Wybierz funkcje eksperymentalne, które chcesz wypróbować

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 52021PC0207

    Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering naar aanleiding van een aanvraag van Duitsland – EGF/2020/003 DE/GMH Guss

    COM/2021/207 final

    Brussel, 27.4.2021

    COM(2021) 207 final

    2021/0107(BUD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering naar aanleiding van een
    aanvraag van Duitsland – EGF/2020/003 DE/GMH Guss


    TOELICHTING

    ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    1.De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 (“de EFG-verordening”) 2 .

    2.Op 15 december 2020 heeft Duitsland aanvraag EGF/2020/003 DE/GMH Guss ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen 3 bij GMH Guss GmbH in Duitsland.

    3.Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

    SAMENVATTING VAN DE AANVRAAG

    EFG-aanvraag

    EGF/2020/003 DE/GMH Guss

    Lidstaat

    Duitsland

    Betrokken regio(’s) (NUTS-niveau 2 4 )

    Düsseldorf (DEA1)

    Arnsberg (DEA5)

    Datum waarop de aanvraag is ingediend

    15 december 2020

    Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag

    15 december 2020

    Datum van het verzoek om aanvullende gegevens

    28 december 2020

    Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie

    8 februari 2021

    Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling

    3 mei 2021

    Criterium voor steunverlening

    Artikel 4, lid 1, punt a), van de EFG-verordening


    Primaire onderneming

    GMH Guss


    Aantal betrokken ondernemingen

    1

    Economische sector(en)

    (NACE Rev. 2-afdeling) 5

    Afdeling 24 (Vervaardiging van metalen in primaire vorm)


    Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten

    4

    Referentieperiode (vier maanden):

    31 juli 2020 – 30 november 2020

    Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode

    585

    Totaal aantal in aanmerking komende begunstigden

    585

    Totaal aantal beoogde begunstigden

    476

    Budget voor gepersonaliseerde diensten (EUR)

    1 730 731

    Budget voor de implementatie van het EFG 6 (EUR)

    72 114

    Totaal budget (EUR)

    1 802 845

    EFG-bijdrage (60 %) (EUR)

    1 081 706

    BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

    Procedure

    4.Duitsland heeft aanvraag EGF/2020/003 DE/GMH Guss op 15 december 2020 ingediend, d.w.z. binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag op dezelfde dag bevestigd en Duitsland op 28 december 2020 om aanvullende informatie verzocht. De aanvullende informatie werd binnen zes weken na het verzoek verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag waarbinnen de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 3 mei 2021 af.

    Subsidiabiliteit van de aanvraag

    Betrokken ondernemingen en begunstigden

    5.De aanvraag heeft betrekking op 585 werknemers die door vier dochterondernemingen van GMH Guss GmbH zijn ontslagen. Deze onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 24 (Vervaardiging van metalen in primaire vorm). De ontslagen vielen in de regio’s van NUTS-niveau 2 Düsseldorf (DEA1) 7 en Arnsberg (DEA5) 8 . Deze regio’s bevinden zich in het Ruhrgebied, het traditionele industriegebied in Noordrijn-Westfalen.

    Criteria voor steunverlening

    6.Duitsland heeft de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, punt a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden ten minste 500 werknemers in een onderneming in een lidstaat gedwongen zijn ontslagen.

    7.De referentieperiode van vier maanden voor de aanvraag loopt van 31 juli 2020 tot en met 30 november 2020.

    8.Tijdens de referentieperiode zijn 585 werknemers bij GMH Guss ontslagen.

    Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

    9.Het aantal ontslagen tijdens de referentieperiode is berekend vanaf de datum waarop de werkgever overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/59/EG van de Raad 9 de bevoegde overheidsinstantie schriftelijk in kennis heeft gesteld van het voorgenomen collectief ontslag. Duitsland heeft vóór de datum van de voltooiing van de beoordeling door de Commissie bevestigd dat deze 585 ontslagen werkelijk hebben plaatsgevonden.

    In aanmerking komende begunstigden

    10.In totaal komen 585 begunstigden in aanmerking.

    Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering

    11.Om het verband aan te tonen tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen vanwege de globalisering stelt Duitsland dat de gieterijsector in Duitsland voor grote uitdagingen staat, zoals veranderingen in de internationale handel in goederen en diensten en verplaatsingen van activiteiten naar landen buiten de EU.

