Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021PC0308

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten

    COM/2021/308 final

    Brussel, 15.6.2021

    COM(2021) 308 final

    2021/0143(NLE)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten

    (Voor de EER relevante tekst)


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Op 13 november 2020 werd Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2021-2023 1 vastgesteld.

    Die verordening moet voorkomen dat de productie van visserijproducten in de Unie in gevaar komt, en het concurrentievermogen van de verwerkende industrie in de Unie waarborgen, door ervoor te zorgen dat die zich voldoende kan bevoorraden met visserijproducten. Daartoe is in de verordening bepaald dat de invoerrechten voor een aantal producten moeten worden verlaagd of geschorst binnen de grenzen van contingenten van passende omvang. Ook is in de verordening bepaald voor welke behandelingen het gebruik van de tariefcontingenten is toegestaan (“in aanmerking komende behandelingen”).

    Op 31 januari 2020 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaten. De verordening was gebaseerd op de veronderstelling dat de EU en het VK een vrijhandelsovereenkomst zouden sluiten die na het einde van de overgangsperiode zou ingaan, teneinde het handelsverkeer voort te zetten en invoerrechten te vermijden. Hoewel de handels- en samenwerkingsovereenkomst 2 rechtenvrije, contingentvrije toegang biedt voor visserijproducten, zijn de Britse landen en gebieden overzee (LGO) niet langer geassocieerd met de EU en gelden voor hun uitvoer van visserijproducten naar de Unie geen tariefverlagingen meer.

    De aanvullende bilaterale protocollen met het Koninkrijk Noorwegen 3 en IJsland 4 , die voorzien in contingenten voor bepaalde soorten vis en visserijproducten, zijn op 30 april 2021 verstreken. Aangezien de onderhandelingen over nieuwe contingenten op dat moment nog niet waren afgerond, zou de sector in de EU kunnen worden geconfronteerd met een tekort aan rechtenvrije producten voor verwerking.

    Daarom is het nodig Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad te wijzigen om de gevolgen van de schrapping van de Britse LGO uit de handelsregeling tussen de EU en de LGO en van het verstrijken van de aanvullende protocollen met Noorwegen en IJsland te ondervangen.

       Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Dit initiatief is in overeenstemming met het consistente EU-beleid van de afgelopen twintig jaar om de verwerkende industrie in de EU in staat te stellen zich op toereikende wijze te bevoorraden.

    2.    RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

       Rechtsgrondslag

    Artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

       Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

       Evenredigheid

    De beleidskeuze is evenredig omdat voor elk product slechts een beperkte hoeveelheid is toegestaan, rekening houdend met de graad van benutting van het contingent, een gelijk speelveld voor EU- en niet-EU-producenten, de toegevoegde waarde en andere handelspreferenties.

       Keuze van het instrument

    Het is passend om gebruik te maken van dezelfde soort handeling als die welke wordt gewijzigd, namelijk een verordening van de Raad.

    3.    RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN

       Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    Niet van toepassing.

       Raadpleging van belanghebbenden

    Voorafgaand aan de vaststelling van Verordening (EU) 2020/1706 heeft de Commissie tussen januari en maart 2020 EU-producenten, EU-verwerkers en autoriteiten van de lidstaten geraadpleegd aan de hand van een vragenlijst. Op 29 februari 2020 presenteerde de Commissie de kwestie ook aan de adviesraad voor markten, waarin alle belanghebbenden (de sector en ngo’s) zijn vertegenwoordigd.

    De verordening is evenwichtig en is gebaseerd op een feitelijke en objectieve analyse van de beschikbare gegevens en informatie. Met de verordening wordt een toereikende bevoorrading van de verwerkende industrie in de EU verzekerd, rekening houdend met de belangen van de visproducenten van de EU. Na de aanneming ervan hebben sommige lidstaten en belanghebbenden echter aangedrongen op nieuwe autonome tariefcontingenten om iets te doen aan het verlies van de preferentiële behandeling voor visserijproducten van oorsprong uit de Britse LGO en het verstrijken van de preferentiële behandeling voor producten van oorsprong uit Noorwegen en IJsland.

    Dit voorstel is gebaseerd op de input die de belanghebbenden in het kader van de procedure ter vaststelling van de verordening hebben geleverd.

       Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    Niet van toepassing.

       Effectbeoordeling

    Er werd geen effectbeoordeling verricht. Het voorstel strekt tot wijziging van de huidige verordening, die eind 2023 verstrijkt. Er is derhalve geen behoefte aan een effectbeoordeling. De Commissie heeft echter de EU-belanghebbenden geraadpleegd alvorens het voorstel aan de werkgroep van de Raad voor te leggen voor bespreking met het oog op vaststelling door de Raad.

       Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Niet van toepassing.

       Grondrechten

    Niet van toepassing.

