This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52018AR6213
Opinion of the European Committee of the Regions on ‘Proposal for a Regulation on the European Border and Coast Guard’
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht
COR 2018/06213
PB C 168 van 16.5.2019, p. 74–80
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.5.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 168/74 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s over het voorstel voor een verordening betreffende de Europese grens- en kustwacht
(2019/C 168/09)
Algemeen rapporteur: |
Anna MAGYAR (HU/EPP), vicevoorzitter van de raad van het comitaat Csongrád |
Referentiedocument: |
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden nr. 98/700/JBZ van de Raad, Verordening (EU) nr. 1052/2013 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EU) 2016/1624 van het Europees Parlement en de Raad — Een bijdrage van de Europese Commissie aan de bijeenkomst van leiders in Salzburg op 19—20 september 2018 COM(2018) 631 fina |
I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Wijzigingsvoorstel 1
COM(2018) 631 final Artikel 2, lid (16)
Definities
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
„operationeel personeel”: de grenswachters, terugkeerbegeleiders, terugkeerspecialisten en andere relevante personeelsleden die het „permanente korps van de Europese grens- en kustwacht”uitmaken. Overeenkomstig de drie onder artikel 55, lid 1, omschreven categorieën is operationeel personeel in dienst van het Europees Grens- en kustwachtagentschap als statutair personeel (categorie 1), door de lidstaten gedetacheerd bij het Agentschap (categorie 2) of door de lidstaten ter beschikking gesteld om voor een korte tijd te worden ingezet (categorie 3). Operationeel personeel wordt ingedeeld bij grensbeheerteams, ondersteuningsteams voor migratiebeheer of terugkeerteams met uitvoerende bevoegdheden. Tot het operationeel personeel behoort ook het statutair personeel dat verantwoordelijk is voor de werking van de centrale Etias-eenheid; |
„operationeel personeel”: de grenswachters, terugkeerbegeleiders, terugkeerspecialisten en andere relevante personeelsleden die het „permanente korps van de Europese grens- en kustwacht”uitmaken. Overeenkomstig de vier onder artikel 55, lid 1, omschreven categorieën is operationeel personeel in dienst van het Europees Grens- en kustwachtagentschap als statutair personeel (categorie 1), door de lidstaten gedetacheerd bij het Agentschap (categorie 2) of door de lidstaten ter beschikking gesteld om voor een korte tijd of voor snelle interventies te worden ingezet (categorie 3 en 4 ). Operationeel personeel wordt ingedeeld bij grensbeheerteams, ondersteuningsteams voor migratiebeheer of terugkeerteams. Personeelsleden van de categorieën 2, 3 en 4 mogen uitvoerende bevoegdheden uitoefenen . Tot het operationeel personeel behoort ook het statutair personeel dat verantwoordelijk is voor de werking van de centrale Etias-eenheid; |
Motivering
—
Wijzigingsvoorstel 2
COM(2018) 631 final Artikel 3 (a)
Europees Grens- en kustwachtagentschap
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Grensbeheer moet ook operationele steun bij de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit omvatten.