    12.In metaalgieterijen worden metalen gesmolten en de vloeibare metalen in op maat gesneden vormen gegoten. Het proces is zeer arbeidsintensief. Metalen worden gewoonlijk in gieterijen gegoten wanneer er behoefte is aan zeer complexe vormen. Metaalgieterijen zijn traditiegetrouw leveranciers voor andere productiesectoren, met name de automobielindustrie maar ook de machinebouw, de bouw-, staal-, energie- en chemiesector en de sector gezondheidstechnologie. In Duitsland zijn de belangrijkste klanten van metaalgieterijen de automobielindustrie (60 %) en de machinebouw (26 %) 10 . Aangezien gieterijen zeer gespecialiseerde ondernemingen zijn die op maat gesneden producten aan hun klanten leveren, zijn de activiteiten van de gieterijen sterk afhankelijk van de vraag van hun belangrijkste klanten.

    13.Twee dochterondernemingen van GMH Guss waren leveranciers van de automobielindustrie: één leverde producten aan autoproducenten en één aan producenten van zware vrachtwagens. Een derde dochteronderneming leverde producten voor de machinebouw (vooral voor de scheepsbouw). Een vierde dochteronderneming en het moederbedrijf zelf verleenden administratieve diensten voor de producerende dochterondernemingen.

    14.Metaalgieterijen werden traditioneel in de buurt van hun belangrijkste klanten gebouwd, aangezien bij het ontwerp van op maat gesneden producten nauw samengewerkt moest worden en het moeilijk is zware producten te vervoeren. Daarom zijn metaalgieterijen in Duitsland voornamelijk in de traditionele productieregio’s gevestigd. 25 % van het Duitse gietmetaal wordt geproduceerd in Noordrijn-Westfalen 11 .

    15.Hoewel Duitsland in 2019 de grootste producent van gietmetalen producten in de EU was en meer dan twee keer zo veel produceerde als Italië en drie keer zo veel als Frankrijk 12 , bedroeg het aandeel van Duitsland in de wereldproductie slechts 5 %, minder dan China (45,5 %), India (11 %) en de VSA (8,8 %).

    16.In de automobielindustrie – een van de belangrijkste klanten van de Duitse metaalgieterijen – zijn de wereldhandelspatronen de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Terwijl in 2000 wereldwijd nog 33 % van de auto’s in de EU werd geproduceerd en de EU daarmee wereldleider was, was het aandeel van de EU op de wereldmarkt in 2019 gedaald tot 19 %. Als gevolg van de stijgende vraag in Azië worden nu wereldwijd veruit de meeste auto’s in Azië geproduceerd: in 2019 bedroeg het aandeel van Azië op de wereldmarkt 54 %. Voor het eerst in de geschiedenis produceerden Duitse autofabrikanten meer auto’s in China dan in Duitsland. In absolute cijfers is de autoproductie in 2019 gedaald tot het laagste niveau sinds 1996 13 .

    17.De productie van zware vrachtwagens van meer dan 3,5 ton is in Duitsland bijna gehalveerd: van 256 131 voertuigen in 2008 tot 133 997 in 2019. China domineert momenteel de wereldmarkt met een marktaandeel van 40 % en verkoopt – als gevolg van overproductie – zware vrachtwagens in veel delen van de wereld tegen uiterst concurrerende prijzen, waarbij de concurrentie wordt onderboden 14 .

    18.Op de Europese markt heeft zich bovendien in de hele automobielindustrie een trend voorgedaan waarbij de productie of delen van de toeleveringsketen naar dichtbijgelegen landen in Oost-Europa (ook naar derde landen in Oost-Europa) zijn overgebracht. Dit is met name het geval voor arbeidsintensieve producten, zoals gietmetalen producten. Ook lagere milieunormen, met name in landen buiten de EU, leiden ertoe dat de productie van gietmetalen producten naar andere, dichtbijgelegen landen wordt overgebracht 15 .

    19.De gemiddelde jaarlijkse scheepsbouw is in de periode 20112019 in Europa gehalveerd vergeleken met de periode 20022010 16 . Met een marktaandeel van 84 % domineren Aziatische producenten nu de wereldmarkt 17 .

