EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017SC0200

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Het sociaal scorebord bij MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S Inzake de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten

SWD/2017/0200 final

Brussel, 26.4.2017

SWD(2017) 200 final

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE

Het sociaal scorebord

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE EN HET COMITE VAN DE REGIO'S

Inzake de oprichting van een Europese pijler van sociale rechten

{COM(2017) 250 final}
{SWD(2017) 201 final}
{SWD(2017) 206 final}


Een socialer en eerlijker Europa tot stand brengen is een topprioriteit voor de Europese Commissie. De Europese pijler van sociale rechten wordt aangereikt om te dienen als een kompas in een proces dat moet leiden naar een vernieuwde sociaaleconomische convergentie en om de aanzet te geven voor hervormingen op nationaal niveau. In dit kader wordt de sociale pijler ondersteund door een sociaal scorebord van kernindicatoren, aan de hand waarvan de werkgelegenheid en de sociale prestaties van de deelnemende lidstaten kunnen worden gescreend. Met dit toezichtinstrument kunnen ook succesvolle resultaten worden gebenchmarkt met het oog op algemene verbeteringen.

Het sociaal scorebord dient als referentiekader om de "maatschappelijke vooruitgang" te meten op een concrete, veelzijdige en objectieve manier, zodat ook de burgers het gemakkelijk kunnen consulteren en begrijpen. Het houdt voortdurend de vinger aan de pols om de belangrijkste uitdagingen van de lidstaten, de EU en de eurozone op het vlak van werkgelegenheid en sociale evoluties in kaart te brengen en om te identificeren op welke vlakken mettertijd vooruitgang is geboekt. In het kader van het sociaal scorebord wordt "maatschappelijke vooruitgang" verstaan als de capaciteit om welzijn en kansen te bevorderen en in stand te houden door de voorwaarden te scheppen waardoor mensen tot volle ontplooiing kunnen komen en in hun basisbehoeften kunnen voorzien.

In deze omschrijving wordt verwezen naar drie algemene dimensies van maatschappelijke vooruitgang: 1) gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, 2) dynamische arbeidsmarkten en billijke arbeidsomstandigheden, en 3) overheidssteun/sociale bescherming en integratie.

1)"Gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt": hierbij wordt aandacht besteed aan rechtvaardigheid op het vlak van onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren, gender, ongelijkheid en sociale mobiliteit, levensomstandigheden en jongeren;

2)"Dynamische arbeidsmarkten en billijke arbeidsomstandigheden": hierbij wordt een antwoord gegeven op de vraag of markten efficiënt en vrij functioneren bij het ondersteunen van herplaatsing en het vinden van werk in een concurrerende economie. Er wordt gebruik gemaakt van indicatoren die enerzijds betrekking hebben op de werking van de arbeidsmarkten, de ondersteuning van werkgelegenheid en omschakelingen, en anderzijds op de billijkheidsdimensie van arbeidsvoorwaarden en lonen;

3)"Overheidssteun/sociale bescherming en integratie": hierbij wordt gelet op billijke resultaten door middel van overheidssteun en/of sociale bescherming. Deze set indicatoren heeft voornamelijk betrekking op dienstverlening en sociale vangnetten.

Het sociaal scorebord benchmarkt de prestaties van de individuele EU-lidstaten ten opzichte van het gemiddelde van de EU en van de eurozone. Daarnaast zal het voor een aantal onderdelen mogelijk zijn om de EU-prestaties te vergelijken met de prestaties van andere internationale actoren. Een dergelijke benchmarking kan dienen als een empirische basis om processen van wederzijds leren uit goede praktijken een nieuwe impuls te geven. Dankzij het sociaal scorebord kunnen ook tendensen op langere termijn worden gevisualiseerd. Waar mogelijk en relevant zijn de indicatoren uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en/of opleidingsniveau.

