Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022AR1228

    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T)

    COR 2022/01228

    PB C 498 van 30.12.2022, p. 68–82 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 498/68


    Advies van het Europees Comité van de Regio’s over richtsnoeren voor de ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T)

    (2022/C 498/12)

    Rapporteur:

    Isabelle BOUDINEAU (FR/PSE), lid van de regioraad van Nouvelle-Aquitaine

    Referentiedocumenten:

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk, tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1153 en Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1315/2013

    COM(2021) 812 final

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Actieplan ter bevordering van het grensoverschrijdend en langeafstandspassagiersvervoer per spoor

    COM(2021) 810 final

    Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk, tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1153 en Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1315/2013

    COM(2022) 384 final

    I.   AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk, tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1153 en Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1315/2013

    COM(2021) 812 final

    Wijzigingsvoorstel 1

    Overweging 4

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (4)

    De totstandbrenging van het trans-Europees vervoersnetwerk schept de infrastructurele randvoorwaarden die het mogelijk maken alle vervoerswijzen duurzamer, betaalbaarder en inclusiever te maken, duurzame alternatieven op grote schaal beschikbaar te stellen als onderdeel van een multimodaal vervoerssysteem en de juiste stimulansen te bieden om de transitie te stimuleren, met name door te zorgen voor een eerlijke transitie, conform de in de aanbeveling van de Raad (EU) […] van […] geformuleerde doelstellingen inzake het waarborgen van een eerlijke transitie naar klimaatneutraliteit.

    (4)

    De totstandbrenging van het trans-Europees vervoersnetwerk schept de infrastructurele randvoorwaarden die het mogelijk maken alle vervoerswijzen in alle regio’s van de Unie duurzamer, betaalbaarder en inclusiever te maken, duurzame alternatieven op grote schaal beschikbaar te stellen als onderdeel van een multimodaal vervoerssysteem en de juiste stimulansen te bieden om de transitie te stimuleren, met name door te zorgen voor een eerlijke transitie, conform de in de aanbeveling van de Raad (EU) […] van […] geformuleerde doelstellingen inzake het waarborgen van een eerlijke transitie naar klimaatneutraliteit.

    Motivering

    Geen enkele EU-regio mag bij de transitie-inspanningen achterblijven.

    Wijzigingsvoorstel 2

    Overweging 16

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (16)

    De belangen van regionale en lokale autoriteiten alsook die van burgers die de gevolgen van een project van gemeenschappelijk ondervinden, moeten terdege in aanmerking worden genomen tijdens de plannings- en bouwfase van projecten.

    (16)

    De belangen van regionale en lokale autoriteiten alsook die van burgers die de gevolgen van een project van gemeenschappelijk ondervinden, moeten terdege in aanmerking worden genomen tijdens de plannings- en bouwfase van projecten.

    Motivering

    Dit wijzigingsvoorstel (dat een grammaticale wijziging in de Engelse versie betreft) heeft geen gevolgen voor het Nederlands.

    Wijzigingsvoorstel 3

    Overweging 52

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (52)

    De lidstaten moeten een nationaal programma ter ondersteuning van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen opzetten dat duurzame stedelijke mobiliteitsplanning bevordert en voor een betere coördinatie tussen regio’s, steden en gemeenten zorgt. Dat programma moet regio’s en stedelijke gebieden ondersteunen bij de ontwikkeling van hoogwaardige mobiliteitsplannen en de monitoring en evaluatie van de uitvoering van die plannen versterken door middel van regelgevende maatregelen, richtsnoeren, capaciteitsopbouw, bijstand en eventueel financiële steun.

    (52)

    De lidstaten moeten een nationaal programma ter ondersteuning van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen opzetten dat duurzame stedelijke mobiliteitsplanning bevordert en voor een betere coördinatie tussen regio’s, steden en gemeenten zorgt. Dat programma moet regio’s en stedelijke gebieden ondersteunen bij de ontwikkeling van hoogwaardige mobiliteitsplannen en de monitoring en evaluatie van de uitvoering van die plannen versterken door middel van regelgevende maatregelen, richtsnoeren, capaciteitsopbouw, bijstand en eventueel financiële steun. Als aanvulling op de steun in het kader van de nationale steunprogramma’s vergemakkelijkt de Europese Commissie uitwisselingen tussen knooppunten in het kader van corridorfora.

    Motivering

    De Europese Commissie moet lokale overheden die geen ervaring hebben met de ontwikkeling van duurzame stedelijke mobiliteitsplannen ondersteunen, met name door de uitwisseling van ervaringen te vergemakkelijken.

    Wijzigingsvoorstel 4

    Overweging 66

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    (66)

    De Europese vervoerscorridors moeten de infrastructuur van het trans-Europees vervoersnetwerk zodanig helpen ontwikkelen dat knelpunten worden aangepakt, grensoverschrijdende verbindingen worden bevorderd en efficiëntie en duurzaamheid worden verbeterd. Ze zullen bijdragen tot samenhang door verbeterde territoriale samenwerking. Zij moeten voorts een antwoord bieden op bredere doelstellingen van het vervoersbeleid, alsmede de interoperabiliteit, de intermodale integratie en het multimodale vervoer faciliteren. De corridoraanpak moet transparant en helder zijn en het beheer van deze corridors mag niet tot een buitensporige toename van de administratieve lasten of kosten leiden.

