This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52019XC0829(01)
Notice following the judgments of 14 December 2017 and 28 March 2019, in cases T-460/14 and C-144/18 P respectively, with regard to Council Implementing Regulation (EU) No 307/2014 amending Implementing Regulation (EU) No 875/2013 imposing a definitive anti-dumping duty on imports of certain prepared or preserved sweetcorn in kernels originating in Thailand
Bericht naar aanleiding van de arresten van 14 december 2017 en 28 maart 2019 in, respectievelijk, de zaken T-460/14 en C-144/18 P met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2014 van de Raad tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit Thailand
Bericht naar aanleiding van de arresten van 14 december 2017 en 28 maart 2019 in, respectievelijk, de zaken T-460/14 en C-144/18 P met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2014 van de Raad tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit Thailand
C/2019/6179
PB C 291 van 29.8.2019, pp. 3–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
29.8.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 291/3 |
Bericht naar aanleiding van de arresten van 14 december 2017 en 28 maart 2019 in, respectievelijk, de zaken T-460/14 en C-144/18 P met betrekking tot Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2014 van de Raad tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit Thailand
(2019/C 291/03)
Arrest
In zijn arrest van 14 december 2017 in zaak T-460/14, AETMD/Raad (“het arrest van het Gerecht”), heeft het Gerecht van de Europese Unie (“het Gerecht”) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 307/2014 van de Raad van 24 maart 2014 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit Thailand, naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (1) (“de litigieuze verordening”) nietig verklaard. In zijn arrest van 28 maart 2019 in zaak C-144/18 P heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (“het Hof”) het door River Kwai International Food Industry Co. Ltd (“RK”) ingestelde beroep als ongegrond afgewezen en het arrest van het Gerecht bevestigd.
Het Hof van Justitie heeft de vaststelling van het Gerecht bevestigd dat de procedurele rechten van de Association européenne des transformateurs de maïs doux (“AETMD”) zijn geschonden door de afwijzing van haar verzoek om de mededeling van informatie betreffende de mogelijkheid van onjuiste toerekening van kosten tussen RK en zijn verbonden entiteit Agrifresh Co., Ltd (“Agrifresh”); de toerekening van de kosten is een van de door RK ter ondersteuning van zijn verzoek om een tussentijds nieuw onderzoek geopperde mogelijke oorzaken van de verlaging van de productiekosten. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de AETMD in dit verband tijdens de administratieve procedure geen mededeling van feiten en overwegingen, waardoor zij haar standpunt daadwerkelijk kenbaar zou hebben kunnen maken, heeft verkregen.
Gevolgen
Overeenkomstig artikel 266 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moeten de instellingen van de Unie de maatregelen nemen die nodig zijn ter uitvoering van de arresten van het Gerecht. Erkend wordt dat wanneer een procedure uit meerdere administratieve fasen bestaat, de nietigverklaring van een van deze fasen niet tot de nietigheid van de gehele procedure leidt. Antidumpingonderzoeken zijn een voorbeeld van dergelijke uit verschillende fasen bestaande procedures.
Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie kan, wanneer de maatregelen worden genomen die nodig zijn om een nietigverklaringsarrest na te leven en hieraan uitvoering te geven, de procedure ter vervanging van een nietig verklaarde handeling worden hervat op het precieze punt waarop de onwettigheid is ontstaan (2).
Derhalve heeft de Commissie bij de uitvoering van het arrest de mogelijkheid om de aspecten van de procedure die tot de nietigverklaring hebben geleid te herstellen en de delen waarvoor het arrest geen gevolgen heeft, ongewijzigd te laten (3).
De litigieuze verordening is nietig verklaard omdat het recht van verweer tijdens één fase van de aan de litigieuze verordening ten grondslag liggende administratieve procedure niet is geëerbiedigd, met name betreffende het uitblijven van de mededeling aan de AETMD van bepaalde informatie betreffende de gevolgen van de herstructurering van RK die invloed kon hebben gehad op zowel de aangevoerde beoordeling van de blijvende aard van de veranderde omstandigheden als de berekening van de dumpingmarge.
De door de AETMD tijdens de administratieve procedure geopperde mogelijkheid van onjuiste toerekening van kosten tussen RK en Agrifresh, die — naast de rationalisering van de activiteiten van RK — een van de mogelijke oorzaken van de verlaging van de productiekosten vormt, moet worden onderzocht door het onderzoek te heropenen.
De bevindingen van de litigieuze verordening die niet zijn aangevochten, die zijn aangevochten maar in de arresten van het Gerecht en van het Hof zijn verworpen of die niet door het Gerecht of het Hof zijn onderzocht, en die derhalve niet tot de nietigverklaring van de litigieuze verordening hebben geleid, blijven van kracht.
Heropening van de procedure
Bijgevolg heeft de Commissie besloten tot heropening van het antidumpingonderzoek betreffende de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit Thailand dat heeft geleid tot de vaststelling van Verordening (EU) nr. 307/2014, voor zover het RK betreft, en hervat zij dat onderzoek op het punt waarop de onregelmatigheid zich heeft voorgedaan.
