Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018PC0610

    Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    COM/2018/610 final

    Brussel, 5.9.2018

    COM(2018) 610 final

    2018/0319(NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië


    TOELICHTING

    1.ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    Motivering en doel van het voorstel

    Artikel 54, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende de Europese grens- en kustwacht 1 bepaalt dat het Europees Grens- en kustwachtagentschap de operationele samenwerking tussen de lidstaten en derde landen inzake het beheer van de buitengrenzen kan coördineren. Het kan in dat verband samen met een of meer lidstaten en een derde land dat aan ten minste een van die lidstaten grenst, acties aan de buitengrenzen uitvoeren, ook op het grondgebied van dat derde land, op voorwaarde dat het derde land daarmee instemt.

    In artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 wordt bepaald dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land. De statusovereenkomst heeft betrekking op alle aspecten die noodzakelijk zijn om de acties uit te voeren en omschrijft met name de reikwijdte van de operatie, de civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid en de taken en bevoegdheden van de teamleden. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat tijdens deze operaties de grondrechten volledig worden geëerbiedigd.

    Op basis van de door de Raad vastgestelde onderhandelingsrichtsnoeren heeft de Europese Commissie met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen gevoerd over een statusovereenkomst teneinde het wettelijk kader te creëren dat het mogelijk maakt om in gevallen waarin een snelle reactie nodig is onmiddellijk op te treden door het opstellen van operationele plannen. Hoewel de migratiestromen in de regio veel geringer zijn dan in de periode 2015-2016, passen netwerken van georganiseerde misdaad hun routes en methodes voor het smokkelen van migranten snel aan nieuwe omstandigheden aan. De statusovereenkomst zorgt ervoor dat de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de EU-lidstaten met coördinatie door het Europese Grens- en kustwachtagentschap daar veel sneller op zullen kunnen reageren.

    Het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Op 21 februari 2017 heeft de Raad de Commissie machtiging verleend om met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen te starten over een statusovereenkomst inzake acties van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    De onderhandelingen over de statusovereenkomst zijn van start gegaan op 15 september 2017, gevolgd door een tweede ronde op 24 november 2017 en een laatste onderhandelingsronde op 30 april 2018. De onderhandelingen zijn met succes afgerond met de parafering van de ontwerpstatusovereenkomst door commissaris voor Migratie, Binnenlandse Zaken en Burgerschap, Dhr. Avramopoulos, en minister van Binnenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Dhr. Spasovski, op 18 juli 2018 in Brussel.

    De Commissie is van oordeel dat de door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn bereikt en dat de ontwerpstatusovereenkomst aanvaardbaar is voor de Unie.

    De lidstaten werden geïnformeerd en geraadpleegd in de desbetreffende werkgroep van de Raad.

    Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

    Op dit moment hebben dertien lidstaten bilaterale overeenkomsten gesloten met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over onder meer gezamenlijke acties op gebieden als grenscontrole, -bewaking, -patrouilles en terugkeer. Er bestaat ook een werkregeling (die momenteel wordt bijgewerkt) tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Die regeling voorziet met name in de regelmatige deelname van de vertegenwoordigers van de sector voor grensaangelegenheden en migratie aan door het Europees grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde gezamenlijke acties, als waarnemers op het grondgebied van de lidstaten, na instemming van de ontvangende lidstaat.

    Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

    De Europese migratieagenda steunt op vier pijlers. Een daarvan is grensbeheer: daarbij gaat het om een beter beheer van de buitengrens van de EU, met name door een solidaire opstelling tegenover de lidstaten aan de buitengrenzen, en een grotere efficiëntie van de grensoverschrijdingen. Strenger toezicht op de grenzen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zal niet alleen een positieve impact hebben op de grenzen van dat land, maar ook op de buitengrenzen van de EU en met name de buitengrenzen van Bulgarije en Griekenland. De verdere versterking van de veiligheid aan de buitengrenzen strookt ook met de Europese veiligheidsagenda.

    2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

    Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor dit voorstel voor een besluit van de Raad is artikel 77, lid 2, onder b) en d), en artikel 79, lid 2, onder c), VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU.

    De bevoegdheid van de EU om een statusovereenkomst te sluiten, is expliciet opgenomen in artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624, dat bepaalt dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land.

    Op grond van artikel 3, lid 2, VWEU is de Unie exclusief bevoegd om een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet. Artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 voorziet in de sluiting van een statusovereenkomst door de Europese Unie met het betrokken derde land. De bijgevoegde overeenkomst met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië valt derhalve onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

    Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

    Niet van toepassing.

    Evenredigheid

    Bij een plotse toestroom van migranten zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap op basis van een statusovereenkomst Europese grens- en kustwachtteams in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen inzetten; dit komt in de plaats van bilaterale inzet door de lidstaten.

    Derhalve is er behoefte aan een gemeenschappelijke aanpak voor een beter beheer van de grenzen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Keuze van het instrument

    Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 5, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten over internationale overeenkomsten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

    3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

    Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

    Niet van toepassing.

    Raadpleging van belanghebbenden

    Niet van toepassing.

    Bijeenbrengen en gebruik van expertise

    Niet van toepassing.

    Effectbeoordeling

    Voor de onderhandelingen over de statusovereenkomst was geen effectbeoordeling vereist.

    Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

    Aangezien het om een nieuwe overeenkomst gaat, kon geen evaluatie of geschiktheidscontrole van bestaande instrumenten worden uitgevoerd.

    Grondrechten

    De ontwerpstatusovereenkomst bevat bepalingen die de bescherming garanderen van de grondrechten van personen die de gevolgen ondervinden van handelingen van de leden van het team die betrokken zijn bij door het Europees Grens- en kustwachtagentschap gecoördineerde acties.

    Bepalingen inzake de grondrechten worden nader toegelicht onder punt 5 “Overige elementen”.

    4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

    De statusovereenkomst zelf heeft geen financiële gevolgen. Het zijn de daadwerkelijke inzet van Europese grens- en kustwachtteams op basis van een operationeel plan en een subsidieovereenkomst die kosten zullen meebrengen die ten laste komen van de begroting van het Europees Grens- en kustwachtagentschap. Toekomstige operaties op grond van de statusovereenkomst zullen worden gefinancierd met de eigen middelen van het Europees Grens- en kustwachtagentschap.

    In het financieel memorandum bij het voorstel voor een verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht worden de uitgaven van het Europees Grens- en kustwachtagentschap met betrekking tot versterkte samenwerking met derde landen (met inbegrip van eventuele gezamenlijke operaties met buurlanden) voor de periode 2017-2020 op gemiddeld 6,090 miljoen EUR per jaar geraamd.

    5.OVERIGE ELEMENTEN

    Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

    De Commissie zal behoorlijke monitoring van de uitvoering van de statusovereenkomst garanderen.

    De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Europees Grens- en kustwachtagentschap zullen samen iedere gezamenlijke operatie en snelle grensinterventie evalueren.

    Met name zullen het Europees Grens- en kustwachtagentschap, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de lidstaten die aan een specifieke actie deelnemen aan het eind van iedere actie een verslag opstellen inzake de toepassing van bepalingen van de overeenkomst, ook met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

    Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

    Niet van toepassing.

    Artikelsgewijze toelichting

    Toepassingsgebied van de overeenkomst

    Op grond van deze overeenkomst zal het Europees Grens- en kustwachtagentschap Europese grens- en kustwachtteams met uitvoeringsbevoegdheden kunnen inzetten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, met het oog op het uitvoeren van gezamenlijke operaties en snelle grensinterventies. Hoewel de overeenkomst niet voorziet in een uitbreiding van het toepassingsgebied van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven („overnameovereenkomst EG-Fyrom”) 2 , zullen teams van het Europees Grens- en kustwachtagentschap ook bevoegd zijn om de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië bij specifieke terugkeeroperaties bij te staan bij het identificeren van personen die door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië overeenkomstig de overnameovereenkomst EG-Fyrom moeten worden teruggenomen.

    Europese grens- en kustwachtteams kunnen op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitsluitend worden ingezet in regio’s die aan de buitengrenzen van de EU grenzen en leden van het team bezitten in die gebieden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitvoeringsbevoegdheden overeenkomstig het operationele plan.

    Een actie lanceren

    Het Agentschap kan voorstellen doen om een actie op te zetten. De bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen het Agentschap verzoeken een actie in overweging te nemen. De uitvoering van een actie vereist de goedkeuring van zowel de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als van het Agentschap.

    Operationeel plan

    Voor iedere gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie moeten het Agentschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een operationeel plan overeenkomen. Ook de lidstaten die aan het operationele gebied grenzen, moeten met dat operationeel plan instemmen.

    Het plan bevat de bijzonderheden over de organisatorische en procedurele aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie, met inbegrip van een beschrijving en beoordeling van de situatie, de operationele doelstellingen, het operationele concept, het in te zetten soort technische uitrusting, het uitvoeringsplan, de samenwerking met andere derde landen, andere agentschappen en organen van de Unie of internationale organisaties, bepalingen over de eerbiediging van de grondrechten, inclusief de bescherming van persoonsgegevens, de coördinatie-, commando-, controle-, communicatie en rapportagestructuren, de organisatorische en logistieke regelingen en de evaluatie en de financiële aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie.

    Taken en bevoegdheden van de teamleden

    De teamleden mogen de taken verrichten en de uitvoeringsbevoegdheden uitoefenen die vereist zijn voor grenstoezicht- en terugkeeroperaties. Zij dienen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te eerbiedigen.

    Teams mogen op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië alleen optreden op instructie en in aanwezigheid van grenswachters of andere bevoegde personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    De teamleden dragen in voorkomend geval hun eigen uniform, een zichtbaar persoonlijk identificatiemiddel en een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en dat van het Agentschap. Zij hebben ook een accreditatiedocument bij zich om zich tegenover de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te kunnen identificeren.

    De teamleden mogen dienstwapens dragen en munitie en uitrusting bij zich hebben overeenkomstig de wetgeving van hun lidstaat van herkomst en de wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten het Agentschap op voorhand weten welke dienstwapens, munitie en uitrusting zijn toegestaan en welke de wettelijke kader en de voorwaarden zijn voor het gebruik daarvan.

