Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020AE4192

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen (COM(2020) 568 final — 2020/0259 (COD))

EESC 2020/04192

PB C 10 van 11.1.2021, p. 63–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 10/63


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen

(COM(2020) 568 final — 2020/0259 (COD))

(2021/C 10/10)

Algemeen rapporteur:

Ionuț SIBIAN

Raadpleging

Europees Parlement, 17.9.2020

Raad van de Europese Unie, 18.9.2020

Rechtsgrondslag

Artikelen 114, lid 1, en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Bevoegde afdeling

Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij

Goedkeuring door de voltallige vergadering

29.10.2020

Zitting nr.

555

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

246/1/3

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is van mening dat elke afwijking van Richtlijn 2002/58/EG zorgvuldig moet worden overwogen om de privacy van alle burgers te beschermen. De omvang en de verderfelijke aard van het misdrijf rechtvaardigen in dit geval echter een uitzondering.

1.2.

Het EESC kan zich in het algemeen vinden in de voorgestelde verordening voor een tijdelijke en strikt beperkte afwijking van artikel 5, lid 1, en artikel 6 van Richtlijn 2002/58/EG, die het vertrouwelijke karakter van de communicatie en de daarmee verband houdende verkeersgegevens beschermen.

1.3.

Naar zijn mening is het provisionele karakter van de derogatie (die geldt tot 31 december 2025) niet gerechtvaardigd en zou de Commissie ervoor moeten zorgen dat er eerder dan uiterlijk over vijf jaar adequate privacywaarborgen voor kinderen worden ontwikkeld en toegepast.

1.4.

Wat betreft de in artikel 3, onder e), van de voorgestelde verordening genoemde normen voor verslaglegging en transparantie, acht het EESC het nuttig om een derde partij regelmatig testen/audits te laten uitvoeren (vergelijkbaar met de EICAR-testen voor antivirussoftware), met gebruikmaking van een gepaarde sample die geen materiaal over seksueel misbruik van kinderen bevat.

1.5.

Het Comité zou graag zien dat de Commissie een open wedstrijd met een aanzienlijke beloning (1) organiseert om niet alleen de ontwikkeling van open-source-instrumenten en industriële normen aan te moedigen, maar ook die van mogelijke nieuwe oplossingen voor het opsporen en melden van seksueel misbruik van kinderen in volledig versleutelde communicatie.

1.6.

Het EESC is van mening dat het tijd is dat de Europese Unie een eigen Europees Centrum ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen krijgt en roept de Commissie op om dringend werk te maken van de oprichting en ontwikkeling van een dergelijk centrum. Het centrum moet daarbij voortbouwen op de werkzaamheden van Europol, samenwerken met bedrijven en rechtshandhavingsinstanties, slachtoffers identificeren en daders voor de rechter brengen.

2.   Algemene opmerkingen

2.1.

Uit recente gegevens van Europol (2) blijkt dat de COVID-19-pandemie een enorme impact heeft gehad wat betreft online strafbare feiten. De hoeveelheid online gedeelde kinderporno is in de periode van de lockdown aanzienlijk toegenomen.

2.2.

Van de 16,9 miljoen meldingen van seksueel misbruik van kinderen die het Amerikaanse National Center for Missing and Abused Children (NCMEC) in 2019 betreffende o.m. 45 miljoen bewijsstukken van kinderporno ontving, kwamen 16,8 miljoen meldingen van aanbieders van elektronische communicatiediensten. Daarvan werden bijna 3 miljoen beelden en video’s met kinderporno in de Europese Unie gehost.

2.3.

De voorgestelde verordening is noodzakelijk omdat, met de volledige toepassing van het Europees wetboek voor elektronische communicatie vanaf 21 december 2020, bepaalde onlinecommunicatiediensten (3) onder het toepassingsgebied van de e-privacyrichtlijn (Richtlijn 2002/58/EG) zullen vallen. Deze richtlijn bevat geen expliciete rechtsgrondslag voor de vrijwillige verwerking van inhoud of verkeersgegevens met het oog op het opsporen van onlinekinderporno, en aanbieders van communicatiediensten zouden hun activiteiten moeten stopzetten tenzij de lidstaten specifieke nationale maatregelen hebben vastgesteld.

2.4.

Als reactie hierop heeft de Commissie het van prioritair belang geacht met een specifieke verordening te komen om te voorkomen dat er in de telecommunicatieregelgeving een lacune ontstaat.

2.5.

De voorgestelde verordening biedt garanties om de privacy en de bescherming van persoonsgegevens te waarborgen:

de verwerking moet evenredig zijn en zich beperken tot gevestigde technologieën die vóór de inwerkingtreding van deze verordening regelmatig door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten werden gebruikt;

de gebruikte technologie moet in overeenstemming zijn met de stand van de techniek die in de sector wordt toegepast en die zo min mogelijk inbreuk maakt op de privacy;

de gebruikte technologie moet op zich voldoende betrouwbaar zijn, de foutenpercentages zo veel mogelijk beperken, en eventuele fouten zo snel mogelijk corrigeren;

de technologie die wordt gebruikt om het “benaderen van kinderen” op te sporen, moet beperkt zijn tot het gebruik van “kernindicatoren”;

de verwerking moet beperkt zijn tot wat strikt noodzakelijk is voor dat doel;

de verwerkte gegevens moeten onmiddellijk wordt gewist, tenzij online seksueel misbruik van kinderen is opgespoord;

de aanbieder moet jaarlijks verslag uitbrengen over de desbetreffende verwerking.

2.6.

In werkelijkheid betreft de derogatie niets anders dan het handhaven van de huidige praktijken.

Brussel, 29 oktober 2020.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  Vergelijkbaar met de door de EU gefinancierde projecten NESSIE en ECRYPT (eSTREAM), of een wedstrijd zoals NIST voor cryptografie.

(2)  Exploiting isolation: sexual predators increasingly targeting children during COVID pandemic, Europol, juni 2020.

(3)  Zoals webmail of berichtendiensten.


Top