    (66)

    De Europese vervoerscorridors moeten de infrastructuur van het trans-Europees vervoersnetwerk zodanig helpen ontwikkelen dat knelpunten worden aangepakt, grensoverschrijdende verbindingen worden bevorderd en efficiëntie en duurzaamheid worden verbeterd. Ze zullen bijdragen tot samenhang door verbeterde territoriale samenwerking. Zij moeten voorts een antwoord bieden op bredere doelstellingen van het vervoersbeleid, alsmede de interoperabiliteit, de intermodale integratie en het multimodale vervoer faciliteren. De corridoraanpak moet transparant en helder zijn en het beheer van deze corridors mag niet tot een buitensporige toename van de administratieve lasten of kosten leiden. De corridoraanpak moet ook de ontwikkeling aanmoedigen van geïntegreerde beheersstructuren die gericht zijn op het versnellen van de verwezenlijking van grensoverschrijdende trajecten, zoals bijvoorbeeld Europese groeperingen voor territoriale samenwerking. De Europese Commissie en de lidstaten raadplegen de regio’s en deze belanghebbenden wanneer zij besluiten nemen over de tenuitvoerlegging van het trans-Europees vervoersnetwerk.

    Motivering

    Gebleken is dat geïntegreerde beheersstructuren, zoals Europese groeperingen voor territoriale samenwerking, kunnen bijdragen tot het oplossen van problemen die zich voordoen op het gebied van grensoverschrijdende samenwerking, met name bij de verwezenlijking van de grensoverschrijdende gedeelten van het TEN-T. In de verordening moet hiernaar worden verwezen.

    Wijzigingsvoorstel 5

    Artikel 3, punt f)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel

    f)

    “stedelijk knooppunt”: een stedelijk gebied waar onderdelen van de vervoersinfrastructuur van het trans-Europees vervoersnetwerk, zoals havens, met inbegrip van passagiersterminals, luchthavens, spoorwegstations, busterminals, logistieke platforms en faciliteiten en goederenterminals, die in en rond het stedelijk gebied zijn gelegen, verbonden zijn met andere onderdelen van die infrastructuur en met de infrastructuur voor regionaal en lokaal verkeer;

    f)

    “stedelijk knooppunt”: een functioneel stedelijk gebied waar onderdelen van de vervoersinfrastructuur van het trans-Europees vervoersnetwerk, zoals havens, met inbegrip van passagiersterminals, luchthavens, spoorwegstations, busterminals, logistieke platforms en faciliteiten en goederenterminals, die in en rond het stedelijk gebied zijn gelegen, verbonden zijn met andere onderdelen van die infrastructuur en met de infrastructuur voor regionaal en lokaal verkeer;

    Motivering

    De toevoeging van “functioneel” aan de definitie van “stedelijke knooppunten” sluit beter aan bij de logica van SUMP’s in artikel 3, punt o). “Functioneel” stedelijk gebied is een betere afspiegeling van een geïntegreerd vervoersysteem van een stad en haar pendelgebied en speelt een belangrijke rol bij de planning van stedelijk gebied en het koolstofvrij maken van het vervoerssysteem.

    Wijzigingsvoorstel 6

    Artikel 3, punt l)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    l)

    “multimodaal passagiersknooppunt”: een knooppunt tussen ten minste twee vervoerswijzen voor passagiers, waar reisinformatie, toegang tot openbaar vervoer en overstappen tussen vervoerswijzen, met inbegrip van P+R-faciliteiten en actieve vervoerswijzen, worden gewaarborgd en die als interface tussen stedelijke knooppunten en netwerken voor langeafstandsvervoer fungeren;

    l)

    “multimodaal passagiersknooppunt”: een knooppunt tussen ten minste twee vervoerswijzen voor passagiers, waar reisinformatie, toegang tot openbaar vervoer en overstappen tussen vervoerswijzen, met inbegrip van P+R-faciliteiten en actieve vervoerswijzen, worden gewaarborgd en die als interface tussen en binnen stedelijke knooppunten en netwerken voor langeafstandsvervoer fungeren;

    Motivering

    Met dit wijzigingsvoorstel krijgen projecten voor multimodale passagiersknooppunten tussen én binnen stedelijke knooppunten financiering.

    Wijzigingsvoorstel 7

    Artikel 3, punt o)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    o)

    “plan voor duurzame stedelijke mobiliteit” (SUMP/mobiliteitsplan): een document voor strategische mobiliteitsplanning om de toegankelijkheid en de mobiliteit binnen het functionele stedelijke gebied (met de invloedssfeer voor pendelverkeer) te verbeteren voor mensen, bedrijven en goederen;

    o)

    “plan voor duurzame stedelijke mobiliteit” (SUMP/mobiliteitsplan): een document voor strategische mobiliteitsplanning om de toegankelijkheid en de mobiliteit binnen het functionele stedelijke gebied (met de invloedssfeer voor pendelverkeer) te verbeteren voor mensen, bedrijven en goederen; SUMP’s kunnen worden opgenomen in bestaande plannen en/of in bredere plannen waarin bijvoorbeeld ook plannen voor ruimtelijke ordening zijn geïntegreerd, gezien de onderlinge verbanden tussen ruimtelijke ordening en mobiliteit;

    Motivering

    Dit wijzigingsvoorstel zorgt ervoor dat SUMP’s kunnen voortbouwen op bestaande en/of bredere plannen op lokaal en regionaal niveau.

    Wijzigingsvoorstel 8

    Artikel 3, punt z)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    z)

    “zeehaven”: een uit land en water bestaand gebied met infrastructuur en voorzieningen die voornamelijk dienen voor de ontvangst van vaartuigen, het laden en lossen daarvan, de opslag van goederen, het in ontvangst nemen en leveren van die goederen en het in- en ontschepen van passagiers, bemanningsleden en andere personen, evenals enige andere voor vervoersexploitanten in het havengebied noodzakelijke infrastructuur;

    z)

    “zeehaven”: een uit land en water bestaand gebied met infrastructuur en voorzieningen die voornamelijk dienen voor de ontvangst van vaartuigen, het laden en lossen daarvan, de opslag van goederen, het in ontvangst nemen en leveren van die goederen en het in- en ontschepen van passagiers, bemanningsleden en andere personen, evenals enige andere voor vervoersexploitanten in het havengebied noodzakelijke infrastructuur die een toegangspoort vormt voor handel, industriële clusters en energieknooppunten ;

    Motivering

    In de verordening moeten in de definitie van “zeehavens” alle functies van zeehaveninfrastructuur worden vermeld. Dit om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd.