    20.Deze uitdagingen als gevolg van de globalisering hebben de metaalgieterijen zwaar onder druk gezet, waardoor de totale productie van gietmetalen producten in Duitsland tussen 2018 en 2019 met 8,9 % is gedaald 18 .

    21.Tot dusver zijn voor NACE-afdeling 24 (Vervaardiging van metalen in primaire vorm) zes EFG-aanvragen ingediend, waarvan er vier gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en twee op de wereldwijde financiële en economische crisis 19 .

    Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt

    22.De ontslagen zijn het gevolg van de insolventieprocedure ten aanzien van GMH Guss. Eén dochteronderneming, Dieckerhoff Guss GmbH, is volledig gesloten; de andere zijn gedeeltelijk gesloten en onder tijdelijke bewindvoering gesteld. 585 van de 1 000 werknemers hebben hun baan verloren. De overheid is respectievelijk op 31 juli 2020, 24 september 2020 en 5 oktober 2020 in kennis gesteld van de ontslagen bij Walter Hundhausen GmbH, Dieckerhoff Guss GmbH en de overige entiteiten.

    23.Hoewel de omstandigheden waarin GMH Guss actief was reeds problematisch waren als gevolg van de globalisering, culmineerden de problemen toen de belangrijkste klant van de dochteronderneming Walter Hundhausen GmbH – goed voor 60 % van de productie van de dochteronderneming – besloot om delen van de toeleveringsketen naar Turkije over te brengen.

    24.Bovendien heeft de Taiwanese concurrent MEITA twee gieterijen in Obrenovac (Servië) geopend. Deze gieterijen, die zwaar door de Servische regering worden gesubsidieerd, hebben hun productie respectievelijk in 2017 en 2019 opgestart en produceren vooral voor de Europese automobielindustrie 20 . Dankzij de subsidies en de lagere arbeidskosten kon MEITA veel goedkoper produceren dan de Duitse concurrenten. Bijgevolg eisten de belangrijkste in de automobielsector actieve klanten van de dochteronderneming Dieckerhoff Guss GmbH van GMH Guss in 2019 een prijsverlaging van 30 %; Dieckerhoff kon echter niet aan die eis voldoen. Het verlies van klanten, die hun producten vervolgens in de Servische fabrieken van MEITA lieten maken, betekende het einde van Dieckerhoff Guss.

    25.De sociale partners zijn het eens geworden over de oprichting van vier re-integratiebedrijven 21 , één voor elke dochteronderneming van GMH Guss. De re-integratiebedrijven zullen worden beheerd door BOB Transfer GmbH. 476 werknemers hebben een tripartiete overeenkomst ondertekend op basis waarvan ze bij het re-integratiebedrijf in dienst zullen treden nadat ze officieel niet langer door GMH Guss of een van de vier dochterondernemingen worden tewerkgesteld.

    26.De EFG-steun zal worden gebruikt om de reguliere maatregelen van de re-integratiebedrijven aan te vullen en de looptijd van de individuele maatregelen eventueel te verlengen. Op 1 augustus 2020 zijn 86 werknemers in dienst van een eerste re-integratiebedrijf getreden. De resterende werknemers zijn op 1 oktober 2020 in dienst getreden.

    Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

    27.De ontslagen zullen naar verwachting een aanzienlijk negatief effect op de plaatselijke economie hebben. Het Ruhrgebied is een uiterst verstedelijkt industriegebied. Het is van oudsher een regio met steenkoolmijnen en staalfabrieken, maar sinds de jaren zestig heeft het gebied met enorme structurele problemen te kampen en ligt de werkloosheid er constant boven het gemiddelde van Noordrijn-Westfalen. De COVID-19-pandemie heeft nog een bijkomend negatief effect op de arbeidsmarkt. Tussen september 2019 en september 2020 is de werkloosheid in Noordrijn-Westfalen gestegen van 6,5 % tot 7,9 % en in het Ruhrgebied van 9 % tot 10,7 %. De meeste ontslagen werknemers bevinden zich in de tweede helft van hun beroepsloopbaan, hebben een laag kwalificatieniveau en beheersen de Duitse taal vaak slecht.

