EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020PC0452

Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds

COM/2020/452 final

Brussel, 28.5.2020

COM(2020) 452 final

2018/0197(COD)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds


TOELICHTING

1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De Europese economie heeft met de COVID-19-pandemie een diepe en ongekende exogene schok gekregen. De economie is aan het krimpen en de werkloosheid neemt toe; de onzekerheid over hoe de situatie zich gaat ontwikkelen, kan tot een trager herstel leiden. De eerste reacties op de crisis waren grotendeels afhankelijk van de nationale en regionale capaciteiten, die sterk verschillen tussen de lidstaten en de regio’s vanwege de verschillende economische structuren en budgettaire ruimte. Deze verschillen kunnen leiden tot asymmetrisch herstel en tot toenemende regionale verschillen, die op hun beurt de eengemaakte markt, de financiële stabiliteit van de eurozone en de solidariteit van de Unie kunnen ondermijnen.

De verspreiding van het coronavirus heeft veel regeringen ertoe aangezet ongekende maatregelen in te voeren om de pandemie in te dijken, zoals de tijdelijke sluiting van bedrijven of vergaande reis- en mobiliteitsbeperkingen, en heeft geleid tot een toename van de onzekerheid op de financiële markten. Dit kan op zijn beurt leiden tot een sterke daling van het productieniveau in veel economieën, met ernstige sociale gevolgen. Het kan in de komende jaren aanzienlijke uitdagingen voor de openbare financiën met zich meebrengen, die op hun beurt de voor het economisch herstel noodzakelijke overheidsinvesteringen kunnen beperken.

De Commissie stelt voor om de volledige mogelijkheden van de EU-begroting te benutten voor het mobiliseren van investeringen en het vrijmaken van financiële steun in de cruciale eerste jaren van herstel. Deze voorstellen zijn gebaseerd op twee pijlers: enerzijds een noodinstrument voor Europees herstel dat de financiële slagkracht van de EU-begroting tijdelijk zal vergroten door gebruik te maken van de marge in de EU-begroting om extra financiering op de financiële markten aan te trekken; anderzijds een versterkt meerjarig financieel kader voor 2021-2027. De Commissie stelt voor de belangrijkste programma’s via het herstelinstrument voor Europa te versterken om de investeringen snel te kanaliseren naar waar ze het hardst nodig zijn, de eengemaakte markt te versterken, de samenwerking op gebieden als gezondheidszorg en crisisbeheer te versterken, en de Unie een begroting te bieden die is toegesneden op de overgang naar een veerkrachtiger, groener en digitaal Europa op lange termijn.

Dit voorstel behoort tot de bovengenoemde tweede pijler. Het is van cruciaal belang te zorgen voor een snel herstel van de economie van de EU in de nasleep van de COVID-19-pandemie, en tegelijkertijd te voldoen aan de doelstelling van het Verdrag om convergentie te bevorderen en ongelijkheden te verminderen. Daarvoor zijn maatregelen op maat nodig in de context van de nationale en regionale economieën. Investeringen in het kader van het cohesiebeleid moeten een hoofdrol spelen om tot herstel te komen en de weg effenen voor economische ontwikkeling op langere termijn. Bij het verlenen van steun moet bijzondere nadruk worden gelegd op de regio’s die het zwaarst door de crisis zijn getroffen en die minder uitgerust zijn om terug te veren.

Daarom moeten wijzigingen van het toepassingsgebied en de specifieke doelstellingen van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (het “EFRO”) worden voorgesteld, evenals een flexibel mechanisme dat snel kan worden toegepast indien andere buitengewone gebeurtenissen zouden plaatsvinden die tot een crisissituatie met gevolgen voor de Unie zouden leiden.

Het cohesiebeleid maakt al een breed spectrum van financiering mogelijk zodat het aan de individuele omstandigheden van de lidstaten en de regio’s kan worden aangepast. Om de algehele economische veerkracht en het herstel van de EU te verbeteren, wordt echter voorgesteld de flexibiliteit van investeringen in het kader van programma’s voor het aanpakken van zwakke punten in de gezondheidszorg te vergroten, de paraatheid voor onverwachte noodsituaties te verbeteren, het scheppen van banen in kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen en het economische potentieel van de toeristische en culturele sectoren volledig te benutten.