    Wijzigingsvoorstel 9

    Artikel 4, lid 2, punt c)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

     

    viii)

    aanpassing van regelgevingsnormen aan de territoriale omstandigheden;

    Motivering

    Teneinde de continuïteit van het netwerk en de verwezenlijking ervan binnen de in artikel 6 van de verordening gestelde termijnen te waarborgen, is het absoluut noodzakelijk de technische maatregelen aan te passen aan de uitdagingen die de toepassing ervan kan opleveren in bepaalde regio’s, met name die welke in overweging 26 van de verordening worden genoemd: ultraperifere gebieden en andere afgelegen, insulaire, perifere, bergachtige regio’s of dunbevolkte gebieden, of voor (gedeeltelijk) geïsoleerde netwerken.

    Wijzigingsvoorstel 10

    Artikel 8, lid 2, punt b)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel

    b)

    economisch levensvatbaar zijn op basis van een analyse van de sociaal-economische kosten en baten;

    b)

    economisch levensvatbaar zijn op basis van een analyse van de sociaal-economische kosten en baten ; bij de beoordeling van die levensvatbaarheid moet er ook rekening worden gehouden met de sociaal-economische omstandigheden in de lidstaten en de bredere economische impact van het project ;

    Motivering

    In lidstaten waar de personen- en goederenstroom lager ligt dan gemiddeld, lijken spoorwegprojecten over het algemeen niet levensvatbaar als ze alleen worden bekeken vanuit een kosten-batenanalyse. Bij het beoordelen van de levensvatbaarheid ervan moet dus rekening worden gehouden met de omstandigheden en de bredere impact van de projecten.

    Wijzigingsvoorstel 11

    Artikel 15, lid 3, punt b)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    b)

    op verzoek van een lidstaat kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen andere vrijstellingen van de in lid 2 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om een vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit. Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidsta(a)t(en).

    b)

    op verzoek van een lidstaat, een regionale autoriteit of een groep bevoegde autoriteiten kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen andere vrijstellingen van de in lid 2 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om een vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaal-economische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit en de bijdrage tot de bestrijding van de klimaatverandering . Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidsta(a)t(en).

    Motivering

    Met het oog op een efficiënte verwezenlijking van het netwerk binnen de in artikel 6 van de verordening vastgestelde termijnen is het passend de administratieve lasten te beperken en het verlenen van vrijstellingen te vergemakkelijken.

    De vooruitgang bij de verwezenlijking van het uitgebreide TEN-T-netwerk volstaat niet om ervan uit te gaan dat in 2050 aan alle beoogde eisen kan worden voldaan. Dit zou veel te veel budgettaire middelen vergen, en sommige trajecten zijn niet geschikt om aan bepaalde eisen, zoals de elektrificatie van alle spoorlijnen, te voldoen. Daarom moet de ontwikkeling van het netwerk worden bevorderd en de identificatie van trajecten waar het relevanter is om de voorschriften van de verordening aan te passen, worden vergemakkelijkt.

    Wijzigingsvoorstel 12

    Artikel 16, lid 2, punt c)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    c)

    een gangbare lijnsnelheid van ten minste 160 km/u mogelijk maakt voor passagierstreinen op de passagierslijnen van het uitgebreide kernnetwerk;

    c)

    een gemiddelde lijnsnelheid van ten minste 160 km/u mogelijk maakt voor passagierstreinen op de passagierslijnen van het uitgebreide kernnetwerk;

    Motivering

    Tegemoetkomen aan deze technische eis zou veel te duur uitvallen en geen significante meerwaarde opleveren. Het lijkt passender een meer realistische en efficiënte aanpak te bevorderen om ervoor te zorgen dat het netwerk binnen de vastgestelde termijnen wordt verwezenlijkt en de gebruikers van het netwerk efficiënte en doeltreffende verbindingen worden geboden.

    Wijzigingsvoorstel 13

    Artikel 16, lid 5, punt b)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    b)

    op verzoek van een lidstaat kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen andere vrijstellingen van de in de leden 2, 3 en 4 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elke vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit. Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidstaat/lidstaten.

    b)

    op verzoek van een lidstaat, een regionale autoriteit of een groep bevoegde autoriteiten kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen andere vrijstellingen van de in de leden 2, 3 en 4 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Een vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaal-economische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit en de bijdrage tot de bestrijding van de klimaatverandering . Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidstaat/lidstaten.

    Motivering

    Met het oog op een efficiënte verwezenlijking van het netwerk binnen de in artikel 6 van de verordening vastgestelde termijnen is het passend de administratieve lasten te beperken en het verlenen van vrijstellingen te vergemakkelijken.

    Veel spoorwegtrajecten van het kernnetwerk en het uitgebreide kernnetwerk zijn niet geschikt om aan de vastgestelde eisen te voldoen. Specifieke geografische beperkingen of aanzienlijke fysieke beperkingen belemmeren dit of leiden tot extra kosten die niet te rechtvaardigen zijn.

    Wijzigingsvoorstel 14

    Artikel 17, lid 6

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    6.   Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen vrijstellingen van de in de leden 1 tot en met 5 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om een vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit. Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidsta(a)t(en).

    6.   Op verzoek van een lidstaat, een regionale autoriteit of een groep bevoegde autoriteiten kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen vrijstellingen van de in de leden 1 tot en met 5 vermelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om een vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse en een beoordeling van de gevolgen voor de interoperabiliteit. Een vrijstelling moet voldoen aan de voorschriften van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en in voorkomend geval worden gecoördineerd en overeengekomen met de aangrenzende lidsta(a)t(en).