    4.    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Het voorstel heeft geen budgettaire gevolgen voor de Commissie. Het voorstel heeft gevolgen voor de ontvangstenzijde van de EU-begroting in termen van gederfde douanerechten die zouden zijn geïnd op ingevoerde producten. Eén voorgesteld contingent betreft een product waarvoor momenteel een meestbegunstigingsrecht van 6 % geldt (pijlinktvis). Een tweede voorgesteld contingent betreft een product waarvoor een meestbegunstigingsrecht van 20 % geldt (gepekelde haring). Twee andere voorgestelde contingenten hebben betrekking op producten waarvoor tussen 15 februari en 15 juni een tariefschorsing geldt. Gedurende de rest van het jaar geldt een meestbegunstigingsrecht van 15 % voor bevroren haring en een meestbegunstigingsrecht van 20 % voor bevroren makreel. Daarnaast betreffen twee andere contingenten producten waarvoor een meestbegunstigingsrecht van 15 % geldt en betreft één contingent een product waarop een meestbegunstigingsrecht van 18 % van toepassing is.

    5.    OVERIGE ELEMENTEN

       Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    Niet van toepassing.

       Artikelsgewijze toelichting

    Voorgesteld wordt de verordening te wijzigen door de invoering van de volgende nieuwe jaarlijkse rechtenvrije contingenten:

    Patagonische pijlinktvis (Loligo gahi) (GN-code ex 0307 43 35) — 75 000 ton

    Aangezien de Britse LGO niet langer onder het LGO-besluit van de EU vallen en niet langer rechtenvrije en contingentvrije toegang tot de EU genieten, is de invoer van Patagonische pijlinktvis uit de Falklandeilanden sinds 1 januari 2021 onderworpen aan het erga-omnesrecht van 6 %;

    Gepekelde haring (ex 1604 12 91 en ex 1604 12 99) — 15 000 ton (netto uitgelekt gewicht)

    Contingent 09.0750 is op 30 april 2021 verstreken;

    Haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, met uitzondering van visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 en met uitzondering van levers, hom en kuit (ex 0303 51 00) — 10 000 ton

    De contingenten 09.0710 en 09.0812 zijn op 30 april 2021 verstreken;

    Makreel van de soorten Scomber scombrus en Scomber japonicus, bevroren, in gehele staat, met uitzondering van levers, hom en kuit (ex 0303 54 10) — 15 000 ton

    Contingent 09.0712 is op 30 april 2021 verstreken;

    Verschillende soorten bevroren vis (0303 55 30, ex 0303 55 90, 0303 56 00, 0303 69 90, 0303 82 00, 0303 89 55, 0303 89 90) — 3 300 ton

    Contingent 09.0713 is op 30 april 2021 verstreken;

    Haringfilets en haringlappen (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren (0304 86 00 en ex 0304 99 23) — 25 000 ton

    Contingent 09.0714 is op 30 april 2021 verstreken;

    Filets van roodbaarzen (Sebastes spp.), vers of gekoeld (0304 49 50) — 1 300 ton

    Contingent 09.0811 is op 30 april 2021 verstreken.



    2021/0143 (NLE)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 31,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad voorziet in de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2021-2023 5 . Voor elk tariefcontingent is een passende omvang vastgesteld zodat de industrie in de Unie zich voor deze periode voldoende kan bevoorraden.

    (2)De Unie is voor haar bevoorrading met bepaalde visserijproducten momenteel afhankelijk van de invoer uit derde landen. De afgelopen decennia is de Unie afhankelijker geworden van invoer om in haar behoefte aan visserijproducten te voorzien. Om de productie van visserijproducten in de Unie niet in gevaar te brengen en om de verwerkende industrie in de Unie in staat te stellen zich op toereikende wijze te bevoorraden, moeten de invoerrechten voor Patagonische pijlinktvis, gepekelde haring, bevroren haring, bevroren makreel, bevroren haringfilets en haringlappen, filets van roodbaarzen en verschillende soorten bevroren vis worden geschorst binnen tariefcontingenten van passende omvang.

    (3)De handels- en samenwerkingsovereenkomst 6 tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk is sinds 1 januari 2021 voorlopig van toepassing. De handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet in rechtenvrije en contingentvrije toegang voor visserijproducten van oorsprong. De Britse landen en gebieden overzee (LGO) zijn echter niet meer geassocieerd met de Unie en genieten niet langer tariefverlagingen voor de uitvoer van visserijproducten naar de Unie.

    (4)Bovendien zijn de aanvullende bilaterale protocollen met IJsland 7 en met Noorwegen 8 , die voorzien in contingenten voor bepaalde soorten vis en visserijproducten, op 30 april 2021 verstreken. Aangezien de onderhandelingen over nieuwe contingenten niet zullen zijn afgerond vóór het verstrijken van de aanvullende bilaterale protocollen, zou dit kunnen leiden tot een tekort aan rechtenvrije visserijproducten voor verwerking in de Unie.