    Leden van het team mogen, indien hun lidstaat van herkomst en de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daarmee instemmen, geweld gebruiken, onder meer met hun dienstwapens, munitie en uitrusting, in aanwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, overeenkomstig de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mogen teamleden toestaan ook geweld te gebruiken bij afwezigheid van hun grenswachters. De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië delen het Agentschap vooraf mee in hoeverre en onder welke voorwaarden fysiek geweld en dwangmaatregelen mogen worden gebruikt.

    Voorafgaand aan de inzet van de leden van het team delen de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap mee welke nationale databanken mogen worden geraadpleegd overeenkomstig de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Nationale databanken zijn uitsluitend toegankelijk voor daartoe gemachtigde personen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en alleen indien nodig mogen gegevens met de leden van het team worden gedeeld.

    Opschorting en beëindiging van de actie

    De actie kan worden opgeschort of beëindigd door zowel het Agentschap als de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië indien zij van mening zijn dat de andere partij de bepalingen van de overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft.

    Voorrechten en immuniteiten van de teamleden

    De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies (“binnen de diensttijd”). Voor handelingen die zij “buiten de diensttijd” hebben verricht, genieten zij deze immuniteit niet.

    In het operationele plan worden nauwkeurig de handelingen uiteengezet waarvoor immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geldt.

    Indien een teamlid wordt beschuldigd van een strafbaar feit, deelt de uitvoerend directeur van het Agentschap voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid aan de bevoegde rechterlijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mee of het teamlid de handeling in kwestie heeft verricht in het kader van de uitoefening van zijn officiële functies. De uitvoerend directeur van het Agentschap neemt in zijn besluit zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking van de bevoegde autoriteit van de lidstaat die de grenswachter of ander relevant personeel heeft ingezet en van de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap is bindend voor de rechterlijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    De aan de teamleden verleende voorrechten en de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten de rechtsmacht van de lidstaat van herkomst jegens de teamleden onverlet.

    Hetzelfde geldt voor de burgerlijke en administratieve aansprakelijkheid van de teamleden.

    De immuniteit van teamleden ten aanzien van de strafrechtelijke, civiele en bestuursrechtelijke rechtsmacht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kan worden opgeheven door de lidstaat die de betrokken grenswachter of het ander relevant personeel heeft ingezet. Het opheffen van de immuniteit moet steeds uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.

    De overeenkomst voorziet in een mechanisme voor schadevergoeding. Het vergoedingsmechanisme is gebaseerd op artikel 42 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht. Indien de schade is veroorzaakt door een lid van het team dat dienst heeft, is de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aansprakelijk. Indien de schade tijdens de diensttijd is veroorzaakt door grove nalatigheid of een opzettelijke fout van een teamlid van een deelnemende lidstaat, of indien de handeling buiten de diensttijd is verricht, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de uitvoerend directeur van het Agentschap verzoeken dat de deelnemende lidstaat in kwestie een vergoeding betaalt. Indien de schade door een personeelslid van het Agentschap is veroorzaakt, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap verzoeken een vergoeding te betalen.

    Tegen teamleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies.

    De bezittingen van een teamlid die nodig zijn voor de vervulling van zijn of haar officiële functies mogen niet in beslag worden genomen. In burgerlijke procedures mogen teamleden niet aan beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch aan andere dwangmaatregelen worden onderworpen.

    De teamleden zijn ten aanzien van diensten die voor het Agentschap zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geldende voorschriften op het gebied van sociale zekerheid. Zij zijn tevens vrijgesteld van elke vorm van belasting in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over het salaris en de emolumenten die zij ontvangen van het Agentschap of hun lidstaten van herkomst, evenals van iedere belasting op inkomsten die zij van buiten de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië ontvangen.

    De autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten de binnenkomst en het vertrek toe van goederen voor persoonlijk gebruik van teamleden en verlenen vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen (met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten) ten aanzien van dergelijke goederen.

    De persoonlijke bagage van teamleden wordt niet geïnspecteerd, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door teamleden, of goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De inspectie van persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van de betrokken teamleden of een gemachtigde vertegenwoordiger van het Agentschap.

    Papieren, correspondentie en bezittingen van de teamleden zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen. Teamleden zijn niet verplicht als getuige op te treden.

    Accreditatiedocument

    Het Agentschap geeft, in samenwerking met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, aan elk teamlid een accreditatiedocument af, aan de hand waarvan zij zich kunnen identificeren tegenover de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en waaruit blijkt dat de houder het recht heeft de in de overeenkomst en in het operationele plan bedoelde taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen. In combinatie met een geldig reisdocument verleent het accreditatiedocument het teamlid toegang tot de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië zonder dat een visum of voorafgaande toestemming vereist is.

    Grondrechten

    De teamleden eerbiedigen bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden ten volle de grondrechten en de fundamentele vrijheden, ook wat betreft de toegang tot asielprocedures, de menselijke waardigheid, het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling, het recht op vrijheid, het beginsel van non-refoulement, het verbod van collectieve uitzetting, de rechten van het kind en het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven. Zij mogen zich niet schuldig maken aan willekeurige discriminatie, op welke grond ook, met inbegrip van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Alle maatregelen die inbreuk maken op de grondrechten en fundamentele vrijheden moeten evenredig zijn met het door die maatregelen nagestreefde doel en de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.