    Motivering

    Op bepaalde trajecten van het netwerk kan ERTMS niet binnen de vastgestelde termijnen tot stand worden gebracht, met name vanwege de omvang van de investeringen die hiermee gepaard zouden gaan. Met het oog op een efficiënte verwezenlijking van het netwerk binnen de in artikel 6 van de verordening vastgestelde termijnen is het passend de administratieve lasten te beperken en het verlenen van vrijstellingen te vergemakkelijken, voor zover deze geen gevolgen hebben voor de interoperabiliteit van het netwerk op Europees niveau.

    Wijzigingsvoorstel 15

    Artikel 19, punt g)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    g)

    de ontwikkeling van innovatieve alternatieve brandstoftechnologie voor spoorwegen, zoals waterstof voor trajecten die zijn vrijgesteld van de elektrificatieverplichting.

    g)

    de ontwikkeling van innovatieve technologie voor rollend materieel alsook inzake alternatieve brandstoffen voor spoorwegen, zoals waterstof, biobrandstoffen en batterijtreinen , voor trajecten die zijn vrijgesteld van de elektrificatieverplichting.

    Motivering

    Trajecten die zijn vrijgesteld van de elektrificatieverplichting moeten worden beschouwd als ruimten voor de ontwikkeling van innovatieve technologische oplossingen die bijdragen tot de bestrijding van klimaatverandering. In dit verband moet de Europese Unie een technologieneutrale aanpak volgen om ervoor te zorgen dat de ontwikkelde technologieën vanuit klimaat- en economisch oogpunt efficiënt zijn.

    Wijzigingsvoorstel 16

    Artikel 28, lid 1, punt a)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

     

    xi)

    infrastructuur voor voetgangers en fietsers;

    Motivering

    Hoogwaardige weginfrastructuur voor langeafstandsverkeer moet gepaard gaan met de ontwikkeling van infrastructuur voor voetgangers en fietsers, met name in stedelijke knooppunten.

    Wijzigingsvoorstel 17

    Artikel 33, lid 2

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    2.   Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen vrijstellingen van de in lid 1, punten a), b), c) en g), vastgestelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse of verband houden met specifieke geografische of aanzienlijke fysieke beperkingen, waaronder het ontbreken van een spoorwegnet op het grondgebied.

    2.   Op verzoek van een lidstaat, een regionale autoriteit of een groep bevoegde autoriteiten kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen vrijstellingen van de in lid 1, punten a), b), c) en g), vastgestelde voorschriften verlenen door middel van uitvoeringshandelingen. Elk verzoek om vrijstelling moet gebaseerd zijn op een sociaaleconomische kosten-batenanalyse of verband houden met specifieke geografische of aanzienlijke fysieke beperkingen, waaronder het ontbreken van een spoorwegnet op het grondgebied.

    Motivering

    Teneinde de continuïteit van het netwerk en de verwezenlijking ervan binnen de in artikel 6 van de verordening gestelde termijnen te waarborgen, is het absoluut noodzakelijk de technische maatregelen aan te passen aan de uitdagingen die de toepassing ervan kan opleveren in bepaalde regio’s.

    Wijzigingsvoorstel 18

    Artikel 35, lid 3, laatste alinea

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel

    De lidstaten raadplegen verladers, vervoerders en logistieke bedrijven die op hun grondgebied actief zijn. Zij houden bij hun analyse rekening met de resultaten van die raadpleging.

    De lidstaten raadplegen de lokale en regionale overheden van stedelijke knooppunten , verladers, vervoerders en logistieke bedrijven die op hun grondgebied actief zijn. Zij houden bij hun analyse rekening met de resultaten van die raadpleging.

    Motivering

    Lokale en regionale overheden hebben ruime verantwoordelijkheden voor multimodale goederenterminals en de gerelateerde TEN-T-vervoersinfrastructuurvereisten (artikel 37) en moeten daarom worden geraadpleegd wanneer de lidstaten actieplannen voor een netwerk van multimodale goederenterminals opstellen.

    Wijzigingsvoorstel 19

    Artikel 37, lid 5

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    5.   Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vrijstellingen van de verplichtingen uit hoofde van de leden 1 tot en met 4 verlenen, in naar behoren gemotiveerde gevallen, als investeringen in infrastructuur op grond van sociaaleconomische kosten en baten niet verantwoord zijn, met name als de terminal gelegen is in een gebied met beperkte ruimte.

    5.   Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vrijstellingen van de verplichtingen uit hoofde van de leden 1 tot en met 4 verlenen, in naar behoren gemotiveerde gevallen, als investeringen in infrastructuur op grond van sociaal-economische kosten en baten niet verantwoord zijn, met name als de terminal gelegen is in een gebied met beperkte ruimte , in het bijzonder in stedelijke knooppunten . Vrijstellingen moeten ook mogelijk zijn in stedelijke knooppunten indien er door de marktvraag niet aan de vereisten voor de terminal kan worden voldaan.

    Motivering

    Platforms in stedelijke knooppunten (zoals vermeld in artikel 40) hebben te maken met zeer hoge druk op het grondgebruik en een beperkte ruimte. Die situatie maakt het moeilijker om te voldoen aan sommige van de in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel vermelde voorschriften. Daarom moet voorrang worden gegeven aan missies op het gebied van stedelijke logistiek die niet te veel uitbreiding vergen.