Om het vermogen te verbeteren om noodsituaties op het gebied van de gezondheid te voorkomen, ons ertegen te beschermen, snel te reageren en te herstellen, wordt voorgesteld dat investeringen ter verbetering van de veerkracht van de gezondheidsstelsels op een alomvattende manier kunnen worden geprogrammeerd en uitgevoerd. Dit vereist dat investeringen verder kunnen gaan dan infrastructuurprojecten en dat zij ook investeringen in uitrusting en goederen kunnen omvatten die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de gezondheidsstelsels veerkrachtig zijn. Om gelijk welke crisis efficiënt aan te pakken, moet in de nodige goederen kunnen worden voorzien. Daarom moet het EFRO, naast het verbeteren van de veerkracht van de gezondheidsstelsels, ook de nodige goederen voor de verbetering van de rampbestendigheid kunnen financieren. In dit verband is het noodzakelijk dat de lidstaten zorgen voor een gecoördineerde aanpak en complementariteit tussen de investeringen die worden gefinancierd uit het [gezondheidsprogramma] en uit het EFRO.

De lockdown door de COVID-19-pandemie zal ernstige gevolgen hebben voor regio’s waar cultuur en toerisme een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale economie. Uit de beschikbare gegevens blijkt dat de economische en sociale gevolgen van de opgelegde reisbeperkingen en de afname van het vertrouwen van de klanten in gebieden die het meest aangewezen zijn op toerisme en gastvrijheid waarschijnlijk het grootst zullen zijn. Daarom wordt voorgesteld om, naast de mogelijkheden om toerisme en cultuur te ondersteunen in het kader van andere beleidsdoelstellingen, een afzonderlijke specifieke doelstelling te formuleren in het kader van beleidsdoelstelling 4 om het potentieel van cultuur en toerisme te benutten om economische ontwikkeling, sociale integratie en sociale innovatie te bevorderen.

Om de werkgelegenheidsvriendelijke groei en het concurrentievermogen van kleine en middelgrote bedrijven te stimuleren, moeten de specifieke doelstellingen van het EFRO het scheppen van banen in kleine en middelgrote ondernemingen omvatten. Voorts wordt voorgesteld dat het EFRO steun verleent aan ondernemingen in moeilijkheden in geval van tijdelijke staatssteun naar aanleiding van specifieke omstandigheden. Dit is in overeenstemming met de aanpak die is gevolgd in het kader van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-pandemie en de regels voor het verlenen van de-minimissteun.

Ten slotte moeten de indicatoren worden aangepast om het mogelijk te maken gebruik te maken van output- en resultaatindicatoren met betrekking tot toerisme en cultuur buiten beleidsdoelstelling5, overeenkomstig de voorgestelde wijzigingen van de specifieke doelstelling inzake cultuur en toerisme.

Om uit de huidige crisis lessen te trekken, moet het rechtskader voor het cohesiebeleid in mechanismen voorzien die snel kunnen worden ingeroepen indien zich in het volgende decennium buitengewone omstandigheden voordoen. Daarom worden tijdelijke maatregelen voor de inzet van het EFRO in reactie op buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden voorgesteld om te waarborgen dat in beperkte en specifieke omstandigheden afwijkingen van bepaalde regels kunnen worden toegestaan om de reactie op dergelijke omstandigheden te vergemakkelijken.

Hierbij gaat het onder meer om de mogelijkheid het toepassingsgebied van de EFRO-steun te verruimen, onder meer steun voor bedrijfskapitaal in kleine en middelgrote ondernemingen in de vorm van subsidies, en om het mogelijk te maken de vereisten inzake thematische concentratie zo nodig als tijdelijke maatregel te versoepelen om een doeltreffend antwoord op dergelijke buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden te geven.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is beperkt tot een gerichte wijziging van het voorstel voor een verordening COM(2018) 372 van 29 mei 2018 en is in overeenstemming met het algemene rechtskader voor de fondsen, met name met het voorstel voor een verordening COM(2018) 375 van 29 mei 2018 en het voorstel tot wijziging daarvan.

Samen met het gewijzigde voorstel voor een verordening COM(2018) 375 van 29 mei 2018 vormt dit voorstel een middel ter ondersteuning van het economisch herstel en een mechanisme voor crisisrespons in het kader van de regels voor gedeeld beheer in het geval van buitengewone gebeurtenissen die leiden tot een crisissituatie op het niveau van de Unie.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is beperkt tot een gerichte wijziging van het voorstel voor een verordening COM(2018) 372 van 29 mei 2018 en is in overeenstemming met andere beleidsterreinen van de Unie en bevordert met name de complementariteit en de synergieën met het gezondheidsprogramma.