    Elke partij stelt een klachtenmechanisme in om beschuldigingen van inbreuk op de grondrechten door haar personeelsleden te behandelen. Het Agentschap heeft het in artikel 72 van Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht bedoelde klachtenmechanisme ingesteld en voldoet derhalve aan deze verplichting. De Ombudsman van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kan dergelijke klachten in behandeling nemen, behalve indien de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië beslissen om een mechanisme in te stellen dat specifiek belast is met de behandeling van klachten die uit hoofde van deze overeenkomst worden ingediend.

    Verwerking van persoonsgegevens

    Teamleden verwerken indien noodzakelijk persoonsgegevens overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op het Agentschap en de EU-lidstaten. De verwerking van persoonsgegevens door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is onderworpen aan de nationale wetgeving van dat land.

    Na afloop van elke actie stellen het Agentschap, de deelnemende lidstaten en de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een gezamenlijk verslag op over de verwerking van persoonsgegevens door teamleden. Dit verslag wordt toegezonden aan de grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap, alsook aan de voor de bescherming van persoonsgegevens bevoegde autoriteit in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap brengen verslag uit aan de uitvoerend directeur van het Agentschap.

    Geschillen en interpretatie

    Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en door vertegenwoordigers van het Agentschap, die de aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadplegen.

    Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Europese Commissie, die alle aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadpleegt.

    Bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van de overeenkomst

    Voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is het ministerie van Binnenlandse Zaken de bevoegde autoriteit voor de uitvoering van deze overeenkomst. Voor de Europese Unie is het Europees Grens- en kustwachtagentschap de bevoegde autoriteit.



    Gezamenlijke verklaring

    Beide partijen komen overeen dat zich onthouden van maatregelen die de mogelijke strafrechtelijke vervolging van een teamlid door de bevoegde autoriteiten van de gaststaat waarschijnlijk in gevaar zullen brengen ook betekent dat zij zich ervan dienen te onthouden de terugkeer van het betrokken teamlid vanuit de gebouwen van de Europese grens- en kustwacht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië naar zijn/haar lidstaat van herkomst actief te faciliteren, in afwachting van de verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap.

    2018/0319 (NLE)

    Voorstel voor een

    BESLUIT VAN DE RAAD

    inzake de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, onder b) en d), en artikel 79, lid 2, onder c), in samenhang met artikel 218, lid 5,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)In artikel 54, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1624 is bepaald dat in gevallen waarin de inzet wordt beoogd van Europese grens- en kustwachtteams in een derde land bij acties waarbij de teamleden uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben, of waarin andere acties het vereisen, de Unie een statusovereenkomst dient te sluiten met het betreffende derde land. De statusovereenkomst bestrijkt alle aspecten die noodzakelijk zijn om de acties uit te voeren.

    (2)Op 21 februari 2017 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië onderhandelingen te starten over een statusovereenkomst inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    (3)De onderhandelingen over de statusovereenkomst zijn op 15 september 2017 van start gegaan en zijn op 18 juli 2018 met succes afgerond door de parafering van de overeenkomst.

    (4)Dit besluit houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG 3 van de Raad; het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op dit land.

    (5)Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG 4 van de Raad; Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op dit land.

    (6)Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (7)De statusovereenkomst moet worden ondertekend en de bijgevoegde verklaring moet worden goedgekeurd, namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting van de statusovereenkomst op een later tijdstip,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitvoert, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

    De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    Artikel 2

    De aan dit besluit gehechte verklaring wordt namens de Unie goedgekeurd.

    Artikel 3

    Het Secretariaat-generaal van de Raad stelt het volmachtinstrument op dat de persoon (personen) die daartoe door de onderhandelaar over de overeenkomst is (zijn) aangewezen, machtiging verleent de overeenkomst, onder voorbehoud van de sluiting ervan, te ondertekenen.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel,

       Voor de Raad

       De voorzitter

    (1)    PB L 251 van 16.9.2016, blz. 1.
    (2)    PB L 334 van 19.12.2007, blz. 7.
    (3)    Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).
    (4)    Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
    Top

    Brussel, 5.9.2018

    COM(2018) 610 final

    BIJLAGE

    bij

    Voorstel voor een Besluit van de Raad

    inzake de ondertekening, namens de Unie, van de statusovereenkomst tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoert in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië


    BIJLAGE

    STATUSOVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake acties die het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitvoert

    DE EUROPESE UNIE,

    en de VOORMALIGE JOEGOSLAVISCHE REPUBLIEK MACEDONIË

    hierna „de partijen” genoemd,

    OVERWEGENDE dat zich situaties kunnen voordoen waarin het Europees Grens- en kustwachtagentschap („het Agentschap”) de operationele samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië coördineert, ook op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,

    OVERWEGENDE dat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, sinds 2005 als kandidaat-lidstaat, nauw samenwerkt met de Unie bij het beheer van de migratiestromen en de bestrijding van illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit,

    OVERWEGENDE dat de partijen de bepalingen in de verklaringen bij deze statusovereenkomst zullen naleven,

    OVERWEGENDE dat een rechtskader in de vorm van een statusovereenkomst tot stand moet worden gebracht voor de situaties waarin teamleden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap uitvoeringsbevoegdheden zullen hebben op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,

    OVERWEGENDE dat bij alle acties van het Europees Grens- en kustwachtagentschap op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de grondrechten volledig in acht moeten worden genomen,

    HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:

    Artikel 1

    Toepassingsgebied van de overeenkomst

    1.Deze overeenkomst regelt de rechten en plichten van de leden van een team van het Agentschap bij het beheer van migratiestromen en de bestrijding van illegale immigratie en grensoverschrijdende criminaliteit in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, waar zij uitvoeringsbevoegdheden bezitten, alsmede andere aspecten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van acties waaraan leden van een team van het Agentschap en de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië deelnemen.

