Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021AE6507

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft het toepassingsgebied van in aanmerking komende activa en beleggingen, de portefeuillesamenstelling en de diversificatievereisten, het lenen van contanten en andere fondsregels en wat betreft de vereisten in verband met de vergunning, het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (COM(2021) 722 final — 2021/0377 (COD))

    EESC 2021/06507

    PB C 290 van 29.7.2022, p. 64–67 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    29.7.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 290/64


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft het toepassingsgebied van in aanmerking komende activa en beleggingen, de portefeuillesamenstelling en de diversificatievereisten, het lenen van contanten en andere fondsregels en wat betreft de vereisten in verband met de vergunning, het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen

    (COM(2021) 722 final — 2021/0377 (COD))

    (2022/C 290/11)

    Rapporteur:

    Pierre BOLLON

    Raadpleging

    Europees Parlement, 14.2.2022

    Raad van de Europese Unie, 22.3.2022

    Rechtsgrondslag

    Artikelen 114 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegde afdeling

    Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang

    Goedkeuring door de afdeling

    3.3.2022

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    23.3.2022

    Zitting nr.

    568

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    111/1/0

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het EESC is een groot voorstander van de voorgestelde evenwichtige herziening van de verordening betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (Eltifs), die er in haar vorige vorm niet in geslaagd is de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Er is een verschuiving van financiële middelen en spaartegoeden naar langetermijninvesteringen nodig, vooral met het oog op een sociaal inclusief herstel na de COVID-19-crisis en ten behoeve van de gelijktijdige digitale en klimaattransitie. In verband hiermee is een grondige herziening van de Eltif-verordening van essentieel belang. Het EESC hoopt wel dat er tijdens de behandelingsprocedure geen nieuwe wettelijke vereisten worden toegevoegd die de door de Commissie terecht voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen teniet zouden doen.

    1.2.

    “Eltif 2” is een opportuun en relevant voorstel dat de economische groei en de werkgelegenheid in de EU een flinke boost kan geven. Eltifs zijn langetermijnfondsen die over een “Europees paspoort” beschikken. Deze fondsen zullen een belangrijke rol moeten spelen bij de financiering van de klimaattransitie en de digitale transitie, bij de aanleg van sociale en vervoersinfrastructuur en bij de financiering van huisvestingsprojecten, evenals, uiteraard, bij de financiering van kleine en middelgrote, vooral innovatieve, Europese ondernemingen en start-ups.

    1.3.

    Een voldoende nauwkeurige raming van het mondiale tekort aan langetermijnfinanciering is in dit stadium helaas niet beschikbaar. Het ontbreekt nog steeds aan een betere raming op Europees niveau, maar de financieringsbehoefte is ongetwijfeld groot en bedraagt enkele biljoenen euro’s.

    1.4.

    Het EESC onderstreept met klem het belang van de financiering van de noodzakelijke transitie naar een veel minder koolstofintensieve (en uiteindelijk koolstofneutrale) Europese economie en van de Europese “strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie”. Voorts moet de toegankelijkheid van ecologische, sociale en governancedata (ESG) en financiële gegevens worden verbeterd, met name via het Europees centraal toegangspunt (European Single Access Point — ESAP) en, niet in de laatste plaats, via de nodige regulering van en controle op gegevensverstrekkers.

    1.5.

    In het “Eltif 2”-voorstel van de Europese Commissie worden doelgerichte verbeteringen van in aanmerking komende beleggingen gesuggereerd. Hierdoor wordt het beleggingsspectrum van Eltifs vergroot en worden de economische groei en het concurrentievermogen ondersteund. Ook bestrijkt het scala aan investeringen zo een groter geografisch gebied binnen Europa.

    1.6.

    Het EESC vindt het een goede zaak dat de obstakels die niet-professionele beleggers, die momenteel niet kunnen profiteren van het rendement op langetermijnbeleggingen, in het verleden ontmoedigden om in Eltifs te investeren, worden weggenomen. Zo zouden Eltifs een aanvulling vormen op de momenteel succesvolle fondsen van instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s). Dit is een belangrijke stap, temeer daar beleggers beter worden beschermd door het nieuwe, nauwe verband met de verplichte “geschiktheidsbeoordelingen” in het kader van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID II) en de verduidelijking van de regels inzake belangenconflicten. Het EESC wijst ook nogmaals met klem op zijn vele eerdere oproepen om overal in Europa actie te ondernemen op het gebied van beleggerseducatie.