Wijzigingsvoorstel 3
COM(2018) 631 final Artikel 8, lid (4), (6) en (7)
Cyclus voor het meerjarig strategisch beleid inzake Europees geïntegreerd grensbeheer
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
(4) De Commissie is bevoegd om, op basis van de in artikel 30, lid 2, bedoelde strategische risicoanalyse voor Europees geïntegreerd grensbeheer, overeenkomstig artikel 118 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot ontwikkeling van een meerjarig strategisch beleid voor het Europees geïntegreerd grensbeheer. In die gedelegeerde handelingen worden de beleidsprioriteiten en de strategische richtsnoeren met betrekking tot de in artikel 3 vermelde onderdelen vastgesteld voor de volgende vier jaar. […] (6) Met het oog op de uitvoering van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen zorgen de lidstaten ervoor dat bij de opstelling van hun nationale strategie voor geïntegreerd grensbeheer nauw wordt samengewerkt tussen alle nationale autoriteiten die belast zijn met grensbeheer en terugkeer. Die nationale strategie is in overeenstemming met artikel 3, de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en de in lid 5 bedoelde technische en operationele strategie. (7) 42 maanden na de vaststelling van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handeling verricht de Commissie, met de steun van het Agentschap, een grondige evaluatie van de uitvoering van de handelingen. Bij de voorbereiding van de volgende cyclus wordt rekening gehouden met de resultaten van die evaluatie. |
(4) Uiterlijk op [nader te bepalen datum] stuurt de Commissie een ontwerp van meerjarig strategisch beleid voor de eerste cyclus van het meerjarig strategisch beleid naar het Europees Parlement en de Raad , op basis van de in artikel 30, lid 2, bedoelde strategische risicoanalyse voor Europees geïntegreerd grensbeheer. Binnen [nader te bepalen termijn] na de presentatie door de Commissie komen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen om het ontwerp van meerjarig strategisch beleid te bespreken. Daarna is de Commissie bevoegd om overeenkomstig artikel 118 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot ontwikkeling van een meerjarig strategisch beleid voor het Europees geïntegreerd grensbeheer. In die gedelegeerde handelingen worden de beleidsprioriteiten en de strategische richtsnoeren met betrekking tot de in artikel 3 vermelde onderdelen vastgesteld voor de volgende vier jaar. […] (6) Met het oog op de uitvoering van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen zorgen de lidstaten ervoor dat bij de opstelling van hun nationale strategie voor geïntegreerd grensbeheer nauw wordt samengewerkt tussen alle nationale autoriteiten die belast zijn met grensbeheer en terugkeer en in overleg met de bevoegde regionale en lokale autoriteiten van de betrokken subnationale gebieden . Die nationale strategie is in overeenstemming met artikel 3, de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handelingen en de in lid 5 bedoelde technische en operationele strategie. (7) 42 maanden na de vaststelling van de in lid 4 bedoelde gedelegeerde handeling verricht de Commissie, met de steun van het Agentschap, een grondige evaluatie van de uitvoering van de handelingen. Bij de voorbereiding van de volgende cyclus wordt rekening gehouden met de resultaten van die evaluatie. De Commissie brengt de Raad, het Europees Parlement en het Europees Comité van de Regio’s op de hoogte van de evaluatie. |
Motivering
De nationale strategieën voor geïntegreerd grensbeheer moeten worden besproken met de lokale en regionale overheden van de gebieden die in hoge mate betrokken zijn bij de huidige, verwachte of potentieel sterke migratiestromen of die voor andere uitdagingen staan met ernstige gevolgen voor het lokale of regionale niveau. Bovendien moet de Commissie verslag uitbrengen aan de medewetgevers (Am. 23 ontwerpverslag LIBE) en aan de politieke vertegenwoordiging van het lokale en regionale bestuur op EU-niveau.
Wijzigingsvoorstel 4
COM(2018) 631 final Artikel 21, lid (1) en (3)
Nationaal coördinatiecentrum
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
(1) Elke lidstaat voorziet in de aanwijzing, het beheer en de instandhouding van een nationaal coördinatiecentrum, dat belast is met de coördinatie van informatie en de uitwisseling daarvan tussen alle autoriteiten die op nationaal niveau belast zijn met toezicht op de buitengrenzen, en met de andere nationale coördinatiecentra en het Agentschap. Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de oprichting van het nationale coördinatiecentrum, waarna de Commissie daarvan aan de andere lidstaten en het Agentschap onverwijld mededeling doet. […] (3) Het nationaal coördinatiecentrum:
|
(1) Elke lidstaat voorziet in de aanwijzing, het beheer en de instandhouding van een nationaal coördinatiecentrum, dat belast is met de coördinatie van informatie en de uitwisseling daarvan tussen alle autoriteiten die op nationaal niveau belast zijn met toezicht op de buitengrenzen, en, in voorkomend geval, met de bevoegde lokale en regionale overheden en andere nationale coördinatiecentra en het Agentschap. Elke lidstaat stelt de Commissie in kennis van de oprichting van het nationale coördinatiecentrum, waarna de Commissie daarvan aan de andere lidstaten en het Agentschap onverwijld mededeling doet. […] (3) Het nationaal coördinatiecentrum:
|
Motivering
Om voor een goede verspreiding en uitwisseling van informatie op lokaal en regionaal niveau te zorgen, wanneer de lokale en regionale overheden bij een en ander zijn betrokken.