    Wijzigingsvoorstel 20

    Artikel 40, punt b), ii) en laatste alinea

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    de verzameling en indiening bij de Commissie van gegevens over stedelijke mobiliteit per stedelijk knooppunt, die ten minste betrekking hebben op broeikasgasemissies, congestie, ongevallen en letsels, het aandeel van de vervoerswijzen, de toegang tot mobiliteitsdiensten, en luchtvervuiling en geluidshinder. Daarna worden die gegevens elk jaar ingediend;

    […]

    De Commissie stelt uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een uitvoeringshandeling vast tot vaststelling van een methode voor het verzamelen van de in punt b), ii), bedoelde gegevens door de lidstaten. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld volgens de in artikel 59, lid 3, vermelde onderzoeksprocedure.

    de Commissie jaarlijks in kennis te stellen van de ontwikkelingen in de uitvoering van SUMP’s;

    […]

    Motivering

    Hoewel het begrijpelijk is dat de Commissie een grondig toezicht op de uitvoering van de SUMP’s wenst in te stellen, is een jaarlijkse gegevensverzameling van deze omvang niet op haar plaats. Bovendien zou het opstellen ervan leiden tot een buitensporige toename van studies, wat de lokale en regionale overheden met buitensporige lasten zou opzadelen. Er moet voor worden gezorgd dat de opstelling van SUMP’s en de bijbehorende indicatoren niet leidt tot administratieve lasten die onnodig zijn voor de verwezenlijking van de TEN-T-doelstellingen. Daarom wordt voorgesteld de procedure voor het toezicht op de uitvoering van SUMP’s te vereenvoudigen, met behoud van de verplichting om informatie te verstrekken over de voortgang ervan.

    Wijzigingsvoorstel 21

    Artikel 40, punt d)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    d)

    tegen 31 december 2040: de ontwikkeling van ten minste één multimodale goederenterminal met voldoende overslagcapaciteit binnen of in de nabijheid van het stedelijke knooppunt.

    d)

    tegen 31 december 2040: de ontwikkeling van ten minste één multimodale goederenterminal met voldoende overslagcapaciteit om de stedelijke logistiek en de laatste kilometer te waarborgen binnen of in de nabijheid van het stedelijke knooppunt.

    Motivering

    Het lijkt riskant de ontwikkeling van multimodale goederenterminals voor te schrijven zonder rekening te houden met de dynamiek van de stromen op regionaal niveau; ook moet zo goed mogelijk worden ingespeeld op de behoeften van bedrijven, rekening houdend met de grondgerelateerde en technische mogelijkheden van het gebied. Daarom wordt voorgesteld de rol van deze platforms op het gebied van stedelijke logistiek te benadrukken.

    Wijzigingsvoorstel 22

    Artikel 44, punt a)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    a)

    het koolstofarm maken van het vervoer te ondersteunen en te bevorderen door over te stappen op emissievrije en emissiearme voertuigen, vaartuigen en luchtvaartuigen en op andere innovatieve en duurzame vervoers- en netwerktechnologie zoals de hyperloop;

    a)

    het koolstofarm maken van het vervoer te ondersteunen en te bevorderen door over te stappen op emissievrij(e) en emissiearm(e) voertuigen, vaartuigen , rollend spoorwegmaterieel en luchtvaartuigen en op andere innovatieve en duurzame vervoers- en netwerktechnologie zoals de hyperloop;

    Motivering

    Technologische innovatie moet voor alle vervoerswijzen worden aangemoedigd teneinde de doelstellingen van de Europese Green Deal te verwezenlijken. Ook in de spoorwegsector zijn innovaties mogelijk en wenselijk, met name op trajecten die zijn vrijgesteld van de toepassing van technische normen.

    Wijzigingsvoorstel 23

    Artikel 44, punt a)

    (nieuw punt)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

     

    onderzoek naar en ontwikkeling van groene en innovatieve alternatieven aan te moedigen in gebieden die zijn vrijgesteld van technische TEN-T-maatregelen, zoals eilanden en ultraperifere gebieden;

    Motivering

    De vrijstellingen die ingevolge de verordening of op verzoek aan bepaalde gebieden worden verleend, zorgen weliswaar voor een adequate verwezenlijking van het TEN-V door rekening te houden met de uitdagingen voor deze gebieden, maar de opkomst van alternatieve technologische of energieoplossingen moet er worden aangemoedigd door van deze gebieden innovatielaboratoria te maken.

    Wijzigingsvoorstel 24

    Artikel 52, lid 2

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    2.   Het corridorforum wordt formeel opgericht en voorgezeten door de Europese coördinator. De betrokken lidstaten maken afspraken over het lidmaatschap van het corridorforum voor hun deel van de Europese vervoerscorridor en verzekeren de vertegenwoordiging van het bestuur van het goederenvervoer per spoor.

    2.   Het corridorforum wordt formeel opgericht en voorgezeten door de Europese coördinator. De betrokken lidstaten maken afspraken over het lidmaatschap van het corridorforum voor hun deel van de Europese vervoerscorridor en verzekeren de vertegenwoordiging van het bestuur van het goederenvervoer per spoor, van de regionale en lokale overheden, van bedrijven en de industrie, en van de stedelijke knooppunten van het TEN-T .

    Motivering

    Regionale overheden dragen een aanzienlijk deel van de cofinanciering voor TEN-T-projecten. Daarnaast hebben zij bevoegdheden op het gebied van netwerkplanning en het beheer van diensten voor collectief vervoer op regionaal niveau. Ook zijn zij een onmisbare schakel voor het overbrengen van de mobiliteitsbehoeften van de burgers. Zij moeten daarom ten volle bij de governance van de TEN-T-corridors worden betrokken.

    Wijzigingsvoorstel 25

    Artikel 52, lid 6

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    6.   De Europese coördinator kan regionale en lokale overheden, infrastructuurbeheerders, vervoersexploitanten, met name die welke lid zijn van het bestuur van het goederenvervoer per spoor, de toeleveringssector, de gebruikers van het vervoer en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld raadplegen over het werkplan en de uitvoering ervan. Daarnaast werkt de voor ERTMS verantwoordelijke Europese coördinator nauw samen met het Spoorwegbureau van de Europese Unie en de Gemeenschappelijke Onderneming “Europese spoorwegen”, en de Europese coördinator voor de Europese maritieme ruimte met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.

    6.   De Europese coördinator raadpleegt de lokale overheden, infrastructuurbeheerders, vervoersexploitanten, met name die welke lid zijn van het bestuur van het goederenvervoer per spoor, de toeleveringssector, de gebruikers van het vervoer en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld over het werkplan en de uitvoering ervan. Daarnaast werkt de voor ERTMS verantwoordelijke Europese coördinator nauw samen met het Spoorwegbureau van de Europese Unie en de Gemeenschappelijke Onderneming “Europese spoorwegen”, en de Europese coördinator voor de Europese maritieme ruimte met het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid.