    1.7.

    Het EESC zou er geen bezwaar tegen hebben als er (naast Eltifs van het “gesloten” of “closed-end”-type) ook Eltifs van het “gedeeltelijk open type” zouden worden aangeboden, d.w.z. Eltifs die breed opgezet en gediversifieerd zijn en de mogelijkheid bieden om na een kennisgevingstermijn uit te stappen (en in te stappen), op voorwaarde uiteraard dat dergelijke mogelijkheden duidelijk uiteengezet worden in de documentatie die aan de cliënten wordt verstrekt en dat er toezicht op wordt gehouden door de bevoegde nationale autoriteit. Om ze meer “liquide” te maken, zouden deze Eltifs tot maximaal 50 % (en mogelijk nog meer) moeten kunnen beleggen in gediversifieerde activa, met inachtneming van de regelgeving betreffende instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe’s). Wat ook aanzienlijk zou helpen, is een verdere verhoging van het mogelijke investeringsniveau in andere fondsen.

    1.8.

    Aangezien Eltifs strikt gebonden zijn aan de regels die in een Europese verordening zijn neergelegd, zou de Europese Commissie nog een stap verder kunnen gaan en kunnen nagaan of het nuttig en haalbaar is om het gebruik van een internationale effectenidentificatiecode (ISIN) met “.eu” erin mogelijk te maken om de beschikbaarheid en zichtbaarheid van Eltifs over de grenzen heen te verbeteren. Het zou een goede zaak zijn als de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA), samen met actieve nationale toezichthouders, een grote rol zou spelen bij de vaststelling van technische reguleringsnormen, de bevordering van de convergentie van het toezicht en de coördinatie van de toezichtwerkzaamheden.

    1.9.

    Het is belangrijk dat ook in het geval van spaarrekeningen, aan beleggingsfondsen gekoppelde levensverzekeringsproducten, werknemersspaarplannen en, uiteraard, pensioenregelingen zoals het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) gemakkelijker voor een Eltif kan worden gekozen. Tegelijkertijd zouden het huidige voorstel voor een herschikking van de Solvabiliteit II-richtlijn en de toekomstige herziening van de richtlijn betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (de IBPV-richtlijn) stimulansen voor verzekerings- en pensioenondernemingen kunnen bevatten om in Eltifs te beleggen.

    1.10.

    Last but not least zouden Europese beleggers in Eltifs moeten kunnen profiteren van de “meest gunstige fiscale behandeling” die in hun land van vestiging geldt voor spaartegoeden. Voor langetermijnbeleggers zouden overal in Europa stabiele en aantrekkelijke belastingregels moeten gelden.

    2.   Samenvatting van het voorstel van de Commissie

    2.1.

    De “Eltif-verordening” is een Europees kader voor alternatieve beleggingsinstellingen (ABI’s) die beleggen in langetermijninvesteringen, zoals sociale- en vervoersinfrastructuurprojecten, vastgoed en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Deze verordening stelt uniforme regels vast voor de vergunningverlening, het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en het op de markt brengen van Eltifs.

    2.2.

    Het Eltif-regelgevingskader is bedoeld om langetermijnbeleggingen in dit soort activa door institutionele en niet-professionele beleggers te vergemakkelijken en een alternatieve, niet-bancaire financieringsbron voor de reële economie te bieden.

    2.3.

    Deze herziening beoogt het gebruik van Eltifs in de hele EU te vergroten ten gunste van de Europese economie en beleggers. Dit zou op zijn beurt de verdere ontwikkeling van de kapitaalmarktenunie (KMU) ondersteunen, die ook tot doel heeft de toegang van EU-ondernemingen tot stabielere, duurzamere en gevarieerdere langetermijnfinanciering te vergemakkelijken.

    2.4.

    Sinds de goedkeuring van het oorspronkelijke Eltif-rechtskader in april 2015 hebben slechts 67 Eltifs (gegevens februari 2022) een vergunning gekregen, met een relatief klein bedrag aan beheerde netto-activa (in 2021 geraamd op ongeveer 2,4 miljard EUR). Zulke vergunninghoudende Eltifs zijn gevestigd in slechts vier lidstaten (Luxemburg, Frankrijk, Italië en Spanje); in de overige lidstaten ontbreken zij.