2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Het voorstel is gebaseerd op de artikelen 177, 178 en 349 VWEU.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel voorziet in extra flexibiliteit voor de programmering zodat de lidstaten maatregelen kunnen voorstellen die de economische gevolgen van de crisis ten gevolge van de COVID-19-pandemie het best kunnen aanpakken en het economisch herstel voor alle regio’s ondersteunen. In het voorstel wordt ook een mechanisme voor de reactie op crisissituaties in het kader van de regels voor gedeeld beheer geïntroduceerd in de vorm van uitvoeringsbevoegdheden voor de Commissie om te waarborgen dat in buitengewone omstandigheden in tijdelijke afwijkingen kan worden voorzien om op dergelijke gevallen te reageren.

Evenredigheid

Het voorstel is een beperkte en gerichte wijziging die niet verder gaat dan wat nodig is om het doel te bereiken, namelijk het bieden van extra flexibiliteit in het toepassingsgebied en de doelstellingen van het EFRO, die nodig is om het economisch herstel te ondersteunen en om ons voor te bereiden op buitengewone gebeurtenissen die in de toekomst tot een crisissituatie op het niveau van de Unie kunnen leiden.

Keuze van het instrument

Het voorstel wijzigt een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad.

3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd. Het voorstel vloeit echter wel voort uit uitvoerig overleg met de lidstaten en het Europees Parlement in de afgelopen weken in verband met de economische gevolgen van de crisis die door de COVID-19-pandemie wordt veroorzaakt.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

N.v.t.

Effectbeoordeling

Er is een effectbeoordeling uitgevoerd ter voorbereiding van het voorstel voor een verordening COM(2018) 372 van 29 mei 2018. Deze beperkte en gerichte wijzigingen vereisen geen afzonderlijke effectbeoordeling.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

N.v.t.

4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De voorgestelde wijziging houdt geen wijzigingen in van het voorstel voor een verordening van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021 tot en met 2027 van 2 mei 2018 (COM(2018) 322). De bedragen voor het EFRO en het Cohesiefonds voor de periode 2021-2027 blijven ongewijzigd.

5.OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Op de uitvoering van de maatregelen zal worden toegezien en hierover zal worden gerapporteerd in het kader van de verslagleggingsmechanismen die zijn vastgesteld in het voorstel voor een verordening COM(2018) 375 van 29 mei 2018 en het voorstel voor een verordening COM(2018) 372 van 29 mei 2018.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

N.v.t.

Artikelsgewijze toelichting

Voorgesteld wordt het voorstel voor een verordening COM(2018) 372 van 29 mei 2018 als volgt te wijzigen:

1)artikel 2, lid 1, onder a), iii), wordt gewijzigd zodat de titel van de specifieke doelstelling het scheppen van banen omvat;

2)artikel 2, lid 1, onder d), ii), wordt gewijzigd om ervoor te zorgen dat steun wordt verleend voor het bevorderen van de veerkracht via onderwijs en opleiding op afstand en online;

3)artikel 2, lid 1, onder d), iv, wordt gewijzigd zodat de titel van de specifieke doelstelling de veerkracht van de gezondheidsstelsels omvat;

4)een nieuwe specifieke doelstelling in verband met cultuur en toerisme wordt toegevoegd als een nieuw punt v) in artikel 2, lid 1, onder d);

5)in artikel 4, lid 1, wordt een nieuwe alinea toegevoegd om ervoor te zorgen dat de kritieke goederen die nodig zijn om de gezondheid of de rampbestendigheid te versterken in aanmerking komen;

6)artikel 6, lid 1, onder d), wordt gewijzigd om het EFRO in staat te stellen ondernemingen in moeilijkheden te ondersteunen in geval van tijdelijke staatssteun naar aanleiding van specifieke omstandigheden;

7)een nieuw artikel 11 bis wordt toegevoegd om tijdelijke maatregelen mogelijk te maken voor een gerichte uitbreiding van het toepassingsgebied van het EFRO, zoals bedrijfskapitaal voor kmo’s in de vorm van subsidies, en voor een afwijking van de vereisten van thematische concentratie en minimale toewijzing voor duurzame stedelijke ontwikkeling in het geval van buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden in de context van het stabiliteits- en groeipact;

8)bijlage I wordt gewijzigd om het gebruik van output- en resultaatindicatoren met betrekking tot toerisme en cultuur buiten beleidsdoelstelling 5 mogelijk te maken.