Wijzigingsvoorstel 5
COM(2018) 631 final Artikel 39, lid 3, (m)
Operationeel plan voor gezamenlijke operaties
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||
|
|
Motivering
Tijdens een gezamenlijke operatie moet er ook een versnelde procedure zijn voor onderdanen van derde landen die illegaal het grondgebied van een lidstaat binnenkomen, zodat er zo snel mogelijk een terugkeerbesluit voor hen kan worden uitgevaardigd.
Wijzigingsvoorstel 6
COM(2018) 631 final Artikel 55, lid 1
Permanent korps van de Europese grens- en kustwacht
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||||||
1. Tot het Agentschap behoort een permanent korps van de Europese grens- en kustwacht met 10 000 operationele personeelsleden. Dat permanente korps is samengesteld uit de volgende drie categorieën personeel, in overeenstemming met het in bijlage I opgenomen schema van per jaar ter beschikking te stellen aantallen:
|
1. Tot het Agentschap behoort een permanent korps van de Europese grens- en kustwacht met 10 000 operationele personeelsleden. Dat permanente korps is samengesteld uit de volgende vier categorieën personeel, in overeenstemming met het in bijlage I opgenomen schema van per jaar ter beschikking te stellen aantallen:
|
Motivering
Toevoeging van een vierde categorie operationeel personeel zou betekenen dat de lokale en regionale overheden geen personeel ter beschikking hoeven te stellen en dat de pool voor snelle grensinterventies wordt uitgebreid (Am. 55 en am. 64 van het ontwerpverslag van LIBE).
Wijzigingsvoorstel 7
COM(2018) 631 final Artikel 64, lid 6
Pool van technische uitrusting
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
[…] Als de minimumhoeveelheid technische uitrustingsartikelen niet blijkt te volstaan om het voor die activiteiten overeengekomen operationele plan uit te voeren, herziet het Agentschap deze hoeveelheid op basis van gemotiveerde behoeften en een overeenkomst met de lidstaten. |
[…] Als de minimumhoeveelheid technische uitrustingsartikelen niet blijkt te volstaan om het voor die activiteiten overeengekomen operationele plan uit te voeren, herziet het Agentschap deze hoeveelheid op basis van gemotiveerde behoeften en een overeenkomst met de lidstaten en zorgt het ervoor dat die artikelen beschikbaar zijn . |
Motivering
Om de uitvoering van de operationele plannen te waarborgen, zorgt het Agentschap, waar nodig, na onderzoek van de behoeften van de afzonderlijke operationele plannen, voor een minimale hoeveelheid technische uitrustingsartikelen.
Wijzigingsvoorstel 8
COM(2018) 631 final Artikel 84, lid 1
Accreditatiedocument
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||||||||
|
|
Motivering
Elk document moet het specifieke identificatienummer bevatten van de houder van de kaart die wordt verstrekt voor het uitoefenen van een bepaald soort taken en bevoegdheden. Een specifiek identificatienummer zorgt er ook voor dat iemand sneller wordt teruggevonden in het registratiesysteem.
Wijzigingsvoorstel 9
COM(2018) 631 final Artikel 102, lid 4-6
Vergaderingen van de raad van bestuur
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
4. Ierland wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. 5. Het Verenigd Koninkrijk wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur die plaatsvinden vóór de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. 6. Vertegenwoordigers van het Asielagentschap van de Europese Unie en Europol worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. De raad van bestuur kan ook een vertegenwoordiger van relevante instellingen, organen en instanties van de Unie uitnodigen. |
4. Ierland wordt uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. 5. Het Verenigd Koninkrijk wordt uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur die plaatsvinden vóór de datum van terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. 6. Vertegenwoordigers van het Asielagentschap van de Europese Unie en Europol worden uitgenodigd om als waarnemers deel te nemen aan de vergaderingen van de raad van bestuur. De raad van bestuur kan ook een vertegenwoordiger van relevante instellingen, organen en instanties van de Unie uitnodigen om als waarnemer op te treden . |
Motivering
Alleen leden hebben stemrecht in de vergadering van de raad van bestuur. Andere landen en instanties worden uitgenodigd en mogen aan de vergadering deelnemen als waarnemers, maar hebben geen stemrecht.
