet de Commissie methoden selecteren voor het beoordelen van de vaststelling van de vereisten inzake ecologisch ontwerp en deze indien nodig verder ontwikkelen op basis van de aard van het product, de relevantste aspecten ervan en de impact ervan gedurende de levensduur. Hierbij moet de Commissie haar ervaring bij het beoordelen van de vaststelling van vereisten op grond van Richtlijn 2009/125/EG en de aanhoudende inspanningen om op wetenschap gebaseerde beoordelingsinstrumenten te ontwikkelen en verbeteren in aanmerking nemen, zoals de actualisering van de methode voor ecologisch ontwerp van energiegerelateerde producten en de milieuvoetafdrukmethode voor producten van Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie (56), onder andere met betrekking tot de tijdelijke opslag van koolstof en de ontwikkeling van normen door internationale en Europese normalisatieorganisaties, onder andere over de materiaalefficiëntie van energiegerelateerde producten , alsook op het gebied van elektrotechniek . De Commissie moet de circulariteitsaspecten (zoals duurzaamheid, repareerbaarheid, inclusief een scoresysteem voor herstelbaarheid , recyclebaarheid, herbruikbaarheid , en de vaststelling van chemische stoffen die hergebruik en recycling in de weg staan) op basis van deze instrumenten en indien nodig met gebruik van gerichte studies verder versterken bij de beoordeling van producten overeenkomstig een levenscyclusbenadering met het oog op de voorbereiding van vereisten inzake ecologisch ontwerp, en waar nodig nieuwe methoden of instrumenten ontwikkelen. Er kunnen ook nieuwe werkwijzen nodig zijn voor de voorbereiding van verplichte criteria van overheidsopdrachten en voor het verbieden van de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen.

    Amendement 15

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 20

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (20)

    Prestatievereisten moeten betrekking hebben op een geselecteerde productparameter die relevant is voor het productaspect waarvoor is vastgesteld dat de milieuduurzaamheid kan worden verbeterd. Voorbeelden van dergelijke vereisten zijn minimale of maximale prestatieniveaus in verband met de productparameter, niet-kwantitatieve vereisten voor het verbeteren van de prestaties in verband met de productparameter of vereisten in verband met de functionele werking van een product om te waarborgen dat de geselecteerde prestatievereisten geen negatieve invloed hebben op het vermogen van het product om de functie waarvoor het is ontworpen en in de handel is gebracht uit te voeren. Deze minimum- of maximumniveaus kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van een beperking van het energieverbruik tijdens de gebruiksfase of van de hoeveelheid van een bepaald materiaal dat in het product wordt verwerkt, een vereiste minimale hoeveelheid gerecyclede inhoud, of een beperking van een specifieke milieueffectcategorie of van een aggregatie van alle relevante milieueffecten. Een voorbeeld van een niet-kwantitatieve vereiste is het verbod op een specifieke technische oplossing die nadelig is voor de repareerbaarheid van het product. Prestatievereisten worden gebruikt om te garanderen dat de slechtst presterende producten indien nodig van de markt worden gehaald om bij te dragen aan de doelstellingen uit de verordening op het gebied van milieuduurzaamheid.

    (20)

    Prestatievereisten moeten betrekking hebben op een geselecteerde productparameter die relevant is voor het productaspect waarvoor is vastgesteld dat de milieuduurzaamheid kan worden verbeterd. Voorbeelden van dergelijke vereisten zijn minimale of maximale prestatieniveaus in verband met de productparameter, niet-kwantitatieve vereisten voor het verbeteren van de prestaties in verband met de productparameter of vereisten in verband met de functionele werking van een product om te waarborgen dat de geselecteerde prestatievereisten geen negatieve invloed hebben op het vermogen van het product om de functie waarvoor het is ontworpen en in de handel is gebracht uit te voeren. Deze minimum- of maximumniveaus kunnen bijvoorbeeld de vorm aannemen van een beperking van het energieverbruik tijdens de gebruiksfase of van de hoeveelheid van een bepaald materiaal dat in het product wordt verwerkt, een vereiste minimale hoeveelheid gerecyclede inhoud, rekening houdend met de beschikbaarheid van gerecyclede materialen, of een beperking van een specifieke milieueffectcategorie of van een aggregatie van alle relevante milieueffecten. Een voorbeeld van een niet-kwantitatieve vereiste is het verbod op een specifieke technische oplossing die nadelig is voor de repareerbaarheid van het product. Prestatievereisten worden gebruikt om te garanderen dat de slechtst presterende producten van de markt worden gehaald en geleidelijk wordt overgestapt naar de best presterende producten wanneer dit nodig is om bij te dragen aan de doelstellingen uit de verordening op het gebied van milieuduurzaamheid. In deze verordening moet ook rekening worden gehouden met het gebruik van duurzaam gewonnen hernieuwbare materialen in producten en moet het vrijkomen van nano- en microplastics worden aangepakt.

    Amendement 16

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 22

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (22)

    Chemische veiligheid is een erkend onderdeel van de duurzaamheid van producten. Deze is gebaseerd op de intrinsieke gevaren van chemische stoffen voor de gezondheid of het milieu in combinatie met specifieke of algemene blootstelling en wordt behandeld in de wetgeving inzake chemische stoffen, zoals Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad (58), Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (59), Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (60), Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad (61) en Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (62). Deze verordening mag het niet mogelijk maken om stoffen te beperken op basis van chemische veiligheid, zoals dit in andere wetgeving van de Unie wordt gedaan . Op dezelfde wijze mag deze verordening het niet mogelijk maken om stoffen te beperken om redenen in verband met voedselveiligheid. Het is op grond van het recht van de Unie inzake chemische stoffen en voeding echter niet toegestaan om duurzaamheidseffecten die niets te maken hebben met chemische of voedselveiligheid aan te pakken door middel van de beperking van bepaalde stoffen. Om deze beperking weg te nemen, moet het in de verordening onder bepaalde omstandigheden , voornamelijk om andere redenen dan chemische of voedselveiligheid, zijn toegestaan om beperkingen op te leggen aan stoffen die aanwezig zijn in producten of worden gebruikt tijdens het productieproces en die een negatieve invloed hebben op de duurzaamheid van producten. Deze verordening mag bovendien niet leiden tot de duplicatie of vervanging van beperkingen van stoffen uit Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (63), die als doel heeft de volksgezondheid en het milieu te beschermen, met inbegrip van de milieuhygiënisch verantwoorde nuttige toepassing en verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

    (22)

    Chemische veiligheid is een erkend onderdeel van de duurzaamheid van producten. Deze is gebaseerd op de intrinsieke gevaren van chemische stoffen voor de gezondheid of het milieu in combinatie met specifieke of algemene blootstelling en wordt behandeld in de wetgeving inzake chemische stoffen, zoals Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad (58), Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (59), Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (60), Verordening (EU) 2017/745 van het Europees Parlement en de Raad (61) en Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad (62). Deze verordening mag het niet mogelijk maken om stoffen te beperken op basis van chemische veiligheid, zoals dit in andere wetgeving van de Unie wordt gedaan , tenzij er sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid of het milieu als gevolg van het gebruik van een stof die in het product of het productonderdeel aanwezig is wanneer deze in de handel wordt gebracht of tijdens de daaropvolgende fasen van de levenscyclus ervan. Deze verordening mag het niet mogelijk maken om stoffen te beperken om redenen in verband met voedselveiligheid. Het is op grond van het recht van de Unie inzake chemische stoffen en voeding echter niet toegestaan om duurzaamheidseffecten die niets te maken hebben met chemische of voedselveiligheid aan te pakken door middel van de beperking van bepaalde stoffen. Om deze beperking weg te nemen, moet het in de verordening onder bepaalde omstandigheden zijn toegestaan om beperkingen op te leggen aan stoffen die aanwezig zijn in producten die een negatieve invloed hebben op de duurzaamheid van producten. Deze verordening moet, indien nodig, een aanvulling zijn, maar mag niet leiden tot de duplicatie of vervanging van beperkingen van stoffen uit Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (63), die als doel heeft de volksgezondheid en het milieu te beschermen, met inbegrip van de milieuhygiënisch verantwoorde nuttige toepassing en verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

    Amendement 17

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 23

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (23)

    Om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren, moeten informatievereisten betrekking hebben op een geselecteerde productparameter die relevant is voor het productaspect, zoals de milieuvoetafdruk of de duurzaamheid van het product. Hierin kan van fabrikanten worden gevraagd informatie over de prestaties van het product in verband met een geselecteerde productparameter of andere informatie die van invloed kan zijn op de wijze waarop andere partijen het product behandelen openbaar te maken om de prestaties in verband met een dergelijke parameter te verbeteren. Dergelijke informatievereisten kunnen in voorkomend geval worden vastgesteld ter aanvulling of in plaats van prestatievereisten over dezelfde productparameter. Indien een gedelegeerde handeling informatievereisten bevat, moet worden vermeld hoe de vereiste informatie openbaar wordt gemaakt, zoals de opname op een gratis toegankelijke website, in een productpaspoort of op een productetiket. Informatievereisten zijn nodig om de gedragsverandering te bewerkstelligen die noodzakelijk is om te garanderen dat de doelstellingen uit de verordening op het gebied van milieuduurzaamheid worden behaald. Doordat informatievereisten kopers en overheden een solide basis bieden om producten op basis van hun milieuduurzaamheid te vergelijken, zullen zij consumenten en overheden naar verwachting aanzetten tot duurzamere keuzes.

    (23)

    Om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren, moeten informatievereisten betrekking hebben op een geselecteerde productparameter die relevant is voor het productaspect, zoals de milieu- en koolstofvoetafdruk en de duurzaamheid van het product. Hierin moet van fabrikanten worden gevraagd informatie over de prestaties van het product in verband met een geselecteerde productparameter of andere informatie die van invloed kan zijn op de wijze waarop andere partijen het product behandelen openbaar te maken om de prestaties in verband met een dergelijke parameter te verbeteren. Dergelijke informatievereisten kunnen in voorkomend geval worden vastgesteld ter aanvulling of in plaats van prestatievereisten over dezelfde productparameter. Het is belangrijk dat de Commissie haar besluit om alleen informatievereisten vast te stellen in plaats van prestatievereisten naar behoren motiveert. Indien een gedelegeerde handeling informatievereisten bevat, moet worden vermeld hoe de vereiste informatie openbaar en gemakkelijk toegankelijk wordt gemaakt, zoals de opname op een gratis toegankelijke website, in een productpaspoort of op een productetiket. Essentiële informatie over de gezondheid, veiligheid en rechten van eindgebruikers moet altijd fysiek aan consumenten worden verstrekt en toegankelijk zijn via een gegevensdrager op het product. Informatievereisten zijn nodig om de gedragsverandering te bewerkstelligen die noodzakelijk is om te garanderen dat de doelstellingen uit de verordening op het gebied van milieuduurzaamheid worden behaald . Informatie die relevant is voor een geïnformeerde aankoopbeslissing moet vóór de aankoop van het product aan de consument wordt verstrekt . Doordat informatievereisten kopers en overheden een solide basis bieden om producten op basis van hun milieuduurzaamheid te vergelijken, zullen zij consumenten en overheden naar verwachting aanzetten tot duurzamere keuzes.

    Amendement 18

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 24

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (24)

    Indien gedelegeerde handelingen informatievereisten bevatten, kunnen hierin ook prestatieklassen in verband met een of meerdere relevante productparameters worden bepaald om producten op basis van die parameter eenvoudiger te kunnen vergelijken. Met prestatieklassen moet onderscheid tussen producten kunnen worden gemaakt op basis van hun relatieve duurzaamheid, en deze kunnen zowel door consumenten als door overheden worden gebruikt. Deze zijn dus bedoeld om de markt in de richting van duurzamere producten te sturen.

    (24)

    Indien gedelegeerde handelingen informatievereisten bevatten, kunnen hierin ook prestatieklassen in verband met een of meerdere relevante productparameters worden bepaald om producten op basis van die parameter eenvoudiger te kunnen vergelijken. Met prestatieklassen moet onderscheid tussen producten kunnen worden gemaakt op basis van hun relatieve duurzaamheid, en deze kunnen zowel door consumenten als door overheden worden gebruikt. Deze zijn dus bedoeld om de markt in de richting van duurzamere producten te sturen , zonder afbreuk te doen aan de functionaliteit. Aangezien informatievereisten met betrekking tot de duurzaamheid en repareerbaarheid van producten een centrale rol spelen voor consumenten die duurzame consumptiepatronen aanhouden, moeten in deze verordening criteria worden vastgesteld voor de ontwikkeling van een herstelbaarheidsscore.

    Amendement 19

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 26

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (26)

    Het beschikbaar stellen van een productpaspoort moet een van de informatievereisten uit deze verordening zijn. Het productpaspoort is een belangrijk instrument om informatie beschikbaar te stellen aan actoren in de hele waardeketen en de beschikbaarheid van een productpaspoort moet de traceerbaarheid van een product in de gehele waardeketen aanzienlijk verbeteren. Het productpaspoort moet onder andere consumenten helpen geïnformeerde keuzes te maken door de toegang tot voor hen relevante productinformatie te verbeteren, marktdeelnemers en andere actoren in de waardeketen zoals reparateurs of recyclingcentra toegang verlenen tot relevante informatie en bevoegde nationale autoriteiten in staat stellen om hun taken uit te voeren. Niet-digitale manieren om informatie over te dragen, zoals in producthandleidingen of op etiketten, worden daarom niet vervangen door het productpaspoort maar hiermee aangevuld. Bovendien moet het productpaspoort kunnen worden gebruikt voor informatie over andere duurzaamheidsaspecten die op grond van andere wetgeving van de Unie van toepassing zijn op de desbetreffende productgroep.

    (26)

    Het beschikbaar stellen van een productpaspoort moet een van de informatievereisten uit deze verordening zijn. Het productpaspoort is een belangrijk instrument om informatie beschikbaar te stellen aan actoren in de hele waardeketen en de beschikbaarheid van een productpaspoort moet de traceerbaarheid van een product in de gehele waardeketen aanzienlijk verbeteren. Het productpaspoort moet onder andere consumenten helpen geïnformeerde keuzes te maken door de toegang tot voor hen relevante producten te verbeteren, marktdeelnemers en andere actoren in de waardeketen zoals professionele reparateurs , onafhankelijke marktdeelnemers, opknapbedrijven of recyclingcentra toegang verlenen tot relevante informatie en bevoegde nationale autoriteiten in staat stellen om hun taken uit te voeren , zonder de bescherming van vertrouwelijke bedrijfsinformatie in gevaar te brengen . Niet-digitale manieren om informatie over te dragen, zoals in producthandleidingen of op etiketten, worden daarom niet vervangen door het productpaspoort maar hiermee aangevuld. Bovendien moet het productpaspoort kunnen worden gebruikt voor informatie over andere duurzaamheidsaspecten die op grond van andere wetgeving van de Unie van toepassing zijn op de desbetreffende productgroep.

    Amendement 20

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 27

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (27)

    Om rekening te houden met de aard en de markt van het product, moet de informatie die wordt opgenomen in het productpaspoort per geval nauwkeurig worden bestudeerd bij het opstellen van productspecifieke regels. Teneinde de toegang tot de daaruit volgende informatie te analyseren en tegelijkertijd de intellectuele-eigendomsrechten te beschermen, moet het productpaspoort zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat gedifferentieerde toegang tot de informatie in het productpaspoort mogelijk is afhankelijk van het soort informatie en het type belanghebbende. Om te voorkomen dat bedrijven en het publiek kosten maken die niet in verhouding staan tot de voordelen, moet het productpaspoort bovendien horen bij een specifiek item, een specifieke partij of een specifiek product, afhankelijk van bijvoorbeeld de complexiteit van de waardeketen en de omvang, de aard of de effecten van de desbetreffende producten.

    (27)

    Om rekening te houden met de aard en de markt van het product, moet de informatie die wordt opgenomen in het productpaspoort per geval nauwkeurig worden bestudeerd bij het opstellen van productspecifieke regels , rekening houdend met gevallen van unieke objecten en bescherming van vertrouwelijke bedrijfsinformatie . Teneinde de toegang tot de daaruit volgende informatie te analyseren en tegelijkertijd de intellectuele-eigendomsrechten te beschermen, moet het productpaspoort zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat gedifferentieerde toegang tot de informatie in het productpaspoort mogelijk is afhankelijk van het soort informatie en het type belanghebbende. Om te voorkomen dat bedrijven en het publiek kosten maken die niet in verhouding staan tot de voordelen, moet het productpaspoort bovendien horen bij een specifiek item, een specifieke partij of een specifiek product, afhankelijk van bijvoorbeeld de complexiteit van de waardeketen en de omvang, de aard of de effecten van de desbetreffende producten. Het productpaspoort moet ten minste voor de verwachte levensduur van een specifiek product beschikbaar blijven, maar met voldoende marge om ervoor te zorgen dat het productpaspoort beschikbaar is in gevallen waarin het product langer meegaat dan verwacht.

    Amendement 21

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 28

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (28)

    Om te zorgen voor interoperabiliteit moet worden gespecificeerd welke soorten gegevensdragers zijn toegestaan. Om dezelfde reden moeten de gegevensdrager en de unieke productidentificatiecode in overeenstemming met internationaal erkende normen worden bekendgemaakt. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan wijzigen door normen te vervangen of toe te voegen volgens welke de gegevensdrager en de unieke identificatiecodes gezien de technische of wetenschappelijke vooruitgang openbaar kunnen worden gemaakt. Hiermee moet worden gewaarborgd dat de informatie uit het productpaspoort door alle marktdeelnemers kan worden geregistreerd en overgedragen en dat de unieke identificatiecode compatibel is met externe onderdelen zoals scanapparatuur.

    (28)

    Om te zorgen voor interoperabiliteit moet worden gespecificeerd welke soorten gegevensdragers zijn toegestaan. Om dezelfde reden moeten de gegevensdrager en de unieke productidentificatiecode in overeenstemming met internationaal erkende normen worden bekendgemaakt. De gegevens moeten via een open interoperabel gegevensuitwisselingsnetwerk zonder afhankelijkheid van één aanbieder kunnen worden doorgegeven. De bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen moet aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan wijzigen door normen te vervangen of toe te voegen volgens welke de gegevensdrager en de unieke identificatiecodes gezien de technische of wetenschappelijke vooruitgang openbaar kunnen worden gemaakt. Hiermee moet worden gewaarborgd dat de informatie uit het productpaspoort door alle marktdeelnemers kan worden geregistreerd en overgedragen en dat de unieke identificatiecode compatibel is met externe onderdelen zoals scanapparatuur.

    Amendement 22

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 29

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (29)

    Om onnodige vertraging bij het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp die geen betrekking hebben op het productpaspoort te voorkomen of om te garanderen dat productpaspoorten doeltreffend kunnen worden ingevoerd, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om productgroepen vrij te stellen van de vereisten voor productpaspoorten indien er geen technische specificaties beschikbaar zijn over de essentiële vereisten voor het technisch ontwerp en de werking van het productpaspoort. Op dezelfde wijze moet de Commissie, om onnodige administratieve lasten voor marktdeelnemers te voorkomen, de mogelijkheid hebben productgroepen vrij te stellen van de vereisten voor productpaspoorten indien andere wetgeving van de Unie al een systeem omvat voor de digitale verstrekking van productinformatie waarmee actoren in de waardeketen toegang tot relevante productinformatie hebben en bevoegde nationale autoriteiten de productconformiteit gemakkelijker kunnen verifiëren. Deze vrijstellingen moeten periodiek worden herzien met inachtneming van de groeiende beschikbaarheid van technische specificaties.

    (29)

    Om onnodige vertraging bij het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp die geen betrekking hebben op het productpaspoort te voorkomen of om te garanderen dat productpaspoorten doeltreffend kunnen worden ingevoerd, moet de Commissie de mogelijkheid hebben om productgroepen vrij te stellen van de vereisten voor productpaspoorten indien er geen technische specificaties beschikbaar zijn over de essentiële vereisten voor het technisch ontwerp en de werking van het productpaspoort. Op dezelfde wijze moet de Commissie, om onnodige administratieve lasten voor marktdeelnemers te voorkomen, de mogelijkheid hebben productgroepen bij wijze van uitzondering vrij te stellen van de vereisten voor productpaspoorten indien andere wetgeving van de Unie al een systeem omvat voor de digitale verstrekking van productinformatie waarmee actoren in de waardeketen toegang tot relevante productinformatie hebben en bevoegde nationale autoriteiten de productconformiteit gemakkelijker kunnen verifiëren. Deze vrijstellingen moeten periodiek worden herzien met inachtneming van de groeiende beschikbaarheid van technische specificaties , en waar mogelijk worden ingetrokken .

    Amendement 23

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 33

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (33)

    Om het productpaspoort doeltreffend uit te rollen, moeten het technisch ontwerp, de gegevensvereisten en de werking van het productpaspoort aan een reeks essentiële technische vereisten voldoen. Op basis van deze vereisten moet het productpaspoort in verschillende sectoren consistent worden gebruikt. Om te garanderen dat die essentiële vereisten doeltreffend worden uitgevoerd, moeten er technische specificaties worden vastgesteld in de vorm van geharmoniseerde normen waarnaar in het Publicatieblad wordt verwezen of, als alternatief, een door de Commissie vastgestelde gemeenschappelijke specificatie. Met het technisch ontwerp moet worden gewaarborgd dat de gegevens veilig en in overeenstemming met de privacyregels in het productpaspoort staan. Het digitale productpaspoort wordt in een open dialoog met internationale partners ontwikkeld, zodat in de technische specificaties rekening kan worden gehouden met hun standpunten, zij kunnen helpen om handelsbelemmeringen voor groenere producten weg te nemen en lagere kosten voor duurzame investeringen, marketing en naleving kunnen worden bewerkstelligd. De technische specificaties en de vereisten inzake traceerbaarheid in de hele waardeketen moeten om doeltreffend te worden uitgevoerd zoveel mogelijk worden ontwikkeld op basis van consensus en de betrokkenheid, steun en effectieve samenwerking van diverse actoren, waaronder normalisatie-instellingen, industriebonden, consumentenorganisaties, deskundigen, ngo’s en internationale partners, zoals ontwikkelingseconomieën.