    Beoogde begunstigden en voorgestelde maatregelen

    Beoogde begunstigden

    28.Naar verwachting zullen 476 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van de betrokken werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

    Categorie

    Aantal beoogde begunstigden

    Geslacht:

    Mannen:

    455

    (95,59 %)

    Vrouwen:

    21

    (4,41 %)

    Nationaliteit:

    EU-burgers:

    291

    (61,13 %)

    Niet-EU-burgers:

    185

    (38,87 %)

    Leeftijdsgroep:

    15-24 jaar:

    7

    (1,47 %)

    25-29 jaar:

    24

    (5,04 %)

    30-54 jaar:

    269

    (56,51 %)

    55-64 jaar:

    175

    (36,76 %)

    Ouder dan 64 jaar:

    1

    (0,21 %)

    Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen

    29.De gepersonaliseerde dienstverlening aan de ontslagen werknemers bestaat uit de volgende maatregelen:

    Bijscholing: Er wordt bijscholing aangeboden na interviews in het kader van profilering en loopbaanbegeleiding. Cursussen kunnen individueel of in groep worden aangeboden. Gezien het grote aantal deelnemers met een migrantenachtergrond zullen cursussen Duits worden aangeboden aan deelnemers die de Duitse taal slecht beheersen.

    Peergroups/workshops: Het gaat om groepsfora onder leiding van een facilitator, die de deelnemers helpt ideeën uit te wisselen en over hun ervaringen na te denken. Sommige peergroups richten zich op de gemeenschappelijke achtergrond van de deelnemers (bijvoorbeeld deelnemers met een migrantenachtergrond of oudere deelnemers).

    Advies voor het opstarten van een onderneming: Het gaat om een pakket adviesdiensten voor wie geïnteresseerd is in het opstarten van een eigen onderneming. Deze diensten omvatten onder meer gepersonaliseerde coaching en de deelname aan sessies groepscoaching.

    Hulp bij het zoeken naar werk: Professionele jobscouts helpen bij het opsporen van potentiële nog niet gepubliceerde vacatures waarvoor werknemers in aanmerking zouden kunnen komen.

    Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie: Op basis van de initiële profileringsinterviews zullen loopbaanbegeleiders niet alleen informatie verstrekken over ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en mogelijke loopbaantrajecten, maar de deelnemers ook motiveren en inspireren. De werknemers zullen worden aangemoedigd hun vaardigheden aan te scherpen of nieuwe vaardigheden te verwerven en aan onderwijs- en opleidingsmaatregelen deel te nemen om – eventueel ook in een andere sector – werk te vinden.

    Internationale arbeidsbemiddeling: Speciale arbeidsbemiddelaars zullen werkzoekenden die bereid zijn in een andere EU-lidstaat te werken, helpen bij het zoeken naar werk, informatie over de arbeidsomstandigheden in de betreffende lidstaat verstrekken en bijstand bij het vertalen en erkennen van kwalificaties verlenen.

    Follow-upmentoring: Nadat ze een nieuwe baan hebben gevonden, kunnen de werknemers een beroep doen op adviesdiensten om de overgang naar hun nieuwe baan te vergemakkelijken en het risico op het verlies van hun baan tot een minimum te beperken.

    Opleidingstoelage: De betaling wordt gestart vanaf de datum waarop de werknemer bij het re-integratiebedrijf in dienst treedt, en beëindigd wanneer hij/zij het re-integratiebedrijf verlaat. Deelname aan actieve arbeidsmarktmaatregelen is een voorwaarde voor het ontvangen van een toelage.

    30.De maatregelen zijn in overeenstemming met de Duitse duurzaamheidsstrategie.

    31.In het licht van de COVID-19-pandemie is een sanitair protocol ontwikkeld om de uitvoering van de maatregelen te waarborgen. Er wordt onder meer gezorgd voor onlinecursussen en geschikte lokalen voor lessen in klasverband 22 .

    32.De bovenvermelde voorgestelde maatregelen zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die vallen onder de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

    33.Duitsland heeft de nodige informatie verstrekt over maatregelen waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Duitsland heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG deze maatregelen niet zal vervangen.

    Geraamd budget

    34.De totale kosten worden op 1 802 845 EUR geraamd en omvatten de kosten voor gepersonaliseerde dienstverlening (1 730 731 EUR) en voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage (72 114 EUR).

