EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 24.3.2022
COM(2022) 139 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD
Routekaart van de Commissie voor een verbeterde Europese financiële architectuur voor ontwikkeling en voortgangsverslag 2021
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52022DC0139
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE COUNCIL Commission's roadmap for an improved European financial architecture for development and 2021 progress report
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Routekaart van de Commissie voor een verbeterde Europese financiële architectuur voor ontwikkeling en voortgangsverslag 2021
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Routekaart van de Commissie voor een verbeterde Europese financiële architectuur voor ontwikkeling en voortgangsverslag 2021
COM/2022/139 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 24.3.2022
COM(2022) 139 final
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD
Routekaart van de Commissie voor een verbeterde Europese financiële architectuur voor ontwikkeling en voortgangsverslag 2021
Met dit document reageert de Commissie op de op 14 juni 2021 vastgestelde conclusies van de Raad over het verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling waarin de Raad de Commissie verzocht om een routekaart te presenteren voor het in praktijk brengen van de doelstellingen en aanbevelingen in die conclusies en om jaarlijks verslag uit te brengen over de geboekte vooruitgang. Deze routekaart voor een betere financiële architectuur is bedoeld om het effect, de efficiëntie en de zichtbaarheid van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te verbreden, en wel door:
-een krachtige aansturing van het EU-beleid te waarborgen,
-betere coördinatie te stimuleren,
-een inclusievere financiële architectuur te bouwen,
-in Team Europaverband te zorgen voor grotere zichtbaarheid en invloed van de EU en haar lidstaten.
Centraal in de routekaart staan acties die binnen de bevoegdheid van de Commissie vallen en waarbij wordt samengewerkt met de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter van de EU (hierna de “HV/VV” genoemd). Daarnaast wordt in dit verslag beschreven wat eind 2021 de stand van zaken was bij de uitvoering van deze acties.
1.NOODZAAK TOT VERBETERING VAN DE EUROPESE FINANCIËLE ARCHITECTUUR
2.Achtergrond
De EU en haar lidstaten zijn van oudsher de grootste verstrekkers van ontwikkelingshulp ter wereld en waren in 2020 goed voor ongeveer 46 % van de wereldwijde hulp (66,8 miljard EUR) 1 . De bijstand van de EU speelt een belangrijke rol bij het uitbannen van armoede, het terugdringen van kwetsbaarheden en ongelijkheden en het helpen van partnerlanden bij het behalen van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs.
De noodzaak tot het realiseren van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen wordt echter alsmaar groter en overheidsmiddelen alleen volstaan niet langer. Daarom kijken de EU en haar lidstaten steeds vaker verder dan alleen naar de meer traditionele hulpkanalen en gebruiken zij officiële ontwikkelingshulp (official development assistance — ODA) om extra financieringsbronnen aan te spreken, vooral door particulier kapitaal aan te trekken. Zij werken dus steeds vaker samen met financiële instellingen en maken vaker gebruik van innovatieve financieringsinstrumenten, waarbij overheidsmiddelen worden ingezet als hefboom voor investeringen, bijvoorbeeld door blending of met behulp van garanties.
De Europese financiële architectuur voor ontwikkeling is aldus in de loop der jaren complexer geworden door de opkomst van deze nieuwe instrumenten en door het groeiend aantal partijen waaruit deze architectuur bestaat, zoals de Commissie de HV/VV, de EU-lidstaten en hun nationale instellingen en organisaties voor ontwikkelingsfinanciering, alsook de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO). Daarnaast onderhoudt de Commissie ook intensief contact met tal van internationale financiële actoren. Al deze actoren zetten zich in voor het realiseren van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen, maar hebben elk hun eigen prioriteiten en werkwijze en beschikken over verschillende sterke punten en comparatieve voordelen, vooral wat geografische, sectorale of financiële deskundigheid betreft.
Door de COVID-19-pandemie is het aanpakken van de ontwikkelingsproblematiek nog urgenter geworden en is het dus ook dringender geworden om de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te verbeteren. De economische gevolgen van COVID-19 hebben de financieringsbehoeften versterkt en een zware wissel getrokken op de partnerlanden van de EU: jarenlange voortgang bij de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen is tenietgedaan. In 2020 werd het jaarlijkse financieringstekort voor duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden geschat op 3,7 biljoen EUR 2 . Om dit financieringstekort te dichten zijn meer dan ooit grootschalige investeringen nodig. Alle (publieke/particuliere, binnenlandse/internationale) financieringsbronnen moeten efficiënt worden ingezet en met doeltreffende beleidshervormingen worden gecombineerd, om sterker uit de crisis te komen en niemand aan zijn lot over te laten. Duurzame financiering zal cruciaal blijken om internationaal en binnenlands particulier kapitaal te mobiliseren voor duurzame investeringen in infrastructuur.
Tegen de achtergrond van belangwekkende mondiale geopolitieke uitdagingen en de groeiende rol van nieuwe donoren, heeft de EU bovendien een nieuwe benadering nodig waarmee zij haar op waarden gebaseerde, mensgerichte ontwikkelingsmodel kan uitdragen en waarmee de EU-belangen op politiek, economisch en veiligheidsgebied over de hele wereld kunnen worden verdedigd en bevorderd.
Met het oog op deze mondiale ontwikkelingsproblematiek moet de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling nog slagvaardiger, efficiënter, coherenter en effectiever zijn. Om versnippering van maatregelen te voorkomen en te zorgen voor meer synergie en efficiëntieverbeteringen is intensievere coördinatie met behulp van een Team Europa-aanpak belangrijker dan ooit. Onderdeel daarvan is dat beter gebruik wordt gemaakt van de jarenlange ervaring van de diverse actoren en dat waar mogelijk financiële middelen worden gebundeld om meer effect te sorteren en in de particuliere sector meer investeringen los te maken.
Daarnaast is een verbeterde Europese financiële architectuur voor ontwikkeling met krachtiger beleidssturing van het grootste belang om de rol van de EU als wereldspeler te kunnen versterken en kan die architectuur een hoofdrol vervullen bij onze geopolitieke ambities, en vooral bij het wereldwijd bevorderen van onze strategische belangen en uitdragen van onze waarden. De Europese financiële architectuur voor ontwikkeling moet zorgen voor betere complementariteit tussen hulp, investeringen in ontwikkeling, de hervormingsagenda en diplomatie. Alleen zo kan de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling ervoor zorgen dat de bestaande ODA-middelen maximaal worden benut, er sneller geld stroomt naar de gebieden waar de nood het hoogst is, het ontwikkelingseffect toeneemt en dat beter zichtbaar kan worden gemaakt welke inspanningen de EU als geheel en haar lidstaten leveren voor het realiseren van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen.
In dit document wordt een aantal maatregelen geschetst die de Commissie wil nemen om de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te verbeteren. Het verslag laat tevens zien welke belangrijke stappen er reeds in die richting zijn gezet. De lancering van de Global Gateway-strategie 3 in december 2021 en van het bijbehorende Global Gateway-investeringspakket Afrika–Europa 4 vormen een belangrijke uitdrukking van dit nieuwe klimaat en duiden op verdere ontwikkeling ten aanzien van de wijze waarop de EU de komende jaren haar externe activiteiten zal oppakken. De Global Gateway stoelt op een waardengeoriënteerde benadering en behelst een plan voor grote investeringen in de ontwikkeling van infrastructuur over de hele wereld, met de bedoeling om door middel van duurzame en hoogwaardige projecten digitale, vervoers- en energienetwerken te versterken. De Global Gateway biedt investeerders en het bedrijfsleven zekerheid en een gelijk speelveld alsook een hoge mate van transparantie en strenge normen, zodat de Global Gateway voor mensen blijvende sociale en economische voordelen oplevert.
Daarnaast zijn het in 2021 vastgestelde instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) — Europa in de wereld 5 (met een totale begroting van 79 miljard EUR) en het instrument voor pretoetredingssteun III 6 (14 miljard EUR) belangrijke ankerpunten die een grote rol zullen spelen bij het verbeteren van de bestaande financiële architectuur. Zij brengen aanzienlijke verbeteringen met zich mee op het punt van vereenvoudiging, aansturing van strategisch EU-beleid, bevatten daarnaast prikkels voor betere strategische en geopolitieke coördinatie tussen Europese actoren en vergroten de mogelijkheid om kapitaal uit de particuliere sector als hefboom te gebruiken en zo in het veld transformerende effecten teweeg te brengen.
Ten slotte heeft de Commissie, gezien het enorme tekort aan financiering voor duurzame ontwikkeling, zojuist een sollicitatieoproep gedaan met het oog op de oprichting van een deskundigengroep op hoog niveau die de Commissie aanbevelingen zal doen over de wijze waarop de toestroom van particulier kapitaal naar lage- en middeninkomenslanden kan worden versneld.
3.Hernieuwde besprekingen over de manier waarop de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling kan worden verbeterd
Op diverse niveaus en met uiteenlopende groepen belanghebbenden wordt al ruim tien jaar 7 overlegd over manieren waarop de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling kan worden verbeterd. In 2018 heeft de Commissie de mededeling “Naar een doeltreffendere financiële architectuur voor investeringen buiten de Europese Unie” vastgesteld 8 waarin wordt gewezen op enkele tekortkomingen van de huidige structuur en enkele eerste maatregelen voor de verbetering van de financiële architectuur worden geschetst.