    2.5.

    Uit de beschikbare marktgegevens blijkt dat de ontwikkeling van de markt niet de verwachte schaal heeft bereikt, waarschijnlijk omdat Eltifs relatief recent zijn.

    2.6.

    Op basis van de evaluatie van de werking van het Eltif-wetgevingskader en de feedback van belanghebbenden worden de voordelen van Eltifs beperkt door de restrictieve fondsregels en de belemmeringen voor de toegang van kleine beleggers, die samen het nut, de doeltreffendheid en de aantrekkelijkheid van het Eltif-wetgevingskader voor beheerders en beleggers verminderen. Deze beperkingen zijn de belangrijkste oorzaken van het feit dat de Eltifs er niet in slagen aanzienlijk op te schalen en hun volledige potentieel te benutten om beleggingen naar de reële economie te kanaliseren.

    2.7.

    In dit verband beoogt de herziening van het Eltif-regelgevingskader de acceptatie te versnellen en Eltifs aantrekkelijker te maken door gerichte wijzigingen in de fondsregels aan te brengen. Dit houdt met name in dat meer activa en beleggingen in aanmerking moeten komen, dat flexibelere fondsreglementen mogelijk moeten worden gemaakt, onder meer door het faciliteren van dakfondsstrategieën, en dat de ongerechtvaardigde belemmeringen voor de toegang van niet-professionele beleggers tot Eltifs moeten worden weggenomen, met name het initiële beleggingsvereiste van 10 000 EUR en de maximale drempel van 10 % voor niet-professionele beleggers met een financiële portefeuille van minder dan 500 000 EUR.

    2.8.

    Voorts wil het voorstel de Eltif-structuur aantrekkelijker maken door de regels voor bepaalde fondsen te versoepelen voor Eltifs die uitsluitend voor professionele beleggers toegankelijk zijn. Bij de herziening van het Eltif-rechtskader wordt tevens een optioneel liquiditeitsmechanisme ingevoerd om extra liquiditeit te verschaffen aan Eltif-beleggers en nieuw inschrijvende beleggers, zonder dat het kapitaal van Eltifs hoeft te worden aangesproken. Het voorstel wil verder zorgen voor passende waarborgen ter bescherming van de belegger.

    3.   Algemene opmerkingen

    3.1.

    Het EESC is een groot voorstander van de voorgestelde evenwichtige herziening van de Eltif-verordening, die er in haar vorige vorm niet in geslaagd is de beoogde doelstellingen te verwezenlijken. Deze welkome herziening werd in het advies van het EESC over een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen (1) al toegejuicht als hoeksteen van het nieuwe actieplan voor de kapitaalmarktenunie.

    3.2.

    Feit is dat de Europese kapitaalmarkten niet alleen efficiënter en veiliger moeten worden, maar dat er ook een verschuiving van financiële middelen en spaartegoeden naar langetermijninvesteringen nodig is, vooral met het oog op een sociaal inclusief herstel na de COVID-19-crisis en ten behoeve van de gelijktijdige digitale en klimaattransitie. In verband hiermee is een grondige herziening van de Eltif-verordening van essentieel belang. Het EESC hoopt wel dat er tijdens de behandelingsprocedure geen nieuwe wettelijke vereisten worden toegevoegd die de door de Commissie terecht voorgestelde vereenvoudigingsmaatregelen teniet zouden doen.

    3.3.

    Eltifs zijn langetermijnfondsen die in de hele Unie over de grenzen heen kunnen worden verhandeld en waarop grensoverschrijdend kan worden ingeschreven, aangezien zij over een “Europees paspoort” beschikken. Deze fondsen zullen een belangrijke rol kunnen spelen bij de aanleg van infrastructuur (o.a. voor vervoer en energievoorziening), de modernisering van woningen, de financiering van onderzoek en ontwikkeling en, uiteraard, de financiering van kleine en middelgrote Europese ondernemingen en start-ups (investeringen die over het algemeen niet profiteren van de liquiditeit die een beursnotering biedt) en bijgevolg de bevordering van werkgelegenheid.

    3.4.