    35.Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 081 706 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

    Maatregelen

    Geraamd aantal deelnemers

    Geraamde kosten per deelnemer 
    (in EUR 23 )

    Geraamde totale kosten

    (in EUR)  24

    Gepersonaliseerde dienstverlening (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 1, punten a) en c), van de EFG-verordening)

    Bijscholing (Qualifizierungsmaßnahmen)

    415

    1 189

    493 605

    Peergroups/workshops

    240

    438

    105 160

    Advies voor het opstarten van een onderneming (Existenzgründerberatung)

    3

    5 133

    15 400

    Hulp bij het zoeken naar werk (Beratung und Stellenakquise)

    476

    517

    245 968

    Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie (Berufsvorbereitung und Orientierung)

    200

    201

    40 133

    Internationale arbeidsbemiddeling (Internationale Beratung)

    10

    1 133

    11 332

    Follow-upmentoring (Nachbetreuungsmaßnahmen)

    375

    569

    213 378

    Subtotaal a)

    Percentage van het pakket gepersonaliseerde dienstverlening

    1 124 976

    (65 %)

    Toelagen en premies (maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 1, punt b), van de EFG-verordening)

    Opleidingstoelage (Transferkurzarbeitergeld)

    476

    1 273

    605 755

    Subtotaal b)

    Percentage van het pakket gepersonaliseerde dienstverlening

    605 755

    (35 %)

    Maatregelen overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening

    1. Voorbereiding

    7 211

    2. Beheer

    39 663

    3. Voorlichting en publiciteit

    3 606

    4. Controle en rapportage

    21 634

    Subtotaal c):

    Percentage van de totale kosten:

    72 114

    (4 %)

    Totale kosten (a + b + c)

    1 802 845

    EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)

    1 081 706

    36.De kosten van de in de bovenstaande tabel opgenomen maatregelen die vallen onder artikel 7, lid 1, punt b), van de EFG-verordening, bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde diensten. Duitsland heeft bevestigd dat deze maatregelen afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten om een baan te vinden.

    Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn

    37.Duitsland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 1 augustus 2020 gepersonaliseerde diensten verleend. De uitgaven voor de maatregelen zullen bijgevolg van 1 augustus 2020 tot en met 15 december 2022 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

    38.Op 1 november 2020 heeft Duitsland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting, publiciteit, controle en rapportage zullen bijgevolg van 1 november 2020 tot en met 15 juni 2023 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

    Complementariteit met maatregelen die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

    39.De federale begroting en de Bundesagentur für Arbeit (de federale openbare dienst voor arbeidsvoorziening) fungeren als bronnen van nationale voor- of medefinanciering. Ze financieren de nationale bijdrage van 40 % van de totale kosten van de door het EFG gefinancierde en door het re-integratiebedrijf aangeboden maatregelen 25 .

    40.Duitsland heeft bevestigd dat de bovenvermelde maatregelen waarvoor een financiële bijdrage uit het EFG wordt verleend, geen financiële steun uit andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

    41.Duitsland heeft duidelijk gemaakt dat de EFG-maatregelen een aanvulling vormen op de maatregelen van het Europees Sociaal Fonds (ESF). Het operationele programma van het ESF voor Noordrijn-Westfalen voorziet in de medefinanciering van een aantal basismaatregelen van de door de sociale partners overeengekomen afvloeiingsregeling (Sozialplan). Duitsland heeft bevestigd dat het EFG geen van deze maatregelen vervangt.

    Procedures voor overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers, de sociale partners of plaatselijke en regionale autoriteiten

    42.Duitsland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket gepersonaliseerde diensten is opgesteld in overleg met alle betrokken partijen, en met name met de sociale partners. Voor de planning van de door het EFG gesteunde maatregelen heeft het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken gesprekken gevoerd met de ODA en BOB Transfer GmbH over het bereik van mogelijke steun uit het EFG. Vanaf het allereerste begin hebben de sociale partners een mogelijke EFG-aanvraag gesteund. Er werd een toezichtcomité opgericht om leiding te geven bij een mogelijke door het EFG medegefinancierde tussenkomst. Naast vertegenwoordigers van het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken, de ODA en het re-integratiebedrijf bestaat het toezichtcomité uit vertegenwoordigers van de sociale partners, vertegenwoordigers van de vakbond IG Metall, vertegenwoordigers van de ondernemingsraden en de vereffenaars van de onderneming waar de ontslagen vallen en de dochterondernemingen ervan.