Naar aanleiding van het verslag van de groep op hoog niveau van wijzen van 2019 9 en de haalbaarheidsstudie 10 van 2021 naar de mogelijkheden voor het versterken van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling, wordt in de conclusies van de Raad 11 van juni 2021 gewezen op het belang van versterking en verbetering van de bestaande institutionele structuur van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling (Status Quo+) en wordt onderstreept “dat de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling doeltreffender, efficiënter, ontwikkelingsgerichter, samenhangender en zichtbaarder moet worden gemaakt, in overeenstemming met het eerste beleidsbeginsel en met de strategische belangen en waarden van de EU”. De Raad kwam verder overeen dat de financiële architectuur van de EU “gebaseerd moet zijn op een open, op samenwerking gebaseerde en inclusieve architectuur, waarbij wordt samengewerkt met alle Europese ontwikkelingsbanken en financiële instellingen, voortbouwend op hun respectieve nationale, sectorale of financiële deskundigheid, toegevoegde waarde en middelen”.
De Raad benadrukte in zijn conclusies de noodzaak om “duurzame financiering uit de particuliere sector te mobiliseren”. Hoewel de particuliere sector van oudsher niet centraal stond in strategieën voor investeringen op het gebied van ontwikkeling, wint de opvatting terrein dat de bijdrage van die sector cruciaal is voor het financieren van ontwikkeling (ter aanvulling op schaarse publieke middelen) en voor het aanjagen van duurzame werkgelegenheid en groei in partnerlanden.
De Raad verzocht de EIB en de EBWO om “de systematische verdieping van hun coördinatie op zowel strategisch als technisch niveau voort te zetten”, om te zorgen voor “coördinatie met andere mondiale financiële instellingen die actief zijn in de landen waar zij werkzaam zijn” en om “hun comparatieve voordelen op het gebied van ontwikkelingsfinanciering te versterken, versnippering te voorkomen en hun ontwikkelingseffect te maximaliseren”. Meer in het algemeen verzoekt de Raad alle Europese actoren op het gebied van ontwikkeling om meer samen te werken.
De Raad riep de Commissie op om een routekaart te presenteren voor het verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling. De Raad noemde onder meer de volgende verbeterpunten: coördinatie en beleidssturing door de Commissie bij de uitvoering van het ontwikkelingsbeleid van de EU, met meer prikkels tot medefinanciering en risicodeling; de rol van de strategische raad van het EFDO+ versterken; de toegang tot financiering vereenvoudigen; de inclusiviteit versterken; kleinere actoren ondersteunen bij hun pijlerbeoordelingen; met technische bijstand het creëren van pijplijnen voor projecten ondersteunen; de Team Europa-aanpak versterken om de gezamenlijke betrokkenheid zichtbaarder te maken.
4.Initiatieven onder leiding van partnerinstellingen ter versterking van de onderlinge samenwerking
De Europese financiële architectuur voor ontwikkeling omvat tal van actoren (zie de bijlage voor een voorlopig overzicht).
Aansluitend bij de bovengenoemde besprekingen en voortbouwend op de lessen die getrokken zijn, streven de Europese actoren op het gebied van ontwikkeling ernaar om met behulp van diverse initiatieven hun onderlinge samenwerking te intensiveren. Lidstaten, hun nationale ontwikkelingsbanken en -organisaties, en Europese en internationale financiële instellingen hebben in diverse netwerken de handen ineengeslagen, afhankelijk van hun handelingsbereik, strategische prioriteiten, belangen en behoeften.
Naargelang hun aard/werkterrein komen belanghebbenden bijeen in het kader van diverse initiatieven, waarin in verschillende mate wordt samengewerkt:
·EDFI Association 12 (1992): brengt instellingen voor ontwikkelingsfinanciering samen (ook uit enkele niet-EU-lidstaten), met de opdracht om de particuliere sector te ondersteunen. Er is een EDFI-beheermaatschappij opgericht.
·Enhanced Partnership 13 (2016): versterkt partnerschap bestaande uit de Commissie, drie publieke ontwikkelingsbanken en één ontwikkelingsagentschap (allemaal met pijlerbeoordeling).
·Practitioners’ Network 14 (2007): hoofdzakelijk bestaande uit Europese ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties met een pijlerbeoordeling (ook uit enkele niet-EU-lidstaten) die zich richten op capaciteitsopbouw en technische bijstand.
Daarnaast bestaat er ook het memorandum van overeenstemming 15 van 2012 tussen de EIB, de EBWO en de Commissie, naar aanleiding waarvan op gezette tijden coördinerende vergaderingen tussen de banken worden gehouden. Dat memorandum heeft ook de weg gebaand voor het “Framework Project Cooperation Agreement” dat beide banken in oktober 2021 hebben gesloten (zie hieronder).
In de onderstaande figuur 16 staat een voorlopige en niet-uitputtende visuele weergave van bestaande samenwerkingsinitiatieven onder leiding van lidstaten en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering:
Andere initiatieven zijn bijvoorbeeld het Mutual Reliance Initiative (MRI) 17 van de EIB, KfW en AFD en het kader aanbestedingsprocedures van de EIB en de EBWO. Daarnaast zijn er door partnerinstellingen talloze initiatieven voor medefinanciering gestart 18 ..
Ontwikkelingen bij Europese financiële instellingen in 2021 In november 2021 hebben de EIB en de EBWO gezamenlijk verslag uitgebracht aan de Raad over de acties die zijn uitgevoerd naar aanleiding van de conclusies van de Raad over het verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling 19 . Daarnaast heeft zowel de EIB als de EBWO zich onlangs beraden op strategische richtsnoeren die gevolgen kunnen hebben voor de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling: ·de EBWO overweegt zijn activiteiten geleidelijk en in beperkte mate naar bepaalde landen uit te breiden, iets waarover tijdens de jaarlijkse vergadering van zijn raad van gouverneurs in mei 2022 een besluit moet worden genomen; ·de raad van bestuur van de EIB heeft goedkeuring gegeven voor de oprichting van een mondiale tak — EIB Global — voor alle activiteiten buiten de EU; deze tak is in januari 2022 opgericht. Financiële instellingen hebben recentelijk geprobeerd om de coördinatie te versterken en meer gezamenlijke activiteiten te ondernemen. Enkele recente voorbeelden daarvan zijn: ·de EBWO en de branchevereniging EDFI hebben een memorandum van overeenstemming ondertekend (februari 2021) om de samenwerking te intensiveren tussen Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering die sterk op de particuliere sector zijn gericht, vooral door middel van kennisuitwisseling en medefinanciering; ·de leden van het versterkt partnerschap zijn onder de noemer “Team Europe Finance Platform” een medefinancieringsinitiatief gestart (mei 2021) dat bedoeld is om de onderlinge samenwerking efficiënter te laten verlopen, met name door middel van gemeenschappelijke procedures en het opzetten van gezamenlijke projecten. In het kader van het platform zullen AECID, AFD, CDP en KfW in 2022 een medefinancieringskader starten; ·de EBWO en de EIB hebben een “Framework Project Cooperation Agreement” gesloten (oktober 2021) dat een kader biedt voor betere samenwerking bij gezamenlijke financieringsprojecten en -platforms buiten de Europese Unie. Het is de bedoeling om alle schuldfinancieringsstructuren in de particuliere en publieke sector in dat kader onder te brengen. |
5.Eerdere inspanningen van de Commissie ter verbetering van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling
Aansluitend bij de bovengenoemde besprekingen en voortbouwend op de lessen die zijn getrokken, heeft de Commissie in de loop der jaren belangrijke verbeteringen in de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling doorgevoerd. Een belangrijke stap in de goede richting was de start van het Europees extern investeringsplan (EIP) 20 in 2016-2017 en van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO) 21 , die gebaseerd zijn op beproefde blendingfaciliteiten van de EU 22 en nieuwe Europese begrotingsgaranties bieden waarmee investeringen in landen in Afrika en in het Europese nabuurschap kunnen worden gedekt; om investeringen uit de particuliere sector aan te trekken conform de drie complementaire pijlers wordt geput uit de deskundigheid van publieke en particuliere actoren. Ook het investeringskader voor de Westelijke Balkan is een goed voorbeeld van verdiepte dialoog en samenwerking waarbij de begunstigde landen, de Commissie, de lidstaten en Europese en internationale financiële instellingen betrokken zijn.
Speciale vermelding verdient het EU-platform voor blending in externe samenwerking (EUBEC) 23 dat de Commissie in 2012 heeft gelanceerd om de werking van mechanismen voor de blending van subsidies en leningen op het gebied van extern optreden te optimaliseren.
De Commissie heeft ook periodieke strategische dialogen op hoog niveau met Europese en internationale financiële instellingen opgezet (zoals de EIB, de EBWO, de Wereldbankgroep, het Internationaal Monetair Fonds, de Aziatische Ontwikkelingsbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank) om gezamenlijke politieke en beleidsdoelstellingen te kunnen bespreken.