    Het EESC onderstreept ook met klem het belang van de financiering van de noodzakelijke transitie naar een inclusieve en veel minder koolstofintensieve (en uiteindelijk koolstofneutrale) Europese economie en van de Europese “strategie voor de financiering van de transitie naar een duurzame economie”, met name de voorgestelde richtlijn duurzaamheidsrapportage door bedrijven en de beoogde sociale “taxonomie”. Voorts moet de toegankelijkheid van ESG-data en financiële gegevens worden verbeterd, met name via het Europees centraal toegangspunt (European Single Access Point — ESAP) en, niet in de laatste plaats, via de nodige regulering van en controle op gegevensverstrekkers. Ook moet vaart worden gezet achter de invoering van ESG-labels om Eltif-beleggers houvast te bieden.

    3.5.

    In het uitgebalanceerde en evenredige “Eltif 2”-voorstel van de Europese Commissie worden terecht doelgerichte verbeteringen van in aanmerking komende beleggingen gesuggereerd, die het mogelijk zullen maken de groei en concurrentiekracht via Eltifs krachtiger te ondersteunen. Een aanzienlijk aantal daarvan zal dus meer gediversifieerd zijn, aangezien het beleggingsspectrum van Eltifs zal worden verruimd, waardoor meer kansen worden gecreëerd. Andere zullen meer geconcentreerd zijn, waarbij de nadruk zal liggen op essentiële investeringen. Door deze veranderingen zal het scala aan beleggingen van Eltifs ook een groter geografisch gebied binnen Europa bestrijken.

    3.6.

    Het EESC vindt het een goede zaak dat de obstakels die niet-professionele beleggers in het verleden ontmoedigden om in Eltifs te investeren, worden weggenomen. Gezien de enorme hoeveelheid spaargeld dat momenteel niet kan profiteren van het rendement op langetermijnbeleggingen, is dit een belangrijke stap, vooral tegen de achtergrond van de huidige lage (hoewel in sommige gevallen stijgende) rentetarieven en de inflatoire druk. Een breder spectrum van in aanmerking komende activa en beleggingsstrategieën is van groot belang voor de bescherming van beleggers en zal ook efficiënter zijn dan de gedetailleerde beperkingen uit 2015, die als nadeel hadden dat ze het aanbod van fondsen voor beleggers, zowel institutionele als niet-professionele beleggers, sterk beperkten. Het EESC is blij dat er nu een nauw verband wordt gelegd met de verplichte “geschiktheidsbeoordelingen” in het kader van de MiFID II-richtlijn en dat de regels inzake belangenconflicten worden verduidelijkt. Het EESC wijst ook nogmaals met klem op zijn vele eerdere oproepen om overal in Europa actie te ondernemen op het gebied van beleggerseducatie.

    3.7.

    Eén soort Eltifs heeft kenmerken die hen vergelijkbaar maken met fondsen van het “gesloten type”. In dit geval wordt voorgesteld om op de klassieke manier liquiditeit te verschaffen aan beleggers, nl. in de vorm van een facultatief “mechanisme voor een liquiditeitsvenster” via secundaire handelsmechanismen. Maar dit soort mechanismen is in de praktijk vaak moeilijk, zo niet onmogelijk toe te passen, vooral wanneer er weinig “marktmakers” zijn (een risico dat in een eerder advies van het EESC van 16 oktober 2013 is gesignaleerd en zich helaas heeft gemanifesteerd).

    3.8.

    Daarom zou het EESC er ook geen bezwaar tegen hebben als er naast deze Eltifs van het “gesloten type” (closed-end) ook Eltifs van het “gedeeltelijk open type” (2) zouden worden aangeboden, d.w.z. Eltifs die breed opgezet en gediversifieerd zijn en de mogelijkheid bieden om periodiek (bijv. twee keer per jaar) uit te stappen (en in te stappen) na een bepaalde kennisgevingstermijn (bijv. 90 dagen), op voorwaarde uiteraard dat dergelijke mogelijkheden door de Eltif-beheerder duidelijk uiteengezet worden in de documentatie die aan de cliënten wordt verstrekt en dat er toezicht op wordt gehouden door de bevoegde nationale autoriteit. Het voorstel van de Commissie om in de technische reguleringsnormen meer duidelijkheid te verschaffen over het terugbetalingspercentage is een positieve eerste stap in de goede richting die navolging verdient. Om ze meer “liquide” te maken, zouden de gedeeltelijk open Eltifs tot maximaal 50 % (en mogelijk nog meer) moeten kunnen beleggen in gediversifieerde activa, met inachtneming van de regelgeving betreffende instellingen voor collectieve beleggingen in effecten (icbe’s). Wat ook aanzienlijk zou helpen, zijn verdere verhogingen van het mogelijke investeringsniveau in andere fondsen.

