Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017AR1261

    Advies van het Europees Comité van de Regio's over migratie langs de centrale Middellandse Zeeroute

    PB C 342 van 12.10.2017, p. 27–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.10.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 342/27


    Advies van het Europees Comité van de Regio's over migratie langs de centrale Middellandse Zeeroute

    (2017/C 342/04)

    Rapporteur:

    Hans JANSSEN (NL/EVP), burgemeester van Oisterwijk

    Referentiedocument:

    Gezamenlijke mededeling van het Europees Parlement, de Europese Raad en de Raad — Migratie langs de centrale Middellandse Zeeroute — Migrantenstromen beheersen en levens redden

    JOIN(2017) 4 final

    BELEIDSAANBEVELINGEN

    HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO'S (CvdR)

    Inleiding en context

    1.

    beschouwt deze EU-mededeling als een belangrijk element van een bredere hervorming van het EU-beleid. Meerwaarde ervan is dat er concrete maatregelen in worden voorgesteld ter aanvulling op de strategische richtsnoeren van de Raad van 2014, waarin de Europese leiders afspraken om voor de komende jaren het pad te effenen voor de ontwikkeling van het toekomstige beleid op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken, met inbegrip van immigratie en asiel.

    2.

    Het gaat hier over een zeer gevoelig en strategisch thema. Daarom moeten de EU-lidstaten en de EU-instellingen doorgaan met het vormgeven van een strategie voor de regio, in het licht van haar betrekkingen met de Europese Unie, en dus ook van een echt migratiebeleid, en de politieke verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoering daarvan, in het belang van de Europese burgers en rekening houdend met de specifieke situatie van de lidstaten en van de landen van herkomst, alsook met de rechten van migranten conform internationale en Europese verdragen.

    3.

    Migratie en ontwikkelingsbeleid zijn nauw met elkaar verbonden. Internationale, nationale, regionale en lokale samenwerking is cruciaal voor het formuleren van een gemeenschappelijk migratiebeleid en de tenuitvoerlegging van de Europese migratieagenda.

    4.

    Het CvdR pleit voor de vaststelling van een totaalaanpak om de migratiestromen decentraler en efficiënter te beheersen. Met zo'n decentraal beheer moeten gelijke behandeling en gelijke rechten worden gewaarborgd.

    5.

    Heel belangrijk is om het aantal doden dat op zee valt tijdens pogingen om Europa te bereiken, te verminderen en om mensen in nood te blijven redden en de inspanningen daartoe op te voeren. Het CvdR betreurt ten zeerste de honderden levens die al verloren zijn gegaan, en prijst alle landen en organisaties die trachten deze menselijke tragedie te voorkomen (1). Het wijst er nog eens op dat er als onderdeel van de inspanningen om een alomvattend en humaan migratiebeleid te creëren, bijkomende, veilige en toegankelijke legale kanalen voor migratie naar de EU moeten worden geschapen, waarbij te denken valt aan humanitaire visa, hervestiging en verruimde gezinshereniging.

    6.

    Het CvdR is ingenomen met de aanvullende maatregelen die in deze gezamenlijke mededeling worden genoemd om initiatieven op de centrale Middellandse Zeeroute, ook in en rond Libië, kracht bij te zetten. Aangezien veel mensen op de centrale Middellandse Zeeroute en op zee omkomen is het nog steeds een topprioriteit om de migratiestromen in goede banen te leiden en levens te redden.

    7.

    Multilevel governance is een must om tot optimale resultaten te komen. In dit kader is het van cruciaal belang dat de EU en de nationale en subnationale overheden nauw met lokale en regionale overheden in de doorreislanden en met het maatschappelijk middenveld, migrantenorganisaties en plaatselijke gemeenschappen in de gastlanden samenwerken en openstaan voor hun inbreng.

    8.

    Deze maatregelen kunnen pas slagen als er nauw wordt samengewerkt met de belangrijkste partners in de landen op de centrale Middellandse Zeeroute, als de EU-instellingen en de lidstaten de handen ineenslaan en als er wordt samengewerkt met internationale organisaties zoals de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Sommige van de voorgestelde acties kunnen echter pas met succes worden geïmplementeerd als de situatie op het terrein dat toelaat. Deze acties zouden moeten worden gezien als aanvulling op de vele initiatieven die door de EU en de lidstaten al worden ontplooid, met name in het kader van de Europese migratieagenda en het Partnerschapsprogramma inzake migratie (2).