In 2015 is de Commissie samen met de EIB, de EBWO, de Wereldbankgroep en het Internationaal Monetair Fonds het initiatief voor betere coördinatie en samenwerking gestart om de invloed en de afstemming van het beleid te verstevigen. Het initiatief behelst onder meer gezamenlijke missies in bepaalde nabuurschaps- en uitbreidingslanden en gezamenlijke werkzaamheden rond belangrijke thema’s zoals energie-efficiëntie en klimaatinvesteringen.
In 2020 deed zich ook een belangrijke innovatie voor, precies op het moment waarop het externe optreden van de EU op de proef werd gesteld door de COVID-19-pandemie. De omvang van de crisis noopte alle Europese actoren ertoe hun inspanningen, middelen en deskundigheid te bundelen. De EU kwam met een collectieve Team Europa-aanpak 24 waarmee partnerlanden van de EU aanzienlijke hulp kon worden geboden. Deze omvatte steun op humanitair vlak, voor de gezondheidszorg en voor water- en sanitaire voorzieningen. Ook werden de sociaal-economische gevolgen opgevangen. De reactie van de EU en haar lidstaten op de COVID-19-crisis maakte zichtbaar dat Team Europa 25 in staat is tot grootschalig optreden door samen te werken. Deze eendracht moet dienen als bron van inspiratie voor betere coördinatie tussen de EU en haar lidstaten bij de samenwerking met partnerlanden van de EU.
6.ROUTEKAART VOOR EEN BETERE EUROPESE FINANCIËLE ARCHITECTUUR VOOR ONTWIKKELING
7.Doelstellingen
De routekaart van de Commissie heeft ten doel de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te verbeteren door voort te bouwen op de Team Europa-aanpak. De Commissie streeft naar een Europese financiële architectuur voor ontwikkeling die doeltreffender, efficiënter, beter gecoördineerd, beleidsgestuurder, inclusiever en zichtbaarder is. Die betere financiële architectuur is nodig om transformerende initiatieven te creëren, de overheidsinvesteringen in partnerlanden aan te jagen en ervoor te zorgen dat van die initiatieven de katalyserende en voorbeeldstellende werking uitgaat die nodig is om particuliere investeerders aan boord te krijgen en de particuliere sector te laten floreren, wat essentieel is voor het creëren van duurzame werkgelegenheid en groei.
Voor de routekaart is geput uit de bevindingen in de haalbaarheidsstudie en uit de aanbevelingen van het verslag van de groep van wijzen, uit het bijbehorende verslag van de Commissie 26 en uit diverse non-papers en discussienota’s die door financiële instellingen zijn ingediend. Daarnaast bouwt de routekaart voort op het bewezen succes van de Team Europa-aanpak en de coördinatie tussen Europese financiële instellingen.
Daarnaast plaatst de routekaart de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling in een bredere internationale context, een context waarin coördinatie en complementariteit met internationale belanghebbenden kan helpen om de internationale financiële architectuur te verbeteren.
Met de voorgestelde verbeteringen moeten de volgende vier doelstellingen worden verwezenlijkt:
Een krachtige aansturing van het EU-beleid waarborgen
Een effectievere Europese financiële architectuur voor ontwikkeling noopt tot nog krachtigere aansturing van het EU-beleid. De samenhang tussen de activiteiten van financiële instellingen en de doelstellingen van het externe beleid van de EU moet worden verstevigd, zodat het ontwikkelingseffect van EU-activiteiten in derde landen zo groot mogelijk is en deze maximaal zijn afgestemd op de strategische belangen van de EU.
Betere coördinatie stimuleren
De Europese financiële architectuur voor ontwikkeling moet gebaseerd zijn op grotere coördinatie, moet gebruikmaken van de diversiteit van alle betrokken actoren zodat eensgezind wordt opgetreden, en moet met het oog op grotere efficiëntie en een groter transformerend ontwikkelingseffect zorgen voor meer samenhang in de acties van de EU in partnerlanden en tegelijkertijd particuliere investeerders aantrekken.
Een inclusievere financiële architectuur bouwen
De Europese financiële architectuur voor ontwikkeling moet inclusief zijn en alle belangstellende instellingen voor ontwikkelingsfinanciering de gelegenheid bieden om mee te doen, met inbegrip van kleinere en middelgrote partners.
Zorgen voor grotere zichtbaarheid en invloed van de acties van de EU en de lidstaten in Team Europaverband
Om de wereldwijde acties van de EU en de lidstaten beter voor het voetlicht te brengen, is het nodig om de naamsbekendheid van het merk “EU” te vergroten, onder meer met behulp de Team Europa-aanpak en door bij te dragen aan de consolidatie van het nieuwe merk “Global Gateway”. Dit is nodig om het beeld van de rol van de EU in de wereld te laten aansluiten bij de omvang van de steun die zij biedt. De aanzienlijke bijdrage van de EU aan internationale financiële instellingen vraagt om een EU die vaker met één stem spreekt, zodat zij haar strategische belangen doeltreffender kan verdedigen.
8.Maatregelen
In de routekaart worden de specifieke maatregelen uiteengezet die de Commissie voorstelt om deze vier doelstellingen te verwezenlijken. Deze maatregelen worden omgezet in specifieke acties die voortvloeien uit het onlangs vastgestelde NDICI — Europa in de wereld en uit andere strategische documenten en in aanvullende acties die bijdragen aan verbeteringen op het vlak van respectievelijk beleidssturing, coördinatie, inclusiviteit en zichtbaarheid.
2.2.1 NDICI — Europa in de wereld en andere strategische documenten
Richtinggevender beleid en duidelijkere beleidsoriëntaties
Zoals hierboven is aangegeven, zijn een richtinggevender beleid en aangescherpte beleidsoriëntaties essentieel om de effecten van het externe optreden van de EU te maximaliseren en een forse bijdrage aan de verwezenlijking van de algemene politieke doelstellingen te waarborgen. In de verordeningen betreffende NDICI — Europa in de wereld en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) staat beschreven welke prioriteiten de EU wil ondersteunen en wat de uitgavendoelstellingen zijn voor specifieke thema’s zoals klimaat, migratie en gedwongen ontheemding, en menselijke ontwikkeling. De mededeling over de Global Gateway 27 heeft gezorgd voor extra sturing bij de aanpak van urgente mondiale uitdagingen, uiteenlopend van klimaatverandering en bescherming van het milieu tot sterkere digitalisering, betere bescherming van de gezondheid, bevordering van het concurrentievermogen van de EU en het veiligstellen van mondiale toeleveringsketens. In het Global Gateway-investeringspakket Afrika–Europa 28 dat tijdens de top tussen de Afrikaanse Unie en de Europese Unie in februari 2022 is gepresenteerd, wordt nader invulling gegeven aan de prioriteiten voor de betrokkenheid bij Afrika waarmee een krachtig, inclusief, groen en digitaal herstel- en transformatieproces moet worden ondersteund. De EU-strategie voor samenwerking in de Indo-Pacifische regio (september 2021), ten slotte, vormt de basis voor investeringen in de regio Azië-Stille Oceaan. Voor het nabuurschap geldt dat de nieuwe doelstellingen in het kader van het Oostelijk Partnerschap en de gezamenlijke mededeling over een hernieuwd partnerschap met het Zuidelijk Nabuurschap, evenals van de twee bijbehorende economische en investeringsplannen, moeten aanzetten tot het langetermijnherstel van deze regio’s en tot hun economische convergentie met de EU.
Het beginsel “eerst het beleid” is verankerd in NDICI — Europa in de wereld en IPA III. Dit beginsel houdt in dat alle externe maatregelen van de EU — inclusief de maatregelen die door EU-begrotingsgaranties worden gedekt — moeten bijdragen aan de beleidsprioriteiten die de EU en haar partnerlanden gezamenlijk zijn overeengekomen en die in de desbetreffende programmeringsdocumenten zijn vastgelegd. Deze programmeringsdocumenten en de investeringsplannen zetten een duidelijke beleidskoers uit voor alle samenwerkingsactiviteiten van de EU. Daarnaast draagt ook de geografische differentiatie van de samenwerkingsactiviteiten bij aan een groter ontwikkelingseffect, want de steunmaatregelen en investeringsactiviteiten zijn toegesneden op de begunstigde landen en regio’s en versterken zo de strategische en consistente benadering van de investeringsarchitectuur.
Met het oog op de toepassing van het beginsel “eerst het beleid” in de context van het EFDO+ vervullen de Commissie en de HV/VV gezamenlijk het voorzitterschap van de strategische raad van het EFDO+ en voeren zij de politieke regie over toekomstige activiteiten. Bij NDICI — Europa in de wereld spelen de strategische raad en de regionale operationele raden van het EFDO+ een prominentere rol en voeren zij de regie over zowel blendingactiviteiten als begrotingsgaranties (inclusief de garanties die voorheen indirect werden beheerd in het kader van het mandaat voor externe leningen of de ACS-investeringsfaciliteit). Verder blijft het investeringskader voor de Westelijke Balkan het leidende orgaan voor de aansturing van steun en investeringen in de Westelijke Balkan, met behulp van een open en inclusieve Team Europa-aanpak (en buiten Europa) en in volledige afstemming met de strategische raad van het EFDO+.