    3.9.

    Tegen de achtergrond van de felle wereldwijde concurrentie en de noodzaak om de transities die zich gelijktijdig voltrekken te financieren, zou het EESC graag zien dat de middelen die via de Eltifs worden aangetrokken hoofdzakelijk in de EU-economie worden geïnvesteerd. Een voldoende nauwkeurige raming van het tekort aan langetermijnfinanciering is in dit stadium helaas niet beschikbaar. Het ontbreekt dus nog steeds aan een betere raming op Europees niveau, maar de financieringsbehoefte is ongetwijfeld groot en bedraagt enkele biljoenen euro’s (een laag eencijferig percentage van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU) als men daar de behoeften op het gebied van klimaat en duurzaamheid, eigen vermogen en innovatieve kleine en middelgrote ondernemingen en start-ups, vervoersinfrastructuur en, niet in de laatste plaats, sociale infrastructuur bij optelt.

    3.10.

    Aangezien Eltifs strikt gebonden zijn aan de regels die in een Europese verordening zijn neergelegd, zou de Europese Commissie nog een stap verder kunnen gaan en kunnen nagaan of het nuttig en haalbaar is om het gebruik van een ISIN-code met “.eu” erin mogelijk te maken om de beschikbaarheid en zichtbaarheid van Eltifs over de grenzen heen te verbeteren. In dit verband is het EESC blij met de door de Commissie voorgestelde versterking van het Eltif-register. Het EESC pleit voor het vaststellen en handhaven van duidelijke regels in de hele EU onder de doeltreffende leiding van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) en met de nodige medewerking van de bestaande nationale toezichthouders. De regels moeten er met name voor zorgen dat Eltif-beheerders voorzien in passende instrumenten voor liquiditeitsbeheer (LMT’s) in de fondsen die zij lanceren en tevens duidelijke en nauwkeurige informatie verstrekken over vergoedingen en risico’s, zoals al wordt gedaan in de Verordening inzake essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP’s) en de MiFID-richtlijn.

    3.11.

    Het is belangrijk dat ook in het geval van spaarrekeningen, aan beleggingsfondsen gekoppelde levensverzekeringsproducten, werknemersspaarplannen en, uiteraard, pensioenregelingen zoals het pan-Europees persoonlijk pensioenproduct (PEPP) gemakkelijker voor een Eltif kan worden gekozen. Tegelijkertijd zouden het huidige voorstel voor een herschikking van de Solvabiliteit II-richtlijn en de toekomstige herziene richtlijn betreffende instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV) stimulansen voor verzekerings- en pensioenondernemingen kunnen bevatten om in Eltifs te beleggen.

    3.12.

    Last but not least zouden Europese beleggers in Eltifs moeten kunnen profiteren van de “meest gunstige fiscale behandeling” die in hun land van vestiging geldt voor spaartegoeden. Helaas worden in veel Europese landen juist zeer vaak fiscale voordelen toegekend aan spaarders die hun geld op korte termijn liquide houden. Zo krijgen beleggers het verkeerde signaal dat “liquiditeit” de voorkeur verdient, ook al zouden zij eerder geneigd zijn om een belegging voor de lange termijn te kiezen. Voor langetermijnbeleggers zouden in ieder geval stabiele en aantrekkelijke belastingregels moeten gelden.

    Brussel, 23 maart 2022.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Christa SCHWENG


    (1)  PB C 155 van 30.4.2021, blz. 20.

    (2)  Zoals thans voorzien in het aangekondigde Long Term Asset Fund (LTAF) in het Verenigd Koninkrijk. De meerderheid van de belanghebbenden die in het kader van het effectbeoordelingsverslag van de Commissie zijn geraadpleegd had dezelfde mening (zie blz. 73).


    Top