    9.

    Het CvdR heeft waardering voor het feit dat Italië, Malta, Griekenland, Cyprus, Frankrijk, Spanje en Portugal hun nationale Eurosur-coördinatiecentra voor grensbewaking al gekoppeld hebben aan het netwerk Seahorse Mediterranean.

    10.

    Zoals in de gezamenlijke mededeling wordt opgemerkt, is de centrale Middellandse Zeeroute de drukste route geworden waarlangs migranten en vluchtelingen Europa proberen te bereiken. Op deze route zijn in 2016 meer dan 180 000 mensen aangetroffen, van wie verreweg de meesten via Italië in Europa zijn gekomen. Voor 90 % van de mensen op deze route is het vertrekpunt Libië. De fragiele politieke en economische situatie in dat land vormt voor mensensmokkelaars een kans om hun activiteiten uit te breiden. Het is dringend noodzakelijk om het aantal mensen dat de oversteek waagt te verminderen en om rubberbootjes en schepen tegen te houden die illegaal naar de EU vertrekken. Op alle bestuursniveaus dienen daartoe preventieve maatregelen te worden genomen.

    11.

    Mensensmokkelaars en mensenhandelaars zelf dragen door hun optreden en mensenrechtenschendingen bij tot de instabiliteit in Libië, waardoor de migranten nog kwetsbaarder worden. Een blijvende oplossing voor de bestuurs- en veiligheidsproblemen in Libië heeft voor de EU, haar lidstaten en haar internationale partners nog steeds topprioriteit, en is een essentiële voorwaarde voor een duurzame aanpak van de huidige situatie.

    12.

    De meeste migranten in Libië komen uit derde landen. Het grootste deel van hen is afkomstig uit sub-Saharaans Afrika. Voor een efficiënte aanpak moet er dus ook ten zuiden van Libië worden opgetreden.

    13.

    Het CvdR onderstreept de meerwaarde van de in de mededeling aangekondigde maatregelen: uitbreiding van de opleidingsprogramma's voor de Libische kustwacht, erop toezien dat er voor opleidingsbehoeften in de toekomst duurzame financieringsbronnen beschikbaar zijn, de strijd tegen mensensmokkelaars en -handelaars flink opvoeren, en stimuli aanreiken voor de deelname van Tunesië, Algerije en Egypte aan het netwerk Seahorse Mediterranean om de subregio erbij te betrekken. Belangrijke prioriteit moet daarbij zijn herstel van het respect voor de fundamentele mensenrechten en de rechtsstaat ten behoeve van migranten en de lokale bevolking.

    De noodzakelijke nadruk op het fragiele Libië

    14.

    Het CvdR beklemtoont dat er serieus met de Libische autoriteiten moet worden overlegd om ervoor te zorgen dat de omstandigheden in de migrantencentra worden verbeterd, waarbij kwetsbare personen en minderjarigen speciale aandacht dienen te krijgen en er nauw moet worden samengewerkt met de Internationale Organisatie voor Migratie en de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen, die er goed op moeten toezien dat de normen in acht worden genomen.

    15.

    Ook onderschrijft het CvdR dat het zaak is om nauwer samen te werken en te overleggen met Libische gemeenten teneinde alternatieve bestaansmiddelen te bevorderen en de veerkracht van de lokale gastgemeenschappen te ondersteunen, en om samen te werken op technisch vlak zodat de Libische gemeenten ontwikkelingsstrategieën kunnen uitwerken en hun inwoners beter kunnen ondersteunen.

    16.

    Het CvdR benadrukt dat er een strategie voor samenwerking op de middellange en lange termijn nodig is om de Libische lokale en nationale autoriteiten bij te staan bij de opbouw van hun beheerscapaciteit.

    17.

    Het is het ermee eens om de grenssamenwerking, dialoog en informatie-uitwisseling tussen Libië en zijn zuiderburen te bevorderen, onder meer door ten volle gebruik te maken van het inlichtingennetwerk Afrika-Frontex.

    18.