Routekaart: In samenwerking met de HV/VV zal de Commissie: -een duidelijke beleidskoers uitzetten in de programmeringsdocumenten en in de economische en investeringsplannen en erop toezien dat alle investeringsactiviteiten van de EU in het kader van NDICI — Europa in de wereld en IPA III aansluiten bij de prioriteiten die in de programmeringsdocumenten zijn vastgelegd; -alle programmeringsdocumenten bekendmaken, zodat voor alle spelers die meedoen in de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling duidelijk is wat de beleidsprioriteiten zijn; -ervoor zorgen dat de strategische raad van het EFDO+ 29 ondersteuning biedt met betrekking tot de algehele coördinatie, complementariteit en coherentie van de activiteiten die in het kader van EFDO+ worden uitgevoerd; -prikkels blijven bieden om bepaalde politieke prioriteiten hoger op de agenda te krijgen en meer effect te sorteren, bv. door ervoor te zorgen dat investeringen worden gericht op die regio’s, landen (waaronder de minst ontwikkelde landen en andere prioritaire regio’s/landen naargelang het geval), thematische prioriteiten (bv. klimaat, connectiviteit...) of groepen (bv. jongeren, vrouwen, migranten...) die voor de EU een politieke prioriteit zijn. |
Voortgangsverslag 2021: In samenwerking met de HV/VV heeft de Commissie: -voor meer dan 130 partnerlanden en -regio’s alle indicatieve meerjarenprogramma’s (MIP’s) vastgesteld en online bekendgemaakt, evenals de economische en investeringsplannen 30 ; -in november 2021 bij de strategische raad van het EFDO+ strategische oriëntaties en thema’s voor prioritaire investeringen (investeringsvensters) ingediend, waaronder initiatieven in het kader van Team Europa voor het gebruik van EFDO+-garanties, aan de hand waarvan financiële instellingen voorgestelde investeringsprogramma’s (PIP’s) kunnen opstellen. |
Team Europa-initiatieven, vlaggenschipinitiatieven en partnerschappenportaal
Gezamenlijke programmering en gezamenlijke uitvoering zullen bijdragen tot strakkere Europese coördinatie, die van essentieel belang is voor meer synergie en efficiëntieverbeteringen. De actieve coördinatie tussen de lidstaten en hun instellingen voor ontwikkelingsfinanciering mag niet beperkt blijven tot het gebruik van EU-middelen en moet op stelselmatige basis plaatsvinden, ook wanneer eigen middelen worden gebruikt. De programmering 31 op nationaal en regionaal niveau betreft ook steun aan Team Europa-initiatieven (TEI’s) en vlaggenschipinitiatieven (overeenkomstig de economische en investeringsplannen, de Global Gateway en het Global Gateway-investeringspakket Afrika-Europa) waarin de EU-instellingen, de lidstaten en Europese financiële instellingen zich samen inzetten om een systeemverandering teweeg te brengen die past bij het beginsel “eerst het beleid” en bij de strategische doelstellingen en waarden van de EU. Dankzij een gecoördineerde en strategische benadering op het terrein fungeren TEI’s als schakel tussen de programmering en de financiële bijdragen van de EU en de lidstaten. In het kader van gezamenlijk overeengekomen beleidsprioriteiten in specifieke landen en regio’s in de wereld worden via TEI’s gecoördineerde acties met een transformerend effect in partnerlanden/-regio’s bevorderd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gecombineerde middelen van alle spelers. De TEI’s zijn volledig geïntegreerd in de programmeringsdocumenten van de EU en voor de TEI’s is een aanzienlijk deel van de meerjarige begrotingen gereserveerd.
Om maximaal effect in de regio te sorteren, geldt overeenkomstig deze aanpak voor de landen van het Europese nabuurschap en de Westelijke Balkan dat in de economische en investeringsplannen — die per regio na intensief overleg met partnerlanden en lidstaten zijn ontwikkeld — de hoofddoelen en vlaggenschipinitiatieven staan beschreven. Deze plannen zijn volledig geïntegreerd in de bilaterale en regionale programmeringsdocumenten voor het nabuurschap en in het IPA III-programmeringskader.
In NDICI — Europa in de wereld is het beginsel vastgelegd van een open en coöperatieve financiële architectuur voor ontwikkeling. De Commissie zal gebruikmaken van de jarenlange ervaring van in aanmerking komende instellingen voor ontwikkelingsfinanciering van de lidstaten en hun brede sectorale en geografische deskundigheid optimaal benutten.
De Commissie zal de totstandkoming van partnerschappen blijven ondersteunen, naast de instrumenten voor institutionele opbouw die de kennisuitwisseling tussen nationale overheden in het kader van programma’s zoals TAIEX en Twinning faciliteren.
Routekaart: In samenwerking met de HV/VV zal de Commissie: -voorrang geven aan vlaggenschipinitiatieven en Team Europa-initiatieven of aan voorstellen die op een Team Europa-aanpak zijn geschoeid (zoals consortia of investeringsplatforms); -onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om in het kader van het EFDO+ stimulansen te geven voor gezamenlijke voorstellen die worden ingediend door meerdere financiële instellingen die er gezamenlijk belang bij hebben dat de gestelde beleidsdoelstellingen worden gehaald; daarbij gaat het vooral om financiële instellingen van een kleinere omvang, om nieuwkomers of om instellingen zonder pijlerbeoordeling (zolang de leidende instelling maar een pijlerbeoordeling heeft); -de TAIEX- en Twinning-instrumenten voor institutionele opbouw verstevigen om de capaciteitsopbouw op belangrijke hervormings- en afstemmingsgebieden te versterken; -de transparantie inzake de Team Europa-initiatieven vergroten; -in 2022 een partnerschappenportaal opzetten om de vraag naar steun vanuit partnerlanden beter te laten aansluiten op het steunaanbod van Europese actoren. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -is samen met lidstaten, nationale instellingen voor ontwikkelingsfinanciering, de EBWO en de EIB begonnen met het opzetten van tal van Team Europa-initiatieven op nationaal, regionaal en mondiaal niveau; -heeft samen met de lidstaten de vlaggenschipinitiatieven gekozen waarop in het kader van de Global Gateway en het Global Gateway-investeringspakket Afrika-Europa de aandacht werd gevestigd; -is samen met lidstaten begonnen aan het ontwikkelen van een gezamenlijk mechanisme voor toezicht en verslaglegging met betrekking tot financiële bijdragen aan en de resultaten van Team Europa-initiatieven; -heeft een prototype voor een partnerschappenportaal gecreëerd met kerngegevens over de goederen en diensten van aanbieders in de EU en de lidstaten die in Team Europaverband optreden. Het portaal wordt in april 2022 operationeel. |
Naar een grotere mobilisering van particuliere investeringen
Ook voor de COVID-19-pandemie losbrak, waren overheidsmiddelen in de verste verte niet toereikend om het reusachtige financieringstekort voor duurzame ontwikkeling te kunnen dichten en werd ontwikkelingsfinanciering steeds vaker ingezet om de benodigde biljoenen te mobiliseren. Door de crisis, de toenemende behoeften en de afnemende middelen is het meer dan ooit dringend noodzakelijk extra middelen te mobiliseren om partnerlanden te helpen bij het lenigen van hun financiële noden en om deze landen de duurzameontwikkelingsdoelstellingen en de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs te laten halen. Het is essentieel dat de EU financiering uit de particuliere sector mobiliseert om een groen, duurzaam en inclusief herstel te helpen financieren en om meer voortgang te maken bij het realiseren van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. Om particuliere financiering aan te trekken en de kapitaalmarkten in te schakelen ten behoeve van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen in ontwikkelingslanden, is het van cruciaal belang dat de officiële ontwikkelingsfinanciering beter wordt benut. Duurzame financiering is zo bezien essentieel om internationaal en binnenlands particulier kapitaal te mobiliseren voor de financiering van duurzame investeringen in partnerlanden. De financiële tak van NDICI — Europa in de wereld is versterkt en geeft financieringsinstrumenten meer slagkracht, met name dankzij de garantie voor extern optreden die betrekking heeft op investeringen tot maximaal 53,4 miljard EUR, waaronder 40 miljard EUR aan EFDO+-activiteiten in de periode 2021-2027, vooral om aanvullende publieke en particuliere investeringen te mobiliseren. Met de Global Gateway zal Europa alles in het werk stellen om de wereldwijde investeringskloof te verkleinen en om de middelen voor het financieren van duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden beter in te zetten, met name door na te gaan welke rol mogelijk is weggelegd voor andere belanghebbenden dan de traditionele actoren in de wereld van duurzameontwikkelingsfinanciering.