    Motivering

    Alle coördinatoren hebben mechanismen ingesteld voor overleg met alle relevante actoren binnen hun actieterrein. Hier moet rekening mee worden gehouden.

    Wijzigingsvoorstel 26

    Artikel 53, lid 2

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    2.   Het werkplan wordt opgesteld in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten en in overleg met het corridorforum en het bestuur van het goederenvervoer per spoor, of met het adviesforum voor de horizontale prioriteiten. Het werkplan voor de Europese vervoerscorridors wordt goedgekeurd door de betrokken lidstaten. De Commissie legt het werkplan ter informatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.

    2.   Het werkplan wordt opgesteld in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaten en regionale overheden en in overleg met het corridorforum en het bestuur van het goederenvervoer per spoor, of met het adviesforum voor de horizontale prioriteiten. Het werkplan voor de Europese vervoerscorridors wordt goedgekeurd door de betrokken lidstaten. De Commissie legt het werkplan ter informatie voor aan het Europees Parlement en de Raad.

    Motivering

    Gezien hun rol bij de uitvoering van het werkplan en de impact ervan op hun grondgebied, moeten de regionale overheden bij de opstelling ervan worden betrokken.

    Wijzigingsvoorstel 27

    Artikel 56, lid 1, punt b)

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    b)

    schrapt zij zeehavens en luchthavens waarvan is aangetoond dat het gemiddelde van hun verkeersvolume voor de voorbije zes jaar minder dan 85 % van de desbetreffende drempel bedraagt, uit het uitgebreide netwerk;

    b)

    start zij een begeleidende procedure op vóór de eventuele schrapping van zeehavens en luchthavens waarvan is aangetoond dat het gemiddelde van hun verkeersvolume voor de voorbije zes jaar minder dan 85 % van de desbetreffende drempel bedraagt, uit het uitgebreide netwerk. In het kader van de begeleidende procedure houdt de Commissie, in nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten, rekening met kwalitatieve indicatoren en met eventuele conjuncturele factoren die de afname van het verkeer kunnen verklaren. Wijzigingen in de vervoersvolumes als gevolg van tijdelijke of uitzonderlijke factoren mogen geen reden zijn tot uitsluiting van het netwerk;

    Motivering

    Gezien de investeringen die nodig zijn voor de integratie in het TEN-T en de positieve processen die er het gevolg van zijn, met name wat betreft de vergroening van de infrastructuur, wordt het verkieslijk de schrapping van zeehavens of luchthavens uit het uitgebreide netwerk te voorkomen. Het netwerk moet echter aanpasbaar blijven, aangezien de dynamiek van de stromen voortdurend verandert. Er wordt daarom aanbevolen om, in plaats van tot schrappingen over te gaan, een begeleidende procedure op te starten die een grondiger beoordeling mogelijk maakt van de dynamiek die in de betrokken zeehaven of luchthaven speelt, om te kunnen besluiten of deze al dan niet van het netwerk wordt geschrapt.

    Wijzigingsvoorstel 28

    Artikel 57

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel van het CvdR

    Artikel 57

    Betrokkenheid van publieke en private belanghebbenden

    Nationale procedures betreffende de betrokkenheid en de raadpleging van regionale en lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld bij een project van gemeenschappelijk belang, worden in voorkomend geval tijdens de planning en de bouwfase van het project in acht genomen. De Commissie stimuleert daarbij de uitwisseling van goede praktijken, met name wat betreft de raadpleging en inclusie van mensen in een kwetsbare situatie.

    Artikel 57

    Betrokkenheid van publieke en private belanghebbenden

    Nationale procedures betreffende de betrokkenheid en de raadpleging van regionale en lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld bij een project van gemeenschappelijk belang, worden tijdens de planning en de bouwfase van het project in acht genomen. De Commissie stimuleert daarbij de uitwisseling van goede praktijken, met name wat betreft de raadpleging en inclusie van mensen in een kwetsbare situatie.

    Motivering

    Regionale en lokale overheden moeten worden betrokken wanneer een project van gemeenschappelijk belang hen aanbelangt.

    Wijzigingsvoorstel 29

    Bijlage V, punt 4

    Door de Europese Commissie voorgestelde tekst

    Wijzigingsvoorstel

    4.

    Doeltreffende werking van het TEN-T: In een mobiliteitsplan moet terdege rekening worden gehouden met het effect van stedelijke maatregelen op de passagiers- en goederenstromen op het trans-Europese vervoersnetwerk om te zorgen voor naadloos vervoer door of rond een stad, of voor de verknoping in en rond de stedelijke knooppunten, met aandacht voor emissievrije voertuigen. Het mobiliteitsplan omvat met name acties om de congestie te verminderen, de verkeersveiligheid te verbeteren en bottlenecks voor de verkeersstromen op het TEN-T weg te nemen.

    4.

    Doeltreffende werking van het TEN-T: In een mobiliteitsplan moet terdege rekening worden gehouden met het effect van stedelijke maatregelen op de passagiers- en goederenstromen op het trans-Europese vervoersnetwerk om te zorgen voor naadloos vervoer door of rond een stad, of voor de verknoping in en rond de stedelijke knooppunten, met aandacht voor emissievrije voertuigen. Het mobiliteitsplan omvat met name acties om de congestie te verminderen, de verkeersveiligheid te verbeteren en knelpunten voor de verkeersstromen op het TEN-T weg te nemen. Tegelijk moeten de TEN-T-maatregelen rekening houden met de gevolgen voor regionale en lokale verkeersstromen, zowel voor passagiers als voor goederen.