    (33)

    Om het productpaspoort doeltreffend uit te rollen, moeten het technisch ontwerp, de gegevensvereisten en de werking van het productpaspoort aan een reeks essentiële technische vereisten voldoen. Op basis van deze vereisten moet het productpaspoort in verschillende sectoren consistent worden gebruikt. Om te garanderen dat die essentiële vereisten doeltreffend worden uitgevoerd, moeten er technische specificaties worden vastgesteld in de vorm van geharmoniseerde normen waarnaar in het Publicatieblad wordt verwezen of, als alternatief, een door de Commissie vastgestelde gemeenschappelijke specificatie. Met het technisch ontwerp moet worden gewaarborgd dat de gegevens veilig en in overeenstemming met de privacyregels in het productpaspoort staan. Het digitale productpaspoort wordt in een open dialoog met internationale partners ontwikkeld, zodat in de technische specificaties rekening kan worden gehouden met hun standpunten, zij kunnen helpen om handelsbelemmeringen voor groenere producten met een langere levenscyclus en circulariteit weg te nemen , lagere kosten voor duurzame investeringen, marketing en naleving kunnen worden bewerkstelligd , en innovatie wordt ondersteund . De technische specificaties en de vereisten inzake traceerbaarheid in de hele waardeketen moeten om doeltreffend te worden uitgevoerd zoveel mogelijk worden ontwikkeld op basis van consensus en de betrokkenheid, steun en effectieve samenwerking van diverse actoren, waaronder normalisatie-instellingen, industriebonden , start-ups , consumentenorganisaties, deskundigen, ngo’s en internationale partners, zoals ontwikkelingseconomieën.

    Amendement 24

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 35

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (35)

    Indien op grond van deze verordening persoonsgegevens worden verwerkt, moeten de toepasselijke voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens in acht worden genomen. De verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde nationale autoriteiten binnen de lidstaten moet conform Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (66) verlopen. De verwerking van persoonsgegevens door de Commissie moet overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (67) verlopen.

    (35)

    Indien op grond van deze verordening persoonsgegevens worden verwerkt, moeten de toepasselijke voorschriften inzake de bescherming van persoonsgegevens in acht worden genomen. De verwerking van persoonsgegevens door de bevoegde nationale autoriteiten binnen de lidstaten moet conform Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (66) verlopen , waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar de beginselen inzake gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen . De verwerking van persoonsgegevens door de Commissie moet overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (67) verlopen. Persoonsgegevens van eindgebruikers mogen niet worden opgeslagen in het digitale productpaspoort.

    Amendement 25

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 39

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (39)

    Om consumenten aan te zetten tot duurzamere keuzes moeten etiketten, indien dit is bepaald in de gedelegeerde handelingen die op grond van deze verordening zijn vastgesteld, informatie bevatten waarmee producten doeltreffend kunnen worden vergeleken, zoals prestatieklassen. Vooral voor consumenten kunnen fysieke etiketten een extra informatiebron zijn op de plaats van verkoop. Consumenten kunnen hier snel op kijken om onderscheid tussen producten te maken op basis van hun prestaties in verband met een of meerdere productparameters. Bovendien moet via deze etiketten waar nodig toegang tot extra informatie kunnen worden verkregen, door middel van specifieke kenmerken als webadressen, dynamische QR-codes, koppelingen naar online etiketten of andere consumentgerichte middelen. De Commissie moet de effectiefste manier om dergelijke etiketten weer te geven, ook voor onlineverkoop op afstand, vermelden in de desbetreffende gedelegeerde handeling, met inachtneming van de gevolgen voor klanten en marktdeelnemers en de kenmerken van de desbetreffende producten. De Commissie kan ook vereisen dat het etiket op de verpakking van het product wordt afgedrukt.

    (39)

    Om consumenten aan te zetten tot duurzame keuzes moeten etiketten, indien dit is bepaald in de gedelegeerde handelingen die op grond van deze verordening zijn vastgesteld, duidelijke en gemakkelijk te begrijpen informatie bevatten waarmee producten doeltreffend kunnen worden vergeleken, zoals prestatieklassen. Vooral voor consumenten kunnen fysieke etiketten een extra informatiebron zijn op de plaats van verkoop. Consumenten kunnen hier snel op kijken om onderscheid tussen producten te maken op basis van hun prestaties in verband met een of meerdere productparameters. Bovendien moet via deze etiketten waar nodig toegang tot extra informatie kunnen worden verkregen, door middel van specifieke kenmerken als webadressen, dynamische QR-codes, koppelingen naar online etiketten of andere consumentgerichte middelen. De Commissie moet de effectiefste manier om dergelijke etiketten weer te geven, ook voor onlineverkoop op afstand, vermelden in de desbetreffende gedelegeerde handeling, met inachtneming van de gevolgen voor klanten en marktdeelnemers en de kenmerken van de desbetreffende producten. De Commissie kan ook vereisen dat het etiket op de verpakking van het product wordt afgedrukt.

    Amendement 26

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 41

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (41)

    Consumenten moeten worden beschermd tegen misleidende informatie die hun keuzes voor duurzamere producten in de weg zouden kunnen staan. Daarom moet het worden verboden producten in de handel te brengen met een etiket dat de etiketten uit deze verordening nabootst.

    (41)

    Consumenten moeten worden beschermd tegen misleidende informatie die hun keuzes voor duurzamere producten in de weg zouden kunnen staan. Daarom moet het worden verboden producten in de handel te brengen met een etiket dat misleidende of tegenstrijdige informatie bevat of de etiketten uit deze verordening nabootst. Het moet echter mogelijk blijven om een EU-milieukeur of andere bestaande milieukeuren van type I te blijven vermelden, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 66/2010.

    Amendement 27

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 42

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (42)

    Om de doelstellingen uit de Europese Green Deal zo efficiënt mogelijk te behalen en de producten met de meeste impact als eerst aan te pakken, moet de Commissie de producten die op grond van deze verordening moeten worden gereguleerd en de hiervoor geldende vereisten prioriteren. Op basis van het proces dat is gevolgd voor de prioritering op grond van Richtlijn 2009/125/EG moet de Commissie een werkplan opstellen dat ten minste drie jaar bestrijkt en een lijst productgroepen bevat waarvoor zij gedelegeerde handelingen wil vaststellen, evenals de productaspecten waarvoor zij horizontaal toepasselijke gedelegeerde handelingen wil vaststellen. De Commissie moet haar prioritering baseren op een reeks criteria die voornamelijk betrekking hebben op de mogelijke bijdrage van de gedelegeerde handelingen aan de klimaat-, milieu- en energiedoelstellingen van de Unie en hun potentieel om de geselecteerde productaspecten te verbeteren zonder onevenredige kosten voor het publiek en marktdeelnemers. Gezien hun belang voor het behalen van de energiedoelstellingen van de Unie moeten de werkplannen voldoende acties in verband met energiegerelateerde producten bevatten. Lidstaten en belanghebbenden moeten bovendien worden geraadpleegd in het forum inzake ecologisch ontwerp. Vanwege de complementariteit tussen deze verordening en Verordening (EU) 2017/1369 voor energiegerelateerde producten moeten de tijdschema’s voor het werkplan op grond van deze verordening en het tijdschema van artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1369 op elkaar worden afgestemd.

    (42)

    Om de doelstellingen uit de Europese Green Deal zo efficiënt mogelijk te behalen en de producten met de meeste impact als eerst aan te pakken, moet de Commissie de producten die op grond van deze verordening moeten worden gereguleerd en de hiervoor geldende vereisten prioriteren. Op basis van het proces dat is gevolgd voor de prioritering op grond van Richtlijn 2009/125/EG moet de Commissie een werkplan opstellen dat ten minste drie jaar bestrijkt en een lijst productgroepen bevat waarvoor zij gedelegeerde handelingen wil vaststellen, evenals de productaspecten waarvoor zij horizontaal toepasselijke gedelegeerde handelingen wil vaststellen en de verwachte tijdschema’s voor hun totstandkoming. Het werkplan en de actualiseringen ervan moeten worden openbaar gemaakt en vóór de vaststelling ervan aan het Europees Parlement worden voorgelegd . De Commissie moet met name rekening houden met de in deze verordening genoemde productgroepen en zich bij het vaststellen van haar prioriteiten baseren op een reeks criteria die in het bijzonder betrekking hebben op de bijdrage van de gedelegeerde handelingen aan de klimaat-, milieu- en energiedoelstellingen van de Unie en hun potentieel om de geselecteerde productaspecten te verbeteren zonder onevenredige kosten voor het publiek en marktdeelnemers. Gezien hun belang voor het behalen van de energiedoelstellingen van de Unie moeten de werkplannen voldoende acties in verband met energiegerelateerde producten bevatten. Lidstaten en belanghebbenden moeten bovendien worden geraadpleegd in het forum inzake ecologisch ontwerp. Vanwege de complementariteit tussen deze verordening en Verordening (EU) 2017/1369 voor energiegerelateerde producten moeten de tijdschema’s voor het werkplan op grond van deze verordening en het tijdschema van artikel 15 van Verordening (EU) 2017/1369 op elkaar worden afgestemd.

    Amendement 28

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 42 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    (42 bis)

    De cementindustrie is, als een van de meest energie-, materiaal- en koolstofintensieve sectoren, momenteel verantwoordelijk voor ongeveer 7 % van de mondiale CO2-emissies en 4 % van de CO-emissies  (1 bis) in de EU, waardoor deze sector van cruciaal belang is om zo snel mogelijk te kunnen voldoen aan de klimaatovereenkomst van Parijs en de klimaatdoelstellingen van de Unie. Bouwproducten, met inbegrip van cement, moeten weliswaar onder [de komende verordening tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 305/2011 (2022/0094 COD)] vallen, maar blijven ook onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Om te vermijden dat productvereisten ontbreken die dringend nodig zijn om onze klimaat- en milieudoelstellingen te bereiken, moet het ontbreken van passende prestatie- en informatievereisten voor deze producten in het kader van [de komende verordening tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het in de handel brengen van bouwproducten, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 305/2011 (2022/0094 COD)] ertoe leiden dat zij in het volgende werkprogramma van onderhavige verordening worden opgenomen.

     

    Amendement 29

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 43

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (43)

    In deze verordening moeten wat betreft bouwproducten uitsluitend vereisten voor eindproducten worden vastgesteld indien de verplichtingen van [de herziene bouwproductenverordening] en de uitvoering ervan waarschijnlijk niet toereikend zijn om de doelstellingen op het gebied van milieuduurzaamheid uit deze verordening te behalen. Bij het opstellen van werkplannen moet de Commissie er bovendien rekening mee houden dat [de herziene bouwproductenverordening] in navolging van de huidige praktijk voor energiegerelateerde producten die ook bouwproducten zijn voorrang moet verlenen aan duurzaamheidseisen die op grond van deze verordening zijn vastgesteld. Dit zou bijvoorbeeld het geval moeten zijn voor verwarmingstoestellen, boilers, warmtepompen, toestellen voor water- en ruimteverwarming, ventilatoren, koel- en ventilatiesystemen en fotovoltaïsche producten (met uitzondering van fotovoltaïsche panelen). Indien nodig kan voor deze producten voornamelijk wat betreft veiligheidsaspecten complementair worden opgetreden uit hoofde van [de herziene bouwproductenverordening], waarbij ook rekening wordt gehouden met andere Uniewetgeving inzake producten zoals gastoestellen, laagspanning en machines.

    (43)

    Bij het opstellen van werkplannen moet de Commissie er rekening mee houden dat [de herziene bouwproductenverordening] van de huidige praktijk voor energiegerelateerde producten die ook bouwproducten zijn voorrang moet verlenen aan duurzaamheidseisen die op grond van deze verordening zijn vastgesteld. Dit zou bijvoorbeeld het geval moeten zijn voor verwarmingstoestellen, boilers, warmtepompen, toestellen voor water- en ruimteverwarming, ventilatoren, koel- en ventilatiesystemen en fotovoltaïsche producten (met uitzondering van fotovoltaïsche panelen). Indien nodig kan voor deze producten voornamelijk wat betreft veiligheidsaspecten complementair worden opgetreden uit hoofde van [de herziene bouwproductenverordening], waarbij ook rekening wordt gehouden met andere Uniewetgeving inzake producten zoals gastoestellen, laagspanning en machines.

    Amendement 30

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 44

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (44)

    Teneinde zelfregulering te stimuleren als geldig alternatief voor een regelgevingsaanpak, moet de industrie in deze verordening, in navolging van Richtlijn 2009/125/EG, de mogelijkheid worden geboden zelfreguleringsmaatregelen in te dienen. De Commissie moet de door de industrie voorgestelde zelfreguleringsmaatregelen, samen met de door de ondertekenaars verstrekte informatie en bewijsmaterialen, onder meer beoordelen in het licht van de internationale handelsverplichtingen van de Unie en de noodzaak om coherentie met het Unierecht te waarborgen. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend voor het vaststellen en actualiseren van een handeling met daarin de zelfreguleringsmaatregelen die als geldige alternatieven voor een gedelegeerde handeling tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp worden beschouwd. Het is ook passend dat de Commissie, bijvoorbeeld met het oog op relevante technologische of marktontwikkelingen binnen de betrokken productgroep, om een herziene versie van de zelfreguleringsmaatregelen kan verzoeken wanneer zij dit nodig acht. Zodra een zelfreguleringsmaatregel is opgenomen in een uitvoeringshandeling , hebben marktdeelnemers een gewettigd vertrouwen dat de Commissie geen gedelegeerde handeling tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor deze specifieke productgroep zal vaststellen. Het is echter niet uitgesloten dat de Commissie voor de productaspecten die in die zelfreguleringsmaatregel niet aan de orde komen horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp vaststelt die ook gelden voor producten die onder een erkende zelfreguleringsmaatregel vallen. Indien de Commissie van mening is dat een zelfreguleringsmaatregel niet langer aan de criteria uit deze verordening voldoet, verwijdert zij deze uit de uitvoeringshandeling die de erkende zelfreguleringsmaatregelen bevat. Dientengevolge kunnen er vervolgens in overeenstemming met deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld voor de productgroepen die eerder aan bod kwamen in de zelfreguleringsmaatregel.

    (44)

    Teneinde zelfregulering aan te moedigen als geldig alternatief voor een regelgevingsaanpak, moet de industrie in deze verordening, in navolging van Richtlijn 2009/125/EG, de mogelijkheid worden geboden zelfreguleringsmaatregelen in te dienen wanneer die producten of productgroepen niet zijn opgenomen in het werkplan inzake ecologisch ontwerp. Zelfreguleringsmaatregelen moeten worden afgestemd op de doelstellingen van deze verordening . De Commissie moet de door de industrie voorgestelde zelfreguleringsmaatregelen, samen met de door de ondertekenaars verstrekte informatie en bewijsmaterialen, onder meer beoordelen in het licht van de internationale handelsverplichtingen van de Unie en de noodzaak om coherentie met het Unierecht te waarborgen. De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om een handeling vast te stellen en te actualiseren met daarin de zelfreguleringsmaatregelen die als geldige alternatieven voor een gedelegeerde handeling tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp worden beschouwd. Het is ook passend dat de Commissie, bijvoorbeeld met het oog op relevante technologische of marktontwikkelingen binnen de betrokken productgroep, om een herziene versie van de zelfreguleringsmaatregelen kan verzoeken wanneer zij dit nodig acht. Zodra een zelfreguleringsmaatregel is opgenomen in een gedelegeerde handeling , hebben marktdeelnemers een gewettigd vertrouwen dat de Commissie geen gedelegeerde handeling tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor deze specifieke productgroep zal vaststellen. Het is echter niet uitgesloten dat de Commissie voor de productaspecten die in die zelfreguleringsmaatregel niet aan de orde komen horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp vaststelt die ook gelden voor producten die onder een erkende zelfreguleringsmaatregel vallen. Indien de Commissie van mening is dat een zelfreguleringsmaatregel niet langer aan de criteria uit deze verordening voldoet, verwijdert zij deze uit de gedelegeerde handeling die de erkende zelfreguleringsmaatregelen bevat. Dientengevolge kunnen er vervolgens in overeenstemming met deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld voor de productgroepen die eerder aan bod kwamen in de zelfreguleringsmaatregel.

    Amendement 31

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 45

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (45)

    Micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zouden enorm kunnen profiteren van een stijgende vraag naar duurzame producten, maar zouden ook te maken kunnen krijgen met kosten en problemen met bepaalde vereisten. De lidstaten en de Commissie moeten binnen het gebied waarvoor zij verantwoordelijk zijn relevante informatie verstrekken, zorgen voor gerichte en gespecialiseerde opleiding en, onder andere op financieel gebied, specifieke hulp en ondersteuning bieden aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die producten maken waarvoor vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld. Die verrichtingen hebben bijvoorbeeld betrekking op de berekening van de milieuvoetafdruk van producten en de technische uitvoering van het productpaspoort . De lidstaten moeten hun verrichtingen uitvoeren in overeenstemming met de geldende staatssteunregels.

    (45)

    Micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) zouden enorm kunnen profiteren van een stijgende vraag naar duurzame producten, maar zouden ook te maken kunnen krijgen met kosten en problemen met bepaalde vereisten. Teneinde kmo’s te ondersteunen, moeten de lidstaten en de Commissie binnen het gebied waarvoor zij verantwoordelijk zijn relevante informatie verstrekken, zorgen voor gerichte en gespecialiseerde opleiding en, ook op financieel gebied met behulp van bestaande steun- en financieringsinstrumenten , specifieke hulp en ondersteuning bieden aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die producten maken waarvoor vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld. Die maatregelen moeten ten minste specifieke mechanismen omvatten om de naleving van de vereisten van het productpaspoort te vergemakkelijken en levenscyclusbeoordelingen uit te voeren . De lidstaten moeten hun verrichtingen uitvoeren in overeenstemming met de geldende staatssteunregels.

    Amendement 32

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 46

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (46)

    De vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen, zoals textiel en schoeisel, door marktdeelnemers is een wijdverspreid milieuprobleem in de hele Unie aan het worden, voornamelijk door toedoen van de snelle groei van de onlineverkoop. Dit brengt het verlies van waardevolle economische hulpbronnen met zich mee, daar de goederen worden geproduceerd en vervoerd en vervolgens worden vernietigd zonder voor het beoogde doel te zijn gebruikt. Het is derhalve voor de milieubescherming noodzakelijk dat in deze verordening een kader wordt vastgesteld om de vernietiging van niet-verkochte producten die overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad (69) hoofdzakelijk zijn bestemd voor consumenten te voorkomen, met inbegrip van producten die door een consument zijn teruggezonden op grond van zijn herroepingsrecht overeenkomstig Richtlijn (EU) 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad (70). Met dit kader wordt het milieueffect van die producten verkleind, doordat minder afvalstoffen worden geproduceerd en overproductie wordt ontmoedigd. Gezien het feit dat verschillende lidstaten nationale wetgeving over de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen hebben ingevoerd, waardoor de marktverstoringen zijn opgetreden, zijn hierover bovendien geharmoniseerde regels nodig, zodat dezelfde regels en stimuleringsmaatregelen gelden voor distributeurs, detailhandelaren en andere marktdeelnemers in alle lidstaten.

    (46)

    De vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen, zoals textiel en schoeisel, alsook elektrische en elektronische apparatuur, door marktdeelnemers is een wijdverspreid milieuprobleem in de hele Unie aan het worden, voornamelijk door toedoen van de snelle groei van de onlineverkoop. Dit brengt het verlies van waardevolle economische hulpbronnen met zich mee, daar de goederen worden geproduceerd en vervoerd en vervolgens worden vernietigd zonder voor het beoogde doel te zijn gebruikt. Het is derhalve voor de milieubescherming noodzakelijk dat in deze verordening een kader wordt vastgesteld om de vernietiging van niet-verkochte producten die overeenkomstig Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad (69) hoofdzakelijk zijn bestemd voor consumenten te voorkomen, met inbegrip van producten die door een consument zijn teruggezonden op grond van zijn herroepingsrecht overeenkomstig Richtlijn (EU) 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad (70). Met dit kader wordt het milieueffect van die producten verkleind, doordat minder afvalstoffen worden geproduceerd en overproductie wordt ontmoedigd. Gezien het feit dat verschillende lidstaten nationale wetgeving over de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen hebben ingevoerd, waardoor de marktverstoringen zijn opgetreden, zijn hierover bovendien geharmoniseerde regels nodig, zodat dezelfde regels en stimuleringsmaatregelen gelden voor distributeurs, detailhandelaren en andere marktdeelnemers in alle lidstaten.

    Amendement 33

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 47

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (47)

    Om de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen te ontmoedigen en meer gegevens over deze praktijk te genereren, moet in deze verordening een transparantieverplichting worden ingevoerd voor marktdeelnemers die consumptiegoederen in de Unie bezitten, op basis waarvan zij informatie over het aantal niet-verkochte consumptiegoederen dat per jaar wordt verwijderd openbaar moeten maken. De marktdeelnemer moet het producttype of de productcategorie, de redenen voor verwijdering van de goederen en de levering ervan voor latere afvalverwerkingsverrichtingen vermelden. Hoewel marktdeelnemers zelf mogen bepalen hoe zij die informatie openbaar maken op een wijze die bij hun onderneming past, wordt het als beste praktijk beschouwd om de gevraagde informatie indien passend op te nemen in een publiekelijk beschikbare niet-financiële verklaring die is opgesteld in overeenstemming met artikel 19 bis van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (71).

    (47)

    Om de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen te ontmoedigen en meer gegevens over deze praktijk te genereren, moet in deze verordening een transparantieverplichting worden ingevoerd voor marktdeelnemers die consumptiegoederen in de Unie bezitten, op basis waarvan zij informatie over het aantal niet-verkochte consumptiegoederen dat per jaar wordt verwijderd openbaar moeten maken op een website van de Commissie. Marktdeelnemers moeten het producttype of de productcategorie, de redenen voor verwijdering van de goederen en de levering ervan voor latere afvalverwerkingsverrichtingen vermelden. Het moet ook als een beste praktijk worden beschouwd om de gevraagde informatie , indien passend , op te nemen in een publiekelijk beschikbare niet-financiële verklaring die is opgesteld in overeenstemming met artikel 19 bis van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (71).

    Amendement 34

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 48

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (48)

    Indien de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen wijdverspreid is, moet om dit te voorkomen de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen door de vernietiging van dergelijke producten te verbieden. Gezien het brede gamma aan producten dat mogelijk vernietigd kan worden zonder ooit te worden verkocht of gebruikt, is het noodzakelijk om deze bevoegdheid in deze verordening vast te stellen. Het verbod dat in de gedelegeerde handelingen is vastgesteld, moet echter gelden voor specifieke productgroepen die worden bepaald op basis van een beoordeling van de Commissie over de mate waarin de vernietiging van dergelijke producten in de praktijk plaatsvindt, met inachtneming van de informatie die marktdeelnemers eventueel openbaar hebben gemaakt. Om te waarborgen dat deze verplichting evenredig is, moet de Commissie specifieke vrijstellingen overwegen voor gevallen waarin het vernietigen van niet-verkochte consumptiegoederen toegestaan kan zijn, bijvoorbeeld met het oog op de volksgezondheid en de veiligheid. Voor het monitoren van de doeltreffendheid van dit verbod en het ontmoedigen van omzeiling, moeten marktdeelnemers openbaar maken hoeveel niet-verkochte consumptiegoederen zij op grond van geldende vrijstellingen vernietigen en wat de redenen hiervoor zijn. Om onnodige administratieve lasten voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te voorkomen, moeten zij worden vrijgesteld van de verplichting om hun verwijderde niet-verkochte producten openbaar te maken en van het verbod om in gedelegeerde handelingen vastgestelde specifieke productgroepen te verwijderen. Als er echter redelijk bewijs is dat micro-, kleine en middelgrote ondernemingen worden gebruikt om deze verplichtingen te omzeilen, moet de Commissie in die gedelegeerde handelingen voor bepaalde productgroepen kunnen vereisten dat deze verplichtingen ook voor deze ondernemingen gelden.