    (5)Bijgevolg moet Verordening (EU) 2020/1706 worden gewijzigd om de gevolgen te ondervangen van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie met betrekking tot het verlies van de preferentiële status van de LGO en van het verstrijken van de aanvullende protocollen met Noorwegen en IJsland.

    (6)De verordening moet daarom met terugwerkende kracht van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) 2020/1706 wordt als volgt gewijzigd:

    1) In artikel 4, lid 4, wordt punt b) vervangen door:

    “b) in ringen en in repen snijden voor grondstoffen van de GN-codes 0307 43 35, 0307 43 91, 0307 43 92 en 0307 43 99;”.

    2) De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    PB L 385 van 17.11.2020, blz. 3.
    (2)    PB L 444 van 31.12.2020, blz. 14.
    (3)    PB L 141 van 28.5.2016, blz. 22.
    (4)    PB L 141 van 28.5.2016, blz. 18.
    (5)    Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad van 13 november 2020 betreffende de opening en de wijze van beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten voor de periode 2021-2023 (PB L 385 van 17.11.2020, blz. 3).
    (6)    Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 444 van 31.12.2020, blz. 14).
    (7)    Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek IJsland (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 18).
    (8)    Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (PB L 141 van 28.5.2016, blz. 22).
    Top

    Brussel, 15.6.2021

    COM(2021) 308 final

    BIJLAGE

    bij

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

    tot wijziging van Verordening (EU) 2020/1706 van de Raad wat betreft de opname van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde visserijproducten


    BIJLAGE

    Aan de tabel in de bijlage bij Verordening (EU) 2020/1706 worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

    Volgnr.

    GN-code

    Taric-code

    Beschrijving

    Jaarlijks volume van het contingent (in ton) 1

    Contingentrecht

    Contingentperiode

    09.2508

    ex 0307 43 35

    10

    Pijlinktvis van de soort Loligo gahi, bevroren, bestemd om te worden verwerkt

    75 000

    0 %

    1.1.2021 – 31.12.2023

    09.2509

    ex 1604 12 91

    ex 1604 12 99

    13

    93

    16

    17

    Haring, bereid met kruiden en/of azijn, gepekeld, bestemd om te worden verwerkt

    15 000 (netto uitgelekt gewicht)

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    7 500 (netto uitgelekt gewicht)

    0 %

    1.5.2022 – 31.10.2022

    09.2510

    ex 0303 51 00

    10

    20

    Haring (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt 2*

    10 000

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    5 000

    1.5.2022 – 31.10.2022

    09.2511

    ex 0303 54 10

    11

    95

    97

    Makreel van de soorten Scomber scombrus of Scomber japonicus, bevroren, bestemd om te worden verwerkt 3*

    15 000

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    7 500

    0 %

    1.5.2022 – 31.10.2022

    09.2512

    0303 55 30

    ex 0303 55 90

    0303 56 00

    0303 69 90

    0303 89 90

    0303 82 00

    0303 89 55

    10

    95

    10

    10

    11

    21

    30

    91

    10

    10

    Bevroren vis, bestemd om te worden verwerkt:

    Chileense horsmakreel (Trachurus murphyi)

    Andere vis van Trachurus spp., met uitzondering van Trachurus trachurus, Trachurus murphyi en horsmakreel (Caranx trachurus)

    Cobia (Rachycentron canadum)

    Andere vis

    Roggen (Rajidae)

    Goudbrasem (Sparus aurata)

    3 300

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    1 650

    0 %

    1.5.2022 – 31.10.2022

    09.2513

    0304 86 00

    ex 0304 99 23

    20

    10

    20

    Haringfilets (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt

    Haringlappen (Clupea harengus, Clupea pallasii), bevroren, bestemd om te worden verwerkt 4*

    25 000

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    12 500

    0 %

    1.5.2022 – 31.10.2022

    09.2514

    0304 49 50

    10

    Filets van roodbaarzen (Sebastes spp.), vers of gekoeld, bestemd om te worden verwerkt

    1 300

    0 %

    1.5.2021 – 30.4.2022

    650

    0 %

    1.5.2022 – 31.10.2022

    (1)    Uitgedrukt in gewicht, tenzij anders aangegeven.
    (2) * Van 15 februari tot en met 15 juni is het tariefcontingent niet van toepassing op goederen die voor het vrije verkeer worden aangegeven.
    (3) * Van 15 februari tot en met 15 juni is het tariefcontingent niet van toepassing op goederen die voor het vrije verkeer worden aangegeven.
    (4) * Van 15 februari tot en met 15 juni is het tariefcontingent niet van toepassing op goederen die voor het vrije verkeer worden aangegeven.
    Top