    2.Deze overeenkomst voorziet niet in de uitbreiding van het toepassingsgebied van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreffende de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven („Overnameovereenkomst EG-Fyrom”). Met betrekking tot terugkeeroperaties als omschreven in artikel 2, lid 4, heeft deze overeenkomst alleen betrekking op het verlenen van operationele steun voor terugkeeroperaties die worden uitgevoerd in overeenstemming met de Overnameovereenkomst EG-Fyrom.

    3.Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de leden van het team hebben uitvoeringsbevoegdheden in de gebieden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als bedoeld in het operationele plan.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    (1)„actie”: een gezamenlijke operatie, een snelle grensinterventie of een terugkeeroperatie;

    (2)„gezamenlijke operatie”: een actie die gericht is op de bestrijding van illegale immigratie of grensoverschrijdende criminaliteit, of op de verlening van intensievere technische en operationele ondersteuning aan de grens met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de inzet van leden van een team van het Agentschap op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië gedurende een bepaalde periode, overeenkomstig het operationele plan;

    (3)„snelle grensinterventie”: een actie die erop gericht is snel op te treden in een situatie waarin zich specifieke en onevenredige problemen voordoen aan de grenzen tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië met een lidstaat en die gedurende beperkte tijd wordt uitgevoerd, overeenkomstig het operationele plan;

    (4)„terugkeeroperatie”: een operatie die door het Agentschap wordt gecoördineerd en door een of meer lidstaten verstrekte technische en operationele steun behelst, waarbij terugkeerders vanuit een of meer lidstaten gedwongen of vrijwillig terugkeren naar de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië conform de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven;

    (5)„grenstoezicht”: het toezicht op personen aan een grens, dat uitsluitend wegens de voorgenomen of daadwerkelijke grensoverschrijding en dus niet om andere redenen wordt uitgeoefend, en dat bestaat in grenscontroles op grensdoorlaatposten en grensbewaking tussen de grensdoorlaatposten;

    (6)„teamlid”: personeelslid van het Agentschap of een lid van het team van grenswachters van de deelnemende lidstaten, onder wie grenswachters die door de lidstaten bij het Agentschap zijn gedetacheerd, die bij acties worden ingezet; desgevallend met inbegrip van andere relevante personeelsleden van wie de taken in het operationele plan zijn omschreven;

    (7)„lidstaat”: een lidstaat van de Europese Unie;

    (8)„lidstaat van herkomst”: de lidstaat waarvan een teamlid grenswachter of ander relevant personeelslid is;

    (9)„persoonsgegevens”: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon;

    (10)„deelnemende lidstaat”: een lidstaat die deelneemt aan een actie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië door technische uitrusting, grenswachters en andere relevante personeelsleden ter beschikking te stellen om te worden ingezet in het kader van een team;

    (11)„Agentschap”: het Europees Grens- en kustwachtagentschap dat is opgericht bij Verordening (EU) 2016/1624 betreffende de Europese grens- en kustwacht;

    (12)„uitvoeringsbevoegdheden van de teamleden”: de bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de voor grenstoezicht en terugkeeroperaties vereiste taken op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tijdens een gezamenlijke operatie, zoals vastgesteld in het operationele plan.

    Artikel 3

    Start van de actie

    1.Het Agentschap kan aan de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voorstellen doen om een actie te starten. De bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen het Agentschap verzoeken de start van een actie in overweging te nemen.

    2.De uitvoering van een actie vereist de instemming van zowel de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië als het Agentschap.

    Artikel 4

    Operationeel plan

    Het Agentschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië stellen voor iedere gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie een operationeel plan op, dat wordt goedgekeurd door de lidstaten die aan het operationele gebied grenzen. Het plan bevat een gedetailleerde beschrijving van de organisatorische en procedurele aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie, met inbegrip van een beschrijving en beoordeling van de situatie, modus operandi, het operationele opzet en de operationele doelstellingen, het in te zetten soort technische uitrusting, het uitvoeringsplan, de samenwerking met andere derde landen, andere agentschappen en organen van de Unie of internationale organisaties, bepalingen over de eerbiediging van de grondrechten, waaronder de bescherming van persoonsgegevens, de te verwachten duur van de actie, het gebied waar de actie zal worden uitgevoerd, een beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden, met inbegrip van de eerbiediging van de grondrechten, en bijzondere instructies voor de teamleden, alsmede de toegestane raadpleging van databanken en het toegestane gebruik van dienstwapens, munitie en uitrusting in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de samenstelling van de teams, alsmede de inzet van andere relevante personeelsleden, voorschriften inzake bevelvoering en aansturing, waaronder de naam en rang van de grenswachters van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die verantwoordelijk zijn voor de samenwerking met de teamleden van het Agentschap, in het bijzonder de namen en rangen van de grenswachters van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die tijdens de inzet van de teamleden in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het bevel voeren, alsook de positie van de teamleden in de bevelstructuur en het soort technische uitrusting dat zal worden gebruikt; de coördinatie-, bevel-, controle-, communicatie en rapportagestructuren, de organisatorische en logistieke regelingen en de evaluatie en de financiële aspecten van de gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie. De gezamenlijke operatie of snelle grensinterventie wordt door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en het Agentschap gezamenlijk geëvalueerd.