    (48)

    Indien de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen wijdverspreid is, moet om dit te voorkomen de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen door de vernietiging van dergelijke producten te verbieden. Gezien het brede gamma aan producten dat mogelijk vernietigd kan worden zonder ooit te worden verkocht of gebruikt, is het noodzakelijk om deze bevoegdheid in deze verordening vast te stellen. Het verbod dat in de gedelegeerde handelingen is vastgesteld, moet echter gelden voor specifieke productgroepen die worden bepaald op basis van een beoordeling van de Commissie over de mate waarin de vernietiging van dergelijke producten in de praktijk plaatsvindt, met inachtneming van de informatie die marktdeelnemers eventueel openbaar hebben gemaakt. Om te waarborgen dat deze verplichting evenredig is, moet de Commissie specifieke vrijstellingen overwegen voor gevallen waarin het vernietigen van niet-verkochte consumptiegoederen toegestaan kan zijn, bijvoorbeeld met het oog op de volksgezondheid en de veiligheid. De Commissie moet marktdeelnemers ook voldoende tijd gunnen om zich aan de nieuwe eisen van een dergelijk verbod aan te passen. Voor het monitoren van de doeltreffendheid van dit verbod en het ontmoedigen van omzeiling, moeten marktdeelnemers openbaar maken hoeveel niet-verkochte consumptiegoederen zij op grond van geldende vrijstellingen vernietigen en wat de redenen hiervoor zijn. Om onnodige administratieve lasten voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te voorkomen, moeten zij worden vrijgesteld van de verplichting om hun verwijderde niet-verkochte producten openbaar te maken en van het verbod om in gedelegeerde handelingen vastgestelde specifieke productgroepen te verwijderen. Als er echter redelijk bewijs is dat micro-, kleine en middelgrote ondernemingen worden gebruikt om deze verplichtingen te omzeilen, moet de Commissie in die gedelegeerde handelingen voor bepaalde productgroepen kunnen vereisten dat deze verplichtingen ook voor deze ondernemingen gelden. Een jaar na … [de datum van inwerkingtreding van deze verordening], moet de vernietiging van onverkochte consumptiegoederen door marktdeelnemers worden verboden voor textiel en schoeisel, alsook voor elektrische en elektronische apparatuur, aangezien er voldoende bewijs is dat de vernietiging van dergelijke producten plaatsvindt en milieuschade veroorzaakt.

    Amendement 35

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 59

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (59)

    Het is essentieel dat elektronische marktplaatsen nauw samenwerken met de markttoezichtautoriteiten. Artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad (74) bevat de verplichting voor aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij om samen te werken met markttoezichtautoriteiten in verband met producten die onder die verordening vallen, met inbegrip van producten waarvoor vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld. Om de samenwerking verder te verbeteren en zo illegale inhoud in verband met non-conforme producten aan te pakken , moet deze verordening concrete verplichtingen bevatten om deze samenwerking in de praktijk te brengen met betrekking tot elektronische marktplaatsen. Markttoezichtautoriteiten verbeteren bijvoorbeeld voortdurend de technologische hulpmiddelen die zij voor onlinemarkttoezicht gebruiken om non-conforme producten die online worden verkocht te identificeren. Om deze hulpmiddelen te kunnen gebruiken , moeten elektronische marktplaatsen toegang verlenen tot hun interfaces . Bovendien kan het voor markttoezichtautoriteiten nodig zijn om gegevens van de elektronische marktplaatsen te scrapen .

    (59)

    Het is essentieel dat elektronische marktplaatsen nauw samenwerken met de markttoezichtautoriteiten. Artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad (74) bevat de verplichting voor aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij om samen te werken met markttoezichtautoriteiten in verband met producten die onder die verordening vallen, met inbegrip van producten waarvoor vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld.  Om gelijke tred te houden met de technologische ontwikkeling en met nieuwe vormen van verkoop moeten de verplichtingen inzake “op conformiteit gericht ontwerp” voor aanbieders van elektronische marktplaatsen zoals vastgelegd in artikel 31 van Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad74bis van toepassing zijn voor de informatie die vereist is uit hoofde van artikel 25 en artikel 30, lid 1 , van deze verordening en, in voorkomend geval, voor de vereisten als bedoeld in de gedelegeerde handelingen die uit hoofde van artikel 4 van deze verordening zijn vastgesteld. De handhaving van die verplichtingen is onderworpen aan de voorschriften van hoofdstuk IV van Verordening (EU) 2022/2065. Voor de toepassing van artikel 31, lid 3 , van Verordening (EU) 2022/2065 moeten aanbieders van elektronische marktplaatsen ten minste gebruikmaken van het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem . Het moet mogelijk zijn dat het enige contactpunt in het kader van deze verordening hetzelfde is als het contactpunt in het kader van artikel 11 van Verordening (EU) 2022/2065, zonder de verwezenlijking van de doelstelling om kwesties in verband met productveiligheid snel en op specifieke wijze af te handelen, in gevaar te brengen . (74a)

     

    Amendement 36

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 68

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (68)

    Indien er geen geharmoniseerde normen zijn, moeten gemeenschappelijke specificaties als terugvaloplossing worden gebruikt om de fabrikant te helpen voldoen aan zijn verplichting de vereisten inzake ecologisch ontwerp na te leven, bijvoorbeeld als het normalisatieproces stilligt omdat belanghebbenden niet tot een consensus komen of er onnodige vertragingen optreden bij het opstellen van de geharmoniseerde norm. Dergelijke vertragingen kunnen bijvoorbeeld optreden als de vereiste kwaliteit niet wordt gerealiseerd. Bovendien moet deze oplossing kunnen worden ingezet indien de Commissie de referenties van de betrokken geharmoniseerde normen heeft beperkt of ingetrokken in overeenstemming met artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1025/2012. Indien de gemeenschappelijke specificaties worden nageleefd, geldt er eveneens een vermoeden van conformiteit.

    (68)

    Het huidige normalisatiekader van de Unie, dat stoelt op de beginselen van de zogenaamde “nieuwe aanpak” en op Verordening (EU) 1025/2012, vormt het kader voor het opstellen van normen die een vermoeden van conformiteit met de relevante vereisten van deze verordening vestigen. Indien er geen relevante verwijzingen naar geharmoniseerde normen zijn, moeten , via de vaststelling van uitvoeringshandelingen, gemeenschappelijke specificaties als terugvaloplossing worden gebruikt om de fabrikant te helpen voldoen aan zijn verplichting de vereisten inzake ecologisch ontwerp na te leven, bijvoorbeeld als het normalisatieproces stilligt omdat belanghebbenden niet tot een consensus komen of er onnodige vertragingen optreden bij het opstellen van de geharmoniseerde norm en de voorgeschreven uiterste termijn niet kan worden gerespecteerd . Dergelijke vertragingen kunnen bijvoorbeeld optreden als de vereiste kwaliteit niet wordt gerealiseerd. Bovendien moet deze oplossing kunnen worden ingezet indien de Commissie de referenties van de betrokken geharmoniseerde normen heeft beperkt of ingetrokken in overeenstemming met artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1025/2012. Indien de gemeenschappelijke specificaties worden nageleefd, geldt er eveneens een vermoeden van conformiteit. Om de efficiëntie te waarborgen moet de Commissie relevante belanghebbenden betrekken bij de vaststelling van de gemeenschappelijke specificaties voor de vereisten inzake ecologisch ontwerp van deze verordening.

    Amendement 37

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 86

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (86)

    Om consumenten te stimuleren duurzamere keuzes te maken, voornamelijk wanneer duurzamere producten niet betaalbaar genoeg zijn, moet worden voorzien in regelingen zoals ecozegels en milieubelastingen . Indien lidstaten ervoor kiezen gebruik te maken van stimulansen voor het belonen van producten met de beste prestaties waarvoor in de gedelegeerde handelingen op grond van deze verordening prestatieklassen zijn vastgesteld, moeten zij dit doen door die stimulansen te richten op de hoogste twee prestatieklassen, tenzij in de desbetreffende gedelegeerde handeling anders is bepaald. Lidstaten mogen echter niet verbieden een product in de handel te brengen op basis van zijn prestatieklasse. Om dezelfde reden moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen door verder te specificeren op welke productparameters of daaraan gerelateerde prestatieniveaus de stimulansen van lidstaten betrekking hebben indien er in de toepasselijke gedelegeerde handeling geen prestatieklasse is bepaald of indien er prestatieklassen in verband met meerdere productparameters zijn vastgesteld. De invoering van stimulansen van lidstaten mag geen afbreuk doen aan de toepassing van de staatssteunregels van de Unie.

    (86)

    Om consumenten te stimuleren duurzamere keuzes te maken, voornamelijk wanneer duurzamere producten niet betaalbaar genoeg zijn, moet worden voorzien in regelingen zoals milieubelastingen en ecozegels , die alleen kunnen worden gebruikt om milieuvriendelijke producten en diensten aan te schaffen . Indien lidstaten ervoor kiezen gebruik te maken van stimulansen voor het belonen van producten met de beste prestaties waarvoor in de gedelegeerde handelingen op grond van deze verordening prestatieklassen zijn vastgesteld, moeten zij dit doen door die stimulansen te richten op de hoogste twee prestatieklassen, tenzij in de desbetreffende gedelegeerde handeling anders is bepaald. Lidstaten mogen echter niet verbieden een product in de handel te brengen op basis van zijn prestatieklasse. Om dezelfde reden moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij deze verordening kan aanvullen door verder te specificeren op welke productparameters of daaraan gerelateerde prestatieniveaus de stimulansen van lidstaten betrekking hebben indien er in de toepasselijke gedelegeerde handeling geen prestatieklasse is bepaald of indien er prestatieklassen in verband met meerdere productparameters zijn vastgesteld. De invoering van stimulansen van lidstaten mag geen afbreuk doen aan de toepassing van de staatssteunregels van de Unie.

    Amendement 38

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 87

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (87)

    Overheidsopdrachten zijn goed voor 14 % van het bbp van de Unie. Om bij te dragen aan de doelstelling voor het verwezenlijken van klimaatneutraliteit, het verbeteren van de energie- en hulpbronnenefficiëntie en de overgang naar een circulaire economie die de volksgezondheid en biodiversiteit beschermt, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij waar nodig aanbestedende diensten en entiteiten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2014/24/EU (78) en Richtlijn 2014/25/EU (79) van het Europees Parlement en de Raad kan verplichten hun aanbesteding af te stemmen op specifieke criteria voor groene overheidsopdrachten of doelstellingen, die moeten worden vastgelegd in de gedelegeerde handelingen die op grond van deze verordening worden vastgesteld. De criteria of doelstellingen die in gedelegeerde handelingen voor specifieke productgroepen zijn vastgesteld, moeten niet alleen worden nageleefd indien deze producten rechtstreeks worden aangeschaft in overheidsopdrachten voor leveringen, maar ook in overheidsopdrachten voor werken en diensten indien deze producten worden gebruikt voor activiteiten die het onderwerp van die contracten vormen. In tegenstelling tot met een vrijwillige benadering, wordt er met verplichte criteria of doelstellingen gezorgd voor een optimaal hefboomeffect van overheidsuitgaven om de vraag naar beter presterende producten te stimuleren. De criteria moeten transparant, objectief en niet-discriminerend zijn.

    (87)

    Overheidsopdrachten zijn goed voor 14 % van het bbp van de Unie. Om bij te dragen aan de doelstelling voor het verwezenlijken van klimaatneutraliteit, het verbeteren van de energie- en hulpbronnenefficiëntie en de overgang naar een circulaire economie die de volksgezondheid en biodiversiteit beschermt, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij waar nodig aanbestedende diensten en entiteiten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2014/24/EU (78) en Richtlijn 2014/25/EU (79) van het Europees Parlement en de Raad kan verplichten hun aanbesteding af te stemmen op specifieke criteria voor groene overheidsopdrachten of doelstellingen, die moeten worden vastgelegd in de gedelegeerde handelingen die op grond van deze verordening worden vastgesteld. De criteria of doelstellingen die in gedelegeerde handelingen voor specifieke productgroepen zijn vastgesteld, moeten niet alleen worden nageleefd indien deze producten rechtstreeks worden aangeschaft in overheidsopdrachten voor leveringen, maar ook in overheidsopdrachten voor werken en diensten indien deze producten worden gebruikt voor activiteiten die het onderwerp van die contracten vormen. In tegenstelling tot met een vrijwillige benadering, wordt er met verplichte criteria of doelstellingen gezorgd voor een optimaal hefboomeffect van overheidsuitgaven om de vraag naar beter presterende producten in alle lidstaten te stimuleren. De criteria moeten transparant, objectief en niet-discriminerend zijn.

    Amendement 39

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 88

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (88)

    De doeltreffende handhaving van vereisten inzake ecologisch ontwerp is essentieel om gelijkwaardige mededinging op de Uniemarkt te garanderen en om ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen en bijdrage aan het behalen van de klimaat-, energie- en circulariteitsdoelstellingen van de Unie worden verwezenlijkt. Daarom moet Verordening (EU) 2019/1020, waarin een horizontaal kader is vastgesteld voor markttoezicht en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, van toepassing zijn op producten waarvoor uit hoofde van deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld, voor zover deze verordening geen specifieke bepalingen met hetzelfde doel, dezelfde aard of hetzelfde effect bevat. Om de problematische mate van non-conformiteit van producten die onder op grond van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde uitvoeringsmaatregelen vallen te verlagen, beter te voorkomen dat toekomstige vereisten inzake ecologisch ontwerp niet worden nageleefd, en rekening te houden met de bredere reikwijdte en de verhoogde ambitie van deze verordening in vergelijking met Richtlijn 2009/125/EG, moet deze verordening bovendien specifieke aanvullende regels bevatten ter aanvulling van het kader dat is gecreëerd in Verordening (EU) 2019/1020. Deze specifieke aanvullende regels moeten gericht zijn op de verdere planning, coördinatie en ondersteuning van de inspanningen van lidstaten en moeten de Commissie aanvullende instrumenten bieden om te waarborgen dat markttoezichtautoriteiten voldoende actie ondernemen om te voorkomen dat vereisten inzake ecologisch ontwerp niet worden nageleefd.

    (88)

    De doeltreffende handhaving van vereisten inzake ecologisch ontwerp is essentieel om gelijkwaardige mededinging op de Uniemarkt te garanderen en om ervoor te zorgen dat de verwachte voordelen en bijdrage aan het behalen van de klimaat-, energie- en circulariteitsdoelstellingen van de Unie worden verwezenlijkt. Daarom moet Verordening (EU) 2019/1020, waarin een horizontaal kader is vastgesteld voor markttoezicht en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, van toepassing zijn op producten waarvoor uit hoofde van deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp zijn vastgesteld, voor zover deze verordening geen specifieke bepalingen met hetzelfde doel, dezelfde aard of hetzelfde effect bevat. Om de problematische mate van non-conformiteit van producten die onder op grond van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde uitvoeringsmaatregelen vallen te verlagen, beter te voorkomen dat toekomstige vereisten inzake ecologisch ontwerp niet worden nageleefd, en rekening te houden met de bredere reikwijdte en de verhoogde ambitie van deze verordening in vergelijking met Richtlijn 2009/125/EG, moet deze verordening bovendien specifieke aanvullende regels bevatten ter aanvulling van het kader dat is gecreëerd in Verordening (EU) 2019/1020. Deze specifieke aanvullende regels moeten gericht zijn op de verdere planning, coördinatie en ondersteuning van de inspanningen van lidstaten en moeten de Commissie aanvullende instrumenten bieden om te waarborgen dat markttoezichtautoriteiten voldoende actie ondernemen om te voorkomen dat vereisten inzake ecologisch ontwerp niet worden nageleefd en om, in voorkomend geval, de naleving te herstellen .

    Amendement 40

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 90

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (90)

    Om te waarborgen dat er op passende schaal controles in verband met vereisten inzake ecologisch ontwerp worden uitgevoerd, stellen de lidstaten een specifiek actieplan op met de producten of vereisten die in deze verordening als prioriteiten voor markttoezicht zijn geïdentificeerd en de geplande activiteiten om de non-conformiteit van relevante producten of met relevante vereisten inzake ecologisch ontwerp te beperken. Dit actieplan moet indien van toepassing deel uitmaken van de nationale strategieën voor markttoezicht van de lidstaten die zijn vastgesteld op grond van artikel 13 van Verordening (EU) 2019/1020.

    (90)

    Om te waarborgen dat er op passende schaal controles in verband met vereisten inzake ecologisch ontwerp worden uitgevoerd, stellen de lidstaten een specifiek actieplan op met de producten of vereisten die in deze verordening als prioriteiten voor markttoezicht zijn geïdentificeerd en de geplande activiteiten om de non-conformiteit van relevante producten of met relevante vereisten inzake ecologisch ontwerp te beperken of te beëindigen . Dit actieplan moet indien van toepassing deel uitmaken van de nationale strategieën voor markttoezicht van de lidstaten die zijn vastgesteld op grond van artikel 13 van Verordening (EU) 2019/1020.

    Amendement 41

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 91

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (91)

    Prioriteiten voor markttoezicht op grond van deze verordening moeten worden geïdentificeerd op basis van objectieve criteria, zoals de waargenomen mate van niet-naleving of de milieueffecten van niet-naleving. De geplande activiteiten voor het aanpakken van die prioriteiten moeten op hun beurt evenredig zijn met de feiten die de aanleiding voor de prioritering vormen. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om te bepalen welke producten en vereisten lidstaten als prioriteiten voor markttoezicht moeten beschouwen in hun actieplannen voor het identificeren van prioriteiten voor markttoezicht op grond van deze verordening en de geplande activiteiten voor het beperken van de niet-naleving.

    (91)

    Prioriteiten voor markttoezicht op grond van deze verordening moeten worden geïdentificeerd op basis van objectieve criteria, zoals de waargenomen mate van niet-naleving , de milieueffecten van niet-naleving of het aantal ontvangen klachten . De geplande activiteiten voor het aanpakken van die prioriteiten moeten op hun beurt evenredig zijn met de feiten die de aanleiding voor de prioritering vormen. Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om te bepalen welke producten en vereisten lidstaten als prioriteiten voor markttoezicht moeten beschouwen in hun actieplannen voor het identificeren van prioriteiten voor markttoezicht op grond van deze verordening en de geplande activiteiten voor het beperken van de niet-naleving.

    Amendement 42

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 92

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (92)

    Indien er ondanks de verbeterde planning, coördinatie en ondersteuning uit deze verordening een problematische mate van niet-naleving van de vereisten inzake ecologisch ontwerp wordt waargenomen, moet de Commissie kunnen optreden om te waarborgen dat markttoezichtautoriteiten op passende schaal controles uitvoeren. Om de doeltreffende handhaving van vereisten inzake ecologisch ontwerp zeker te stellen, moet derhalve de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij voor specifieke producten of vereisten een minimumaantal uit te voeren controles kan vastleggen. Deze bevoegdheid vormt een aanvulling op de bevoegdheidsdelegatie van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) 2019/1020.

    (92)

    Indien er ondanks de verbeterde planning, coördinatie en ondersteuning uit deze verordening een problematische mate van niet-naleving van de vereisten inzake ecologisch ontwerp wordt waargenomen, moet de Commissie snel en efficiënt kunnen optreden om te waarborgen dat markttoezichtautoriteiten op passende schaal controles uitvoeren. Om de doeltreffende handhaving van vereisten inzake ecologisch ontwerp zeker te stellen, moet derhalve de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen aan de Commissie worden verleend, zodat zij voor specifieke producten of vereisten een minimumaantal uit te voeren controles kan vastleggen. Deze bevoegdheid vormt een aanvulling op de bevoegdheidsdelegatie van artikel 11, lid 4, van Verordening (EU) 2019/1020.

    Amendement 43

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 94

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (94)

    Om de coördinatie van markttoezichtautoriteiten nog verder te verbeteren, moet de groep voor administratieve samenwerking (ADCO) die is opgezet op grond van Verordening (EU) 2019/1020 voor het vaststellen van de producten of vereisten die op grond van deze verordening als prioriteiten voor markttoezicht worden geïdentificeerd en de geplande activiteiten om de niet-naleving te beperken, regelmatig bijeenkomen en gemeenschappelijke prioriteiten voor markttoezicht waarmee rekening moet worden gehouden in de actieplannen van de lidstaten, prioriteiten voor steun van de Unie en vereisten inzake ecologisch ontwerp die verschillend worden geïnterpreteerd met marktverstoring tot gevolg, identificeren.

    (94)

    Om de coördinatie van markttoezichtautoriteiten nog verder te verbeteren, moet de groep voor administratieve samenwerking (ADCO) die is opgezet op grond van Verordening (EU) 2019/1020 voor het vaststellen van de producten of vereisten die op grond van deze verordening als prioriteiten voor markttoezicht worden geïdentificeerd en de geplande activiteiten om de niet-naleving te beperken of te beëindigen , regelmatig bijeenkomen en gemeenschappelijke prioriteiten voor markttoezicht waarmee rekening moet worden gehouden in de actieplannen van de lidstaten, prioriteiten voor steun van de Unie en vereisten inzake ecologisch ontwerp die verschillend worden geïnterpreteerd met marktverstoring tot gevolg, identificeren.

    Amendement 44

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 95

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (95)

    Voor het ondersteunen van de inspanningen van lidstaten om ervoor te zorgen dat er voldoende actie wordt ondernomen om niet-naleving van vereisten inzake ecologisch ontwerp te voorkomen, moet de Commissie waar nodig gebruikmaken van de steunmaatregelen uit Verordening (EU) 2019/1020. De Commissie moet projecten betreffende gemeenschappelijk markttoezicht en testprojecten op gebieden van algemeen belang, gemeenschappelijke investeringen in capaciteit voor markttoezicht en gemeenschappelijke opleidingen voor het personeel van markttoezichtautoriteiten, aanmeldende autoriteiten en aangemelde instanties organiseren en waar nodig financieren. Bovendien moet de Commissie indien nodig richtsnoeren opstellen voor de wijze waarop vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten worden toegepast en gehandhaafd om de geharmoniseerde toepassing ervan te waarborgen.