Routekaart: De Commissie zal: -via de mogelijkheden voor blending en de grotere slagkracht van de EFDO+- garantie proberen aanvullende investeringen te mobiliseren en zij zal ondersteuning bieden aan inspanningen om duurzaamheidsgerelateerde financieringsinstrumenten in onze partnerlanden op te schalen; -een alomvattende strategie 32 ontwikkelen om lage- en middeninkomenslanden te helpen om binnenlands en internationaal particulier kapitaal sneller naar duurzame investeringen in die landen te laten stromen, en zij zal daarbij dankbaar gebruikmaken van de ondersteuning door een deskundigengroep op hoog niveau; -in het kader van de Global Gateway-strategie onderzoek doen naar de mogelijkheid om een Europese exportkredietfaciliteit op te zetten teneinde de bestaande exportkredietregelingen op het niveau van de lidstaten aan te vullen en de algehele slagkracht van de EU op dit gebied te vergroten. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -heeft voorbereidingen getroffen voor de aanstaande oproep tot het indienen van aanvragen in het kader van de nieuwe EFDO+-garantie waarin wordt gevraagd om innovatieve, transformerende en doeltreffende voorstellen die van groot belang zullen zijn bij het mobiliseren van aanvullende financiering voor partnerlanden; -is begonnen met de onderhandelingen over de garantieovereenkomsten voor het exclusieve EIB-venster voor leningen aan nationale overheden en niet-commerciële leningen aan lagere overheden en de twee speciale vensters voor commerciële leningen aan lagere overheden en leningen aan de particuliere sector; -heeft de strategische raad van het EFDO+ het voorstel gedaan voor een speciaal EFDO+-venster voor duurzame financiering ter ondersteuning van duurzaamheidsgerelateerde financieringsinstrumenten — met name groene obligaties — met de bedoeling om particulier kapitaal te mobiliseren en tegelijkertijd ontwikkelingseffecten te realiseren; -is begonnen om het financiële instrumentarium van de EU in kaart te brengen teneinde de coördinatie tussen de EU-instrumenten te verbeteren, met een eventuele koppeling aan Europese exportkredieten; -is begonnen met een onderzoek naar de mogelijkheid om een Europese exportkredietfaciliteit op te zetten ter aanvulling op de bestaande exportkredietregelingen op lidstaatniveau en om de algehele slagkracht van de EU op dit gebied te vergroten, waardoor een gelijker speelveld voor Europese ondernemingen op markten van derde landen wordt geschapen en het voor die ondernemingen makkelijker wordt om deel te nemen aan infrastructuurprojecten. |
Beter wettelijk kader en betere procedures voor grotere effectiviteit
Dankzij NDICI — Europa in de wereld is het wettelijk kader van de EU voor extern optreden sterk gestroomlijnd en zal dat een cruciale rol vervullen bij het tot stand brengen van een betere Europese financiële architectuur voor ontwikkeling. In de verordening zijn diverse financieringsinstrumenten en financieringswijzen (waarvoor in de vorige programmeringsperiode verschillende governancemechanismen en verschillende rechtsgrondslagen golden 33 ) ondergebracht in één wettelijk kader en governancemechanisme. De vorige structuur leidde tot versnippering van externe maatregelen, waardoor het moeilijk was om synergie en samenhang tussen de financieringsinstrumenten te realiseren. Het nieuwe kader zorgt voor een vereenvoudigde uitvoering van investeringssteun doordat het een samenhangend geheel van regels, procedures en governance biedt; hierdoor ontstaat een gelijk speelveld voor instellingen op het gebied van bilaterale en multilaterale ontwikkelingsfinanciering. De Commissie werkt ook aan diverse nieuwe initiatieven om het voor partnerinstellingen makkelijker te maken EFDO+-steun aan te vragen en draagt op die manier bij aan de doelstellingen op het gebied van inclusiviteit.
Verder wordt bij de verordening betreffende NDICI — Europa in de wereld een onafhankelijk, onpartijdig, inclusief en transparant risicobeheersysteem opgezet in de vorm van de Guarantee Technical Assessment Group Plus (GTAG+), die openstaat voor deskundigen van partnerinstellingen en belangstellende lidstaten en die door de Commissie georganiseerd en geleid wordt. De risicobeoordelings- en vergoedingsmethoden moeten consequent op alle investeringsventers worden toegepast. De GTAG+ zal bijdragen tot het ontstaan van een gemeenschappelijke visie onder financiële instellingen op de methode voor risicobeoordeling en op de onderliggende aannames, waardoor de algehele transparantie en uiteindelijk de efficiëntie van het risicobeheerproces toenemen.
Tot slot bevatten NDICI — Europa in de wereld en IPA III bepalingen voor aangescherpte monitoring en verslaglegging. Op empirische gegevens gebaseerde monitoring en evaluaties kunnen ook bijdragen aan communicatie en zichtbaarheid, conform de prioriteiten die in de strategische plannen op nationaal, regionaal en mondiaal niveau zijn vastgesteld.
Routekaart: De Commissie zal: -een nieuw regelgevingskader opzetten, met een samenhangend en vereenvoudigd geheel van regels en procedures ter facilitering van investeringssteun; -een verbeterde risicobeheercapaciteit opzetten (de Guarantee Technical Assessment Group Plus, GTAG+), op basis van systemen en methoden die openstaan en inzichtelijk zijn voor financiële partnerinstellingen; -de mijlpalen en resultaten van haar investeringsactiviteiten monitoren, overeenkomstig het systeem van de Commissie voor prestatiemonitoring van NDICI — Europa in de wereld (onderdeel van het bredere monitorings- en evaluatiekader NDICI — Europa in de wereld) en het prestatiekader van IPA III. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -heeft in juni de verordening NDICI — Europa in de wereld vastgesteld, waarbij de regelgeving wordt vereenvoudigd en waardoor de uitvoering van investeringssteun via de EFDO+-garantie wordt vergemakkelijkt; -heeft passende structuren voor risicobeheer opgezet, bestaande uit: oeen eenheid risicobeheer, in de hoedanigheid van de GTAG+, met de algehele verantwoordelijkheid voor gedegen en onafhankelijk risicobeheer van het EFDO+; oeen onafhankelijke en inclusieve deskundigengroep inzake garanties (GrEG), binnen de GTAG+, die openstaat voor deelname van risicodeskundigen van financiële instellingen en belangstellende lidstaten en belast is met het beoordelen en monitoren van het risicoprofiel van de individuele garantieprogramma’s; -heeft een systeem voor prestatiemonitoring van NDICI — Europa in de wereld opgezet 34 . |
Hoewel NDICI — Europa in de wereld de kern vormt van de verbeteringen aan de bestaande financiële architectuur, zal de Commissie aanvullende acties ondernemen met het oog op grotere slagkracht, strakkere beleidssturing en meer coördinatie, inclusiviteit en zichtbaarheid.
2.2.2 Maatregelen om een krachtige aansturing van het EU-beleid te waarborgen
In dit gedeelte worden aanvullende maatregelen gepresenteerd die bedoeld zijn om de “aansturing van het EU-beleid” te versterken, ter aanvulling op de maatregelen die worden genoemd in het gedeelte over NDICI — Europa in de wereld en andere strategische documenten.
In multilaterale financiële instellingen met één stem spreken
Binnen de EU steunen de Commissie en de HV/VV, althans wat Raadsformaties betreft, het verzoek van verscheidene lidstaten om bij de besprekingen van de Raad over ontwikkelingsfinanciering de twee relevante formaties te betrekken: de Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin) en de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ — ontwikkelingsformatie). Zo kan worden gewaarborgd dat bij onderwerpen op het gebied van ontwikkelingsfinanciering op alle relevante invalshoeken (financiële houdbaarheid, buitenlands beleid en ontwikkelingseffect) wordt gelet en kan makkelijker een EU-standpunt worden geformuleerd. Dit kan helpen om in multilaterale financiële instellingen één gemeenschappelijk standpunt uit te dragen. Dit is des te belangrijker nu de Global Gateway van start is gegaan, die moet zorgen voor een horizontale benadering bij het uitvoeren van de strategische prioriteiten van de EU door middel van steun voor investeringen in derde landen, waar zowel ontwikkelingshulp als andere vormen van hulp onder vallen.
Het is essentieel om erop toe te zien dat de politieke prioriteiten van de EU op efficiënte, gecoördineerde en samenhangende wijze worden uitgedragen in de mondiale gremia en organen waarin meerdere Europese actoren aanwezig zijn. Om ervoor te zorgen dat het effect en de invloed van de EU zo groot mogelijk zijn, moeten de EU en haar lidstaten met één stem spreken. De EU moet blijven bevorderen dat er met tal van Europese en internationale financiële instellingen partnerschappen worden gesloten over een brede hervormingsagenda en politieke topprioriteiten. Ook moet er een gemeenschappelijk standpunt worden geformuleerd over de strategische plannen van alle multilaterale ontwikkelingsbanken waarin de lidstaten van de EU aandeelhouder zijn.
Routekaart: De Commissie zal: -verder onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor coördinatie tussen de EU en haar lidstaten, zodat gewaarborgd kan worden dat de waarden en strategische doelstellingen van de EU worden uitgedragen en dat wordt gewerkt aan de bepaling van een gemeenschappelijk standpunt in internationale en multilaterale financiële instellingen. Daartoe zal de Commissie putten uit de ervaring die is opgedaan bij de coördinatie met Europese uitvoerende directeuren van het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbankgroep en de EBWO. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -heeft voorafgaand aan bestuursvergaderingen inbreng geleverd en coördinerende vergaderingen gehouden met respectievelijk de uitvoerend directeuren van de Wereldbankgroep, de EBWO en het IMF om bij tal van onderwerpen tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. |
2.2.3 Maatregelen ten behoeve van betere coördinatie
In dit gedeelte worden aanvullende maatregelen gepresenteerd die bedoeld zijn om de coördinatie tussen de belanghebbenden bij de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te versterken, ter aanvulling op de maatregelen die reeds zijn genoemd in het gedeelte over NDICI — Europa in de wereld en andere strategische documenten.