Wijzigingsvoorstel 10
COM(2018) 631 final Artikel 116, lid 1
Evaluatie
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
||||
|
|
Motivering
Overeenkomstig artikel 4 wordt er samen met het Agentschap een Europese grens- en kustwacht gevormd.
II. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S
1. |
wijst nogmaals op de behoefte aan een grotere ondersteunende rol en een ruimer mandaat voor het Europees Grens- en kustwachtagentschap (hierna „het Agentschap” genoemd), met name met het oog op samenwerking met derde landen, om ervoor te zorgen dat de buitengrenzen van de EU goed worden beschermd en de terugkeer van illegale migranten veel doeltreffender verloopt. Een ruimer mandaat impliceert echter wel dat er meer garanties nodig zijn om ervoor te zorgen dat het Agentschap bij zijn optreden alle grondrechten en de internationale verplichtingen van de EU en haar lidstaten ten volle respecteert, met name het beginsel van non-refoulement, en om te voorkomen dat het Agentschap betrokken raakt bij operaties in derde landen waarbij de naleving van de grondrechten niet kan worden gegarandeerd. |
2. |
Het Comité erkent dat een doeltreffende controle van de buitengrenzen van de EU een belangrijk onderdeel is van een alomvattend EU-beleid op het gebied van migratie, en dat de voorgestelde versterking van de Europese grens- en kustwacht in dit verband noodzakelijk kan zijn; onderstreept echter, zoals vermeld in het recente advies van het CvdR over het Fonds voor asiel en migratie, dat de toename van de financiële en operationele middelen voor grensbewaking gepaard moet gaan met overeenkomstige inspanningen om de andere aspecten van het migratiebeleid van de EU kracht bij te zetten, teneinde een evenwichtige aanpak te waarborgen. |
3. |
Het Comité benadrukt dat vrij verkeer van EU-burgers een van de voornaamste verworvenheden van de EU is en dat ongedocumenteerde migratie over de buitengrenzen in een ruimte zonder binnengrenzen ernstige juridische, economische en veiligheidsgerelateerde gevolgen heeft voor de werking van het Schengensysteem. |
4. |
Als er weer grenscontroles worden ingevoerd aan de binnengrenzen, al is het maar tijdelijk, dan wordt het voor aangrenzende regio’s een stuk lastiger om met elkaar samen te werken; bovendien heeft dit ernstige gevolgen voor de regionale economie en daarom zijn effectieve controles aan de buitengrenzen essentieel. |
5. |
Een doeltreffende bescherming van de buitengrenzen draagt bij tot de bestrijding van mensenhandel en brengt het bedrijfsmodel van smokkelaars een definitieve slag toe, waardoor tragisch verlies van mensenlevens wordt voorkomen; bovendien kan een effectieve controle van de buitengrenzen lokale en regionale overheden helpen bij het voorkomen van bepaalde bedreigingen van de interne veiligheid, de openbare orde en de volksgezondheid, vooral langs de buitengrenzen van de EU. |
6. |
Het Comité is van mening dat een goed functionerend migratiebeleid staat of valt met een alomvattende aanpak van migratie, een betere controle van de buitengrenzen van de EU, evenals een functionerend gemeenschappelijk Europees asielstelsel, een gezamenlijke aanpak van mensen die internationale bescherming nodig hebben, een coherent systeem van wettelijke trajecten voor migratie en een veel consistenter beleid dat aandacht besteedt aan de externe dimensie en oorzaken van migratie. |
7. |
Een doeltreffend terugkeerbeleid is een essentieel onderdeel van een alomvattende aanpak van migratie en daarom moet het Agentschap de lidstaten ondersteuning kunnen bieden waar het gaat om de terugkeer van migranten, overeenkomstig het internationale en EU-recht en met inachtneming van het beginsel van non-refoulement. |
8. |