    (95)

    Voor het ondersteunen van de inspanningen van lidstaten om ervoor te zorgen dat er voldoende actie wordt ondernomen om niet-naleving van vereisten inzake ecologisch ontwerp te voorkomen, moet de Commissie waar nodig gebruikmaken van de steunmaatregelen uit Verordening (EU) 2019/1020. De Commissie moet projecten betreffende gemeenschappelijk markttoezicht en testprojecten op gebieden van algemeen belang, gemeenschappelijke investeringen in capaciteit voor markttoezicht en gemeenschappelijke opleidingen voor het personeel van markttoezichtautoriteiten, aanmeldende autoriteiten en aangemelde instanties organiseren en waar nodig financieren. Bovendien moet de Commissie richtsnoeren opstellen voor de wijze waarop vereisten inzake ecologisch ontwerp moeten worden toegepast en gehandhaafd om de geharmoniseerde toepassing ervan te waarborgen.

    Amendement 45

    Voorstel voor een verordening

    Overweging 101

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    (101)

    Om het vertrouwen in in de handel gebrachte producten te verbeteren, met name wat betreft het voldoen aan de vereisten inzake ecologisch ontwerp ervan, moet het publiek zeker weten dat er sancties worden opgelegd aan marktdeelnemers die non-conforme producten in de handel brengen. De lidstaten moeten in hun nationaal recht daarom in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties voorzien ter bestraffing van de niet-naleving van deze verordening.

    (101)

    Om het vertrouwen in in de handel gebrachte producten te verbeteren, met name wat betreft het voldoen aan de vereisten inzake ecologisch ontwerp ervan, moet het publiek zeker weten dat er sancties worden opgelegd aan marktdeelnemers die non-conforme producten in de handel brengen. De lidstaten moeten in hun nationaal recht daarom in doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties voorzien ter bestraffing van de niet-naleving van deze verordening. Om een consistentere toepassing van sancties te vergemakkelijken, moeten gemeenschappelijke niet-uitputtende criteria worden vastgesteld voor het bepalen van de soorten en de hoogte van de sancties die worden opgelegd in geval van inbreuken op deze verordening. Dergelijke criteria moeten onder meer de aard en de ernst van de inbreuk, de economische voordelen en de door de inbreuk veroorzaakte milieuschade omvatten, voor zover deze kunnen worden bepaald.

    Amendement 46

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren en het vrije verkeer van producten binnen de interne markt te waarborgen door vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen waaraan producten moeten voldoen om in de handel te worden gebracht of in gebruik te worden genomen. Deze vereisten inzake ecologisch ontwerp, die de Commissie verder zal uitwerken in gedelegeerde handelingen, hebben betrekking op:

    Bij deze verordening wordt een kader vastgesteld om de milieuduurzaamheid van producten te verbeteren zodat duurzame producten de norm worden en hun totale milieuvoetafdruk gedurende hun levenscyclus wordt verkleind, alsook om het vrije verkeer van producten binnen de interne markt te waarborgen door vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen waaraan producten moeten voldoen om in de handel te worden gebracht of in gebruik te worden genomen. Deze vereisten inzake ecologisch ontwerp, die de Commissie verder zal uitwerken in gedelegeerde handelingen, hebben betrekking op:

    Amendement 47

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 – punt g

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    g)

    de herproductie en recycling van producten;

    g)

    de herproductie van producten;

    Amendement 48

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 1 – lid 1 – alinea 1 – punt g bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    g bis)

    de recycling van producten;

    Amendement 49

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 13

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    13)

    “einde van de levensduur”: stadium van de levenscyclus dat begint als een product wordt verwijderd en eindigt als het product als afvalproduct aan de natuur wordt teruggegeven of in de levenscyclus van een ander product terechtkomt;

    13)

    “einde van de levensduur”: stadium van de levenscyclus dat begint als een product wordt verwijderd en eindigt als de afvalstoffen van het product aan de natuur wordt teruggegeven of in de levenscyclus van een ander product terechtkomt;

    Amendement 50

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 15

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    15)

    “prestatieklasse”: bereik van prestatieniveaus in verband met een of meer in bijlage I vermelde productparameters, in opeenvolgende stappen om productdifferentiatie mogelijk te maken;

    15)

    “prestatieklasse”: bereik van prestatieniveaus in verband met een of meer in bijlage I vermelde productparameters gebaseerd op een gemeenschappelijke methode voor het product of de productgroep , in opeenvolgende stappen om productdifferentiatie mogelijk te maken;

    Amendement 51

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 16

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    16)

    “herproductie”: industrieel proces waarin een product wordt geproduceerd van voorwerpen die afval, producten of onderdelen zijn en waarin ten minste een wijziging is aangebracht die van invloed is op de veiligheid , de prestatie, het doel of de soort van het product dat doorgaans met een commerciële garantie in de handel wordt gebracht;

    16)

    “herproductie”: industrieel proces waarin een product wordt geproduceerd van voorwerpen die afval, producten of onderdelen zijn en waarin ten minste een wijziging is aangebracht die aanzienlijk van invloed is op de veiligheid of de prestatie, of invloed heeft op het doel of de soort van het product dat doorgaans met een commerciële garantie in de handel wordt gebracht;

    Amendement 52

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 17

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    17)

    “upgraden”: verbeteren van de functionaliteit, prestatie, capaciteit of esthetiek van een product;

    17)

    “upgraden”: verbeteren van de functionaliteit, prestatie, capaciteit , veiligheid of esthetiek van een product;

    Amendement 53

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 18

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    18)

    “opknappen”: voorbereiden of wijzigen van een voorwerp dat afval of een product is, om de prestaties of functionaliteit daarvan, binnen het beoogde gebruik en het prestatie- en onderhoudsbereik zoals tijdens de ontwerpfase bedoeld, te herstellen of om aan de geldende technische normen of regelgevingsvereisten te voldoen, met de vervaardiging van een volledig functioneel product tot gevolg;

    18)

    “opknappen”: testen, onderhouden of repareren van een voorwerp dat een product of afval is, om de prestaties of functionaliteit daarvan, binnen het beoogde gebruik zoals tijdens de ontwerpfase bedoeld, te herstellen met de vervaardiging van een volledig functioneel product tot gevolg;

    Amendement 54

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 20 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    20 bis)

    “vroegtijdige veroudering”: het op de markt aanbieden van een product met een kenmerk dat de te verwachten levensduur ervan beperkt;

    Amendement 55

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 21

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    21)

    “duurzaamheid”: vermogen van een product om onder gespecificeerde gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorwaarden naar behoren te functioneren tot een beperkende gebeurtenis dit verhindert;

    21)

    “duurzaamheid”: vermogen van een product om onder normale gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorwaarden voor een bepaalde tijd naar behoren te functioneren en te presteren tot een beperkende gebeurtenis het product verhindert te functioneren ;

    Amendement 56

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 22

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    22)

    “betrouwbaarheid”: waarschijnlijkheid dat een product onder bepaalde omstandigheden gedurende een bepaalde tijd zonder beperkende gebeurtenis naar behoren functioneert;

    22)

    “betrouwbaarheid”: grote waarschijnlijkheid dat een product onder bepaalde omstandigheden gedurende een bepaalde tijd zonder beperkende gebeurtenis naar behoren functioneert;

    Amendement 57

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 23

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    23)

    “milieuvoetafdruk”: kwantificering van de milieueffecten van een product, in verband met één milieueffectcategorie of een geaggregeerde reeks effectcategorieën, op basis van de milieuvoetafdrukmethode;

    23)

    “milieuvoetafdruk”: kwantificering van de milieueffecten van de levenscyclus van een product, in verband met één milieueffectcategorie of een geaggregeerde reeks effectcategorieën, op basis van de milieuvoetafdrukmethode of andere wetenschappelijke, door internationale organisaties ontwikkelde en in samenwerking met verschillende industriesectoren uitgebreid geteste methoden die door de Commissie erkend zijn ;

    Amendement 58

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 25 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    25 bis)

    “materiële voetafdruk”: de kwantificering van de voor een productsysteem benodigde materialen, uitgedrukt als de som van de verbruikte biomassa, fossiele brandstoffen, metaalertsen en niet-metaalhoudende mineralen;

    Amendement 59

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 28 – a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    voldoet aan de criteria van artikel 57 en wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 59, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006, of

    a)

    voldoet aan de criteria van artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006, of

    Amendement 60

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 28 – b – streepje 9 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    stoffen die worden gereguleerd door Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad  (1bis) ;

     

    Amendement 61

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 28 – b – streepje 9 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    specifieke aan beperkingen onderworpen stoffen zoals opgenomen in bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006.

    Amendement 62

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 35

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    35)

    “vernietiging”: het opzettelijk beschadigen of verwijderen van een product als afval, met uitzondering van verwijdering met als enige doel het afleveren van een product ter voorbereiding voor hergebruik of herproductie;

    35)

    “vernietiging”: het opzettelijk beschadigen of verwijderen van een product als afval, met uitzondering van verwijdering met als enige doel het afleveren van een product ter voorbereiding voor hergebruik , opknappen of herproductie;

    Amendement 63

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 37

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    37)

    “niet-verkocht consumptiegoed”: consumptiegoed dat niet is verkocht of door een consument is teruggezonden op grond van zijn herroepingsrecht overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn (EU) 2011/83/EU;

    37)

    “niet-verkocht consumptiegoed”: voor consumptie of verkoop geschikt consumptiegoed dat niet is verkocht , met inbegrip van overschot, overmatige voorraad, overtollige voorraad en dode voorraad, inclusief producten die door een consument zijn teruggezonden op grond van zijn herroepingsrecht overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn (EU) 2011/83/EU;

    Amendement 64

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 46 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    46 bis)

    “onafhankelijke marktdeelnemer”: een natuurlijke of rechtspersoon die onafhankelijk is van de fabrikant en die direct of indirect betrokken is bij het opknappen, de reparatie, het onderhoud of de herbestemming van het product, met inbegrip van afvalverwerkers, opknapbedrijven, reparateurs, fabrikanten of distributeurs van reparatie-apparatuur, gereedschap of reserveonderdelen, alsmede uitgevers van technische informatie, marktdeelnemers die keurings- en testdiensten aanbieden, en marktdeelnemers die opleidingen aanbieden voor installateurs, fabrikanten en reparateurs van apparatuur;

    Amendement 65

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 46 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    46 ter)

    “professionele reparateur”: een natuurlijke of rechtspersoon die reparatie- en onderhoudsdiensten voor een product verleent, ongeacht of die persoon binnen het distributiesysteem van de fabrikant werkt of onafhankelijk;

    Amendement 66

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 1 – punt 55

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    55)

    “onlinemarktplaats”: aanbieder van een tussenhandelsdienst die gebruikmaakt van software, bijvoorbeeld een website, een deel van een website of een applicatie, waarmee consumenten in staat worden gesteld om op afstand overeenkomsten te sluiten met marktdeelnemers voor de verkoop van producten die onder de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen;

    55)

    “onlinemarktplaats”: aanbieder van een tussenhandelsdienst die gebruikmaakt van een online-interface waarmee consumenten in staat worden gesteld om op afstand overeenkomsten te sluiten met marktdeelnemers voor de verkoop van producten die onder de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen;

    Amendement 67

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 3 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De definitie van “elektrische en elektronische apparatuur” of “EEA” van artikel 3, lid 1, punt a), van Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad is van toepassing  (1bis) .

     

    Amendement 68

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 2 – alinea 4 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De definities van “leverancier van een stof of een mengsel” en “leverancier van een voorwerp” van artikel 3, punten 32 en 33, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn van toepassing.

    Amendement 69

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 4 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen voor of in verband met producten en zo de ecologische duurzaamheid van die producten te verbeteren. Deze vereisten moeten de in bijlage VI vermelde elementen omvatten en worden vastgesteld in overeenstemming met de artikelen 5, 6 en 7 en hoofdstuk III. De bevoegdheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen, omvat de bevoegdheid om te bepalen dat er voor bepaalde in bijlage I bedoelde productparameters geen prestatievereisten, geen informatievereisten of noch prestatie- noch informatievereisten nodig zijn.

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen voor of in verband met producten en zo de ecologische duurzaamheid van die producten te verbeteren. Deze vereisten moeten de in bijlage VI vermelde elementen omvatten en worden vastgesteld in overeenstemming met de artikelen 5, 6 en 7 en hoofdstuk III. De bevoegdheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen, omvat de bevoegdheid om te bepalen dat er voor bepaalde in bijlage I bedoelde productparameters geen prestatievereisten, geen informatievereisten of in uitzonderlijke gevallen noch prestatie- noch informatievereisten nodig zijn.

    Amendement 70

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 4 – alinea 1 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De bevoegdheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen omvat de bevoegdheid om te bepalen dat er gedurende een beperkte periode geen vereisten inzake ecologisch ontwerp van toepassing zijn op ingevoerde tweedehandsproducten of productgroepen, indien de Commissie op basis van de overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt b), uitgevoerde effectbeoordeling tot de conclusie komt dat:

     

    a)

    het zinvol is een bepaald ingevoerd tweedehands product of een bepaalde ingevoerde productgroep vrij te stellen wegens het aanzienlijke aandeel dat het vertegenwoordigt op de relevante markt voor tweedehands producten in de Unie en de reële vraag van de consument waaraan het beantwoordt; en

     

    b)

    een dergelijke vrijstelling de verwezenlijking van de doelstellingen van deze verordening en de bredere toepassing van de vereisten inzake ecologisch ontwerp op de desbetreffende productmarkt van de Unie niet ondermijnt; en

     

    c)

    de besparingen op hulpbronnen als gevolg van het in de handel brengen van het ingevoerde tweedehandsproduct of de ingevoerde productgroep opweegt tegen de voordelen van de vereisten inzake ecologisch ontwerp voor nieuwe producten of productgroepen.

    Amendement 71

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 4 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Wanneer de Commissie de vereisten inzake ecologisch ontwerp bij de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handelingen vaststelt, vult zij deze verordening ook aan door overeenkomstig artikel 36 aan te geven welke modules van bijlage IV bij deze verordening en bijlage II bij Besluit nr. 768/2008/EG de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn, met de aanpassingen die gezien het product of de desbetreffende vereisten inzake ecologisch ontwerp noodzakelijk zijn.

    Wanneer de Commissie de vereisten inzake ecologisch ontwerp bij de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handelingen vaststelt, biedt zij marktdeelnemers voldoende tijd om zich aan de nieuwe vereisten aan te passen, met name rekening houdend met de behoeften van micro-ondernemingen en kmo’s. De Commissie vult deze verordening ook aan door overeenkomstig artikel 36 aan te geven welke modules van bijlage IV bij deze verordening en bijlage II bij Besluit nr. 768/2008/EG de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn, met de aanpassingen die gezien het product of de desbetreffende vereisten inzake ecologisch ontwerp noodzakelijk zijn.

    Amendement 72

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 4 – alinea 3 – punt c bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    c bis)

    de methodologie te specifiëren voor het beoordelen van de repareerbaarheid van een product, het definiëren van de prestatieklassen die door de repareerbaarheidsscore moeten worden weergegeven, en het definiëren van de productcategorieën waarop de repareerbaarheidsscore van toepassing is;

    Amendement 73

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 1 – punt g

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    g)

    aanwezigheid van zorgwekkende stoffen;

    g)

    aanwezigheid van zorgwekkende stoffen in producten ;

    Amendement 74

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 1 – punt k

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    k)

    mogelijkheden voor herproductie en recycling ;

    k)

    mogelijkheden voor herproductie;

    Amendement 75

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 1 – punt k bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    k bis)

    mogelijkheden voor recycling;

    Amendement 76

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 2 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Indien twee of meer productgroepen technische overeenkomsten vertonen waardoor een in lid 1 bedoeld productaspect op basis van een gemeenschappelijke vereiste kan worden verbeterd, kunnen er voor die productgroepen echter horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld.

    Indien twee of meer productgroepen technische overeenkomsten vertonen waardoor een in lid 1 bedoeld productaspect op basis van een gemeenschappelijke vereiste kan worden verbeterd, kunnen er voor die productgroepen horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp worden vastgesteld. Die horizontale vereisten kunnen nader worden verduidelijkt door de vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor een specifieke productgroep die onder een horizontale vereiste inzake ecologisch ontwerp valt.

    Amendement 77

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    4.   Bij het opstellen van de vereisten inzake ecologisch ontwerp:

    4.   Bij het opstellen van de vereisten inzake ecologisch ontwerp zorgt de Commissie voor consistentie en vermijdt zij vereisten die tegenstrijdig zijn met andere wetgeving van de Unie en :

    Amendement 78

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt a – i

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    i)

    de prioriteiten van de Unie op het gebied van klimaat, milieu en energie-efficiëntie, en andere daaraan gerelateerde prioriteiten van de Unie;

    i)

    de doelstellingen van de Unie betreffende:

     

    het klimaat, met name de doelstelling om uiterlijk in 2050 klimaatneutraal te zijn, zoals vastgelegd in Verordening (EU) 2021/1119;

     

    het milieu, met inbegrip van biodiversiteit, efficiënt gebruik van hulpbronnen en veiligheid en vermindering van de ecologische, materiële en consumptievoetafdruk, en binnen de planetaire grenzen zoals vastgesteld in het 8e milieuactieprogramma;

     

    niet-giftigheid;

     

    energie-efficiëntie; en

     

    andere daaraan gerelateerde doelstellingen van de Unie;

    Amendement 79

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt a – ii

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    ii)

    de relevante Uniewetgeving, en de mate waarin de relevante in lid 1 vermelde productaspecten daarin aan de orde komen;

    ii)

    de relevante Uniewetgeving, en de mate waarin de relevante in lid 1 vermelde productaspecten daarin aan de orde komen , en het beginsel “geen ernstige afbreuk doen” in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852 ;

    Amendement 80

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt a – punt ii bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    ii bis)

    relevante internationale overeenkomsten;

    Amendement 81

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt a – v bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    v bis)

    prioritering van maatregelen overeenkomstig de in Richtlijn 2008/98/EG vastgestelde afvalhiërarchie;

    Amendement 82

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    voert de Commissie een effectbeoordeling uit op basis van de beste beschikbare gegevens en analysen en indien van toepassing op basis van de resultaten van aanvullende studies en onderzoeken in het kader van Europese financieringsprogramma’s. Hierbij waarborgt de Commissie dat de grondigheid van de analyse van de in lid 1 vermelde productaspecten in verhouding staat tot het belang van die aspecten. Het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor de belangrijkste in lid 1 opgesomde productaspecten mag niet onnodig worden vertraagd door onzekerheid omtrent de mogelijkheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen om andere aspecten van het product te verbeteren;

    b)

    voert de Commissie een effectbeoordeling uit op basis van de beste beschikbare gegevens en analysen en indien van toepassing op basis van de resultaten van aanvullende studies en onderzoeken in het kader van Europese financieringsprogramma’s. Het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor de in lid 1 opgesomde productaspecten mag niet onnodig worden vertraagd door onzekerheid omtrent de mogelijkheid om vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen om andere aspecten van het product te verbeteren . Bij de effectbeoordelingen:

     

    i)

    zorgt de Commissie ervoor dat alle in lid 1 genoemde productaspecten worden geanalyseerd en dat de grondigheid van de analyse van de in lid 1 vermelde productaspecten in verhouding staat tot het belang ervan;

     

    ii)

    ziet de Commissie erop toe dat de wisselwerking tussen de verschillende in lid 1 vermelde productaspecten wordt geanalyseerd;

     

    iii)

    verstrekt de Commissie een beoordeling van de verwachte vermindering van de milieu-, koolstof- en materiële voetafdrukken door de nieuwe vereisten inzake ecologisch ontwerp;

     

    iv)

    verstrekt de Commissie een beoordeling van de naleving van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde criteria voor ingevoerde tweedehands producten, indien van toepassing;

     

    v)

    verstrekt de Commissie een beoordeling van alle relevante effecten op de menselijke gezondheid;

     

    vi)

    verstrekt de Commissie een beoordeling van het minimumprestatieniveau van een product of productgroep dat in de toekomst mogelijk moet worden bereikt om dat product of die productgroep in overeenstemming te brengen met de in lid 4, punt a), i), vermelde doelstellingen van de Unie;

     

    In voorkomend geval wordt de effectbeoordeling ook gebruikt ter ondersteuning van de vaststelling van criteria inzake groene overheidsopdrachten, milieukeuren en andere economische stimulansen, teneinde de samenhang tussen de verschillende beleidsinstrumenten te vergroten.

    Amendement 83

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt c bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    c bis)

    houdt de Commissie rekening met de bescherming van vertrouwelijke bedrijfsinformatie;

    Amendement 84

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 4 – punt c ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    c ter)

    houdt de Commissie rekening met eventuele feedback in het kader van openbare raadplegingen;

    Amendement 85

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 5 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    er is, vanuit het oogpunt van de gebruiker, geen significant nadelig effect op de werking van het product;

    a)

    er is, vanuit het oogpunt van de gebruiker, geen significant nadelig effect op de werking of de veiligheid van het product;

    Amendement 86

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 5 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    er zijn geen aanzienlijke negatieve gevolgen voor consumenten wat betreft de betaalbaarheid van relevante producten, waarbij ook rekening wordt gehouden met de toegang tot tweedehands producten en de duurzaamheid en levenscycluskosten van producten;

    c)

    er zijn geen aanzienlijke negatieve gevolgen voor consumenten wat betreft de betaalbaarheid van relevante producten, waarbij ook rekening wordt gehouden met de toegang tot tweedehands producten , met inbegrip van ingevoerde tweedehands producten, en de duurzaamheid en levenscycluskosten van producten;

    Amendement 87

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 5 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    er zijn geen onevenredige negatieve gevolgen voor het concurrentievermogen van marktdeelnemers, in elk geval van kmo’s;

    d)

    er zijn geen onevenredige negatieve gevolgen voor het concurrentievermogen van marktdeelnemers, met name van micro-ondernemingen en kmo’s;

    Amendement 88

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 5 – punt f

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    f)

    er zijn geen onevenredige administratieve lasten voor fabrikanten of andere marktdeelnemers.

    f)

    er zijn geen onevenredige administratieve lasten voor fabrikanten of andere marktdeelnemers , met name voor micro-ondernemingen en kmo’s;

    Amendement 89

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 5 – punt f bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    f bis)

    er wordt de fabrikanten of andere marktdeelnemers voldoende tijd gegeven om zich aan de nieuwe vereisten aan te passen, met name rekening houdend met de behoeften van micro-ondernemingen en kmo’s.

    Amendement 90

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 – lid 8

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    8.   De Commissie maakt de relevante studies en analysen die zijn gebruikt om overeenkomstig deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen openbaar.

    8.   De Commissie maakt de relevante studies en analysen , met inbegrip van de in lid 4, punt b), bedoelde effectbeoordelingen, die zijn gebruikt om overeenkomstig deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen openbaar zodra deze beschikbaar zijn .