Strakkere coördinatie op nationaal en regionaal niveau
In het verlengde van de sterkere nadruk op een geografische benadering, moet bij de besluitvorming over projecten die met financieringsinstrumenten worden gedekt, over het type investeringen dat nodig is en over de te betrekken financiële instelling(en) worden gelet op land- of regiospecifieke kenmerken (zoals de schuldhoudbaarheid). Het is daarom essentieel om nauwere coördinatie tussen het landelijke en het regionale niveau te bevorderen.
De EU-delegaties moeten, voortbouwend op hun lokale deskundigheid, een belangrijke rol spelen in de vormgeving van Team Europa-initiatieven en van andere samenwerkingsactiviteiten in EU-partnerlanden en in de ondersteuning van bepaalde beleidshervormingen. Bij het aanleggen van pijplijnen van investeringsprojecten met een potentieel transformerend ontwikkelingseffect moeten Europese actoren op het gebied van ontwikkeling en financiële instellingen zwaarder op de EU-delegaties leunen. Door een vroegtijdige dialoog tussen EU-delegaties en belangrijke actoren op het gebied van ontwikkeling wordt tevens de gezamenlijke programmering en de uitvoering met Europese partners op landenniveau versterkt.
Om de capaciteitsopbouw in partnerlanden te bespoedigen, zullen niet alleen financieringsinstrumenten maar ook de technische bijstand worden verbeterd, onder meer door Europese deskundigheid op het gebied van de publieke sector te mobiliseren om met name hervormingen van bestuurlijke en regelgevende aard in partnerlanden te ondersteunen en de naleving van Europese en internationale normen te bevorderen.
Routekaart: In ruggespraak met de HV/VV zal de Commissie: -de rol van de EU-delegaties als coördinatoren/contactpunten verder versterken om vroegtijdige besprekingen met de lidstaten, hun financiële instellingen en andere belanghebbenden in het veld te faciliteren en om de samenwerking op nationaal en regionaal niveau te versterken; -onderzoeken of het mogelijk is om faciliteiten voor technische bijstand op te zetten waaraan uitvoering wordt gegeven door verschillende instellingen voor ontwikkelingsfinanciering die waar mogelijk gezamenlijk helpen bij het opzetten van financieel haalbare projecten in ontwikkelingslanden en bij het scheppen van een gunstig klimaat voor de particuliere sector; -regelmatig coördinerende vergaderingen op regionaal, subregionaal of landelijk niveau organiseren waaraan wordt deelgenomen door EU-delegaties, relevante instellingen voor ontwikkelingsfinanciering en hoofdkantoren/hoofdsteden; -doorgaan met het organiseren van gezamenlijke missies en landendagen in bepaalde regio’s. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -heeft de interactie tussen de EU-delegaties en financiële instellingen verdiept, onder meer door overleg in de programmeringsfase en door gezamenlijke inspanningen om pijplijnen van financieel haalbare projecten te creëren; -heeft per regio/land op gezette tijden coördinerende vergaderingen belegd met financiële instellingen (en EU-delegaties), waarin werd gesproken over beleidsprioriteiten, over de beleidsdialoog met partnerlanden inzake hervormingen en over evaluaties van de pijplijn aan activiteiten op het gebied van blending en garanties (conform alle garantie-overeenkomsten); -heeft het onderdeel “technische bijstand” van de nieuwe investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied gepresenteerd; -is begonnen met een cursus voor het personeel van EU-delegaties, om het debat over het EFDO+ in hun bredere werkzaamheden te integreren; -heeft gezamenlijke missies en landendagen georganiseerd in enkele Afrikaanse landen (bv. in Togo en Ivoorkust), in het nabuurschap (met name het oostelijke nabuurschap) en in uitbreidingsregio’s; -heeft met het oog op de uitvoering van het EFDO+ de eerste vergaderingen gehouden in de context van het investeringskader voor de Westelijke Balkan. |
Uitvoerige dialoog en samenwerking met niet-Europese financiële instellingen
Wil mondiale samenwerking succesvol zijn, dan moet de EU de dialoog en samenwerking uitbreiden tot ontwikkelingsbanken van buiten de EU en moet zij de partnerschappen en allianties met belanghebbenden buiten de EU verdiepen.
Routekaart: De Commissie zal: -met internationale financiële instellingen van buiten de EU-ruimte dialogen op hoog niveau houden, zoals de “Deep Dive”-dialoog met de Wereldbankgroep, of andere vergaderingen op hoog niveau beleggen met het Internationaal Monetair Fonds, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank, de Aziatische Ontwikkelingsbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank; -nagaan op welke terreinen mogelijk kan worden samengewerkt met andere instellingen voor ontwikkelingsfinanciering (onder meer het Nordic Development Fund, de Islamitische Ontwikkelingsbank, de Arabische Coördinatiegroep). |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie: -heeft behalve met financiële instellingen met een pijlerbeoordeling ook de dialoog met andere financiële instellingen voortgezet, waaronder de Banque Ouest-Africaine de Développement, de Aziatische Investeringsbank voor infrastructuur, de Aziatische Ontwikkelingsbank, de Islamitische Ontwikkelingsbank, de Arabische Coördinatiegroep, de Centraal-Amerikaanse Bank voor Economische Integratie, de Caraïbische Ontwikkelingsbank, de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank en de Ontwikkelingsbank van Latijns-Amerika. |
2.2.4 Maatregelen voor de bouw van een inclusievere financiële architectuur
In dit gedeelte worden aanvullende maatregelen gepresenteerd die bedoeld zijn om de inclusiviteit in de financiële architectuur voor ontwikkeling te versterken, ter aanvulling op de maatregelen die reeds zijn genoemd in het gedeelte over NDICI — Europa in de wereld en andere strategische documenten.
Het is de ambitie van de Commissie om tot een inclusief en geïntegreerd systeem te komen, waarin alle actoren met hun eigen instrumenten en deskundigheid kunnen meedoen om de overheidsfinanciering op te voeren, particuliere investeerders aan te trekken en de capaciteitsopbouw en technische bijstand te vergroten.
Een betere informatiestroom en regelmatige uitwisselingen, zoals is voorgesteld in het gedeelte over coördinatie, zullen helpen om de weg vrij te maken voor grotere inclusiviteit en ervoor zorgen dat alle lidstaten en hun actoren op het gebied van ontwikkeling zich bewust zijn van de investeringsmogelijkheden en dat de doelmatigste combinatie van instrumenten en actoren wordt ingezet om in het veld een zo groot mogelijk effect te sorteren.
Zorgen voor inclusieve besprekingen op alle niveaus
Alle belanghebbenden — en bovenal de Commissie, vertegenwoordigers van de lidstaten op het gebied van ontwikkeling, Europese multilaterale en bilaterale financiële instellingen en organisaties voor ontwikkelingssamenwerking — zullen op gezette tijden inventariseren welke vorderingen er zijn gemaakt bij het verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling. Omdat in dat kader alle vertegenwoordigers van de lidstaten op het gebied van ontwikkeling, Europese multilaterale en bilaterale financiële instellingen en ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties bijeenkomen, plus de Commissie, zal dit leiden tot een grotere mate van inclusiviteit.
Naast inventarisaties op hoog niveau en besprekingen over de aansturing van het beleid, moet de inclusieve coördinatie — waar het horizontale kwesties betreft — op technisch niveau worden versterkt.
Routekaart: De Commissie zal: -erop toezien dat tijdens vergaderingen van de directeuren-generaal Ontwikkeling van de EU — een inclusief forum 35 — zo vaak als nodig maar minstens eenmaal per jaar zal worden gesproken over strategische aspecten met betrekking tot de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling, en eveneens dat over technische onderwerpen zal worden gesproken in inclusieve technische vergaderingen (over bv. vereenvoudiging van de aanvraagformulieren voor EFDO+-financiering 36 , samenwerkingsregelingen, medefinanciering, geharmoniseerde strategieën, procedures voor wederzijds vertrouwen en wederzijdse erkenning, milieu-, sociale en governancekwesties enz.). |
Voortgangsverslag 2021: De diensten van de Commissie hebben: -met de directeuren-generaal voor Ontwikkeling van de EU op de vergadering van 5 oktober besproken welke veranderingen nodig zijn voor het herinrichten en verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling; -op 9 december 2021 een technische sessie gehouden met financiële instellingen van partnerlanden, waarin onder meer de aanvraagprocedure voor de EFDO+-garantie centraal stond. |
Meer steun bij pijlerbeoordelingen
De Commissie hecht er bijzonder veel waarde aan dat alle Europese financiële instellingen een rol in de financiële architectuur voor ontwikkeling kunnen spelen. Opgemerkt moet worden dat een pijlerbeoordeling geen voorwaarde is om mee te kunnen doen aan gezamenlijke investeringen (zoals TEI’s) en, zoals eerder is opgemerkt, zal de Commissie onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om stimulansen te bieden voor het prioriteren van gezamenlijke voorstellen met Europese entiteiten zonder pijlerbeoordeling (zolang de leidende instelling maar een pijlerbeoordeling heeft).