Er zijn twaalf gebieden geselecteerd waarin maatschappelijke vooruitgang kan worden gemeten, allemaal in aansluiting op een van de drie genoemde dimensies. De voor deze gebieden voorgestelde indicatoren, die in de bijlage worden toegelicht, zijn gebaseerd op bestaande kwantitatieve gegevens die worden verzameld door Eurostat (voornamelijk via de communautaire statistiek van inkomens en levensomstandigheden (EU-SILC), de vierjaarlijkse loonstructuurenquête in combinatie met de jaarlijkse nationale ramingen en de arbeidskrachtenenquête (LFS)) en door de OESO.

Het Europees semester, de jaarlijkse cyclus voor coördinatie van het economisch beleid, is een belangrijk instrument om nauwlettend toe te zien op de ontwikkelingen op het niveau van de EU en de lidstaten, dat ook het geheel aan gebieden bestrijkt waarop de Europese pijler van sociale rechten betrekking heeft. Daarom zal het sociaal scorebord met de relevante commissies van de Raad worden besproken, zodat het ook kan worden gebruikt in het kader van het Europees semester en geïntegreerd in het jaarlijkse gezamenlijke verslag over de werkgelegenheid (JER) dat elk najaar samen met de jaarlijkse groeianalyse wordt gepubliceerd. In deze context is het de bedoeling dat de eerste indicatoren voor elk gebied (in vet) worden gebruikt als kernindicatoren voor het scorebord dat in het JER zal worden geïntegreerd, terwijl de andere indicatoren als secundaire indicatoren in de lopende tekst van het JER aan bod komen naarmate zij relevant zijn. Aangezien werkgelegenheid en sociale aspecten de laatste jaren in het kader van het Europees semester aan belang hebben gewonnen, zal het sociaal scorebord helpen om deze thema's meer aan bod te doen komen in het Europees semester en in de in dit kader geformuleerde aanbevelingen voor de eurozone en de lidstaten, die daardoor relevante, op de nationale specificiteiten toegespitste hervormingen kunnen weergeven en ondersteunen. Het sociaal scorebord kan ook een referentiepunt zijn voor de werkzaamheden in verband met de sociale dimensie van de eurozone.



Bijlage - Sociaal scorebord: kern- en secundaire indicatoren

Gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt

Onderwijs, vaardigheden en een leven lang leren

1.Voortijdige schoolverlaters

(% voortijdige schoolverlaters in de leeftijdsgroep 18-24 jaar, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Deelname van volwassenen aan onderwijs of opleiding

(Een leven lang leren - % in de leeftijdsgroep 25-64 jaar dat deelneemt aan onderwijs of opleiding, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

 

Slechte prestaties in het onderwijs (teleurstellende resultaten bij wiskunde in het PISA-onderzoek bij vijftienjarigen)

OESO

Tertiair onderwijsniveau in de leeftijdsgroep 30-34 jaar

(Tertiair onderwijsniveau - % in de leeftijdsgroep 30-34 jaar dat tertiair onderwijs heeft voltooid, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Gendergelijkheid op de arbeidsmarkt

2.Genderkloof arbeidsparticipatie

(Genderkloof in de netto arbeidsparticipatie)

Eurostat

Genderkloof in deeltijdwerk

(Genderkloof in deeltijdwerk als % van de totale arbeidsparticipatie)

Eurostat

Loonkloof tussen mannen en vrouwen in niet-gecorrigeerde vorm

(Niet-gecorrigeerde loonkloof tussen mannen en vrouwen per uur in %)

Eurostat

Ongelijkheid en opwaartse mobiliteit

3.Inkomensongelijkheid

(Als gemeten door de verhouding inkomenskwintielen (S80/S20))

Eurostat

Door sociaaleconomische status verklaarde prestatieverschillen bij studenten (impact van sociaaleconomische en culture status op PISA-resultaten)

OESO

Levensomstandigheden en armoede

4.Percentage mensen met risico op armoede of sociale uitsluiting (AROPE)

(% van de totale bevolking met risico op armoede of sociale uitsluiting, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

1.

Armoederisicopercentage (AROP)

(% van de totale bevolking met risico op armoede, uitgesplitst naar geslacht)  

Eurostat

2.

Percentage ernstige materiële deprivatie

(% van de totale bevolking met ernstige materiële deprivatie, uitgesplitst naar geslacht)  

Eurostat

3.