    Het risico dat er als gevolg van de gezamenlijke acties met Libië andere routes ontstaan in buurlanden, moet zoveel mogelijk worden beperkt. Het CvdR is dan ook voorstander van een brede regionale aanpak door meer met Egypte, Tunesië en Algerije samen te werken en het overleg en de praktische samenwerking met deze landen op migratiegebied te intensiveren. Ook zou er nadere bijstand aan deze landen moeten worden verleend om hun eigen functionerende asielstelsels te ontwikkelen en hulp te bieden aan degenen die internationale bescherming behoeven.

    19.

    De EU voert in de regio verschillende projecten en programma's uit op gebieden die met elkaar samenhangen. Willen deze initiatieven adequaat bijdragen tot de verwezenlijking van de hierboven vermelde doelstellingen, dan moeten ze goed op elkaar worden afgestemd.

    20.

    Tot nu toe heeft de EU gewoonlijk op irreguliere migratie gereageerd door landgerichte veiligheidsbenaderingen te hanteren waarmee vooral wordt beoogd mensensmokkel te bestrijden door met nationale overheden samen te werken.

    21.

    Het CvdR dringt erop aan meer aandacht te besteden aan de verschillende lokale politieke en economische actoren die bij irreguliere migratie zijn betrokken. Hierbij moet gedacht worden aan vervoersbedrijven die de irreguliere verplaatsingen van migranten mogelijk maken, lokale burgers die voedsel en onderdak verschaffen om te kunnen rondkomen, plaatselijke veiligheidsbeambten die wat bijverdienen door mensen om te kopen of „wegenbelasting” te laten betalen, politieke elites die het geld dat ze met het faciliteren van irreguliere migratie hebben verdiend gebruiken om politieke gunsten en invloed te kopen, gewapende groeperingen die het smokkelen en uitbuiten van mensen gebruiken om hun positie te versterken enz. Om tot een efficiënt migratiebeheer te komen is het absoluut noodzakelijk dat er een goed inzicht wordt verkregen in deze verschillende actoren en in hun relatie tot het lokale bestuur en hun rol in de dynamiek van stabiliteit en conflict, en moeten zij worden betrokken bij het debat over de strategieën om hun land te stabiliseren en de toekomst ervan vorm te geven.

    22.

    Het CvdR schaart zich dan ook achter de suggestie om de bestaande sociaaleconomische ondersteuning van gemeenten op de migratieroute te versterken en gemeenten te betrekken bij de tenuitvoerlegging van strategieën om de levensomstandigheden van de lokale bevolking en daarmee ook de toekomstperspectieven ter plekke te verbeteren.

    23.

    Een goed doortimmerd migratiebeleid zou op langere termijn kunnen helpen om voor alternatieve bestaansmiddelen te zorgen en de kwaliteit van de instellingen te verbeteren. Op die manier kunnen sommige onderliggende oorzaken van de migratie worden aangepakt. Om zo'n doeltreffend beleid te formuleren, moet in het huidige migratiebeleid worden ingezien dat de irreguliere migratie via de Sahara veroorzaakt wordt door problemen op het gebied van bestuur en stabiliteit.

    24.

    Routes voor irreguliere migratie lopen door vele landen met een zwakke of afwezige overheid. Libië is daarvan een sprekend voorbeeld. Uit diverse rapporten blijkt dat irreguliere strijdkrachten zich verrijken met inkomsten uit illegale smokkel en handel; zij opereren de facto als de plaatselijke autoriteiten, waardoor ze het bredere proces van conflictoplossing een stok in de wielen kunnen steken. Zelfs in gevallen waarin de officiële overheid nog steeds bestaat, is samenwerking met dergelijke actoren in de strijd tegen irreguliere migratie een intrinsiek politieke aangelegenheid die wel eens de belangen van met de staat verbonden smokkelaars en irreguliere strijdkrachten ten goede kan komen. Daar waar de soevereiniteit is versnipperd, bestaan er geen neutrale gesprekspartners.

    25.

    Ook klimaatverandering en natuurrampen kunnen ten grondslag liggen aan migratie en ontheemding. Als preventieve maatregel om de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken, pleit het CvdR voor investeringen om de rampenbestendigheid te vergroten.

    Verbetering van het migratiebeheer in Libië

    26.