Routekaart: De Commissie zal: -Europese financiële instellingen die aan een pijlerbeoordeling worden onderworpen, blijven helpen en van methodologisch advies voorzien. |
Voortgangsverslag 2021: De Commissie heeft: -zeven Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering die een pijlerbeoordeling ondergingen en twee nieuwe kandidaat-instellingen van methodologisch advies voorzien, onder meer via speciale informatieve bijeenkomsten en door nieuwe aanvragers aan de toelatingscriteria te toetsen. |
2.2.5 Maatregelen om de zichtbaarheid en invloed van de EU te vergroten
In dit gedeelte worden aanvullende maatregelen gepresenteerd die bedoeld zijn om de communicatie te versterken en de zichtbaarheid van de EU in het algemeen te vergroten, ter aanvulling op de maatregelen die reeds zijn genoemd in het gedeelte over NDICI — Europa in de wereld en andere strategische documenten.
Communicatie in Team Europaverband opvoeren
Om de mondiale en lokale zichtbaarheid van de ontwikkelingsacties van de EU en de lidstaten te vergroten en ervoor te zorgen dat Europa als invloedrijke wereldspeler wordt gezien, op een manier die correspondeert met de omvang van zijn financiële interventie, is het cruciaal dat de actoren binnen de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling op het gebied van communicatie de handen ineenslaan.
Nu er nieuwe donoren opstaan, is het belangrijk om nauwkeurig te kunnen laten zien wat de omvang van de Europese steun aan partnerlanden is. Om efficiënt te kunnen communiceren over de totale steun die door de EU en haar lidstaten is gemobiliseerd, moet een oplossing worden gevonden voor de schaarste aan vergelijkbare gegevens van de lidstaten en Europese financiële instellingen.
De Team Europa-aanpak zal een centraal onderdeel vormen van de strategische communicatieve en diplomatieke inspanningen van de EU, zowel op het wereldtoneel als op landelijk en regionaal niveau. TEI’s zijn in dat verband een nuttige en zichtbare mogelijkheid om de communicatie vorm te geven. In het geval van het nabuurschap en de Westelijke Balkan zal de rode draad bestaan uit de economische en investeringsplannen, de belangrijke instrumenten om in Team Europeverband resultaat te boeken.
Routekaart: In samenwerking met de HV/VV zal de Commissie: -onderzoek doen naar de mogelijkheid om samen met de lidstaten en instellingen voor ontwikkelingsfinanciering een gezamenlijk kader op te zetten voor de jaarlijkse verslaglegging over de activiteiten die de EU en de lidstaten wereldwijd op het gebied van ontwikkelingsfinanciering ontplooien, met de bedoeling om geaggregeerde, geconsolideerde en vergelijkbare cijfers en resultaten te presenteren over de ontwikkelingsfinanciering van de EU en de lidstaten en daarmee een bijdrage te leveren aan de prioriteiten op het gebied van strategische communicatie; -in partnerlanden nationale plannen voor strategische communicatie opstellen waarin activiteiten op het gebied van strategische communicatie en openbare diplomatie bijeen worden gebracht om een duurzaam netwerk op te zetten en om de doelgroepen ter plaatse de Europese waarden en beginselen alsmede de omvang van de Europese betrokkenheid te laten zien; -EU-delegaties, lidstaten en Europese financiële instellingen meer communicatierichtsnoeren en communicatiemateriaal over de Team Europa-aanpak verstrekken die zij voor hun eigen communicatieactiviteiten kunnen gebruiken (bv. succesverhalen over het optreden van de EU en de lidstaten in Team Europaverband die laten zien waarom wij optreden en waar wij voor staan (lokale invalshoek, gemeenschappelijke waarden, mensgerichte benadering)); -met de deelnemende Europese financiële instellingen en lidstaten de bekendmaking coördineren van nieuwe activiteiten in Team Europaverband; deze bekendmaking verloopt via nieuwsberichten (persberichten of socialemediakanalen) en gezamenlijke deelname aan plechtigheden waarop de handtekening wordt gezet onder activiteiten die binnen de portefeuilles van de EFDO+-garantie vallen, als die ceremonies zich daarvoor lenen; -ervoor zorgen dat alle door de EU gefinancierde projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van gemengde financiering, begrotingsgaranties en technische bijstand goed vertegenwoordigd zijn op het internet. |
Voortgangsverslag 2021: In samenwerking met de HV/VV heeft de Commissie: -de coördinatie op communicatiegebied versterkt, door middel van onder meer: oeen gezamenlijke missie van hoge ambtenaren van de Commissie en publieke ontwikkelingsbanken naar Togo, in november 2021; oaankondigingen van Team Europa-initiatieven in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de EU en alle deelnemende lidstaten (bv. over TEI’s betreffende de productie van vaccins of over investeren in jonge bedrijven in Afrika, over een groen TEI in samenwerking met Zuidoost-Azië, of over het initiatief Global Team Europe Democracy); oondertekeningsplechtigheden in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de EU, de lidstaten en financiële instellingen (zoals de faciliteit voor het beheer van water en natuurlijke hulpbronnen ter voorkoming van overstromingen in de Vietnamese stad Dien Bien Phu); -EU-delegaties voorzien van richtsnoeren en modellen op het gebied van strategische communicatie en openbare diplomatie, als steun bij de uitwerking van hun strategische plannen; ohaar complete weblandschap op het gebied van ontwikkelingssamenwerking onder handen genomen om ervoor te zorgen dat de Team Europa-aanpak en het TEI-effect op de externe website goed voor het voetlicht komen. |
9.CONCLUSIE
Om de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling te verbeteren en ervoor te zorgen dat zij voor zowel de EU als haar partners de gewenste vruchten afwerpt, zijn snelle, gecoördineerde en ambitieuze acties nodig.
De reactie van Team Europa op de COVID-19-crisis heeft laten zien dat de EU, haar lidstaten en hun financiële instellingen sterker staan wanneer zij samenwerken en gemeenschappelijke doelen nastreven. Voor de financiële architectuur moet op deze aanpak worden voortgebouwd, zodat financiële partners en belanghebbenden tijdig informatie delen en samenwerken, vanaf het verlenen van technische bijstand tot het initiëren van projecten en voorlopige beoordeling tot en met evaluatie, waarbij zij gebruikmaken van hun eigen nationale, sectorale of financiële deskundigheid. In hun optreden moeten zij zich laten leiden door gemeenschappelijke doelstellingen, onder krachtige politieke aansturing van de EU. De EU wint daardoor tevens aan zichtbaarheid en erkenning als belangrijke internationale partner.
De actieve deelname en inspanningen van alle betrokken partners zijn essentieel voor het optimaliseren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling, het verbeteren van de samenwerking, om maximale effecten te bereiken en om ervoor te zorgen dat de EU op waarde wordt geschat als onmisbare wereldspeler. De Commissie en de HV/VV zijn, in nauwe samenwerking met alle Europese belanghebbenden, bereid bij dit streven een centrale rol op zich te nemen en zijn al begonnen met het uitvoeren van de voorgestelde verbeterpunten.
Bijlage: Actoren binnen de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling
Lidstaten |
Publieke ontwikkelingsbanken |
Instellingen voor ontwikkelingsfinanciering |
Ontwikkelingsinstanties |
|
Oostenrijk |
AWS |
OeEB |
ADA |
|
België |
BIO |
Enabel |
||
Bulgarije |
|
|
Directoraat-generaal Internationale Aangelegenheden — MinBZ |
|
Kroatië |
|
|
Directoraat-generaal Economische Zaken en Ontwikkelingssamenwerking — MinEZ |
|
Cyprus |
|
|
MinBZ |
|
Tsjechië |
|
Nationale ontwikkelingsbank (NDB) |
CzechAid |
|
Denemarken |
|
IFU |
Danida — MinBZ |
|
(NDF) Nordic Development Fund |
||||
(NIB) Nordic Investment Bank |
||||
Estland |
|
NIB |
MinBZ |
|
Finland |
|
Finnfund |
MinBZ Finland |
|
NDF |
||||
NIB |
||||
Frankrijk |
AFD |
Proparco |
AFD |
|
|
Expertise France — MinBZ |
|||
Duitsland |
KfW |
DEG |
GIZ |
|
Griekenland |
|
|
Hellenic Aid — Directoraat-generaal Internationale ontwikkelingssamenwerking — MinBZ |
|
Hongarije |
|
EXIM Hungary |
MinBZ en Handel Hungary Helps Agency — gecoördineerd door de premier |
|
Ierland |
|
|
IrishAid — departement van MinBZ |
|
Italië |
CDP |
Simest |
AICS |
|
MinBZ Italië |
||||
Letland |
|
NIB |
MinBZ |
|
Litouwen |
|
NIB |
CPMA |
|
Luxemburg |
|
|
LuxDev |
|
Malta |
|
|
Ministerie van Buitenlandse en Europese Zaken |
|
Nederland |
|
FMO |
SNV |
|
MinBZ Nederland |
||||
Polen |
|
|
PolishAid — Departement Ontwikkelingssamenwerking — MinBZ |
|
Portugal |
|
Sofid |
Camões |
|
Roemenië |
|
|
RoAid |
|
Slowakije |
Eximbanka SR |
SAIDC — SlovakAid |
||
Slovenië |
|
Departement Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire hulpverlening — MinBZ |
||
Spanje |
|
Cofides |
AE |
CID |
Fiiapp |
||||
Zweden |
|
Swedfund |
SIDA |
|
NDF |
||||
NIB |
Niet-EU-landen
Noorwegen |
|
NIB |
Norad |
Norfund |
|||
Zwitserland |
|
Sifem |
SDC |
Verenigd Koninkrijk |
|
CDC |
DFID (FCDO) |
British Council |
Lid van het versterkt partnerschap |
Lid van de branchevereniging EDFI |
Lid van het Practitioners’ Network |
Multilaterale ontwikkelingsbanken: Europese Investeringsbank (EIB), Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO)
Mondiale/regionale/internationale banken: Wereldbankgroep (WBG), Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB), Aziatische Ontwikkelingsbank (ADB), Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) enz.