2018/0197 (COD)

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds

Voorstel COM(2018) 372 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd:

1)de volgende overweging (7 bis) wordt ingevoegd:

“(7 bis) Aangezien kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) de ruggengraat van de Europese economie vormen, moet het EFRO steun blijven verlenen aan de ontwikkeling van kmo’s door hun groei en concurrentievermogen te versterken. Rekening houdend met de mogelijk ingrijpende gevolgen van de COVID‑19-pandemie of van eventuele crisissituaties die zich in de toekomst kunnen voordoen en gevolgen hebben voor het bedrijfsleven en de werkgelegenheid, moet het EFRO bovendien het herstel van die crisis ondersteunen door het scheppen van banen in kmo’s te ondersteunen.”;

2)de volgende overweging (10 bis) wordt ingevoegd:

“(10 bis) Om beter voorbereid te zijn om op een sociaal inclusieve manier onderwijs en opleiding op afstand en online aan te bieden, moet het EFRO bij de verbetering van de toegang tot inclusieve en hoogwaardige diensten op het gebied van onderwijs, opleiding en een leven lang leren met name bijdragen aan een grotere veerkracht via afstandsonderwijs en online leren. Bij de inspanningen om continuïteit in onderwijs en opleiding te waarborgen tijdens de COVID‑19-pandemie zijn belangrijke tekortkomingen aan het licht gekomen in de toegang tot de nodige ICT-apparatuur en connectiviteit van lerenden uit kansarme groepen en in afgelegen gebieden. Daarom moet het EFRO steun verlenen aan het beschikbaar stellen van de noodzakelijke ICT-apparatuur en connectiviteit, waarmee de veerkracht van de onderwijs- en opleidingsstelsels voor afstands- en onlineleren wordt bevorderd.”;

2)de volgende overweging (10 ter) wordt ingevoegd:

“(10 ter) Om de volksgezondheidsstelsels beter in staat te stellen noodsituaties op het gebied van de gezondheidszorg te voorkomen, snel te bestrijden en ervan te herstellen, moet het EFRO ook bijdragen aan de veerkracht van de gezondheidsstelsels. Aangezien de ongekende COVID‑19-pandemie duidelijk heeft gemaakt hoe belangrijk de onmiddellijke beschikbaarheid van kritieke goederen is om een doeltreffende reactie in geval van een noodsituatie mogelijk te maken, moet daarnaast het toepassingsgebied van de EFRO-steun worden uitgebreid, zodat de goederen kunnen worden aangekocht die nodig zijn om de rampbestendigheid te versterken en de veerkracht van de gezondheidsstelsels te vergroten. Wanneer goederen worden aangekocht om de veerkracht van de gezondheidsstelsels te versterken, moeten deze stroken met en mogen zij niet verder reiken dan de nationale gezondheidsstrategie en moeten zij zorgen voor complementariteit met [het gezondheidsprogramma], alsook met de rescEU-capaciteit in het kader van het Uniemechanisme voor civiele bescherming (UCPM).”;

3)de volgende overweging (10 quater) wordt ingevoegd:

“(10 quater) Om steun te kunnen verlenen aan de regionale economieën die sterk afhankelijk zijn van het toerisme en de culturele sector, moet worden voorzien in een afzonderlijke specifieke doelstelling. Dit zou het mogelijk maken het potentieel van cultuur en toerisme voor economisch herstel, sociale inclusie en sociale innovatie ten volle te benutten, onverminderd de mogelijkheden om aan die sectoren uit hoofde van andere specifieke doelstellingen steun uit het EFRO te verlenen.”;

4)overweging (21) wordt vervangen door:

“(21) Tegelijkertijd moet worden verduidelijkt welke activiteiten buiten het toepassingsgebied van het EFRO en het Cohesiefonds blijven, met inbegrip van investeringen in de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen uit de activiteiten die zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (*), om overlapping met de reeds op grond van die richtlijn beschikbare financiering te voorkomen. Het EFRO en het Cohesiefonds mogen evenmin steun verlenen aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie (**), tenzij dat is toegestaan op grond van tijdelijke kaderregelingen inzake staatssteun die zijn vastgesteld om in te spelen op buitengewone omstandigheden. Daarnaast moet uitdrukkelijk worden vermeld dat de overzeese landen en gebieden die zijn opgenomen in bijlage II bij het VWEU niet in aanmerking komen voor steun uit het EFRO en het Cohesiefonds.

_____________

(*) Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een systeem voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).