    Artikel 5

    Taken en bevoegdheden van de teamleden

    1. De teamleden mogen de taken verrichten en de uitvoeringsbevoegdheden uitoefenen die vereist zijn voor grenstoezicht- en terugkeeroperaties.

    2. De teamleden eerbiedigen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

    3. De teamleden mogen uitsluitend taken verrichten en bevoegdheden uitoefenen op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op instructie en in aanwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geeft in voorkomend geval overeenkomstig het operationele plan instructies aan de teams.

    Het Agentschap kan via zijn coördinerend functionaris zijn mening over de aan het team gegeven instructies kenbaar maken aan de verantwoordelijke persoon van de grenspolitie van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië houdt rekening met die mening en geeft er voor zover mogelijk gevolg aan.

    Wanneer de aan het team verstrekte instructies niet in overeenstemming zijn met het operationele plan, meldt de coördinerend functionaris dit onmiddellijk aan de uitvoerend directeur van het Agentschap. De uitvoerend directeur kan passende maatregelen nemen, met inbegrip van de opschorting of beëindiging van de actie.

    4. Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden dragen teamleden in voorkomend geval hun eigen uniform. De teamleden dragen in voorkomend geval op hun uniform ook zichtbaar een persoonlijk identificatiemiddel en een blauwe armband met het insigne van de Europese Unie en dat van het Agentschap. Om zich tegenover de nationale autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië te kunnen identificeren, hebben de teamleden altijd het in artikel 8 bedoelde accreditatiedocument bij zich.

    5. Bij het uitvoeren van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen teamleden dienstwapens dragen en munitie en uitrusting bij zich hebben overeenkomstig hetgeen is toegestaan volgens de wetgeving van de lidstaat van herkomst en het recht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laat het Agentschap, voordat de teamleden worden ingezet, weten welke dienstwapens, munitie en uitrusting zijn toegestaan en stelt het in kennis van het wettelijke kader en de voorwaarden voor het gebruik daarvan.

    6. Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden mogen de teamleden, indien de lidstaat van herkomst en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daarmee instemmen, geweld gebruiken, onder meer met dienstwapens, munitie en uitrusting, in aanwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en met inachtneming van het nationale recht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mag teamleden toestaan geweld te gebruiken in afwezigheid van grenswachters of andere relevante personeelsleden van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laat het Agentschap, voordat de teamleden worden ingezet, weten in hoeverre en onder welke voorwaarden het gebruik van lichamelijk geweld en dwangmaatregelen zijn toegestaan.

    7.Voordat de teamleden worden ingezet, deelt de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap mee welke nationale databanken mogen worden geraadpleegd. De raadpleging gebeurt met inachtneming van de nationale wetgeving van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Nationale databanken zijn uitsluitend toegankelijk voor personen uit de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die gemachtigd zijn de relevante nationale databanken te raadplegen.

    De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kan toestaan dat gegevens uit zijn nationale databanken worden gedeeld met de leden van het team indien dat noodzakelijk is voor het vervullen van de in het operationele plan vermelde operationele doelstellingen of met het oog op terugkeeroperaties.

    Artikel 6

    Opschorting en beëindiging van de actie

    1. Indien de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de bepalingen van deze overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft, kan de uitvoerend directeur van het Agentschap de actie opschorten of beëindigen na schriftelijke kennisgeving aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De uitvoerend directeur deelt de redenen van de opschorting of beëindiging mee aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    2. Indien het Agentschap of een deelnemende lidstaat de bepalingen van deze overeenkomst of van het operationele plan niet naleeft, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de actie opschorten of beëindigen na schriftelijke kennisgeving aan het Agentschap. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië deelt de redenen van de opschorting of beëindiging mee aan het Agentschap.

    3. Met name kan de uitvoerend directeur van het Agentschap of de minister van Binnenlandse Zaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië de actie opschorten of beëindigen in geval van een inbreuk op de grondrechten of schending van het beginsel van non-refoulement of de regels inzake gegevensbescherming.

    4. Beëindiging van de actie doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze overeenkomst of het operationele plan voorafgaand aan de beëindiging ervan.



    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de teamleden

    1. De voorrechten en immuniteiten van de leden van het team van het Agentschap moeten waarborgen dat zij hun officiële functies in het kader van de acties die overeenkomstig het operationele plan op het grondgebied van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden uitgevoerd, naar behoren kunnen vervullen.

    2. Papieren, correspondentie en bezittingen van de teamleden zijn onschendbaar, behalve in het geval van uit hoofde van lid 8 toegestane executoriale maatregelen.

    3. De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor alle handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd.