    Amendement 91

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 5 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 5 bis

     

    Duurzaamheid en repareerbaarheid van producten

     

    1.     Bij het vaststellen van de vereisten inzake ecologisch ontwerp overeenkomstig artikel 5, lid 1, ziet de Commissie erop toe dat fabrikanten de duurzaamheid van een product niet beperken, en het aldus voortijdig verouderd maken, met name als gevolg van het ontwerp van een specifiek kenmerk, het gebruik van verbruiksgoederen, reserveonderdelen of het niet binnen een passende termijn beschikbaar stellen van software-updates of accessoires.

     

    2.     Bij het vaststellen van de vereisten inzake ecologisch ontwerp overeenkomstig artikel 5, lid 1, ziet de Commissie erop toe dat fabrikanten de repareerbaarheid van producten niet beperken door de demontage van essentiële onderdelen te belemmeren of de toegang tot reparatie-informatie en reserveonderdelen te beperken tot uitsluitend erkende reparateurs.

    Amendement 92

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 6 – lid 2 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    2.   De in lid 1 bedoelde prestatievereisten worden gebaseerd op de in bijlage I vermelde productparameters en bevatten waar nodig:

    2.   De in lid 1 bedoelde prestatievereisten worden gebaseerd op de in bijlage I vermelde relevante productparameters en bevatten waar nodig:

    Amendement 93

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 6 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   Prestatievereisten op basis van de productparameter van bijlage I, punt f), mogen de aanwezigheid van stoffen in producten niet beperken op gronden die hoofdzakelijk te maken hebben met chemische veiligheid.

    3.   Prestatievereisten op basis van de productparameter van bijlage I, punt f), mogen de aanwezigheid van stoffen in producten niet beperken op gronden die hoofdzakelijk te maken hebben met chemische veiligheid , tenzij er sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de volksgezondheid of het milieu als gevolg van het gebruik van een stof die in het product of de productcomponent aanwezig is wanneer deze in de handel wordt gebracht of in de daaropvolgende fasen van de levenscyclus ervan .

    Amendement 94

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 2 – punt b – alinea 1 – punt ii

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    ii)

    informatie voor consumenten en andere eindgebruikers over de wijze waarop het product moet worden geïnstalleerd, gebruikt, onderhouden en gerepareerd om het milieueffect ervan tot een minimum te beperken en optimale duurzaamheid te waarborgen, alsook over de wijze waarop het product aan het einde van de levensduur moet worden geretourneerd of verwijderd;

    ii)

    duidelijke en gemakkelijk te begrijpen informatie voor consumenten en andere eindgebruikers over de wijze waarop het product moet worden geïnstalleerd, gebruikt, onderhouden en gerepareerd om het milieueffect ervan tot een minimum te beperken en optimale duurzaamheid te waarborgen, alsook over de wijze waarop het product aan het einde van de levensduur moet worden geretourneerd of verwijderd;

    Amendement 95

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 2 – punt b – alinea 1 – punt ii bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    ii bis)

    duidelijke en gemakkelijk te begrijpen informatie voor consumenten en andere eindgebruikers over de wijze waarop besturingssystemen van derden moeten worden geïnstalleerd;

    Amendement 96

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 2 – punt b – alinea 1 – punt ii ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    ii ter)

    relevante informatie voor aanbieders van reparatie- en opknapdiensten en marktdeelnemers die betrokken zijn bij de voorbereiding voor hergebruik, reparatie en demontage;

    Amendement 97

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 4 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Deze prestatieklassen stemmen overeen met statistisch significante verbeteringen in de prestatieniveaus.

    Deze prestatieklassen stemmen overeen met statistisch significante verbeteringen in de prestatieniveaus en gebruiken als minimumniveau de overeenkomstig artikel 6 vastgestelde minimale prestatievereisten .

    Amendement 98

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 4 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    4 bis.     In voorkomend geval, op basis van het bewijs geleverd in de in artikel 5, lid 4, punt b), bedoelde effectbeoordeling, worden informatievereisten over de prestaties van het product met betrekking tot de repareerbaarheid uitgedrukt in een repareerbaarheidsscore, teneinde eindgebruikers in staat te stellen de prestaties van producten gemakkelijk met elkaar te vergelijken. De methodologie voor het beoordelen van de repareerbaarheid van producten wordt ontwikkeld overeenkomstig de specifieke kenmerken van productcategorieën en gespecificeerd in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde relevante gedelegeerde handeling. In die gedelegeerde handeling wordt in voorkomend geval ook de inhoud en het uiterlijk van het etiket met de repareerbaarheidsscore gedefinieerd, in overeenstemming met artikel 14, waarbij wordt gekozen voor heldere en gemakkelijk te begrijpen bewoordingen en pictogrammen teneinde consumenten niet te overvoeren met informatie.

     

    Indien beschikbaar kan de methodologie voor het beoordelen van de repareerbaarheid van producten ook betrekking hebben op andere relevante aspecten van een product, zoals de duurzaamheid, de betrouwbaarheid of robuustheid, en in de relevante gedelegeerde handeling nader worden gespecificeerd, rekening houdend met specifieke kenmerken van de productcategorie.

    Amendement 99

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 5 – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De in lid 1 bedoelde informatievereisten maken het mogelijk gedurende de levenscyclus van producten alle zorgwekkende stoffen te traceren, tenzij dergelijke tracering reeds mogelijk wordt gemaakt door een andere uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling met betrekking tot de betrokken producten, en omvatten ten minste de volgende gegevens:

    De in lid 1 bedoelde informatievereisten maken het mogelijk gedurende de levenscyclus van producten alle zorgwekkende stoffen die aanwezig zijn in het product zoals het in de handel wordt gebracht te traceren , overeenkomstig een op drempels gebaseerde aanpak , tenzij dergelijke tracering reeds mogelijk wordt gemaakt door een andere uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling met betrekking tot de betrokken producten, en omvatten ten minste de volgende gegevens:

    Amendement 100

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 5 – alinea 1 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    de naam van de zorgwekkende stoffen die in het product voorkomen;

    a)

    de naam volgens de International Union of Pure and Applied Chemistry (IUPAC) van de zorgwekkende stoffen die in het product voorkomen , met inbegrip van het chemische identificatienummer, d.w.z. volgens de Europese inventaris van bestaande chemische handelsstoffen (Einecs), of het nummer van de Europese lijst van chemische stoffen waarvan kennisgeving is gedaan (Elincs) of het nummer van de Chemical Abstract Service (CAS) ;

    Amendement 101

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 5 – alinea 1 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    relevante instructies voor het veilige gebruik van het product;

    d)

    relevante instructies voor het veilige gebruik van het product en het milieuhygiënisch verantwoord beheer van het product aan het einde van zijn levensduur ;

    Amendement 102

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 5 – alinea 1 – punt e

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    e)

    informatie die relevant is voor demontage.

    e)

    informatie die relevant is voor demontage en voorbereiding voor hergebruik .

    Amendement 103

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 5 – alinea 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De in de tweede alinea, punt c), bedoelde vrijstellingen kunnen worden verleend op basis van de technische haalbaarheid of het belang van het traceren van zorgwekkende stoffen, de noodzaak om vertrouwelijke bedrijfsinformatie te beschermen, en in andere naar behoren gerechtvaardigde gevallen.

    De in de tweede alinea, punt c), bedoelde vrijstellingen kunnen worden verleend op basis van de technische haalbaarheid of het belang van het traceren van zorgwekkende stoffen, de beschikbaarheid van analytische methoden om deze te detecteren en kwantificeren, de noodzaak om vertrouwelijke bedrijfsinformatie te beschermen, en in andere naar behoren gerechtvaardigde gevallen.

    Amendement 104

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 6 – alinea 2 – punt e

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    e)

    in een handleiding;

    e)

    in een handleiding of andere documentatie bij het product ;

    Amendement 105

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 6 – alinea 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Informatie om de traceerbaarheid van stoffen te waarborgen overeenkomstig artikel 5 wordt ofwel op het product gegeven, of is toegankelijk via een gegevensdrager op het product.

    Er wordt informatie verstrekt die essentieel is voor de gezondheid, veiligheid en rechten van eindgebruikers en deze is fysiek toegankelijk bij het product en is toegankelijk via een gegevensdrager op het product.

    Amendement 106

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 6 – alinea 3 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Informatie die relevant is voor een geïnformeerde aankoopbeslissing moet vóór de aankoop van een product aan de consumenten worden verstrekt.

    Amendement 107

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 7 – lid 7 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    7 bis.     De krachtens informatievereisten te verstrekken informatie wordt overeenkomstig de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad  (1bis) verstrekt.

     

    Amendement 108

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   In de in artikel 7, lid 1, bedoelde informatievereisten wordt bepaald dat producten alleen in de handel mogen worden gebracht of in gebruik mogen worden genomen als er een productpaspoort beschikbaar is in overeenstemming met de toepasselijke overeenkomstig artikel 4 en de artikelen 9 en 10 vastgestelde gedelegeerde handeling.

    1.   In de in artikel 7, lid 1, bedoelde informatievereisten wordt bepaald dat producten alleen in de handel mogen worden gebracht of in gebruik mogen worden genomen als er een productpaspoort beschikbaar is in overeenstemming met de toepasselijke overeenkomstig artikel 4 en de artikelen 9 en 10 vastgestelde gedelegeerde handeling. De in het productpaspoort opgenomen informatie is nauwkeurig, volledig en actueel.

    Amendement 109

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 2 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    de informatie die overeenkomstig bijlage III in het productpaspoort moet worden opgenomen;

    a)

    de informatie die overeenkomstig bijlage III in het productpaspoort moet worden opgenomen , met bijzondere aandacht voor vertrouwelijke bedrijfsinformatie ;

    Amendement 110

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 2 – punt f

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    f)

    welke actoren toegang hebben tot de informatie in het productpaspoort en tot welke informatie zij toegang hebben, met inbegrip van consumenten, eindgebruikers, fabrikanten, importeurs en distributeurs, handelaars, reparateurs, herproducenten, recyclers, de bevoegde nationale autoriteiten, maatschappelijke belangenorganisaties en de Commissie, of organisaties die namens hen handelen;

    f)

    welke actoren toegang hebben tot de informatie in het productpaspoort en tot welke informatie zij toegang hebben, met inbegrip van consumenten, eindgebruikers, fabrikanten, importeurs en distributeurs, handelaars, professionele reparateurs, onafhankelijke marktdeelnemers, opknapbedrijven, herproducenten, recyclers, de bevoegde nationale autoriteiten, maatschappelijke organisaties, onderzoekers, vakbonden en de Commissie, of organisaties die namens hen handelen;

    Amendement 111

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 2 – punt g

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    g)

    welke actoren de informatie in het productpaspoort mogen opnemen of bijwerken, ook indien een nieuw productpaspoort moet worden aangemaakt, en welke informatie zij erin mogen opnemen of bijwerken, met inbegrip van fabrikanten, reparateurs, onderhoudsprofessionals, herproducenten, recyclers, de bevoegde nationale autoriteiten en de Commissie, of organisaties die namens hen handelen;

    g)

    welke actoren de informatie in het productpaspoort moeten opnemen of bijwerken, ook indien een nieuw productpaspoort moet worden aangemaakt dat wordt gekoppeld aan het productpaspoort of de productpaspoorten van het oorspronkelijke product , en welke informatie zij erin mogen opnemen of bijwerken, met inbegrip van fabrikanten, professionele reparateurs , onafhankelijke marktdeelnemers, opknapbedrijven , onderhoudsprofessionals, herproducenten, recyclers, de bevoegde nationale autoriteiten en de Commissie, of organisaties die namens hen handelen , waarbij dubbele informatie en dubbele verslaglegging moeten worden voorkomen ;

    Amendement 112

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 2 – punt h

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    h)

    de periode waarin het productpaspoort beschikbaar blijft.

    h)

    de periode gedurende welke het productpaspoort beschikbaar blijft , die ten minste overeenkomt met de verwachte levensduur van een specifiek product .

    Amendement 113

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 8 – lid 3 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    wordt ervoor gezorgd dat actoren in de waardeketen , met name consumenten, marktdeelnemers en de bevoegde nationale autoriteiten, toegang hebben tot de productinformatie die voor hen van belang is;

    a)

    wordt ervoor gezorgd dat actoren in de waardeketen gemakkelijk toegang hebben tot de productinformatie die voor hen van belang is;

    Amendement 114

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 9 – lid 1 – alinea 1 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    het is via een gegevensdrager verbonden aan een unieke productidentificatiecode;

    a)

    het is via een gegevensdrager verbonden aan een unieke productidentificatiecode aan de hand waarvan het product onafhankelijk van identificatiecodes van het productpaspoort of internetdomeinnamen kan worden geïdentificeerd ;

    Amendement 115

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 9 – lid 1 – alinea 1 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    alle informatie in het productpaspoort is gebaseerd op open normen die in een interoperabel formaat zijn ontwikkeld en is machinaal leesbaar, gestructureerd en doorzoekbaar, in overeenstemming met de essentiële vereisten van artikel 10;

    d)

    alle informatie in het productpaspoort is gebaseerd op open normen die in een interoperabel formaat zijn ontwikkeld en is machinaal leesbaar, gestructureerd , en doorzoekbaar en is overdraagbaar via een open interoperabel gegevensuitwisselingsnetwerk zonder afhankelijkheid van één aanbieder , in overeenstemming met de essentiële vereisten van artikel 10;

    Amendement 116

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 9 – lid 1 – alinea 1 – punt d bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    d bis)

    persoonsgegevens die gerelateerd zijn aan de eindgebruiker van het product mogen niet in het productpaspoort worden opgeslagen;

    Amendement 117

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 9 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   De marktdeelnemer die het product in de handel brengt, doet handelaars een digitale kopie van de gegevensdrager toekomen om hen in staat te stellen deze ter beschikking van consumenten te stellen indien zij geen fysieke toegang hebben tot het product. De marktdeelnemer verstrekt die digitale kopie kosteloos en binnen vijf werkdagen na het verzoek van de handelaar .

    3.   De marktdeelnemer die het product in de handel brengt, doet handelaars en onlinemarktplaatsen een digitale kopie van de gegevensdrager toekomen om hen in staat te stellen deze ter beschikking van consumenten te stellen indien zij geen fysieke toegang hebben tot het product. De marktdeelnemer verstrekt die digitale kopie kosteloos en binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek .

    Amendement 118

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 10 – alinea 1 – punt a bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    a bis)

    de productpaspoorten zijn, waar mogelijk en relevant, interoperabel met bestaande productendatabanken, zoals de SCIP-databank (databank voor informatie over zorgwekkende stoffen in voorwerpen als zodanig of in complexe objecten (producten)), en de Eprel-productendatabank (het Europees productregister voor energie-etikettering);

    Amendement 119

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 10 – alinea 1 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    consumenten, marktdeelnemers en andere relevante actoren hebben kosteloze toegang tot het productpaspoort op basis van hun respectieve toegangsrechten zoals vastgesteld in de toepasselijke uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling;

    b)

    consumenten, eindgebruikers, fabrikanten, importeurs en distributeurs, handelaars, professionele reparateurs, onafhankelijke marktdeelnemers , opknapbedrijven, herproducenten, recyclers, bevoegde nationale autoriteiten, maatschappelijke organisaties, vakbonden en andere relevante actoren hebben kosteloze en gemakkelijke toegang tot het productpaspoort op basis van hun respectieve toegangsrechten zoals vastgesteld in de toepasselijke uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling;

    Amendement 120

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 10 – alinea 1 – punt b bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    b bis)

    de productpaspoorten worden zodanig ontworpen en uitgevoerd dat ze gebruiksvriendelijk zijn;

    Amendement 121

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 10 – alinea 1 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    de in het productpaspoort opgenomen gegevens worden bewaard door de marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor het aanmaken ervan of door marktdeelnemers die gemachtigd zijn om namens hen te handelen;

    c)

    de in het productpaspoort opgenomen gegevens worden bewaard door de marktdeelnemer die verantwoordelijk is voor het aanmaken ervan of door marktdeelnemers die gemachtigd zijn om namens hen te handelen;

    Amendement 122

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 12 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 12 bis

     

    Vergelijkingsplatform

     

    1.     Uiterlijk op [vermeld de datum: 12 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] zet de Commissie een openbaar toegankelijk online-instrument op en onderhoudt zij dit zodat belanghebbenden de in de productpaspoorten opgenomen informatie kunnen vergelijken die door de marktdeelnemer wordt bewaard overeenkomstig artikel 10, punt c). Het instrument wordt dusdanig ontworpen dat belanghebbenden de informatie kunnen opzoeken in overeenstemming met hun respectieve toegangsrechten uit hoofde van artikel 10, lid 1, punt b).

    Amendement 123

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 14 – lid 1 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    de opmaak van het etiket, rekening houdend met zichtbaarheid en leesbaarheid;

    b)

    de opmaak van het etiket, om te zorgen voor zichtbaarheid en leesbaarheid;

    Amendement 124

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 14 – lid 1 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    de wijze waarop het etiket aan consumenten wordt getoond, ook in geval van verkoop op afstand, rekening houdend met de in artikel 26 vastgestelde vereisten en de gevolgen voor de betrokken marktdeelnemers;

    c)

    de wijze waarop het etiket aan consumenten wordt getoond, ook in geval van verkoop op afstand, rekening houdend met de in artikel 26 vastgestelde vereisten , de in Richtlijn (EU) 2019/882 vastgestelde vereisten en de gevolgen voor de betrokken marktdeelnemers;

    Amendement 125

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 14 – lid 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    2.   Indien een informatievereiste inhoudt dat op een etiket de prestatieklasse van een product als bedoeld in artikel 7, lid 4, moet worden vermeld, maakt het in lid 1, punt b), genoemde uiterlijk van het etiket het voor consumenten mogelijk om productprestaties gemakkelijk te vergelijken met betrekking tot de desbetreffende productparameter, en om voor producten met betere prestaties te kiezen.

    2.   Indien een informatievereiste inhoudt dat op een etiket de prestatieklasse van een product als bedoeld in artikel 7, lid 4, moet worden vermeld, is het in lid 1, punt b), genoemde uiterlijk van het etiket duidelijk en gemakkelijk te begrijpen, en maakt het uiterlijk van het etiket het voor consumenten mogelijk om productprestaties gemakkelijk te vergelijken met betrekking tot de desbetreffende productparameter, en om voor producten met betere prestaties kunnen kiezen.

    Amendement 126

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 15 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Indien producten op grond van uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen niet van een etiket hoeven te zijn voorzien, mogen die producten niet in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen indien zij etiketten verstrekken of tonen die consumenten waarschijnlijk zullen misleiden of in verwarring zullen brengen met betrekking tot de in artikel 14 bedoelde etiketten.

    Producten worden niet in de handel gebracht of in gebruik genomen indien zij etiketten verstrekken of tonen die consumenten waarschijnlijk zullen misleiden of in verwarring zullen brengen met betrekking tot de in artikel 14 bedoelde etiketten , met inbegrip van de gevallen waarin de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen niet vereisen dat producten een etiket hebben .

    Amendement 127

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 1 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    de verdeling van de milieueffecten, het energieverbruik en de afvalproductie in de waardeketen , met name of zij binnen de Unie plaatsvinden ;

    c)

    de verdeling van de klimaat- en milieueffecten, het energieverbruik , gebruik van hulpbronnen en de afvalproductie in de waardeketen;

    Amendement 128

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 2 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie stelt voor een periode van ten minste drie jaar een werkplan op en werkt dit regelmatig bij, met daarin een lijst van productgroepen waarvoor zij voornemens is overeenkomstig deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen. Die lijst bevat in artikel 5, lid 1, vermelde productaspecten waarvoor de Commissie voornemens is horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp goed te keuren die zijn vastgesteld op grond van artikel 5, lid 2, tweede alinea.

    De Commissie stelt een werkplan op en maakt dat plan, samen met alle relevante voorbereidende documenten, openbaar. Het werkplan bevat een lijst van productgroepen waarvoor zij voornemens is overeenkomstig deze verordening vereisten inzake ecologisch ontwerp vast te stellen , alsook het geraamde tijdschema voor de vaststelling van die vereisten . Die lijst bevat in artikel 5, lid 1, vermelde productaspecten waarvoor de Commissie voornemens is horizontale vereisten inzake ecologisch ontwerp goed te keuren die zijn vastgesteld op grond van artikel 5, lid 2, tweede alinea. Het werkplan heeft betrekking op een periode van ten minste drie jaar en het wordt regelmatig bijgewerkt.

    Amendement 129

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 2 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Bij het vaststellen of bijwerken van het in de eerste alinea bedoelde werkplan houdt de Commissie rekening met de in lid 1 van dit artikel uiteengezette criteria en raadpleegt zij het in artikel 17 bedoelde forum inzake ecologisch ontwerp.

    Bij het vaststellen of bijwerken van het in de eerste alinea bedoelde werkplan houdt de Commissie rekening met de in lid 1 van dit artikel uiteengezette criteria en raadpleegt zij binnen een passende termijn het in artikel 17 bedoelde forum inzake ecologisch ontwerp.

    Amendement 130

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De Commissie legt het ontwerpwerkplan en de bijwerkingen daarvan voor aan het Europees Parlement voordat zij worden vastgesteld.

    Amendement 131

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Voor de periode 2024-2027 gaat de Commissie na welke prioriteit de volgende productgroepen moeten krijgen in het eerste werkprogramma dat uiterlijk ... [datum invoegen: 3 maanden na de inwerkingtreding van deze verordening] moet worden vastgesteld. Indien een van de volgende productgroepen niet in het werkprogramma wordt opgenomen, motiveert de Commissie haar beslissing in het werkprogramma:

     

    ijzer, staal

     

    aluminium

     

    textiel, met name kleding en schoeisel

     

    meubelen, met inbegrip van matrassen

     

    banden

     

    detergenten

     

    verf

     

    smeermiddelen

     

    chemicaliën

     

    energiegerelateerde producten, waarvan de uitvoeringsmaatregelen moeten worden herzien of nieuw moeten worden vastgesteld

     

    ICT-producten en andere elektronica.

    Amendement 132

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 16 – lid 2 – alinea 2 quater (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Indien tegen 2027 geen adequate prestatie- en informatievereisten inzake de milieu- en koolstofvoetafdruk voor cement zijn vastgesteld in het kader van [de komende verordening tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten, tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 305/2011 (2022/0094 COD)], zal cement als prioritaire productcategorie worden opgenomen in het volgende werkplan van deze verordening.

    Amendement 133

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 17 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie draagt er zorg voor dat zij bij de uitvoering van haar activiteiten oog heeft voor een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en alle belanghebbende partijen van dat product of die productgroep zoals het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, de ambachtelijke industrie, handelaars , kleinhandelaars , importeurs, milieuorganisaties en consumentenorganisaties. Zij dragen met name bij tot de voorbereiding van vereisten inzake ecologisch ontwerp , de beoordeling van de doeltreffendheid van de gevestigde markttoezichtmechanismen en de evaluatie van zelfreguleringsmaatregelen .