    Motivering

    Regionale en lokale verkeersstromen voor passagiers en goederen en verkeersstromen op de internationale TEN-T-corridors beïnvloeden elkaar. Daarom moet rekening worden gehouden met het wederzijdse effect van maatregelen, om te zorgen voor een naadloos vervoerssysteem met efficiënte eerste- en laatstekilometerverbindingen.

    II.   BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S (CvdR)

    1.

    is het in grote lijnen eens met het voorstel van de Commissie en acht het van essentieel belang dat er een verordening komt op grond waarvan op Europees niveau een strategie voor de planning van de vervoersinfrastructuur kan worden vastgesteld. Alleen een dergelijke verordening kan zorgen voor een bevredigend niveau van samenhang, coördinatie en interoperabiliteit.

    2.

    De transnationale dimensie van het TEN-T biedt een grote Europese meerwaarde. De regionale en lokale overheden erkennen de sociaal-economische voordelen van grensoverschrijdende projecten op hun grondgebied.

    3.

    Het CvdR wijst op de geopolitieke gevolgen van de Russische agressie in Oekraïne en op de noodzaak om iets te doen aan de kwetsbaarheid van het Europese vervoerssysteem, dat momenteel gedeeltelijk is losgekoppeld van de wereldmarkt, met name voor voedsel. Het steunt de opschorting van Europese investeringen in het kader van het TEN-T-netwerk voor projecten met betrekking tot Rusland en Belarus, maar dringt aan op de ontwikkeling van betere spoorverbindingen met Oekraïne, met name om het vervoer van basisgrondstoffen te vergemakkelijken. In dit verband is het Comité ingenomen met de geplande verhoging van het budget van de Connecting Europe Facility (CEF).

    4.

    Het CvdR is ingenomen met de doelstellingen van het TEN-T. Het benadrukt dat het van belang is dat de verordening bijdraagt aan de bestrijding van de klimaatverandering, met name door de ontwikkeling van de meest klimaatvriendelijke vervoerswijzen te ondersteunen. Tegelijkertijd wijst het erop dat de vervoersinfrastructuur moet worden aangepast aan de gevolgen van de klimaatverandering en aan het ontstaan van nieuwe risico’s.

    Territoriale cohesie

    5.

    Het is een goede zaak dat territoriale samenhang opnieuw wordt bevestigd als prioritaire doelstelling van de verordening voor het kernnetwerk, het uitgebreide kernnetwerk en het uitgebreide netwerk. Het TEN-T is wat dat betreft in overeenstemming met de aanbeveling in het achtste cohesieverslag dat alle EU-beleid moet bijdragen aan de Europese cohesie.

    6.

    Het CvdR beveelt de Commissie aan het in het achtste cohesieverslag ontwikkelde beginsel “doe geen afbreuk aan de cohesie” te definiëren, zodat kan worden nagegaan in hoeverre het wordt toegepast op het TEN-T en met name op projecten van gemeenschappelijk belang.

    7.

    Het CvdR is van mening dat het TEN-T rekening moet houden met de uiteenlopende uitdagingen waarmee de regio’s van de EU worden geconfronteerd. Het is in dit verband ingenomen met de bijzondere aandacht voor plattelands-, afgelegen, bergachtige, dunbevolkte, perifere, insulaire en ultraperifere gebieden, en wijst erop dat de regio’s die niet onder deze categorieën vallen ook gekenmerkt worden door een grote territoriale verscheidenheid en voor uiteenlopende uitdagingen staan.

    8.

    Om de doelstelling van territoriale samenhang te verwezenlijken, moet het netwerk als geheel een sterke en doeltreffende verbinding met secundaire vervoersnetwerken tot stand brengen, buiten het TEN-T-kader.

    9.

    Het CvdR erkent het belang van gemeenschappelijke en ambitieuze technische maatregelen om de continuïteit en interoperabiliteit van het netwerk te waarborgen. Het wijst er echter op dat de verscheidenheid van de Europese regio’s het moeilijk maakt om de termijnen voor de uitvoering van de in het voorstel van de Commissie vastgestelde technische normen te halen, met name de voorschriften inzake minimumsnelheid, elektrificatie en laadprofiel voor spoorwegtrajecten; de verwezenlijking ervan zou te veel investeringen vergen.

    10.

    Naast de grote Europese vervoersassen van het kern- en het totale netwerk kan ook de aanleg van (nu nog ontbrekende) regionale verbindingen een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van grensoverschrijdende spoorverbindingen. Door betere netwerken tussen grensregio’s groeien Europa’s regio’s merkbaar naar elkaar toe en krijgen burgers de kans om op een klimaatvriendelijke manier en over de grenzen heen mobiel te zijn.

    Governance

    11.

    Het CvdR wijst erop dat de regionale en lokale overheden actief bijdragen aan de planning en financiering van de vervoersinfrastructuur op hun grondgebied, waarvan een gedeelte behoort tot het TEN-T. Daarom zouden zij nauwer moeten worden betrokken bij de TEN-T-governanceregeling, met name door hen volwaardig te betrekken bij het corridorforum, waarin zij thans slechts een waarnemersrol krijgen.

    12.

    Ondanks deze mogelijke verbeteringen is het voorstel van de Europese Commissie in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel: het trans-Europese vervoersnetwerk heeft immers een onmiskenbare Europese meerwaarde over de grenzen van de lidstaten heen, doordat de planningsinspanningen van landen, regio’s en steden op elkaar worden afgestemd, met name door de grotere rol die in de ontwerpverordening aan de stedelijke knooppunten wordt toebedeeld.

    13.

    Er zijn veel voorbeelden van grensoverschrijdende trajecten waarvan de uitvoering te lijden heeft onder een gebrek aan politieke aandacht op nationaal niveau, een gebrek aan coördinatie en omslachtige en ongecoördineerde administratieve procedures.

    14.