    Beheers- en controlesystemen

    43.In de aanvraag wordt het beheers- en controlesysteem beschreven en worden de verantwoordelijkheden van de betrokken instanties nader toegelicht. Duitsland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde instanties van het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales) die ook het Europees Sociaal Fonds (ESF) beheren. De “Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung” fungeert als beheersautoriteit 26 en de organisatorisch onafhankelijke “Organisationseinheit Prüfbehörde” 27 is de controleautoriteit voor deze fondsen. Deze instanties hebben ook de vorige EFG-bijdragen voor Duitsland beheerd. Sommige taken van de EFG-beheersautoriteit worden permanent aan de ODA gedelegeerd op basis van een administratieve overeenkomst.

    Toezeggingen door de betrokken lidstaat

    44.Duitsland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

    bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en de uitvoering ervan zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

    aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving inzake collectieve ontslagen is voldaan;

    GMH Guss, dat zijn activiteiten na de ontslagen heeft voortgezet, is zijn wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor zijn werknemers de nodige voorzieningen getroffen;

    de voorgestelde maatregelen zullen geen financiële steun ontvangen uit andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

    de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met de maatregelen die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

    de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

    GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    Begrotingsvoorstel

    45.Overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 28 , mag het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden.

    46.Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde maatregelen en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 081 706 EUR beschikbaar te stellen – wat overeenkomt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen – als financiële bijdrage in het kader van de aanvraag.

    47.Overeenkomstig punt 9 van het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen 29 , zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen gezamenlijk door het Europees Parlement en de Raad worden genomen.

    Met dit besluit samenhangende handelingen

    48.Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 081 706 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

    49.Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen vaststelt, zal zij door middel van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.

    2021/0107 (BUD)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering naar aanleiding van een
    aanvraag van Duitsland – EGF/2020/003 DE/GMH Guss

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014‑2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 30 , en met name artikel 15, lid 4,

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen 31 , en met name punt 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) heeft tot doel steun te verlenen aan werknemers die ontslagen zijn, en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd, als gevolg van uit de globalisering voortvloeiende grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, doordat de wereldwijde financiële en economische crisis aanhoudt, of door een nieuwe wereldwijde financiële en economische crisis, en hen te helpen op de arbeidsmarkt terug te keren.

    (2)Zoals vastgesteld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad mag het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden 32 .

    (3)Op 15 december 2020 heeft Duitsland een aanvraag ingediend om middelen uit het EFG ter beschikking te stellen naar aanleiding van ontslagen bij GMH Guss GmbH in Duitsland. Duitsland heeft overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1309/2013 aanvullende gegevens bij de aanvraag ingediend. Die aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EU) nr. 1309/2013 voor de bepaling van een financiële bijdrage uit het EFG.

    (4)Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 081 706 EUR te leveren in het kader van de door Duitsland ingediende aanvraag.

    (5)Teneinde zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Ten laste van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2021 wordt een bedrag van 1 081 706 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf [de datum waarop het wordt vastgesteld] 33*.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