    De Commissie draagt er zorg voor dat zij bij de uitvoering van haar activiteiten oog heeft voor een evenwichtige deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten en alle belanghebbende partijen van dat product of die productgroep zoals het bedrijfsleven, met inbegrip van kleine en middelgrote ondernemingen, sociale ondernemingen, de ambachtelijke industrie, afvalverwerkers , normalisatieorganisaties , vakbonden en brancheorganisaties, handelaars, kleinhandelaars , importeurs, milieubeschermingsorganisaties, consumentenorganisaties, onderzoekers en andere deskundigen .

    Amendement 134

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 17 – alinea 1 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De in de eerste alinea genoemde partijen dragen met name bij tot de voorbereiding van vereisten inzake ecologisch ontwerp, het onderzoek van de doeltreffendheid van de bestaande markttoezichtmechanismen en de beoordeling van zelfreguleringsmaatregelen.

    Amendement 135

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 17 – alinea 2 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De Commissie maakt op haar website de komende vergaderingen van het “forum inzake ecologisch ontwerp” bekend en zorgt er daarbij voor dat de betrokken partijen tijdig op de hoogte worden gebracht voordat een raadpleging plaatsvindt.

    Amendement 136

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 17 – alinea 2 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Het forum inzake ecologisch ontwerp voert zijn taken op een volledig transparante wijze uit. De Commissie publiceert de vastgestelde conclusies en notulen van de vergaderingen van het forum inzake ecologisch ontwerp en alle andere relevante documenten op de website van de Commissie.

    Amendement 137

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 17 – alinea 2 quater (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Het forum inzake ecologisch ontwerp kan de Commissie verzoeken vereisten inzake ecologisch ontwerp voor een bepaalde productgroep op te stellen. De Commissie neemt een dergelijk verzoek in overweging.

    Amendement 138

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   Twee of meer marktdeelnemers kunnen een zelfreguleringsmaatregel tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor producten bij de Commissie indienen als een alternatief voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. Die marktdeelnemers tonen aan dat aan de in lid 3, punten a) tot en met e), bedoelde criteria is voldaan. Met betrekking tot lid 3, punt a), bestaat dat bewijs uit een gestructureerde technische, economische en milieuanalyse die de vereisten inzake ecologisch ontwerp en de doelstellingen van de zelfreguleringsmaatregel rechtvaardigt en aan de hand waarvan de effecten van de in die zelfreguleringsmaatregel vastgestelde vereisten inzake ecologisch ontwerp worden beoordeeld.

    1.   Twee of meer marktdeelnemers kunnen een zelfreguleringsmaatregel tot vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor producten bij de Commissie indienen als een alternatief voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling , indien de producten niet in het werkplan zijn opgenomen . Die marktdeelnemers tonen aan dat aan de in lid 3, punten a) tot en met e), bedoelde criteria is voldaan. Met betrekking tot lid 3, punt a), bestaat dat bewijs uit een gestructureerde technische, economische en milieuanalyse die de vereisten inzake ecologisch ontwerp en de doelstellingen van de zelfreguleringsmaatregel rechtvaardigt en aan de hand waarvan de effecten van de in die zelfreguleringsmaatregel vastgestelde vereisten inzake ecologisch ontwerp worden beoordeeld.

    Amendement 139

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De zelfreguleringsmaatregel bevat de volgende informatie:

    De overeenkomstig lid 1 ingediende zelfreguleringsmaatregel bevat de volgende informatie:

    Amendement 140

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    de vereisten inzake ecologisch ontwerp die van toepassing zijn op producten die onder de zelfreguleringsmaatregel vallen;

    b)

    de in artikel 5 bedoelde vereisten inzake ecologisch ontwerp die van toepassing zijn op producten die onder de zelfreguleringsmaatregel vallen;

    Amendement 141

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    regels over de informatie die ondertekenaars moeten melden en over tests en inspecties.

    d)

    regels over de informatie die ondertekenaars moeten melden en regels over tests en inspecties;

    Amendement 142

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 – punt d bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    d bis)

    regels over de gevolgen van niet-naleving door een ondertekenaar;

    Amendement 143

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 1 – punt d ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    d ter)

    een toelichting over de wijze waarop de overeenkomstig lid 1 ingediende zelfreguleringsmaatregel de milieuduurzaamheid van producten in overeenstemming met de doelstellingen van deze verordening verbetert en het vrije verkeer van producten in de interne markt sneller of tegen lagere kosten waarborgt dan een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling.

    Amendement 144

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 2 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De in dit lid bedoelde informatie wordt actueel gehouden en is beschikbaar op een openbaar toegankelijke website.

    De in dit lid bedoelde informatie wordt actueel gehouden en is beschikbaar op een openbaar toegankelijke website van de Commissie. De marktdeelnemers stellen de Commissie onverwijld in kennis van alle wijzigingen van de zelfreguleringsmaatregel, met name van wijzigingen van de ondertekenaars.

    Amendement 145

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie beoordeelt de voorgestelde zelfreguleringsmaatregel en wint, in voorkomend geval, wetenschappelijk advies in bij gedecentraliseerde agentschappen in de Unie. Zij stelt op basis van die beoordeling vast of de zelfreguleringsmaatregel een geldig alternatief is voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling indien aan de volgende criteria is voldaan:

    De Commissie beoordeelt de voorgestelde zelfreguleringsmaatregel en wint, in voorkomend geval, wetenschappelijk advies in bij gedecentraliseerde agentschappen in de Unie. De Commissie raadpleegt ook het forum inzake ecologisch ontwerp over de overeenkomstig lid 1 ingediende zelfreguleringsmaatregel. Zij stelt op basis van die beoordeling vast of de zelfreguleringsmaatregel een geldig alternatief is voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling indien aan de volgende criteria is voldaan:

    Amendement 146

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 3 – alinea 1 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    de zelfreguleringsmaatregel draagt bij tot de verbetering van de milieuduurzaamheid van producten en waarborgt het vrije verkeer van producten in de interne markt sneller of tegen lagere kosten dan een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling;

    a)

    de zelfreguleringsmaatregel draagt bij tot de verbetering van de milieuduurzaamheid van producten in overeenstemming met de doelstellingen van deze verordening en waarborgt het vrije verkeer van producten in de interne markt sneller of tegen lagere kosten dan een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling;

    Amendement 147

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 3 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast met een lijst van zelfreguleringsmaatregelen die zijn vastgesteld als geldige alternatieven voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 67, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

    De Commissie stelt overeenkomstig artikel 66 een gedelegeerde handeling vast met een lijst van zelfreguleringsmaatregelen die zijn vastgesteld als geldige alternatieven voor een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling. Die gedelegeerde handeling wordt volgens de in artikel 67, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

    Amendement 148

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    4.   De Commissie kan de ondertekenaars van een zelfreguleringsmaatregel op elk moment verzoeken een herziene en geactualiseerde versie van die maatregel in te dienen met het oog op relevante technologische of marktontwikkelingen binnen de betrokken productgroep of indien zij reden heeft om aan te nemen dat niet langer aan de criteria van lid 3 wordt voldaan.

    4.   De Commissie kan de ondertekenaars van een zelfreguleringsmaatregel op elk moment verzoeken een herziene en geactualiseerde versie van die maatregel in te dienen met het oog op relevante technologische of marktontwikkelingen binnen de betrokken productgroep of indien zij reden heeft om aan te nemen dat niet langer aan de criteria van lid 3 wordt voldaan. De ondertekenaars dienen binnen drie maanden na het verzoek van de Commissie een herziene en bijgewerkte versie van die maatregel in.

    Amendement 149

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 5

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    5.   Wanneer een zelfreguleringsmaatregel eenmaal in een overeenkomstig lid 3, tweede alinea, vastgestelde uitvoeringshandeling is opgenomen, brengen de ondertekenaars bij die maatregel volgens een in die uitvoeringshandeling vastgesteld interval regelmatig verslag uit aan de Commissie over de vooruitgang die is geboekt met de verwezenlijking van de doelstellingen van de zelfreguleringsmaatregelen en om aan te tonen dat nog wordt voldaan aan de in lid 3, punten a) tot en met e), vastgestelde criteria. Die verslagen zullen ook op een openbaar toegankelijke website ter beschikking worden gesteld .

    5.   Wanneer een zelfreguleringsmaatregel eenmaal in een overeenkomstig lid 3, tweede alinea, vastgestelde gedelegeerde handeling is opgenomen, brengen de ondertekenaars bij die maatregel volgens een in die gedelegeerde handeling vastgesteld interval regelmatig verslag uit aan de Commissie over de vooruitgang die is geboekt met de verwezenlijking van de doelstellingen van de zelfreguleringsmaatregelen en om aan te tonen dat nog wordt voldaan aan de in lid 3, punten a) tot en met e), vastgestelde criteria. Indien een ondertekenaar zich niet houdt aan de vereisten van de zelfreguleringsmaatregelen, treft hij corrigerende maatregelen. De onafhankelijke inspecteur stelt de Commissie in kennis van de gebrekkige naleving door een ondertekenaar. Voortgangsverslagen, met inbegrip van nalevingsverslagen opgesteld door de onafhankelijke inspecteur, en kennisgevingen inzake de gebrekkige naleving en bijbehorende corrigerende maatregelen worden beschikbaar gesteld op een openbaar toegankelijke website van de Commissie .

    Amendement 150

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 18 – lid 6

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    6.   Indien de Commissie, op basis van de overeenkomstig lid 4 of 5 ontvangen informatie van oordeel is dat een zelfreguleringsmaatregel niet langer aan de criteria van lid 3 voldoet, verwijdert zij deze van de in dat lid bedoelde lijst. In dergelijke gevallen kan de Commissie besluiten vereisten inzake ecologisch ontwerp goed te keuren die van toepassing zijn op het product dat onder die zelfreguleringsmaatregel valt.

    6.   Indien de Commissie, op basis van de overeenkomstig lid  2, 4 of 5 ontvangen informatie van oordeel is dat een zelfreguleringsmaatregel niet langer aan de criteria van lid 3 voldoet, verwijdert zij deze van de in dat lid bedoelde lijst. In dergelijke gevallen kan de Commissie besluiten vereisten inzake ecologisch ontwerp goed te keuren die van toepassing zijn op het product dat onder die zelfreguleringsmaatregel valt.

    Amendement 151

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 19 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   In het kader van programma’s ten behoeve van kmo’s houdt de Commissie rekening met initiatieven die dergelijke ondernemingen helpen met het integreren van milieuduurzaamheidsaspecten, inclusief energie-efficiëntie, in hun waardeketen.

    1.   In het kader van programma’s ten behoeve van micro-ondernemingen en kmo’s houdt de Commissie rekening met initiatieven die dergelijke ondernemingen helpen met het integreren van milieuduurzaamheidsaspecten, inclusief energie-efficiëntie, in hun waardeketen.

    Amendement 152

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 19 – lid 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    2.   Bij de vaststelling van gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 4 vergezelt de Commissie, in voorkomend geval, die handelingen van richtsnoeren betreffende specifieke kenmerken van kmo’s die actief zijn in de betrokken productsector of productgroepsector, teneinde de toepassing van deze richtlijn door kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken.

    2.   Bij de vaststelling van gedelegeerde handelingen uit hoofde van artikel 4 vergezelt de Commissie, in voorkomend geval, die handelingen van richtsnoeren betreffende specifieke kenmerken van micro-ondernemingen en kmo’s die actief zijn in de betrokken productsector of productgroepsector, teneinde de toepassing van deze richtlijn door dergelijke ondernemingen te vergemakkelijken. Bij het opstellen van de richtsnoeren raadpleegt de Commissie de representatieve organisaties van micro-ondernemingen en kmo’s.

    Amendement 153

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 19 – lid 3 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De lidstaten nemen passende maatregelen om kmo’s te helpen de in uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen gestelde vereisten inzake ecologisch ontwerp toe te passen.

    De lidstaten nemen passende maatregelen om micro-ondernemingen en kmo’s te helpen de in uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen gestelde vereisten inzake ecologisch ontwerp toe te passen. Bij het voorbereiden van dergelijke maatregelen raadplegen de lidstaten de representatieve organisaties van micro-ondernemingen en kmo’s.

    Amendement 154

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 19 – lid 3 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Die maatregelen omvatten ten minste de waarborg dat er éénloketsystemen of vergelijkbare mechanismen zijn om bewustzijn te kweken en om netwerkmogelijkheden voor kmo’s te creëren zodat zij zich aan vereisten kunnen aanpassen.

    Die maatregelen omvatten ten minste de waarborg dat er éénloketsystemen of vergelijkbare mechanismen zijn om bewustzijn te kweken en om netwerkmogelijkheden voor micro-ondernemingen en kmo’s te creëren zodat zij zich aan vereisten kunnen aanpassen. In deze maatregelen zijn ten minste ook specifieke mechanismen opgenomen om de naleving van de vereisten van de artikelen 8 tot en met 12 bis en de uitvoering van levenscyclusanalyses te vergemakkelijken.

    Amendement 155

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 19 – lid 3 – alinea 3 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    financiële steun, onder andere door belastingvoordelen toe te kennen en in fysieke en digitale infrastructuur te investeren;

    a)

    financiële steun, onder andere door belastingvoordelen toe te kennen , deelname aan het forum inzake ecologisch ontwerp mogelijk te maken, en in fysieke en digitale infrastructuur te investeren;

    Amendement 156

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 1 – alinea 1 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    het aantal niet-verkochte consumptiegoederen dat jaarlijks wordt verwijderd, uitgesplitst naar productsoort of -categorie;

    a)

    het aantal en het percentage van niet-verkochte consumptiegoederen dat jaarlijks wordt verwijderd, uitgesplitst naar productsoort of -categorie;

    Amendement 157

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 1 – alinea 1 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    de levering van verwijderde producten om deze voor te bereiden op hergebruik, herproductie, recycling, energiewinning en storting in overeenstemming met de afvalhiërarchie zoals bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG.

    c)

    de levering van verwijderde producten voor donatie of om deze voor te bereiden op hergebruik, herproductie, recycling, energiewinning en storting in overeenstemming met de afvalhiërarchie zoals bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG.

    Amendement 158

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 1 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De marktdeelnemer maakt die informatie bekend op een vrij toegankelijke website of maakt die informatie anderszins openbaar beschikbaar , totdat een overeenkomstig lid 3 vastgestelde gedelegeerde handeling van toepassing wordt op de categorie niet-verkochte consumptiegoederen die door de betrokken marktdeelnemer zijn verwijderd.

    De marktdeelnemer maakt die informatie bekend op een vrij toegankelijke website van de Commissie , totdat een overeenkomstig lid 3 vastgestelde gedelegeerde handeling van toepassing wordt op de categorie niet-verkochte consumptiegoederen die door de betrokken marktdeelnemer zijn verwijderd.

    Amendement 159

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 2 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin het formaat voor de bekendmaking van de in lid 1 bedoelde informatie wordt bepaald, met inbegrip van de productsoort of -categorie en de wijze waarop de informatie moet worden geverifieerd.

    De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast waarin het formaat voor de bekendmaking van de in lid 1 bedoelde informatie wordt bepaald, met inbegrip van de productsoort of -categorie en de wijze waarop de informatie moet worden geverifieerd.

    Amendement 160

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door marktdeelnemers te verbieden niet-verkochte consumptiegoederen te vernietigen in de Unie , indien de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen die tot een bepaalde productgroep behoren significante milieueffecten heeft.

    De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door marktdeelnemers te verbieden niet-verkochte consumptiegoederen te vernietigen, indien de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen die tot een bepaalde productgroep behoren niet te verwaarlozen milieueffecten heeft.

    Amendement 161

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 1 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Op basis van de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie zal de Commissie uiterlijk... [datum invoegen: 2 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening] en vervolgens om de 3 jaar een verslag over de vernietiging van onverkochte goederen publiceren. In dat verslag geeft de Commissie aan voor welke producten zij het nodig acht een gedelegeerde handeling vast te stellen waarbij de vernietiging van onverkochte goederen wordt verboden.

    Amendement 162

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 2 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    de volksgezondheid en de veiligheid;

    a)

    de volksgezondheid , de hygiëne en de veiligheid;

    Amendement 163

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 2 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    beschadiging van producten als gevolg van de behandeling ervan of die wordt waargenomen nadat een product door een consument is geretourneerd;

    b)

    beschadiging van producten die niet op een kosteneffectieve manier kunnen worden gerepareerd als gevolg van de behandeling ervan of die wordt waargenomen nadat een product is geretourneerd;

    Amendement 164

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 2 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    geschiktheid van het product voor het doel waarvoor het is bestemd, in voorkomend geval, rekening houdend met het Unierecht en het interne recht en met technische normen;

    Schrappen

    Amendement 165

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 3 – alinea 2 – punt d bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    d bis)

    namaakproducten.

    Amendement 166

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 5 – alinea 1 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    het aantal vernietigde niet-verkochte consumptiegoederen;

    a)

    het aantal en het percentage vernietigde niet-verkochte consumptiegoederen;

    Amendement 167

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 – lid 6 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    6 bis.     De Commissie gunt marktdeelnemers voldoende tijd om zich aan te passen aan nieuwe vereisten.

    Amendement 168

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 20 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 20 bis

     

    1.     Eén jaar na ...[de datum van inwerkingtreding van deze verordening invoegen] is de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen door marktdeelnemers verboden voor de volgende productcategorieën:

     

    a)

    textiel en schoeisel;

     

    b)

    elektrische en elektronische apparatuur.

     

    2.     De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen met bepaalde vrijstellingen van de in lid 1 bedoelde verboden wanneer dit passend is, rekening houdend met het volgende:

     

    a)

    de volksgezondheid, de hygiëne en de veiligheid;

     

    b)

    beschadiging van producten als gevolg van de behandeling ervan wanneer die beschadiging niet op een kosteneffectieve manier kan worden gerepareerd of wordt waargenomen nadat een product door een consument is geretourneerd;

     

    c)

    weigering van producten voor donatie, voorbereiding voor hergebruik of herproductie;

     

    d)

    namaakproducten.

     

    3.     Indien niet-verkochte goederen worden vernietigd in het kader van een in lid 2 bedoelde vrijstelling, maakt de verantwoordelijke marktdeelnemer de volgende informatie bekend op een vrij toegankelijke website of maakt hij die informatie anderszins publiek toegankelijk:

     

    a)

    het aantal en het percentage vernietigde niet-verkochte goederen;

     

    b)

    de redenen voor de vernietiging van de niet-verkochte goederen, onder verwijzing naar de toepasselijke vrijstelling;

     

    c)

    de levering van de vernietigde producten met het oog op recycling, energiewinning en verwijdering in overeenstemming met de afvalhiërarchie zoals bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2008/98/EG.

     

    De details van en het formaat voor de bekendmaking van informatie in de overeenkomstig artikel 20, lid 2, vastgestelde uitvoeringshandeling zijn van toepassing op de informatie die overeenkomstig dit lid moet worden meegedeeld, tenzij in de overeenkomstig lid 2 vastgestelde gedelegeerde handeling anders is bepaald.

     

    4.     Dit artikel is niet van toepassing op kleine en middelgrote ondernemingen.

     

    De Commissie kan in de overeenkomstig lid 2 vastgestelde gedelegeerde handelingen echter bepalen dat het in lid 1 bedoelde verbod om niet-verkochte consumptiegoederen te vernietigen of de in lid 3 bedoelde openbaarmakingsplicht van toepassing zijn op:

     

    a)

    middelgrote ondernemingen, indien er voldoende bewijs is dat zij goed zijn voor een aanzienlijk deel van de niet-verkochte consumptiegoederen die worden vernietigd;

     

    b)

    micro-ondernemingen en kleine tot middelgrote ondernemingen, indien er voldoende aanwijzingen zijn dat zij mogelijk worden gebruikt om het in lid 1 bedoelde verbod op de vernietiging van niet-verkochte consumptiegoederen of de in lid 3 bedoelde openbaarmakingsplicht te omzeilen.

    Amendement 169

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   Fabrikanten bewaren de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar nadat het product in de handel is gebracht of in gebruik is genomen. In uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen kan een periode van meer of minder dan tien jaar worden bepaald om rekening te houden met de aard van de betrokken producten of vereisten.

    3.   Fabrikanten bewaren de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende tien jaar nadat het product in de handel is gebracht of in gebruik is genomen. In uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen kan een periode van meer of minder dan tien jaar worden bepaald om rekening te houden met de aard van de betrokken producten , de complexiteit van de te verstrekken informatie, of vereisten.

    Amendement 170

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 7

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    7.   Fabrikanten zien erop toe dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product vergezeld gaat van instructies op basis waarvan consumenten en andere eindgebruikers het product veilig kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden, repareren en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat. Die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten ten minste de in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen en artikel 7, lid 2, punt b), ii), bedoelde informatie.

    7.   Fabrikanten zien erop toe dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product vergezeld gaat van instructies in digitale vorm op basis waarvan consumenten en andere eindgebruikers het product veilig kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden, repareren en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat. Die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten ten minste de in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen en artikel 7, lid 2, punt b), ii), bedoelde informatie. In de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen wordt ook de periode gespecificeerd waarin dergelijke instructies online beschikbaar moeten zijn. Die periode bedraagt ten minste tien jaar na het in de handel brengen van het product.

    Amendement 171

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 7 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    7 bis.     De fabrikant verstrekt de in lid 7 bedoelde instructies in een vorm die het mogelijk maakt om ze te downloaden en op te slaan op een elektronisch toestel zodat ze te allen tijde voor de consument of eindgebruiker toegankelijk zijn.

    Amendement 172

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 7 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    7 ter.     Op verzoek van de consument of de andere eindgebruiker op het moment van de aankoop of tot zes maanden na de aankoop verstrekt de fabrikant de instructies gratis op papier.

    Amendement 173

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 7 quater (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    7 quater.     In de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen kan in naar behoren gerechtvaardigde gevallen worden gespecificeerd dat bepaalde beknopte informatie die onderdeel van de in lid 7 van dit artikel bedoelde instructies uitmaakt, op papier mag worden verstrekt.

    Amendement 174

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 8 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Fabrikanten die vinden of reden hebben om aan te nemen dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product dat zij in de handel hebben gebracht of in gebruik hebben genomen niet overeenstemt met de vereisten in die gedelegeerde handelingen, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om dat product, in voorkomend geval, in overeenstemming te brengen, uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Fabrikanten die vinden of reden hebben om aan te nemen dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product dat zij in de handel hebben gebracht of in gebruik hebben genomen niet overeenstemt met de vereisten in die gedelegeerde handelingen, nemen zonder onnodige vertraging de nodige corrigerende maatregelen om dat product, in voorkomend geval, in overeenstemming te brengen, onmiddellijk uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Amendement 175

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 8 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    8 bis.     Fabrikanten zorgen voor publiekelijk beschikbare communicatiekanalen, zoals een telefoonnummer, een elektronisch adres of een specifiek onderdeel van hun website, rekening houdend met de toegankelijkheidsbehoeften van personen met een handicap, teneinde eindgebruikers in staat te stellen klachten en bezorgdheden in te dienen in verband met de eventuele non-conformiteit van producten.