    Het CvdR moedigt aan dat er systematisch en aanhoudend met de Libische autoriteiten wordt samengewerkt. De nadruk dient daarbij te liggen op grensbeheer, het tegengaan van irreguliere migratie, eerbiediging van de mensenrechten en het lenigen van de noden van migranten in Libië, ook door samen met het maatschappelijk middenveld alternatieven uit te werken voor het opsluiten van migranten, dat alleen als uiterste middel zou mogen worden gebruikt en waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de omstandigheden voldoen aan de internationale humanitaire normen op het gebied van de mensenrechten. In door de EU gesteunde programma's voor capaciteitsopbouw zouden training en logistieke ondersteuning op deze gebieden een belangrijke plaats moeten krijgen.

    27.

    Het CvdR stelt voor dat er samen met de UNHCR wordt nagegaan in hoeverre het praktisch haalbaar zou kunnen zijn om migranten die internationale bescherming behoeven, vanuit Libië te hervestigen in EU-lidstaten en andere internationale partnerlanden.

    28.

    Het CvdR pleit voor versterking van het proefinitiatief dat erop gericht is om gebieden waar zich binnenlands ontheemden en migranten op doorreis bevinden, sociaal te stabiliseren, onder meer door gezamenlijke regionale strategieën uit te werken om mensen een waardig leven te bieden, met name door werkgelegenheid te scheppen voor personen die bescherming behoeven. Voordeel hiervan zou ook zijn dat hun acceptatie door de gastgemeenschappen wordt bevorderd. Daarnaast moeten onder andere de dienstverlening en de openbare voorzieningen voor de bevolking worden verbeterd.

    29.

    Het zou volgens het CvdR goed zijn om verder in te zetten op ondersteuning van vrijwillige terugkeer van in Libië gestrande migranten naar hun land van herkomst, indien de situatie op het terrein dit toelaat. Hierbij zou afstemming moeten plaatsvinden met de internationale partners, in het bijzonder de IOM.

    Lokale overheden: cruciaal onderdeel van de oplossing

    30.

    Terecht worden lokale en regionale overheden aangemerkt als belangrijke actoren bij het oplossen van migratieproblemen, het migratiebeheer, het redden van levens en het bestrijden van misdaad.

    31.

    Steden spelen op het gebied van de wereldwijde migratie een hoofdrol en hebben ook het meest direct te lijden onder de negatieve gevolgen daarvan. Lokale overheden zijn rechtstreeks verantwoordelijk voor de levensomstandigheden, successen en problemen van immigranten. Lokale overheden kunnen slagen daar waar vele nationale overheden uitgedaagd worden en soms in gebreke blijven (3).

    32.

    Het CvdR onderstreept de rol van het lokale bestuur in de herkomst-, doorreis- en bestemmingslanden bij het migratiebeleid, met name waar het gaat om integratie en sociale samenhang. Lokale overheden staan duidelijk in de frontlinie bij het aanpakken van de migratieproblemen, gezien hun taakomschrijving en hun aanwezigheid ter plaatse. Uit ervaring weten ze hoe ze moeten omgaan met de dagelijkse realiteit van de steeds diverser wordende samenlevingen. Migratie is echter een collectieve verantwoordelijkheid en een kwestie die op alle niveaus — Europees, nationaal, regionaal en lokaal — speelt. Belangrijk voor een zo goed en duurzaam mogelijke opvang van migranten en daarmee voor de bevordering van een succesvolle integratie is wel dat er rekening wordt gehouden met lokale en regionale omstandigheden.

    33.

    De EU zou gebruik moeten maken van de mogelijkheden en ervaringen van maritieme regio's aan de zuidelijke grens van de EU (Middellandse Zee en Atlantische Oceaan), want deze regio's kunnen bij uitstek als bruggenhoofd fungeren om met derde landen betrekkingen te ontwikkelen die tot wederzijds voordeel strekken.

    34.

    Het CvdR benadrukt dat lokale gemeenschappen in met name Libië moeten worden versterkt, overeenkomstig de door de leden van de Europese Raad ondertekende Verklaring van Malta over de externe aspecten van migratie (4), en is dan ook voorstander van projecten zoals het initiatief van Nicosia. Het verzoekt de Europese Dienst voor extern optreden en de Europese Commissie om samen met het CvdR en verenigingen van lokale en regionale overheden na te gaan of dergelijke projecten ook in andere landen mogelijk zijn.