    Indien een teamlid wordt beschuldigd van een strafbaar feit, worden de uitvoerend directeur van het Agentschap en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst hier onmiddellijk van in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, deelt de uitvoerend directeur van het Agentschap de bevoegde gerechtelijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mee of de teamleden de handeling in kwestie hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, nadat zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking zijn genomen die de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben gemaakt. In afwachting van de verklaring van het Agentschap onthouden het Agentschap en de lidstaat van herkomst zich van maatregelen die de mogelijke strafrechtelijke vervolging van het teamlid door de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië waarschijnlijk in gevaar zullen brengen.

    Indien de handeling is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, wordt geen procedure ingeleid. Indien de handeling niet is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, kan de procedure worden voortgezet. De verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap is bindend voor de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    De aan de teamleden verleende voorrechten en de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laten de rechtsmacht van de lidstaat van herkomst jegens de teamleden onverlet.

    4. De teamleden genieten immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en bestuursrechtelijke rechtsmacht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië voor alle handelingen die zij hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd.

    Indien tegen teamleden een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechterlijke instantie van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, worden de uitvoerend directeur van het Agentschap en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daar onmiddellijk van in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, deelt de uitvoerend directeur de bevoegde gerechtelijke instanties van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië mee of de teamleden de handeling in kwestie hebben verricht in het kader van de uitoefening van hun officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, nadat zorgvuldig alle opmerkingen in aanmerking zijn genomen die de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteit van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië hebben gemaakt.

    Indien de handeling is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, wordt geen procedure ingeleid. Indien de handeling niet is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, kan de procedure worden voortgezet. De verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap is bindend voor de autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië.

    Indien teamleden een procedure inleiden, kunnen zij zich niet beroepen op immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.

    5. De lidstaat van herkomst kan desgevallend de immuniteit van de teamleden overeenkomstig de leden 3 en 4 van dit artikel ten aanzien van de strafrechtelijke, civiele en bestuursrechtelijke rechtsmacht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië opheffen. Het opheffen van de immuniteit moet altijd uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.

    6. Teamleden zijn niet verplicht als getuige op te treden.

    7. Indien een teamlid in het kader van de uitoefening van officiële functies bij acties die overeenkomstig het operationele plan zijn uitgevoerd, schade heeft veroorzaakt, is de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aansprakelijk.

    Indien de schade is veroorzaakt door grove nalatigheid of een opzettelijke fout of indien een handeling niet in het kader van de uitoefening van officiële functies door een teamlid van een deelnemende lidstaat is verricht, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië via de uitvoerend directeur van het Agentschap verzoeken dat de deelnemende lidstaat in kwestie een vergoeding betaalt.

    Indien de schade is veroorzaakt door grove nalatigheid of een opzettelijke fout of indien de handeling niet is verricht in het kader van de uitoefening van officiële functies door een lid van het team dat in dienst is van het Agentschap, kan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië het Agentschap verzoeken een vergoeding te betalen.

    8. Tegen teamleden mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen hen een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met hun officiële functies in het kader van acties die overeenkomstig het operationele plan worden uitgevoerd.

    De bezittingen van teamleden ten aanzien waarvan de uitvoerend directeur van het Agentschap heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van hun officiële functies, mogen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures mogen teamleden niet aan beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch aan andere dwangmaatregelen worden onderworpen.

    9. De immuniteit van de teamleden ten aanzien van de rechtsmacht van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië houdt voor hen geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van hun lidstaat van herkomst.

    10. De teamleden zijn ten aanzien van diensten die voor het Agentschap zijn verleend, vrijgesteld van in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geldende voorschriften op het gebied van sociale zekerheid.

    11. Teamleden zijn vrijgesteld van elke vorm van belasting in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië over het salaris en de emolumenten die het Agentschap of de lidstaten van herkomst hun betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die zij van buiten de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië ontvangen.

    12. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laat de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door teamleden en verleent vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten, een en ander overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving. De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië laat tevens de uitvoer van dergelijke goederen toe.

    13. De persoonlijke bagage van teamleden wordt vrijgesteld van inspectie, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door teamleden, of goederen waarvan de in- of uitvoer verboden is door de wetgeving van of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De inspectie van dergelijke persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken teamlid respectievelijk de betrokken teamleden of een gemachtigde vertegenwoordiger van het lid/de leden van het team.

    Artikel 8

    Accreditatiedocument

    1. Het Agentschap geeft, in samenwerking met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, aan alle teamleden een in de officiële talen van de partijen gesteld document af, aan de hand waarvan zij zich kunnen identificeren tegenover de nationale autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en waaruit blijkt dat de houder het recht heeft de in artikel 5 van deze overeenkomst en in het operationele plan bedoelde taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen. Het document bevat de volgende gegevens van elk teamlid: naam en nationaliteit, rang of functiebenaming, een recente gedigitaliseerde foto en een beschrijving van de taken die tijdens de inzet mogen worden verricht.

    2. In combinatie met een geldig reisdocument verleent het accreditatiedocument het teamlid toegang tot de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, zonder dat een visum of voorafgaande toestemming vereist is.