     

    Fabrikanten nemen passende maatregelen wanneer zij van mening zijn dat er sprake is van non-conformiteit met de vereisten als bedoeld in deze verordening, en stellen de markttoezichtautoriteiten op de hoogte. Fabrikanten houden uitsluitend zo lang als nodig is voor de doeleinden van deze verordening een register bij van klachten en bezorgdheden, en geven markttoezichtautoriteiten op hun verzoek inzage in dit register.

    Amendement 176

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 21 – lid 9 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het product aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van een verzoek van een bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld.

    Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het product aan te tonen, met inbegrip van de technische documentatie, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 15 dagen na ontvangst van een verzoek van een bevoegde nationale autoriteit beschikbaar gesteld.

    Amendement 177

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 22 – lid 2 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    op een verzoek van een bevoegde nationale autoriteit relevante documenten beschikbaar stellen binnen tien dagen na de ontvangst van dat verzoek;

    d)

    op een verzoek van een bevoegde nationale autoriteit relevante documenten beschikbaar stellen zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 15 dagen na de ontvangst van dat verzoek;

    Amendement 178

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 23 – lid 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    4.   Importeurs zien erop toe dat het product vergezeld gaat van instructies op basis waarvan consumenten het product kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden, repareren en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat. Die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten tenminste de in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen bedoelde informatie.

    4.   Importeurs zien erop toe dat het product vergezeld gaat van instructies op basis waarvan consumenten het product kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden, repareren en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat. Die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten tenminste de in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen bedoelde informatie. De in artikel 21, leden 7 ter en 7 quater, vastgestelde verplichtingen zijn mutatis mutandis van toepassing.

    Amendement 179

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 23 – lid 6 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Importeurs die vinden of reden hebben om aan te nemen dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product dat zij in de handel hebben gebracht of in gebruik hebben genomen niet overeenstemt met de vereisten in die handeling, nemen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om dat product, in voorkomend geval, in overeenstemming te brengen, uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Importeurs die vinden of reden hebben om aan te nemen dat een onder een uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallend product dat zij in de handel hebben gebracht of in gebruik hebben genomen niet overeenstemt met de vereisten in die handeling, nemen zonder onnodige vertraging de corrigerende maatregelen die nodig zijn om dat product, in voorkomend geval, in overeenstemming te brengen, onmiddellijk uit de handel te nemen of terug te roepen.

    Amendement 180

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 23 – lid 8 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie aan die autoriteit om de conformiteit van een product aan te tonen, met inbegrip van technische documentatie, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden binnen tien dagen na ontvangst van een verzoek van de bevoegde autoriteit van een lidstaat beschikbaar gesteld.

    Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit alle benodigde informatie en documentatie aan die autoriteit om de conformiteit van een product aan te tonen, met inbegrip van technische documentatie, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Deze informatie en documentatie worden op papier of elektronisch verstrekt. De relevante documenten worden zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 15 dagen na ontvangst van een verzoek van de bevoegde autoriteit van een lidstaat beschikbaar gesteld.

    Amendement 181

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 24 – lid 2 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    het product gaat vergezeld van de vereiste documenten en van instructies, op basis waarvan consumenten het product kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat waarin het product op de markt beschikbaar moet worden gesteld, en die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten ten minste de in artikel 7, lid 2, punt b), ii), vastgestelde informatie, zoals neergelegd in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling;

    b)

    het product gaat vergezeld van de vereiste documenten en van instructies, op basis waarvan consumenten het product kunnen monteren, installeren, gebruiken, bewaren, onderhouden en verwijderen, in een taal die gemakkelijk te begrijpen is door consumenten en andere eindgebruikers, zoals bepaald door de betrokken lidstaat waarin het product op de markt beschikbaar moet worden gesteld, en die instructies zijn duidelijk, begrijpelijk en leesbaar en bevatten ten minste de in artikel 7, lid 2, punt b), ii), vastgestelde informatie, zoals neergelegd in de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling; de in artikel 21, leden 7 ter en 7 quater, vastgestelde verplichtingen zijn mutatis mutandis van toepassing;

    Amendement 182

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 25 – lid 3 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    verstrekken of tonen geen andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die klanten waarschijnlijk misleiden of verwarren wat de informatie op het etiket betreft.

    c)

    verstrekken of tonen geen andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die klanten waarschijnlijk misleiden of verwarren wat de informatie op het etiket in verband met ecologisch ontwerp betreft.

    Amendement 183

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 25 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 25 bis

     

    Verplichtingen van leveranciers

     

    De leverancier van een stof of een mengsel of de leverancier van een voorwerp verstrekt de marktdeelnemers kosteloos alle relevante informatie om de naleving van de prestatie- en informatievereisten van respectievelijk de artikelen 6 en 7 te vergemakkelijken.

    Amendement 184

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 26 – lid 4 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    verstrekken of tonen geen andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die klanten waarschijnlijk misleiden of verwarren wat de informatie op het etiket betreft.

    b)

    verstrekken of tonen geen andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die klanten waarschijnlijk misleiden of verwarren wat de informatie op het etiket betreft , doordat verplichte etiketten worden nagebootst of informatie wordt verstrekt die in tegenspraak of niet in overeenstemming is met de verplichte etiketten. Deze beperkingen omvatten niet de EU-milieukeur als bedoeld in Verordening (EG) nr. 66/2010 en andere nationaal of regionaal erkende EN ISO 14024 type 1-milieukeuren als bedoeld in die verordening.

    Amendement 185

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – titel

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Verplichtingen van elektronische marktplaatsen en zoekmachines

    Verplichtingen van elektronische marktplaatsen

    Amendement 186

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   De in artikel 7 , lid 2, van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde samenwerking omvat , met betrekking tot elektronische marktplaatsen en voor de toepassing van deze verordening , met name:

    1.    Elektronische marktplaatsen werken voor de toepassing van deze verordening , op verzoek van de markttoezichtautoriteiten en in specifieke gevallen , samen met de markttoezichtautoriteiten ter bevordering van maatregelen om de risico’s van een product dat via hun diensten online te koop aangeboden wordt of werd , weg te nemen of, als dat niet mogelijk is, te beperken.

    a)

    samenwerken om doeltreffende maatregelen inzake markttoezicht te waarborgen, onder andere door geen belemmeringen voor die maatregelen op te werpen;

     

    b)

    markttoezichtautoriteiten in kennis stellen van eventuele actie die is ondernomen;

     

    c)

    een regelmatige en gestructureerde uitwisseling tot stand brengen van informatie over aanbiedingen die op basis van dit artikel door elektronische marktplaatsen zijn verwijderd;

     

    d)

    door markttoezichtautoriteiten beheerde online-instrumenten toegang tot hun interfaces bieden om non-conforme producten te identificeren;

     

    e)

    wanneer elektronische marktplaatsen of onlineverkopers technische belemmeringen hebben opgeworpen voor de extractie van gegevens van hun online-interfaces, op verzoek van markttoezichtautoriteiten die autoriteiten toestaan om dergelijke gegevens voor productconformiteitsdoeleinden te scrapen op basis van de identificatieparameters die de verzoekende markttoezichtautoriteiten hebben verstrekt.

     

    Amendement 187

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 2 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Voor de vereisten van [artikel 22, lid 7] van Verordening (EU) …/… [de wet inzake digitale diensten] ontwerpen en organiseren elektronische marktplaatsen hun online-interface op een wijze die handelaars in staat stelt hun verplichtingen uit hoofde van artikel 25 na te komen en marktdeelnemers in staat stelt hun verplichtingen uit hoofde van artikel 30, lid 1, van deze verordening na te komen.

    Schrappen

    Amendement 188

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 2 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De informatie kan worden verstrekt voor elk product dat wordt aangeboden of getoond of anderszins gemakkelijk toegankelijk wordt gemaakt voor klanten.

    Schrappen

    Amendement 189

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 2 – alinea 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Met name indien uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vereisen dat visuele onlineadvertenties voor bepaalde producten vergezeld moeten gaan van elektronische online-informatie die op het weergavemechanisme moet worden weergegeven, stellen elektronische marktplaatsen handelaars in staat om die weer te geven. Deze verplichting is ook van toepassing op zoekmachines en andere onlineplatforms die visuele online-advertenties voor de betrokken producten verstrekken.

    Schrappen

    Amendement 190

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   Wat betreft de bevoegdheden die de lidstaten verlenen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2019/1020, verlenen de lidstaten hun markttoezichtautoriteiten voor alle producten die onder een relevante overeenkomstig artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling vallen de bevoegdheid om een elektronische marktplaats te bevelen specifieke illegale inhoud die verwijst naar een non-conform product van zijn online-interface te verwijderen, de toegang hiertoe uit te schakelen of een expliciete waarschuwing voor eindgebruikers weer te geven als zij deze bezoeken. Dergelijke bevelen voldoen aan [artikel 8, lid 1] van Verordening (EU) …/… [de wet inzake digitale diensten].

    3.   Wat betreft de bevoegdheden die de lidstaten verlenen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2019/1020, verlenen de lidstaten hun markttoezichtautoriteiten wat specifieke inhoud betreft die verwijst naar een aanbod van een non-conform product met de vereisten van deze verordening, de bevoegdheid om aanbieders van elektronische marktplaatsen te bevelen dergelijke specifieke inhoud van hun online-interface te verwijderen, de toegang hiertoe uit te schakelen of een expliciete waarschuwing voor eindgebruikers weer te geven als zij deze bezoeken. Dergelijke bevelen voldoen aan [artikel 8, lid 1] van Verordening (EU) …/… [de wet inzake digitale diensten].

    Amendement 191

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    4.     Elektronische marktplaatsen treffen de maatregelen die nodig zijn om de in lid 2 bedoelde bevelen te ontvangen en te verwerken overeenkomstig [artikel 8] van Verordening (EU) …/… [de wet inzake digitale diensten].

    Schrappen

    Amendement 192

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 5 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Elektronische marktplaatsen stellen één enkel contactpunt vast voor de directe communicatie met de markttoezichtautoriteiten van lidstaten in verband met de naleving van deze verordening en de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

    Elektronische marktplaatsen stellen één enkel contactpunt vast of duiden een bestaand contactpunt aan als enkel contactpunt voor de directe communicatie met de markttoezichtautoriteiten van lidstaten in verband met de naleving van deze verordening en de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen , en bieden consumenten de mogelijkheid rechtstreeks en snel met hen te communiceren over vereisten inzake ecologisch ontwerp .

    Amendement 193

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 29 – lid 5 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Dit contactpunt kan hetzelfde contactpunt zijn als dat in [artikel 20, lid 1] van Verordening (EU) …/… [de verordening inzake algemene productveiligheid] of [artikel 10, lid 1] van Verordening (EU) / … [de wet inzake digitale diensten] wordt bedoeld .

    Dit contactpunt kan hetzelfde contactpunt zijn als dat in [artikel 20, lid 1] van Verordening (EU) …/… [de verordening inzake algemene productveiligheid] of artikel 11 van Verordening (EU) 2022 / 2065 .

    Amendement 194

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 30 – lid 1 – punt c

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    c)

    informatie voor het identificeren van het product, waaronder het type en, indien beschikbaar , het partij- of serienummer en eventuele andere productidentificatie.

    c)

    informatie die identificatie van het product mogelijk maakt , waaronder een afbeelding van het product , het type en eventuele andere productidentificatie.

    Amendement 195

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 30 – lid 3 – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Wanneer de Commissie fabrikanten, hun gemachtigde vertegenwoordigers of importeurs verplicht om delen van de technische documentatie met betrekking tot het betrokken product digitaal beschikbaar te stellen overeenkomstig artikel 4, derde alinea, punt a), houdt zij rekening met de volgende criteria:

    Wanneer de Commissie, naar aanleiding van een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit, fabrikanten, hun gemachtigde vertegenwoordigers of importeurs verplicht om delen van de technische documentatie met betrekking tot het betrokken product digitaal beschikbaar te stellen overeenkomstig artikel 4, derde alinea, punt a), houdt zij rekening met de volgende criteria:

    Amendement 196

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 31 – lid 3 – alinea 1 – punt a bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    a bis)

    de noodzaak om de bescherming van gegevens en de privacy van gegevens te waarborgen;

    Amendement 197

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 31 – lid 3 – alinea 2 – punt a

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    a)

    het verzamelen van de gegevens tijdens het gebruik als die op afstand toegankelijk zijn via het internet , tenzij de eindgebruiker uitdrukkelijk weigert die gegevens beschikbaar te stellen;

    a)

    het verzamelen van de gegevens tijdens het gebruik als die op afstand toegankelijk zijn via het internet na uitdrukkelijke toestemming van de eindgebruiker overeenkomstig Verordening (EU) .../... 2016/679 om de gegevens beschikbaar te stellen;

    Amendement 198

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 33 – lid 4 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Software- of firmware-updates mogen niet leiden tot verslechtering van de productprestaties met betrekking tot een van de productparameters die wordt gereglementeerd in uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen waaronder de producten vallen of met betrekking tot hun functionele werking vanuit het oogpunt van de gebruiker, als gemeten met de testmethode die wordt gebruikt voor de conformiteitsbeoordeling, behalve met uitdrukkelijke toestemming van de eindgebruiker voorafgaand aan de update. Als de update wordt geweigerd, mogen de prestaties niet veranderen.

    Software- of firmware-updates mogen niet leiden tot aanzienlijke verslechtering van de productprestaties met betrekking tot een van de productparameters die wordt gereglementeerd in uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen waaronder de producten vallen of met betrekking tot hun functionele werking vanuit het oogpunt van de gebruiker, als gemeten met de testmethode die wordt gebruikt voor de conformiteitsbeoordeling, behalve met uitdrukkelijke toestemming van de eindgebruiker voorafgaand aan de update. Als de update wordt geweigerd, mogen de prestaties niet veranderen.

    Amendement 199

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 35 – lid 1 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 67, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 67, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. Wanneer een Europese normalisatieorganisatie een geharmoniseerde norm vaststelt en deze aan de Commissie voorstelt met het oog op de bekendmaking van de referentie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, beoordeelt de Commissie de geharmoniseerde norm overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012. Wanneer de referentie van een geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, trekt de Commissie de uitvoeringshandelingen of delen daarvan met dezelfde vereisten inzake ecologisch ontwerp in.

    Amendement 200

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 58 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   Vereisten overeenkomstig artikel 4, derde alinea, punt h), voor overheidsopdrachten die worden gegund door aanbestedende diensten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU, of aanbestedende instanties zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU, kunnen al naargelang het geval de vorm aannemen van verplichte technische specificaties, selectiecriteria, gunningscriteria, clausules voor de uitvoering van de opdracht of streefdoelen.

    1.    Onverminderd Richtlijn 2014/24/EU en Richtlijn 2014/25/EU nemen vereisten overeenkomstig artikel 4, derde alinea, punt h), voor overheidsopdrachten die worden gegund door aanbestedende diensten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2014/24/EU of artikel 3, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU, of aanbestedende instanties zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU, al naargelang het geval de vorm aan van verplichte technische specificaties, selectiecriteria, gunningscriteria, clausules voor de uitvoering van de opdracht of streefdoelen.

    Amendement 201

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 58 – lid 1 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    1 bis.     De lidstaten bieden, samen met de Commissie, bijstand aan nationale aanbestedende diensten om personeel dat belast is met groene overheidsopdrachten bij- en om te scholen.

    Amendement 202

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 58 – lid 2 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    de noodzaak om voor voldoende vraag naar ecologisch duurzamere producten te zorgen;

    b)

    voordelen voor het milieu en de noodzaak om voor voldoende vraag naar ecologisch duurzamere producten te zorgen;

    Amendement 203

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 1 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Onverminderd artikel 13 van Verordening (EU) 2019/1020, stelt elke lidstaat ten minste elke twee jaar een actieplan op met een uiteenzetting van de geplande markttoezichtactiviteiten om ervoor te zorgen dat er met betrekking tot deze verordening en de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen op voldoende grote schaal passende controles worden uitgevoerd. Elke lidstaat stelt het eerste van die actieplannen uiterlijk op [16 juli 2024] op.

    Onverminderd artikel 13 van Verordening (EU) 2019/1020, stelt elke lidstaat ten minste elke twee jaar een actieplan op met een uiteenzetting van de geplande markttoezichtactiviteiten om ervoor te zorgen dat er met betrekking tot deze verordening en de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen op voldoende grote schaal passende controles , inclusief fysieke en laboratoriumcontroles aan de hand van passende steekproeven worden uitgevoerd. Elke lidstaat stelt het eerste van die actieplannen uiterlijk op [16 juli 2024] op.

    Amendement 204

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 1 – alinea 2 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    de geplande markttoezichtactiviteiten om niet-naleving te beperken voor de producten of vereisten die als prioriteiten zijn geïdentificeerd, met inbegrip van de aard en het minimumaantal controles dat moet worden uitgevoerd in de door het actieplan bestreken periode.

    b)

    de geplande markttoezichtactiviteiten om niet-naleving te beperken of te beëindigen voor de producten of vereisten die als prioriteiten zijn geïdentificeerd, met inbegrip van de aard en het minimumaantal controles dat moet worden uitgevoerd in de door het actieplan bestreken periode.

    Amendement 205

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 2 – punt b bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    b bis)

    het aantal ontvangen klachten van eindgebruikers, consumentenorganisaties of andere van marktdeelnemers of de media ontvangen informatie;

    Amendement 206

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   De aard van en het aantal geplande controles overeenkomstig lid 1, punt b), staan in verhouding tot de objectieve criteria die worden gebruikt om de prioriteiten in overeenstemming met lid 2 te identificeren.

    3.   De aard van en het aantal geplande controles overeenkomstig lid 1, punt b), staan in verhouding tot de objectieve criteria die worden gebruikt om de prioriteiten in overeenstemming met lid 2 te identificeren. Voor productcategorieën die zijn aangemerkt als producten met een hoog risico van niet-conformiteit, gaan de markttoezichtautoriteiten ervan uit dat die controles fysieke en laboratoriumcontroles aan de hand van passende steekproeven omvatten.

    Amendement 207

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 3 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    3 bis.     Voor het uitvoeren van markttoezicht in verband met deze verordening en de uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen, zorgen de lidstaten ervoor dat hun markttoezichtautoriteiten over de noodzakelijke middelen beschikken, met inbegrip van voldoende financiële en andere middelen, zoals voldoende bevoegd personeel, expertise, procedures en andere regelingen voor de goede uitvoering van hun taken.

    Amendement 208

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 5 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststelling waarin de producten of vereisten worden opgenomen die de lidstaten ten minste beschouwen als prioriteiten voor markttoezicht overeenkomstig lid 1, punt a).

    De Commissie kan overeenkomstig artikel 66 gedelegeerde handelingen vaststellen ter aanvulling van deze verordening , waarin de producten of vereisten worden opgenomen die de lidstaten als prioriteiten voor markttoezicht overeenkomstig lid 1, punt a), aanmerken .

    Amendement 209

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 59 – lid 5 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 67, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

    Schrappen

    Amendement 210

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 60 – lid 1 – alinea 2 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    in voorkomend geval, de prioriteiten in de in artikel 59, lid 5, bedoelde uitvoeringshandelingen .

    d)

    in voorkomend geval, de prioriteiten in de in artikel 59, lid 5, bedoelde gedelegeerde handelingen .

    Amendement 211

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 61 – lid 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    1.   Markttoezichtautoriteiten voeren in het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem informatie in over de aard en zwaarte van boetes die worden opgelegd met betrekking tot niet-naleving van deze verordening.

    1.   Markttoezichtautoriteiten voeren in het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem informatie in over het aantal en de aard van de uitgevoerde controles, alsook de aard en zwaarte van boetes die worden opgelegd met betrekking tot niet-naleving van deze verordening.

    Amendement 212

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 61 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   De Commissie publiceert het in lid 2 van dit artikel bedoelde verslag in het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem en maakt een samenvatting van het verslag openbaar.

    3.   De Commissie publiceert het in lid 2 van dit artikel bedoelde verslag in het in artikel 34 van Verordening (EU) 2019/1020 bedoelde informatie- en communicatiesysteem en maakt zowel een samenvatting van het verslag als het verslag zelf openbaar.

    Amendement 213

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 62 – lid 2 – alinea 1 – punt d bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    d bis)

    raadpleegt de Commissie, in voorkomend geval, belanghebbenden en deskundigen.

    Amendement 214

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 63 – lid 1 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Indien de markttoezichtautoriteiten bij die beoordeling vaststellen dat het product niet voldoet aan de in de toepasselijke uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vastgelegde vereisten, eisen zij onverwijld dat de desbetreffende marktdeelnemer passende en evenredige corrigerende maatregelen treft, binnen een redelijke termijn die door de markttoezichtautoriteiten wordt voorgeschreven en die evenredig is met de aard van en, in voorkomend geval, de mate van niet-naleving, om een einde aan de niet-naleving te maken. De corrigerende maatregel die door de marktdeelnemer moet worden genomen kan de acties omvatten als bedoeld in artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1020.

    Indien de markttoezichtautoriteiten bij die beoordeling vaststellen dat het product niet voldoet aan de in de toepasselijke uit hoofde van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vastgelegde vereisten, eisen zij onverwijld dat de desbetreffende marktdeelnemer passende en evenredige corrigerende maatregelen treft, binnen een redelijke termijn die door de markttoezichtautoriteiten wordt voorgeschreven en die evenredig is met de aard van en, in voorkomend geval, de mate van niet-naleving, om een einde aan de niet-naleving te maken. De corrigerende maatregel die door de marktdeelnemer moet worden genomen kan als minimum de acties omvatten als bedoeld in artikel 16, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1020.

    Amendement 215

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 66 – lid 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    2.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 4, artikel 9, lid 1, tweede alinea, artikel 11, lid 4, artikel 20, lid 3, en artikel 61, lid 1, vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van zes jaar vanaf [één maand na de inwerkingtreding van deze handeling]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van zes jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

    2.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen als bedoeld in artikel 4, artikel 9, lid 1, tweede alinea, artikel 11, lid 4, artikel 20, lid 3, en artikel 61, lid 1, vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar vanaf [de datum van inwerkingtreding van deze handeling]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

    Amendement 216

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 66 – lid 3

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, artikel 9, lid 1, tweede alinea, artikel 11, lid 4, artikel 20, lid 3, en artikel  61 , lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4, artikel 9, lid 1, tweede alinea, artikel 11, lid 4, artikel 20, lid 3, en artikel  60 , lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

    Amendement 217

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 68 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn , rekening houdend met de mate van niet-naleving en de hoeveelheden non-conforme producten die in de Unie in de handel zijn gebracht . De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [een jaar na de datum van toepassing van deze verordening] van deze bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.