Europese Commissie (2021), Team Europa verhoogde als grootste donor ter wereld in 2020 de officiële ontwikkelingshulp tot 66,8 miljard euro , .
OESO (2020), Global Outlook on Financing for Sustainable Development 2021: A New Way to Invest for People and Planet , OECD Publishing, Parijs.
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank, De Global Gateway , 1 december 2021, JOIN(2021) 30 final.
Europese Commissie (2022), EU-Afrika: Global Gateway-investeringspakket , 18 februari 2022.
Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1).
Verordening (EU) 2021/1529 van het Europees Parlement en de Raad van 15 september 2021 tot vaststelling van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA III) (PB L 330 van 20.9.2021, blz. 1).
Zie bijvoorbeeld Camdessus, M. (2010), European Investment Bank’s external mandate 2007‐2013 Mid‐Term Review — Report and recommendations of the Steering Committee of “wise persons”, EIB Publishing, Luxemburg.
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad en de Europese Investeringsbank, Naar een doeltreffendere financiële architectuur voor investeringen buiten de Europese Unie , 12 september 2018, COM(2018) 644 final.
Groep op hoog niveau van wijzen inzake de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling (2019), Europe in the world — The future of the European financial architecture for development , secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, Brussel.
Nota van het secretariaat-generaal van de Raad voor de EU-delegaties, Feasibility study on options for strengthening the future European financial architecture for development – Executive Summary , 14 april 2021, GSC(2021) 6961/1/21 REV 1.
Conclusies van de Raad over het verbeteren van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling , 14 juni 2021, GSC(2021) 9462/1/21 REV 1.
Zie tevens de conclusies van de Raad over versterking van de Europese financiële architectuur voor ontwikkeling , 5 december 2019, GSC(2019) 14434/19.
15 leden: Bio (BE), CDC (UK), Cofides (ES), DEG (DE), Finnfund (FI), FMO (NL), IFU (DK), Norfund (NO), OeEB (AT), Proparco (FR), SBI/BMI (BE), Sifem (CH), Sace Simest (IT), SOFID (PT), Swedfund (SE).
AFD, KfW, CDP, AECID en de Europese Commissie.
Leden: ADA (AT), AECID (ES), AICS (IT), AFD (FR), British Council (UK), Camoes (PT), CPVA (LT), CzechAid (CZ), Enabel (BE), Expertise France (FR), FIIAPP (ES), GIZ (DE), LuxDev (LU), SlovakAid (SK), Sida (SE), SNV (NL), RoAid (RO); Geassocieerde organisaties: Danida (DK), FCDO (UK), MinBZ (EE) en MinBZ (NL); Waarnemer: Commissie. Het Practitioners’ Network geeft feedback over het beleid vanuit het gezichtspunt van mensen uit de praktijk.
Voor de volledige lijst wordt verwezen naar de bijlage.
EIB, KfW, AFD — medefinanciering van acties en bundeling van middelen voor het beoordelen en monitoren van projecten, informatie-uitwisseling en overleg.
Zoals de “Interact Climate Change Facility” (ICCF), met momenteel als aandeelhouders: AFD, EIB, CDC, DEG, Proparco, BIO, Finnfund, Cofides, Norfund, OeEB, Sifem, Swedfund; “European Financing Partners”, met als aandeelhouders de EIB en 13 Europese instellingen voor ontwikkelingsfinanciering: BIO, CDC, Cofides, DEG, Finnfund, FMO, IFU, Proparco, Norfund, SBI-BMI, Swedfund, Sifem en OeEB; en de “Friendship Facility” (Proparco uit Frankrijk, FMO uit Nederland en DEG uit Duitsland).
Nota van het secretariaat-generaal van de Raad voor de EU-delegaties, European Financial Architecture for Development – EIB-EBRD Joint Report , 25 november 2021, GSC(2021) 14398/21.
Met het EIP worden op integrale wijze drie complementaire pijlers bijeengebracht (financiering die met behulp van blending en de EFDO-garantie werkt als hefboom voor extra middelen; technische bijstand; en investeringsklimaat). Zie de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank, Stimuleren van Europese investeringen voor banen en groei: naar een tweede fase van het Europees Fonds voor strategische investeringen en een nieuw Europees extern investeringsplan , 14 september 2016, COM(2016) 581 final.
Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).
Regionale faciliteiten: het Afrikaanse investeringsplatform, de Caribische investeringsfaciliteit, de investeringsfaciliteit voor de Stille Oceaan, de Aziatische investeringsfaciliteit, de investeringsfaciliteit voor Centraal-Azië, de investeringsfaciliteit voor Latijns-Amerika, het investeringsplatform voor het nabuurschap en het investeringskader voor de Westelijke Balkan. In thematisch opzicht: de financieringsinitiatieven voor landbouw en elektrificatie, AgriFI and ElectriFI.
Europese Commissie (2019), EU Platform for Blending in External Cooperation
De Team Europa-aanpak is gebaseerd op bijdragen van de Europese Unie en combineert middelen die zijn gemobiliseerd door EU-lidstaten en financiële instellingen, met inachtneming van de in de EU-verdragen vervatte bevoegdheden en besluitvormingsprocedures van de EU, zoals de stemregels. De Team Europa-aanpak steunt op de EU, haar lidstaten, hun financiële instellingen, waaronder nationale ontwikkelingsbanken en uitvoerende agentschappen, en op de EIB en de EBWO. Om de EU-coördinatie in het veld te vergemakkelijken, wordt deze aanpak ook toegepast in partnerlanden van de EU, onder meer door EU-delegaties.
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Mededeling over de wereldwijde EU-respons op COVID-19 , 8 april 2020, JOIN(2020) 11 final.
Verslag van de Commissie aan de Raad over de aanbevelingen van de groep op hoog niveau van wijzen, inzake de Europese financiële structuur voor ontwikkeling , 31 januari 2020, COM(2020) 43 final.
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank betreffende De Global Gateway , 1 december 2021, JOIN(2021) 30 final.
Europese Commissie (2022), EU-Afrika: Global Gateway-investeringspakket , 18 februari 2022.
Aan contribuanten, in aanmerking komende tegenpartijen, partnerlanden, betrokken regionale organisaties en andere belanghebbenden kan waar passend de status van waarnemer worden verleend.
Zie hier: https://ec.europa.eu/international-partnerships/global-europe-programming_nl , https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/funding-and-technical-assistance/neighbourhood-development-and-international-cooperation-instrument-global-europe-ndici-global-europe_nl en https://ec.europa.eu/neighbourhood-enlargement/enlargement-policy/overview-instrument-pre-accession-assistance_nl
Gezamenlijke programmering dan wel bilaterale programmering. Bij gezamenlijke programmering spreken de EU en de lidstaten een gezamenlijke reactie af op de ontwikkelingsstrategie van het partnerland/de partnerregio, wat direct de gelegenheid biedt tot meer coördinatie en grotere efficiëntie en effecten.
Zoals aangekondigd in de strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie , bekendgemaakt op 6 juli 2021.
In het meerjarig financieel kader voor 2014-2020 kreeg de rubriek “Europa in de wereld” haar beslag in de vorm van een aantal financieringsinstrumenten. Hiertoe behoren:
• Verordening (EU) 2015/322 inzake de uitvoering van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds;
• Verordening (EU) nr. 230/2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede;
• Verordening (EU) nr. 232/2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument;
• Verordening (EU) nr. 233/2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking;
• Verordening (EU) nr. 234/2014 tot vaststelling van een partnerschapsinstrument voor samenwerking met derde landen;
• Verordening (EU) nr. 235/2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor democratie en mensenrechten in de wereld;
• Verordening (EU) 2017/1601 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds;
• Besluit (EU) 2018/412 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (mandaat voor externe leningen);
• Verordening (EU) 2018/409 tot wijziging van Verordening nr. 480/2009 tot instelling van een Garantiefonds.
Werkdocument van de diensten van de Commissie, Launching the Global Europe Performance Monitoring System containing a Revised Global Europe Results Framework , 25 januari 2022, SWD(2022) 22 final.
Het forum bestaat uit de directeuren-generaal uit alle lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het thema ontwikkeling, de betreffende directeuren-generaal van de Commissie namelijk voor Internationale Partnerschappen, voor Nabuurschapsbeleid en Uitbreidingsonderhandelingen en voor Europese Civiele Bescherming en Humanitaire Hulp, plus de secretaris-generaal van de Europese dienst voor extern optreden. In een groter Team Europaverband bestaat het forum tevens uit leidinggevenden van ontwikkelingsagentschappen van de lidstaten en van financiële instellingen van de lidstaten, plus de EIB en de EBWO.
Vereenvoudigde vormen van financiering moeten nog steeds voldoen aan het beginsel van goed financieel beheer, en met name de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en het verbod op dubbele financiering moeten worden nageleefd.