    3. Het accreditatiedocument wordt na afloop van de actie aan het Agentschap terugbezorgd.

    Artikel 9

    Grondrechten

    1. De teamleden eerbiedigen bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden ten volle de grondrechten en de fundamentele vrijheden, ook wat betreft de toegang tot asielprocedures, de menselijke waardigheid, het verbod van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling, het recht op vrijheid, het beginsel van non-refoulement, het verbod van collectieve uitzetting, de rechten van het kind en het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven. Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden is willekeurige discriminatie verboden, op welke grond ook, met inbegrip van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Bij het verrichten van hun taken en het uitoefenen van hun bevoegdheden uitgevoerde maatregelen die inbreuk maken op de grondrechten en fundamentele vrijheden, moeten evenredig zijn met het door die maatregelen nagestreefde doel en de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden eerbiedigen.

    2. Elke partij stelt een klachtenregeling in om beschuldigingen te behandelen van inbreuk op de grondrechten door haar personeelsleden bij de uitoefening van hun officiële taken tijdens uit hoofde van deze overeenkomst uitgevoerde gezamenlijke operaties, snelle grensinterventies of terugkeeroperaties.



    Artikel 10

    Verwerking van persoonsgegevens

    1. De verwerking van persoonsgegevens is alleen toegestaan indien noodzakelijk voor de uitvoering van deze overeenkomst door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, het Agentschap of de deelnemende lidstaten.

    2. De verwerking van persoonsgegevens door de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is onderworpen aan de nationale wetgeving van dat land.

    3. De verwerking van persoonsgegevens voor administratieve doeleinden door het Agentschap en de deelnemende lidstaat of lidstaten, ook in het geval van de doorgifte van persoonsgegevens naar de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, is onderworpen aan Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, alsmede de maatregelen die het Agentschap heeft vastgesteld voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 45/2001, zoals bedoeld in artikel 45, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1624.

    4. Wanneer de verwerking de doorgifte van persoonsgegevens met zich meebrengt, geven de lidstaten en het Agentschap op het moment van de doorgifte van persoonsgegevens naar de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan of er algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen gelden, ook met betrekking tot het doorgeven, wissen of vernietigen. Wanneer na de verstrekking van persoonsgegevens duidelijk wordt dat dergelijke beperkingen nodig zijn, stellen zij de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië daar dienovereenkomstig van in kennis.

    5. Persoonsgegevens die voor administratieve doeleinden tijdens de actie zijn verzameld, mogen door het Agentschap, de deelnemende lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië worden verwerkt overeenkomstig de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming.

    6. Na afloop van elke actie stellen het Agentschap, de deelnemende lidstaten en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië een gezamenlijk verslag op over de toepassing van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel. Dat verslag wordt naar de grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap gezonden, alsook naar de bevoegde autoriteit voor de bescherming van persoonsgegevens in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De grondrechtenfunctionaris en de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap brengen verslag uit aan de uitvoerend directeur van het Agentschap.

    Artikel 11

    Geschillen en interpretatie

    1. Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door de bevoegde autoriteiten van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en door vertegenwoordigers van het Agentschap, dat de aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadpleegt.

    2. Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de Europese Commissie, die alle aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië grenzende lidstaten raadpleegt.

    Artikel 12

    Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging van de overeenkomst

    1. Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen interne wettelijke procedures goedgekeurd.

    2. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde interne wettelijke procedures.

    3. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten. De overeenkomst kan door schriftelijke overeenstemming tussen de partijen of eenzijdig door een van de partijen worden beëindigd. In laatstgenoemd geval stelt de partij die de overeenkomst wenst te beëindigen de andere partij daarvan schriftelijk via diplomatieke kanalen in kennis.

    De beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarop de kennisgeving is gedaan.

    4. Deze overeenkomst kan te allen tijde worden gewijzigd met wederzijdse schriftelijke instemming van beide partijen. Wijzigingen treden in werking overeenkomstig lid 1 van dit artikel.

    5. Kennisgevingen als bedoeld in dit artikel worden, wat de Europese Unie betreft, gedaan aan het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie en, wat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreft, aan het ministerie van Buitenlandse Zaken.

    Artikel 13

    Verhouding tot andere overeenkomsten

    Deze overeenkomst heeft geen invloed op de rechten en verplichtingen van de partijen uit hoofde van andere internationale overeenkomsten waardoor beide partijen gebonden zijn.

    Artikel 14

    Bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van de overeenkomst

    1. In de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is het ministerie van Binnenlandse Zaken de bevoegde autoriteit voor de uitvoering van deze overeenkomst.

    2. Voor de Europese Unie is het Agentschap de bevoegde autoriteit voor de uitvoering van de overeenkomst.



    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, NOORWEGEN, ZWITSERLAND EN LIECHTENSTEIN

    De partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 inzake de wijze waarop deze landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

    Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van Noorwegen, IJsland, Zwitserland en Liechtenstein enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de uitvoering van acties door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, die vergelijkbaar zijn met de onderhavige overeenkomst.

    GEZAMENLIJKE VERKLARING

    Beide partijen zijn het erover eens dat zich onthouden van maatregelen die een eventuele latere strafrechtelijke vervolging van een lid van het team door de bevoegde autoriteiten van de ontvangende staat in gevaar kunnen brengen ook betekent dat men zich ervan dient te onthouden de terugkeer van het betrokken lid van het team vanuit de gebouwen van de Europese grens- en kustwacht in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië naar zijn/haar lidstaat van herkomst op actieve wijze te faciliteren, in afwachting van de verklaring van de uitvoerend directeur van het Agentschap.

    Top