    De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [een jaar na de datum van toepassing van deze verordening] van deze bepalingen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen van die bepalingen mee.

    Amendement 218

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 68 – alinea 1 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Bij het bepalen van het type en de hoogte van de sancties die bij inbreuken moeten worden opgelegd, houden de bevoegde autoriteiten van de lidstaten terdege rekening met de volgende criteria:

     

    a)

    de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, met inbegrip van de hoeveelheden non-conforme producten die in de Unie in de handel zijn gebracht;

     

    b)

    indien van toepassing, de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk;

     

    c)

    de financiële draagkracht van de voor de inbreuk verantwoordelijk geachte natuurlijke of rechtspersoon, zoals blijkt uit bijvoorbeeld de totale omzet van de voor de inbreuk verantwoordelijk geachte rechtspersoon of het jaarinkomen van de voor de inbreuk verantwoordelijk geachte natuurlijke persoon;

     

    d)

    de economische voordelen die door de verantwoordelijk geachte natuurlijke of rechtspersoon uit de inbreuk zijn gehaald, voor zover deze kunnen worden vastgesteld;

     

    e)

    de schade aan de gezondheid van de mens of het milieu als gevolg van de inbreuk, voor zover die kan worden vastgesteld;

     

    f)

    alle maatregelen die door de voor de inbreuk verantwoordelijke geachte natuurlijke of rechtspersoon worden genomen om de veroorzaakte schade te beperken of te herstellen;

     

    g)

    de mate waarin de voor de inbreuk verantwoordelijk geachte natuurlijke of rechtspersoon zijn medewerking verleent aan de bevoegde autoriteit;

     

    h)

    eerdere inbreuken van de voor de inbreuk verantwoordelijk geachte natuurlijke of rechtspersoon;

     

    i)

    elke maatregel die erop gericht is administratieve controles te omzeilen of te belemmeren, en

     

    j)

    eventuele andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak.

    Amendement 219

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 68 – alinea 1 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    De lidstaten kunnen ten minste de volgende sancties opleggen in geval van inbreuken op deze verordening:

     

    a)

    geldboetes;

     

    b)

    inbeslagneming van inkomsten die de natuurlijke of rechtspersoon heeft verworven uit een transactie in verband met de inbreuk;

     

    c)

    uitsluiting van procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten.

    Amendement 220

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 69 – titel

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Evaluatie

    Monitoring en evaluatie

    Amendement 221

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 69 – lid -1 (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    -1.     De Commissie verzamelt relevante gegevens over producten en productgroepen waarvoor vereisten inzake ecologisch ontwerp gelden, met inbegrip van gegevens over hun levenscyclus en hun milieu-, koolstof- en materiële voetafdruk, teneinde een evaluatie te kunnen uitvoeren van de verbeteringen van de ecologische duurzaamheid van die producten. Op basis van deze gegevens publiceert de Commissie een jaarverslag.

     

    De Commissie voert regelmatig, en ten minste om de 3 jaar na de vaststelling van vereisten inzake ecologisch ontwerp, een evaluatie van deze vereisten uit om na te gaan of er behoefte is aan mogelijke herzieningen.

    Amendement 222

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 69 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De Commissie voert niet eerder dan [acht jaar na de datum van toepassing van deze verordening] een evaluatie van deze verordening uit, alsook van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de ecologische duurzaamheid van producten. De Commissie dient bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s een verslag in over de belangrijkste bevindingen. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige gegevens voor het opstellen van dit verslag .

    De Commissie voert niet [...] later dan [zes jaar na de datum van toepassing van deze verordening] en vervolgens om de zes jaar, een evaluatie van deze verordening uit, alsook van de bijdrage ervan aan de werking van de interne markt en de verbetering van de ecologische duurzaamheid van producten. De Commissie evalueert ook het gebruik van vrijstellingen voor ingevoerde tweedehandsproducten of productgroepen die zijn opgenomen in overeenkomstig artikel 4 van deze verordening vastgestelde gedelegeerde handelingen .

     

    Uiterlijk op [datum invoegen: 4 jaar na de datum van toepassing van deze verordening] gaat de Commissie na of sociale duurzaamheids- en zorgvuldigheidsvereisten dienen te worden opgenomen in het toepassingsgebied van deze verordening.

     

    De Commissie dient bij het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s een verslag in over de belangrijkste bevindingen en maakt dit openbaar. De lidstaten verstrekken de Commissie de nodige gegevens voor het opstellen van dit verslag.

    Amendement 223

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 69 bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 69 bis

     

    Remedies in geval van gebrekkige naleving

     

    1.     Wanneer een product de vereisten inzake ecologisch ontwerp niet naleeft, wordt dit product in de zin van artikel 5 van Richtlijn (EU) 2019/771 aangemerkt als non-conform met de verkoopovereenkomst en hebben consumenten onder de voorwaarden in artikel 13 van die richtlijn het recht op verhaal, los van het verstrijken van de in artikel 10 van die richtlijn vastgestelde termijnen.

     

    2.     Het in de handel brengen of te koop aanbieden van een product dat niet aan de vereisten inzake ecologisch ontwerp voldoet, wordt in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2005/29/EG als oneerlijke handelspraktijk beschouwd en geeft consumenten derhalve het recht op verhaal overeenkomstig artikel 11 bis van die richtlijn.

    Amendement 224

    Voorstel voor een verordening

    Artikel 69 ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    Artikel 69 ter

     

    Wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828

     

    In bijlage I bij Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad  (1bis) wordt punt 27 vervangen door:

     

    27)

    Verordening (EU) .../... van het Europees Parlement en de Raad... betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG.”

     

    Amendement 225

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De volgende parameters kunnen , waar van toepassing en zo nodig aangevuld met andere parameters, worden gebruikt als uitgangspunt voor het verbeteren van de in artikel 5, lid 1, vermelde productaspecten:

    De volgende parameters worden , waar van toepassing en zo nodig aangevuld met andere parameters, afzonderlijk of samen gebruikt als uitgangspunt voor het verbeteren van de in artikel 5, lid 1, vermelde productaspecten:

    Amendement 226

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt b

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    b)

    gemak van reparatie en onderhoud, op grond van: kenmerken, beschikbaarheid en levertijd van reserveonderdelen, modulariteit, verenigbaarheid met gemakkelijk verkrijgbare reserveonderdelen, beschikbaarheid van reparatie- en onderhoudsinstructies, aantal gebruikte materialen en onderdelen, gebruik van standaardonderdelen, gebruik van coderingsnormen ter identificatie van onderdelen en materialen, aantal en complexiteit van de benodigde processen en gereedschappen, gemak waarmee niet-destructieve demontage en montage plaatvinden , voorwaarden voor toegang tot productgegevens, voorwaarden voor toegang tot of het gebruik van de benodigde hardware en software;

    b)

    gemak van reparatie en onderhoud, rekening houdend met de productveiligheid, op grond van: kenmerken, beschikbaarheid , levertijd en betaalbaarheid van reserveonderdelen, modulariteit, verenigbaarheid met gemakkelijk verkrijgbare gereedschappen en reserveonderdelen, beschikbaarheid van reparatie- en onderhoudsinstructies, aantal gebruikte materialen en onderdelen, gebruik van standaardonderdelen, gebruik van coderingsnormen ter identificatie van onderdelen en materialen, aantal en complexiteit van de benodigde processen en of er gespecialiseerde gereedschappen nodig zijn , gemak waarmee niet-destructieve demontage en montage plaatsvinden , voorwaarden voor toegang tot productgegevens, voorwaarden voor toegang tot of het gebruik van de benodigde hardware en software;

    Amendement 227

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt d

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    d)

    gemak waarmee recycling plaatsvindt en de kwaliteit ervan , op grond van: gebruik van gemakkelijk recyclebare materialen, veilige, gemakkelijke en niet-destructieve toegang tot recyclebare onderdelen en materialen of onderdelen en materialen die gevaarlijke stoffen bevatten , samenstelling en homogeniteit van materialen, mogelijkheid van sorteren op hoge zuiverheidsgraad, aantal gebruikte materialen en onderdelen, gebruik van standaardonderdelen, gebruik van coderingsnormen ter identificatie van onderdelen en materialen, aantal en complexiteit van de benodigde processen en gereedschappen, gemak waarmee niet-destructieve demontage en montage plaatvinden, voorwaarden voor toegang tot productgegevens, voorwaarden voor toegang tot of het gebruik van de benodigde hardware en software;

    d)

    gemak waarmee recycling plaatsvindt , de kwaliteit ervan en de economische haalbaarheid , op grond van: gebruik van gemakkelijk recyclebare materialen, veilige, gemakkelijke en niet-destructieve toegang tot recyclebare onderdelen en materialen of onderdelen en materialen die gevaarlijke stoffen bevatten en samenstelling en homogeniteit van materialen, mogelijkheid van sorteren op hoge zuiverheidsgraad , ontwerp met het oog op recycling , aantal gebruikte materialen en onderdelen, gebruik van standaardonderdelen, gebruik van coderingsnormen ter identificatie van onderdelen en materialen, aantal en complexiteit van de benodigde processen en gereedschappen, gemak waarmee niet-destructieve demontage en montage plaatvinden, voorwaarden voor toegang tot productgegevens, voorwaarden voor toegang tot of het gebruik van de benodigde hardware en software;

    Amendement 228

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt e

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    e)

    vermijding van technische oplossingen die schadelijk zijn voor het hergebruiken, upgraden, repareren, onderhouden, opknappen, produceren en recyclen van producten en onderdelen;

    e)

    vermijding van technische oplossingen die schadelijk zijn voor het hergebruiken, upgraden, repareren, onderhouden, opknappen, produceren en recyclen van producten en onderdelen , met inachtneming van de productveiligheid ;

    Amendement 229

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt e bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    e bis)

    vermijding van vroegtijdige veroudering;

    Amendement 230

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt f

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    f)

    gebruik van stoffen, afzonderlijk, als componenten van stoffen of in mengsels, tijdens het productieproces van producten, of leidend tot hun aanwezigheid in producten, ook wanneer deze producten afval worden;

    f)

    gebruik van stoffen, en in het bijzonder het gebruik van zorgwekkende stoffen, afzonderlijk, als componenten van stoffen of in mengsels, tijdens het productieproces van producten, of leidend tot hun aanwezigheid in producten, ook wanneer deze producten afval worden;

    Amendement 231

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt h bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    h bis)

    gebruik van of gehalte aan hernieuwbare materialen van duurzame oorsprong;

    Amendement 232

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt h ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    h ter)

    gebruik van of gehalte aan kritieke grondstoffen;

    Amendement 233

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt m bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    m bis)

    de materiële voetafdruk van het product;

    Amendement 234

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt n

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    n)

    vrijkomen van microplastics;

    n)

    vrijkomen van microplastics en nanoplastics ;

    Amendement 235

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt p

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    p)

    hoeveelheden geproduceerde afvalstoffen, met inbegrip van kunststofafval en verpakkingsafval en het gemak waarmee zij kunnen worden hergebruikt, en hoeveelheden geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen;

    p)

    hoeveelheden geproduceerde afvalstoffen, met inbegrip van kunststofafval en verpakkingsafval en het gemak waarmee zij kunnen worden hergebruikt of gerecycled , en hoeveelheden geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen;

    Amendement 236

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt q

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    q)

    gebruiksvoorwaarden.

    q)

    gebruiksvoorwaarden , met inbegrip van de milieueffecten en -voordelen tijdens het gebruik;

    Amendement 237

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt q bis (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    q bis)

    gevolgen voor de volksgezondheid;

    Amendement 238

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage I – alinea 1 – punt q ter (nieuw)

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

     

    q ter)

    veilige en duurzame aanvoer van grondstoffen.

    Amendement 239

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage II – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De prestatievereisten worden als volgt vastgesteld:

    De prestatievereisten dragen bij tot de verwezenlijking van de in artikel 5, lid 4, punt a), genoemde doelstellingen en nemen de resultaten van de relevante effectbeoordelingen in aanmerking. De prestatievereisten worden als volgt vastgesteld:

    Amendement 240

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage II – alinea 1 – punt 1 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Door middel van de technische, economische en milieuanalyse zal ook worden vastgesteld welke van de op de markt beschikbare producten en technologieën voor de betreffende parameter de beste prestaties leveren.

    Door middel van de technische, economische en milieuanalyse zal ook worden vastgesteld welke van de op de markt beschikbare producten en technologieën voor de betreffende parameter de beste prestaties leveren , evenals verwachte technologische verbeteringen. Daarbij wordt ook rekening gehouden met bestaande sectorale routekaarten als bedoeld in Verordening (EU) 2021/1119.

    Amendement 241

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage II – alinea 1 – punt 1 – alinea 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Op basis van deze analyse en rekening houdend met de economische en technische haalbaarheid, waaronder de beschikbaarheid van belangrijke hulpbronnen en technologieën alsook het potentieel voor verbetering, worden de niveaus van deze niet-kwantitatieve vereisten bepaald.

    Op basis van deze analyse en rekening houdend met de negatieve effecten van het product op de menselijke gezondheid en het milieu gedurende de levenscyclus ervan, planetaire grenzen, de economische en technische haalbaarheid, waaronder de beschikbaarheid van belangrijke hulpbronnen en technologieën , alsook het potentieel voor verbetering, worden de niveaus van deze niet-kwantitatieve vereisten bepaald.

    Amendement 242

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VI – alinea 1 – punt 8

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    8.

    uitvoeringsdata en een eventuele gefaseerde of overgangsmaatregel of -periode, met inachtneming van eventuele consequenties voor kleine en middelgrote ondernemingen of voor specifieke productgroepen die in hoofdzaak door kleine en middelgrote ondernemingen worden vervaardigd;

    8.

    uitvoeringsdata en een eventuele gefaseerde of overgangsmaatregel of -periode, in het bijzonder rekening houdend met de behoeften van micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen of voor specifieke productgroepen die in hoofdzaak door micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen worden vervaardigd;

    Amendement 243

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – inleidende formule

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De volgende niet-uitputtende lijst van indicatieve criteria kan worden gebruikt ter beoordeling van zelfreguleringsmaatregelen als een alternatief voor een uit hoofde van artikel 4 van deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling:

    De volgende niet-uitputtende lijst van indicatieve criteria wordt gebruikt ter beoordeling van zelfreguleringsmaatregelen als een alternatief voor een uit hoofde van artikel 4 van deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling:

    Amendement 244

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – punt 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Zelfreguleringsmaatregelen moeten verenigbaar zijn met de beleidsdoelstellingen van deze verordening en moeten aansluiten bij de economische en sociale dimensies van duurzame ontwikkeling. Voor zelfreguleringsmaatregelen is een geïntegreerde aanpak nodig voor de bescherming van de consument, gezondheid, levenskwaliteit en economische belangen.

    Zelfreguleringsmaatregelen moeten verenigbaar zijn met de beleidsdoelstellingen van deze verordening en moeten aansluiten bij de economische en sociale dimensies van duurzame ontwikkeling. Voor zelfreguleringsmaatregelen is een geïntegreerde aanpak nodig voor de bescherming van het milieu, de consument, gezondheid, levenskwaliteit en economische belangen.

    Amendement 245

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – punt 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    De door de ondertekenaars in hun zelfreguleringsmaatregelen vastgestelde doelstellingen moeten op een duidelijke en ondubbelzinnige wijze, uitgaande van een vastomlijnd referentiekader, zijn geformuleerd. Indien de zelfreguleringsmaatregel een lange looptijd heeft, moeten er tussentijdse streefwaarden in worden opgenomen. Het moet mogelijk zijn op basis van duidelijke en betrouwbare indicatoren op betaalbare en geloofwaardige wijze na te gaan in hoeverre de doelstellingen en (tussentijdse) streefwaarden in acht worden genomen.

    De door de ondertekenaars in hun zelfreguleringsmaatregelen vastgestelde doelstellingen moeten op een duidelijke , kwantificeerbare en ondubbelzinnige wijze, uitgaande van een vastomlijnd referentiekader, zijn geformuleerd. Indien de zelfreguleringsmaatregel een lange looptijd heeft, moeten er tussentijdse streefwaarden in worden opgenomen. Het moet mogelijk zijn op basis van duidelijke en betrouwbare indicatoren op betaalbare en geloofwaardige wijze na te gaan in hoeverre de doelstellingen en (tussentijdse) streefwaarden in acht worden genomen.

    Amendement 246

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – punt 5 – alinea 1

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Ter wille van de transparantie moeten alle zelfreguleringsmaatregelen worden gepubliceerd, ook online en via andere elektronische middelen voor de verspreiding van informatie.

    Ter wille van de transparantie moeten alle zelfreguleringsmaatregelen worden gepubliceerd, ook online op een openbaar toegankelijke website van de Commissie en via andere elektronische middelen voor de verspreiding van informatie.

    Amendement 247

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – punt 5 – alinea 2

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Alle belanghebbenden — het bedrijfsleven, niet-gouvernementele organisaties op het gebied van het milieu en consumentenorganisaties — moeten de mogelijkheid krijgen om commentaar op een zelfreguleringsmaatregel te geven.

    Alle belanghebbenden — lidstaten, het bedrijfsleven in de Unie en in derde landen , niet-gouvernementele organisaties op het gebied van het milieu en consumentenorganisaties — moeten de mogelijkheid krijgen om commentaar op een zelfreguleringsmaatregel te geven.

    Amendement 248

    Voorstel voor een verordening

    Bijlage VII – alinea 1 – punt 6 – alinea 4

    Door de Commissie voorgestelde tekst

    Amendement

    Indien een ondertekenaar zich niet aan de vereisten van de zelfreguleringsmaatregelen heeft gehouden , moet hij corrigerende maatregelen treffen.

    Indien een ondertekenaar zich niet aan de vereisten van de zelfreguleringsmaatregelen houdt , moet hij corrigerende maatregelen treffen. De onafhankelijke inspecteur moet de andere ondertekenaars die aan de zelfreguleringsmaatregel deelnemen, in kennis stellen van een gebrekkige naleving door een ondertekenaar en van de corrigerende maatregelen die de ondertekenaar voornemens is te nemen. Indien de ondertekenaar niet binnen drie maanden voldoende corrigerende maatregelen heeft genomen, moet hij van de zelfreguleringsmaatregel worden uitgesloten.


    (1)  De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A9-0218/2023).

    (25)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, De Europese Green Deal (COM(2019)0640).

    (25)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, De Europese Green Deal (COM(2019)0640).

    (26)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een nieuw actieplan voor een circulaire economie – Voor een schoner en concurrerender Europa (COM(2020)0098).

    (26)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een nieuw actieplan voor een circulaire economie – Voor een schoner en concurrerender Europa (COM(2020)0098).

    (1 bis)   Mededeling van de Commissie van 3 september 2020 getiteld “Veerkracht op het gebied van kritieke grondstoffen: de weg naar een grotere voorzieningszekerheid en duurzaamheid uitstippelen” (COM(2020)0474).

    (1 ter)   P9_TA(2021)0468.

    (29)  Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

    (29)  Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

    (30)  P9_TA(2020)0318.

    (30)  P9_TA(2020)0318.

    (31)  P9_TA(2021)0040.

    (31)  P9_TA(2021)0040.

    (32)  13852/20.

    (32)  13852/20.

    (38)  Besluit (EU) 2022/…. van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende een algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2030 [verwijzing toevoegen na bekendmaking in PB — trialoogovereenkomst 2 december 2021].

    (38)  Besluit (EU) 2022/…. van het Europees Parlement en de Raad van … betreffende een algemeen milieuactieprogramma voor de Europese Unie voor de periode tot en met 2030 [verwijzing toevoegen na bekendmaking in PB — trialoogovereenkomst 2 december 2021].

    (39)  Zoals uiteengezet is in EU-actieplan Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul (COM(2021)0400) en de Strategie voor duurzame chemische stoffen (COM(2020)0667), waarin wordt opgeroepen tot het aannemen van de doelstellingen om verontreiniging bij productie en consumptie tot nul terug te dringen.

    (39)  Zoals uiteengezet is in EU-actieplan Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul (COM(2021)0400) en de Strategie voor duurzame chemische stoffen (COM(2020)0667), waarin wordt opgeroepen tot het aannemen van de doelstellingen om verontreiniging bij productie en consumptie tot nul terug te dringen.

    (40)  Met inbegrip van specifieke streefdoelen uit doelstellingen 12 (“Verantwoorde consumptie en productie”).

    (40)  Met inbegrip van specifieke streefdoelen uit doelstellingen 12 (“Verantwoorde consumptie en productie”).

    (51)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de tenuitvoerlegging van het pakket circulaire economie: opties om te werken aan het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving (COM(2018)0032).

    (51)  Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de tenuitvoerlegging van het pakket circulaire economie: opties om te werken aan het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving (COM(2018)0032).

    (56)  Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie van 15 december 2021 betreffende het gebruik van milieuvoetafdrukmethoden voor het meten en bekendmaken van de milieuprestatie van producten en organisaties gedurende hun levenscyclus.

    (56)  Aanbeveling (EU) 2021/2279 van de Commissie van 15 december 2021 betreffende het gebruik van milieuvoetafdrukmethoden voor het meten en bekendmaken van de milieuprestatie van producten en organisaties gedurende hun levenscyclus.

    (58)  Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (PB L 338 van 13.11.2004, blz. 4).

    (58)  Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (PB L 338 van 13.11.2004, blz. 4).

    (59)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    (59)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    (60)  Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59).

    (60)  Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59).

    (61)  Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).

    (61)  Verordening (EU) 2017/746 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2017 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek en tot intrekking van Richtlijn 98/79/EG en Besluit 2010/227/EU van de Commissie (PB L 117 van 5.5.2017, blz. 176).

    (62)  Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

    (62)  Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed (PB L 170 van 30.6.2009, blz. 1).

    (63)  Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88).

    (63)  Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88).

    (66)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

    (66)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

    (67)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

    (67)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

    (1 bis)   Decarbonisation options for the cement industry, EUR 31378 EN, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg, 2023, ISBN 978-92-76-61599-6, doi:10.2760/174037, JRC131246.

    (69)  Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG (PB L 136 van 22.5.2019, blz. 6).

    (69)  Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de verkoop van goederen, tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG, en tot intrekking van Richtlijn 1999/44/EG (PB L 136 van 22.5.2019, blz. 6).

    (70)  Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).

    (70)  Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).

    (71)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

    (71)  Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

    (74)  Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

    (74)  Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

    (74a)   Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).

    (78)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

    (78)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

    (79)  Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

    (79)  Richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 243).

    (1bis)   Verordening (EU) 2019/1021 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 45).

    (1bis)   Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).

    (1bis)   Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).

    (1bis)   Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van 4.12.2020, blz. 1).


    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/4032/oj

    ISSN 1977-0995 (electronic edition)


    Top