(**) Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 187 van 26.6.2014, blz. 1).”;

5)de volgende overweging (27 bis) wordt ingevoegd:

“(27 bis) Om een snelle reactie op buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden die zich tijdens de programmeringsperiode kunnen voordoen mogelijk te maken, zoals bedoeld in het stabiliteits- en groeipact, moeten tijdelijke maatregelen worden genomen om de inzet van steun uit het EFRO in reactie op dergelijke omstandigheden te vergemakkelijken. Bovendien moeten de uitvoeringsbevoegdheden in verband met de tijdelijke maatregelen voor de inzet van het fonds in reactie op buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden zonder comitéprocedure worden vastgesteld, aangezien het toepassingsgebied door het stabiliteits- en groeipact wordt bepaald en beperkt is tot de maatregelen die in deze verordening zijn vastgelegd.”;

6)in artikel 2 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

a)onder a) wordt punt iii) vervangen door:

“iii) het versterken van de groei en het concurrentievermogen van kmo’s en het scheppen van banen in kmo’s;”;

b)punt d) wordt als volgt gewijzigd:

i) punt ii) wordt vervangen door:

“ ii) het verbeteren van de toegang tot inclusieve en hoogwaardige diensten op het gebied van onderwijs, opleiding en een leven lang leren door het ontwikkelen van infrastructuur, onder meer door het vergroten van de veerkracht via onderwijs en opleiding op afstand en online;”;

ii)    punt iv) wordt vervangen door:

“iv) te zorgen voor gelijke toegang tot gezondheidszorg en de veerkracht van gezondheidsstelsels te bevorderen;”;

iii)    het volgende punt v) wordt toegevoegd:

“v) de rol van cultuur en toerisme in economische ontwikkeling, sociale inclusie en sociale innovatie te versterken;”;

7)aan artikel 4, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Om bij te dragen aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), iv), en aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 4 als bedoeld onder d), iv), van dat artikel, verleent het EFRO ook steun voor de aankoop van goederen die nodig zijn om de veerkracht van de gezondheidsstelsels en de rampbestendigheid te versterken.”;

8)in artikel 6, lid 1, wordt punt d) vervangen door:

d) ondernemingen in moeilijkheden als omschreven in artikel 2, lid 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie, tenzij toegestaan op grond van tijdelijke kaderregelingen inzake staatssteun die zijn vastgesteld om in te spelen op buitengewone omstandigheden;”;

9)het volgende hoofdstuk II bis wordt ingevoegd:

HOOFDSTUK II bis

Tijdelijke maatregelen in reactie op buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden

Artikel 11 bis

Tijdelijke maatregelen voor het inzetten van het EFRO in reactie op buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden

Indien de Raad na [datum van inwerkingtreding van deze verordening] heeft erkend dat zich een buitengewone gebeurtenis buiten de macht van een of meer lidstaten voordoet die aanzienlijke gevolgen heeft voor de financiële positie van de overheid, of een ernstige economische neergang in het eurogebied of in de Unie als geheel, zoals bedoeld in artikel 5, lid 1, tiende alinea, artikel 6, lid 3, vierde alinea, artikel 9, lid 1, tiende alinea, en artikel 10, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EG) nr. 1466/97(*), of dat zich onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën als bedoeld in artikel 3, lid 5, en artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1467/97(**) voordoen, kan de Commissie bij uitvoeringsbesluit en voor de in dat besluit vastgestelde periode:

a)het toepassingsgebied van de steun uit het EFRO, in afwijking van artikel 4, verruimen om maatregelen te ondersteunen die strikt noodzakelijk zijn om op dergelijke buitengewone en uitzonderlijke omstandigheden te reageren, met name via financiering van bedrijfskapitaal voor kmo’s in de vorm van subsidies;

b)de vereisten van thematische concentratie en minimale toewijzing voor duurzame stedelijke ontwikkeling beperken, in afwijking van artikel 3 en artikel 9, lid 2.

_____________

(*) Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1).

(**) Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).”;

10)bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement    Voor de Raad

De voorzitter    De voorzitter

Top

Brussel, 28.5.2020

COM(2020) 452 final

BIJLAGE

bij

Gewijzigd voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD






inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds


















































BIJLAGE

In bijlage I bij voorstel COM(2018) 372 van de Commissie wordt tabel 1 als volgt gewijzigd:

1)    de indicator “RCO 77 – Capaciteit van ondersteunde culturele en toeristische infrastructuur” wordt vervangen door:

“RCO 77 – Capaciteit van ondersteunde culturele en toeristische infrastructuur*”

2)    de indicator “RCR 78 – Gebruikers van ondersteunde culturele infrastructuur” wordt vervangen door:

“RCR 78 – Gebruikers van ondersteunde culturele infrastructuur*”

Top