De heropening betreft uitsluitend de uitvoering van de arresten van het Gerecht en van het Hof. De heropening heeft geen gevolgen voor andere onderzoeken. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013 van de Raad van 2 september 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde bereide of verduurzaamde suikermaïs in korrels van oorsprong uit Thailand, naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 (4) en elke verordening die deze uitvoeringsverordening eventueel vervangt naar aanleiding van het lopend nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen (5) is derhalve nog steeds van toepassing ten aanzien van RK.
Belanghebbenden worden over deze heropening geïnformeerd door middel van de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Schriftelijke opmerkingen
Om de inlichtingen te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig acht, zal de Commissie RK, Agrifresh en hun verbonden ondernemingen een vragenlijst toezenden. Zij moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie indienen.
Alle belanghebbenden, en met name RK, Agrifresh en hun verbonden ondernemingen, en de AETMD, wordt verzocht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen over zaken die betrekking hebben op de heropening van het onderzoek. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 20 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op de heropening van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
Instructies voor schriftelijke opmerkingen en verzending van correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding “Limited” (6). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.
Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 (7) (“de basisverordening”) een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de essentie van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens. Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI) in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “CORRESPONDENTIE MET DE EUROPESE COMMISSIE IN HANDELSBESCHERMINGSZAKEN” op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend via het platform TRON.tdi of per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op via het platform TRON.tdi en per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Handel |
Directoraat H |
Kamer CHAR 04/039 |
1049 Brussel |
BELGIË |
TRON.tdi: |
https://webgate.ec.europa.eu/tron/tdi |
E-mailadressen: |
TRADE-R567-SWEETCORN-INTERIM@ec.europa.eu |
Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen, of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kan het resultaat voor hem ongunstiger zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.
De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.
Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moeten de belanghebbenden om de inschakeling van de raadadviseur-auditeur vragen zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).
Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (8).
Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/html/157639.htm).
Informatie voor de douaneautoriteiten
In afwachting van de afronding van dit heropende onderzoek worden vanaf 28 maart 2019 de antidumpingrechten op de invoer van suikermaïs (Zea mays var. saccharata) in korrels, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur, niet bevroren, momenteel vallende onder GN-code ex 2001 90 30 (Taric-code 2001903010), en suikermaïs (Zea mays var. saccharata) in korrels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, momenteel vallende onder GN-code ex 2005 80 00 (Taric-code 2005800010), van oorsprong uit Thailand, geproduceerd door River Kwai International Food Industry Co. Ltd (aanvullende Taric-code A791), geïnd aan het niveau van de antidumpingrechten die zijn opgelegd bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 875/2013, te weten 12,8 %, of bij een verordening die deze vervangt (9).
Het niveau van de rechten dat als gevolg van de heropening van het onderzoek wordt vastgesteld, kan verschillen van het niveau van door de nationale douaneautoriteiten sinds 28 maart 2014 geïnde rechten. De Commissie kan beslissen de douaneautoriteiten op te dragen de antidumpingrechten op de invoer van suikermaïs (Zea mays var. saccharata) in korrels, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur, niet bevroren, momenteel vallende onder GN-code ex 2001 90 30 (Taric-code 2001903010), en suikermaïs (Zea mays var. saccharata) in korrels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006, momenteel vallende onder GN-code ex 2005 80 00 (Taric-code 2005800010), van oorsprong uit Thailand, geproduceerd door River Kwai International Food Industry Co. Ltd (aanvullende Taric-code A791), tegen het op basis van het resultaat van het heropende onderzoek vastgestelde tarief te innen.
Bekendmaking
Vervolgens worden de betrokken producent-exporteur en de bedrijfstak van de Unie in kennis gesteld van de belangrijkste feiten en overwegingen op basis waarvan de Commissie voornemens is uitvoering aan het arrest te geven, en worden zij in de gelegenheid gesteld hierover opmerkingen te maken.
(1) PB L 91 van 27.3.2014, blz. 1.
(2) Arresten van het Hof van Justitie van 3 oktober 2000, Industrie des poudres sphériques/Raad, C-458/98 P, ECLI:EU:C:2000:531, punten 80-85, en van 28 januari 2016, CM Eurologistik, C-283/14 en C-284/14, ECLI:EU:C:2016:57, punten 48-55.
(3) Arrest van het Hof van Justitie van 14 juni 2016, Commissie/McBride e.a., C-361/14 P, ECLI:EU:C:2016:434, punt 56; zie tevens, op het gebied van dumping, arrest van het Hof van Justitie van 3 oktober 2000, Industrie des poudres sphériques/Raad, C-458/98 P, ECLI:EU:C:2000:531, punt 84.
(4) PB L 244 van 13.9.2013, blz. 1.
(5) Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit het Koninkrijk Thailand (PB C 322 van 12.9.2018, blz. 4).
(6) Een “Limited”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
(7) Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).
(8) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(9) Bericht van opening van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde bereide of verduurzaamde suikermais in korrels van oorsprong uit het Koninkrijk Thailand (PB C 322 van 12.9.2018, blz. 4).