Personen die leven in een huishouden met zeer lage werkintensiteit

(% van de totale bevolking van minder dan 60 jaar dat leeft in een huishouden met zeer lage werkintensiviteit, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

4.

Percentage ernstige materiële deprivatie

(% van de totale bevolking in een overbevolkte woning en geconfronteerd met woningnood, uitgesplitst naar eigendomssituatie)

Eurostat

Jeugd

5.Jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen, 15-24 jaar

NEET-percentage, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Dynamische arbeidsmarkten en billijke arbeidsomstandigheden

Structuur van de beroepsbevolking

6.Netto arbeidsparticipatie

(20-64 jaar, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau)

Eurostat

7.Werkloosheidspercentage

(15-74 jaar, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau)

Eurostat

Bruto arbeidsparticipatie

(15-64 jaar, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd)

Eurostat

Jeugdwerkloosheid

(15-24 jaar, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Percentage langdurige werkloosheid

(% van de totale actieve bevolking, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Dynamiek van de arbeidsmarkt

8.Activeringsmaatregelen - percentage werkwilligen dat aan arbeidsmarktmaatregelen deelneemt

Eurostat

Werk in huidige baan, uitgesplitst naar duur

(% van de werknemers die voor een bepaalde duur in hun huidige baan werken (een jaar of minder, 1-2 jaar, 2-5 jaar, meer dan 5 jaar)

Eurostat

Percentage omschakelingen van tijdelijk naar vast werk (gemiddelde over 3 jaar)

(% van de bevolking in de leeftijdsgroep van 18 jaar en ouder dat het vorige jaar nog tijdelijk werk had en in het huidige jaar is overgestapt naar vast werk, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Inkomen, met inbegrip van inkomen uit werk

9.Reëel gecorrigeerd bruto beschikbaar inkomen van huishoudens per hoofd in KKS: Index 2008=100

Eurostat

10.Beloning van werknemers per gewerkt uur

Eigen berekeningen op basis van Eurostatgegevens

Armoederisicopercentage onder werkenden

(% van de werkende bevolking in de leeftijdsgroep van 18 jaar en ouder met risico op armoede, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Overheidssteun/sociale bescherming en integratie

Effect van overheidsbeleid op armoedebestrijding

11.Effect van sociale overdrachten (m.u.v. van pensioenen) op armoedebestrijding

(Verschil tussen het percentage van de totale bevolking met risico op armoede voor en na sociale overdrachten, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Overheidsuitgaven naar functie

(Overheidsuitgaven als % van het bbp, uitgesplitst naar functie (sociale bescherming, gezondheidszorg en onderwijs))

Eurostat

Geaggregeerde vervangingsratio voor pensioenen

(Ratio van het mediane individuele bruto pensioen in de leeftijdsgroep 65-74 jaar in verhouding tot het mediane individuele bruto inkomen in de leeftijdsgroep 50-59 jaar)

Eurostat

Opvang voor jonge kinderen

12.Kinderen jonger dan 3 jaar in formele kinderopvang

(Kinderen in formele kinderopvang (% van kinderen in dezelfde leeftijdsgroep, 0-3 jaar))

Eurostat

Gezondheidszorg

13.Zelfgerapporteerde onvervulde behoefte aan medische zorg (EU-SILC)

(% van de totale bevolking dat een onvervulde behoefte aan medische zorg heeft gerapporteerd, uitgesplitst per geslacht)

Eurostat

Gezonde levensjaren (op de leeftijd van 65 jaar)

Eurostat

Zelf te betalen uitgaven voor gezondheidszorg

Eurostat

Digitale toegang

14.Digitale vaardigheden van de bevolking

(% van de bevolking met minstens elementaire algemene digitale vaardigheden, uitgesplitst naar geslacht)

Eurostat

Dimensie connectiviteit van de index van de digitale economie en maatschappij (DESI): penetratie van vaste breedband (33 %), penetratie van mobiele breedband (22 %), snelheid (33 %) en betaalbaarheid (11 %)

Digitaal scorebord 

Top