    De voorzitter    De voorzitter

    (1)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
    (2)    Verordening (EU) nr. 1309/2013 is van toepassing op alle aanvragen die uiterlijk op 31 december 2020 zijn ontvangen.
    (3)    In de zin van artikel 3 van de EFG-verordening.
    (4)    Verordening (EU) nr. 1046/2012 van de Commissie van 8 november 2012 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS), wat de indiening van tijdreeksen voor de nieuwe regionale indeling betreft (PB L 310 van 9.11.2012, blz. 34).
    (5)    PB L 393 van 30.12.2006, blz. 1.
    (6)    Overeenkomstig artikel 7, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1309/2013.
    (7)    De dochterondernemingen Friedrich Wilhelms-Hütte Eisenguss GmbH en Friedrich Wilhems-Hütte GmbH, beide in Mülheim an der Ruhr.
    (8)    De dochteronderneming Dieckerhoff Guss GmbH in Gevelsberg en de dochteronderneming Walter Hundhausen GmbH (en de hoofdzetel van GMH Guss GmbH) in Schwerte.
    (9)    Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 16).
    (10)    Bundesverband der Deutschen Gießerei-Industrie (BDGUss): Die Gießerei-Industrie. Eine starke Branche in Zahlen (2019).
    (11)    https://www.bdguss.de/branche/rolle-bedeutung/
    (12)    Bundesverband der Deutschen Gießerei-Industrie (BDGUss): Branchenkennzahlen – Die deutsche Gießerei-Industrie (2019).
    (13)    https://www.vda.de/de/services/zahlen-und-daten/jahreszahlen/automobilproduktion en https://www.quest-trendmagazin.de/automobilindustrie/internationalisierung/weltregion-automobilproduktion.html
    (14)     https://www.oica.net/category/production-statistics/2018-statistics/ ; https://www.acea.be/statistics/article/eu-commercial-vehicle-production
    (15)    Deutsche Bank Research (2020): Automobilindustrie – Produktion in China überflügelt heimische Fertigung; Eurofound (2016): ERM report 2016: Globalisation slowdown? Recent evidence of offshoring and reshoring in Europe; Eurofound (2020): ERM report 2020: Restructuring across borders.
    (16)    Uitgedrukt in gecompenseerde brutotonnage (GBT).
    (17)    Feldhoff, Thomas (2020): Gießereibranche unter Anpassungsdruck: Ausgewählte Entwicklungstrends.
    (18)    Stephen, Sophie (2020): Deutsche Gussproduktion 2019 und Ausblick 2020, in: GIESSEREI, 04/2020.
    (19)    https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=582&langId=nl
    (20)    https://www.serbianmonitor.com/en/chinas-mei-ta-opens-second-factory-in-obrenovac/
    (21)    De oprichting van een re-integratiebedrijf is krachtens de Duitse wetgeving niet verplicht. De onderneming waar de ontslagen vallen, is niet verplicht bij te dragen tot de oprichting van een re-integratiebedrijf. Als de onderneming waar de ontslagen vallen, geen medewerking verleent, wordt er geen re-integratiebedrijf opgericht. Als de onderneming waar de ontslagen vallen, wel meewerkt en als de sociale partners akkoord gaan met de oprichting van een re-integratiebedrijf, voorziet de Duitse sociale wetgeving in het betreffende rechtskader (§§ 110 en 111, SGB III).
    (22)    Bij lessen in klasverband worden COVID-19-sneltests gebruikt om de veiligheid in de klas te waarborgen.
    (23)    Om decimale cijfers te vermijden, zijn de geraamde kosten per werknemer afgerond. Het afronden van de cijfers heeft evenwel geen gevolgen voor de totale kosten van elke maatregel, die dezelfde blijven als die in de door Duitsland ingediende aanvraag.
    (24)    Door het afronden van de cijfers klopt het totaal niet exact.
    (25)    Er kan met het verlenen van het pakket gepersonaliseerde diensten – dat bestaat uit toelagen en actieve arbeidsmarktmaatregelen – worden gestart zodra de werknemers officieel bij het re-integratiebedrijf in dienst zijn getreden. Vanaf het begin ontvangen de werknemers een opleidingstoelage (“Transferkurzarbeitergeld”), die in aanmerking komt voor medefinanciering uit het EFG zolang de ontslagen werknemers aan actieve arbeidsmarktmaatregelen deelnemen.
    (26)    Binnen de “Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung” fungeert het “Referat EF 4” als beheersautoriteit voor het EFG, terwijl “Referat EF 1” de beheersautoriteit voor het ESF is.
    (27)    De “Organisationseinheit Prüfbehörde” is een onafhankelijke audit- en controleautoriteit, die rechtstreeks verslag uitbrengt bij de niet-politiek gebonden staatssecretaris.
    (28)    PB L 433I van 22.12.2020, blz. 15.
    (29)    PB L 433I van 22.12.2020, blz. 29.
    (30)    PB L 347 van 20.12.2013, blz. 855.
    (31)    PB L 433I van 22.12.2020, blz. 29.
    (32)    Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 15).
    (33) *     Datum door het Parlement in te vullen vóór de bekendmaking in het PB.
    Góra