    Het CvdR dringt aan op een aanzienlijke versterking van de TEN-T-governance om de uitvoering ervan te vergemakkelijken, met name voor ontbrekende grensoverschrijdende schakels. Het is in dit verband ingenomen met de voorstellen van de Commissie om de rol van de coördinatoren te versterken en de coördinatie van de nationale plannen met het Europese beleid aan te moedigen.

    15.

    De samenvoeging van de kernnetwerkcorridors en de corridors voor goederenvervoer per spoor binnen de Europese vervoerscorridors betekent een aanzienlijke verbetering voor de governance van het netwerk en zou moeten leiden tot een betere coördinatie en uitvoering. Het verbaast het CvdR dat de door de Commissie in haar voorstel aangebrachte aanpassing geen betrekking heeft op zeehavens die aan corridors voor goederenvervoer per spoor zijn gelegen.

    Stedelijke knooppunten

    16.

    Duurzame stedelijke mobiliteit, samen met duurzaam langeafstandsvervoer, is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het TEN-T en, in ruimere zin, van de Europese Green Deal.

    17.

    In het derde IPCC-verslag wordt het beleid inzake stedelijke ontwikkeling, en met name stedelijke mobiliteit, aangemerkt als een kans om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. In dit verband herinnert het CvdR aan het belang van actieve mobiliteit, die zich alleen kan ontwikkelen als er sprake is van coherente infrastructuur op het niveau van de stedelijke knooppunten.

    18.

    Het is van belang dat er plannen voor duurzame stedelijke mobiliteit (SUMP’s) worden ontwikkeld. SUMP’s dragen bij tot de versterking van een multilevel governance-model door mobiliteitsplannings- en ruimtelijkeordeningsstrategieën op lokaal en regionaal niveau in het TEN-T te integreren.

    19.

    Voor dunbevolkte en insulaire regio’s moet een aanpak worden gevolgd die beter is afgestemd op hun specifieke kenmerken.

    20.

    Het CvdR stelt voor om in de criteria voor SUMP’s de nadruk te leggen op flexibiliteit zodat de plannen met succes kunnen worden geïntegreerd in bestaande plannen. Stedelijke knooppunten mogen niet opgezadeld worden met grootschalige gegevensverstrekking en de bijhorende procedures. Naarmate het aantal stedelijke knooppunten toeneemt, moet de relevante EU-financiering dienovereenkomstig worden opgetrokken.

    Vervoerswijzen

    21.

    Het CvdR moedigt in het kader van het TEN-T de ontwikkeling van vervoer over water en per spoor aan, aangezien dit klimaatvriendelijke vervoerswijzen zijn.

    22.

    Het CvdR is ingenomen met de aanzienlijke verbeteringen in de aanpak van de spoorweginfrastructuur en benadrukt de inspanningen die nog moeten worden geleverd op het gebied van interoperabiliteit en continuïteit om tot een doeltreffend Europees spoorwegnet voor goederen en reizigers te komen.

    23.

    Het CvdR is ingenomen met de versterking van de maritieme pijler van het TEN-T en met name met de uitbreiding van de subsidiabiliteit tot alle maritieme trajecten tussen TEN-T-havens, hetgeen de ontwikkeling van cabotage moet vergemakkelijken teneinde de modal shift van wegvervoer naar zeevervoer en de connectiviteit van insulaire en ultraperifere gebieden te bevorderen.

    Financiering van het TEN-T

    24.

    Het CvdR wijst erop dat de tijdige verwezenlijking van het TEN-T een prioriteit is voor de regionale en lokale overheden. Het benadrukt echter dat het budget van de Connecting Europe Facility te laag blijft gezien de omvang van de te mobiliseren bedragen, en betreurt dat vele regio’s geen beroep kunnen doen op de structuurfondsen om deze financieringskloof te helpen dichten. Bij de beoordeling van de economische levensvatbaarheid van projecten van gemeenschappelijk belang moet bovendien niet alleen gekeken worden naar een kosten-batenanalyse, maar ook naar de uiteenlopende sociaal-economische en geografische omstandigheden in de lidstaten, zoals afstanden en passagiersvolumes, alsook de bredere economische impact van de projecten. Ook moet worden bekeken of de vereisten voor de lidstaten op het gebied van tijdsplanning en financiën wel haalbaar zijn.

    25.

    In het derde IPCC-rapport wordt aanbevolen om klimaatefficiëntere mobiliteitskeuzes aan te moedigen. Het CvdR betreurt in dit verband het ontbreken van een mechanisme om de modal shift naar de klimaatvriendelijkste vervoerswijzen aan te moedigen.

    26.

    Het CvdR benadrukt de noodzaak van financiële steun voor het onderhoud van het TEN-T gedurende de gehele levenscyclus van projecten en de noodzaak om een stabiele financiering van de vervoersinfrastructuur op lange termijn te waarborgen.

    Actieplan ter bevordering van het grensoverschrijdend en langeafstandspassagiersvervoer per spoor

    27.

    Het CvdR is ingenomen met het actieplan dat gericht is op de totstandbrenging van een uniform Europees kader en het wegnemen van de belemmeringen die grensoverschrijdende en langeafstandsspoordiensten nog steeds in de weg staan.

    28.

    Nachttreinen spelen een sleutelrol bij de verwezenlijking van de doelstellingen van het actieplan.

    29.

    Om het langeafstands- en grensoverschrijdend passagiersvervoer per spoor te bevorderen, moeten op Europees niveau stimulerings- en financieringsinstrumenten worden ontwikkeld, en moeten gelijke concurrentievoorwaarden met het luchtvervoer worden gewaarborgd.

    30.

    Regionale en lokale overheden hebben belang bij de verwezenlijking van deze doelstellingen. Het CvdR zal daarom aandacht besteden aan het geplande wetgevingsvoorstel van de Commissie dat erop gericht zal zijn het gebruik van treinkaartjes door treinreizigers te vergemakkelijken.

    Brussel, 11 oktober 2022.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Vasco ALVES CORDEIRO


    Top