Het Comité is blij dat het Agentschap een ruimer mandaat heeft gekregen om uitgebreide steun te verlenen aan lidstaten en derde landen op het gebied van effectieve en humane terugkeer. Dit kan in specifieke gevallen ook betekenen dat derde landen op verzoek en zonder geografische beperkingen operationele ondersteuning kan worden geboden teneinde te voorkomen dat crisissituaties uit de hand lopen; in dergelijke gevallen zijn echter duidelijke garanties en waarborgen nodig met betrekking tot de eerbiediging van de grondrechten en het internationale recht, alsook passende mechanismen om ervoor te zorgen dat het Agentschap verantwoording aflegt over zijn optreden buiten de jurisdictie van de lidstaten. |
9. |
Voorts wijst het Comité op het feit dat de bescherming van de buitengrenzen een gezamenlijke bevoegdheid van de EU en de lidstaten is en daarom moet het voorstel ervoor zorgen dat de Commissie toeziet op de coördinatie en de controle van de buitengrenzen van de Unie. |
10. |
Het Comité vindt het noodzakelijk dat de lidstaten verplicht zijn bij te dragen aan de gezamenlijke acties van het Agentschap, maar is bezorgd over het voorstel om een permanent korps van 10 000 grenswachten op te richten, aangezien de inzet van nationale grenswachten en nationale personeelsleden voor het Agentschap kan leiden tot een mogelijke braindrain; onderstreept dat de invoering van dergelijke nieuwe structuren geen extra last mag vormen voor de lokale en regionale overheden, met name in de grensregio’s, en de uitvoering van taken aan de buitengrenzen door bestaande nationale, regionale of lokale structuren niet in gevaar mag brengen, en daarom stelt het Comité een meer realistische en stapsgewijze oprichting van het in bijlage I genoemde permanente korps voor. |
11. |
Het Comité is bezorgd over het ontbreken van een passende beoordeling van de verschillende aspecten van de impact van het voorstel, met inbegrip van de mogelijke territoriale impact, en vindt dat moet worden nagegaan hoe de ondersteunende rol van het Agentschap op de meest kosteneffectieve wijze kan worden gewaarborgd. In een dergelijke effectbeoordeling moet ook aandacht worden besteed aan de financiële gevolgen in zowel normale als crisissituaties, evenals aan de complexe juridische kwesties die zich met name bij operaties buiten het EU-grondgebied kunnen voordoen. |
12. |
Bij grensbeheer zijn meerdere partijen betrokken en ook de lokale en regionale overheden kunnen hierbij een rol spelen, zoals omschreven in artikel 22. Zo moeten de betreffende lokale en regionale autoriteiten (zoals de instanties die de grens- en kustregio’s beheren) naar behoren worden betrokken bij de uitwisseling van informatie, met name met betrekking tot de nationale coördinatiecentra (artikel 21) en bij de voorbereiding van nationale strategieën voor geïntegreerd grensbeheer (artikel 8). |
13. |
Het Comité benadrukt dat irreguliere migratie de lokale en regionale overheden onder grote druk zet en uitdagingen met zich meebrengt waar het gaat om het verlenen van beperkte openbare diensten aan mensen jegens wie wij een internationale verplichting hebben om opvang en asiel te bieden. Het is daarom van essentieel belang dat afgewezen asielzoekers snel worden teruggestuurd en dat legale migratiekanalen worden gerespecteerd. |
14. |
Het Comité is van mening dat de bescherming van de buitengrenzen van de EU van gemeenschappelijk belang is en dat de doelstellingen van de voorgestelde wetgeving door de lidstaten en de regionale overheden alleen niet voldoende kunnen worden verwezenlijkt, en dat het voorstel derhalve in overeenstemming is met het subsidiariteits- en evenredigheidsbeginsel. |
Brussel, 6 februari 2019.
De voorzitter
van het Europees Comité van de Regio’s
Karl-Heinz LAMBERTZ