    35.

    Het CvdR erkent dat het initiatief van Nicosia een meerwaarde heeft als capaciteitsopbouwproject ter ondersteuning van Libische gemeenten, uitgevoerd in samenwerking met Europese lokale en regionale overheden en met financiële hulp van de Europese Commissie. Om de efficiëntie te verhogen en betere resultaten te verkrijgen dient dit initiatief te worden versterkt. Daarbij is het echter wel zaak de vinger aan de pols te houden waar het gaat om de complexe situatie rond het legitieme gezag in Libië, en goed te blijven letten op mogelijke politieke implicaties.

    36.

    Het CvdR onderschrijft dat de capaciteit van lokale overheden langs de centrale Middellandse Zeeroute niet goed ontwikkeld is. Dit is een nog nijpender probleem als er in een economisch kwetsbaar klimaat aan uiteenlopende behoeften moet worden voldaan. Lokale overheden moeten over de instrumenten beschikken om een inschatting te kunnen maken van de meest dringende behoeften van migranten, en dan met name van niet-begeleide minderjarigen en vrouwen.

    37.

    De bescherming van kinderen moet meer aandacht krijgen. In de afgelopen drie maanden is er een recordaantal vluchtelingen en migranten op de centrale Middellandse Zeeroute omgekomen, onder wie naar schatting 190 kinderen. Terecht heeft UNICEF de EU en haar lidstaten opgeroepen om zich ervoor in te zetten dat — met name niet-begeleide — vluchtelingen- en migrantenkinderen beschermd worden tegen uitbuiting, geweld en mensenhandel, en om de kinderbeschermingsprogramma's in Libië kracht bij te zetten.

    38.

    De EU-steun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden is niet alleen bedoeld om hun technische vermogens te verbeteren, maar ook om voor efficiënte basisdiensten en -voorzieningen te zorgen. Uit gegevens blijkt dat een decentraal beheer van sociale diensten en collectieve goederen tot een optimale kosteneffectiviteit leidt bij de planning en uitvoering van ontwikkelingsmaatregelen.

    39.

    Het CvdR pleit dan ook voor het bevorderen van decentralisering en lokale bestuursprogramma's, overeenkomstig nationale armoedebestrijdingsplannen.

    40.

    Het zou goed zijn om meer aandacht te schenken aan de samenhang en wisselwerking tussen nationale migratiebeleidsmaatregelen en lokale initiatieven op het gebied van de dienstverlening aan en de bescherming van migranten en de bevordering van hun maatschappelijke integratie als zij recht hebben op internationale bescherming. Lokale besturen zouden minimaal moeten beschikken over het gezag en de middelen die nodig zijn om op adequate wijze aan de behoeften van de migranten op hun grondgebied tegemoet te komen. Idealiter zouden ze moeten kunnen werken in een bredere beleidsomgeving die een inclusieve benadering ten goede komt, maar daarvoor moet wel aan de juiste voorwaarden worden voldaan.

    41.

    Libië wordt al zes jaar lang gekenmerkt door ernstige politieke en sociale onrust, die is ontstaan na en door de Arabische lente. De algehele crisis waarin Libië zich sinds 2014 bevindt, heeft overal in het land geleid tot een grote chaos en een forse verslechtering van de leefomstandigheden. Er is nauwelijks een staat meer en de middelen van de gemeenteraden zijn zeer beperkt. Gezien deze zwakte van de instellingen is het zeer moeilijk om tot stabiliteit en ontwikkeling te komen. Tegelijkertijd heeft het land gekozen voor hervormingen om het bestuursstelsel te decentraliseren. Daarbij heeft het in 2012 een wet over lokaal bestuur (wet 59) aangenomen die ondanks de instabiliteit in het land nog steeds als uitgangspunt geldt voor alle Libische partijen, ongeacht tot welke politieke stroming ze behoren.

    42.

    Veel jongeren uit Libische steden zijn betrokken geraakt bij de „migratiebusiness”, omdat hiermee veel geld te verdienen is. De integratie van jongeren die hebben deelgenomen aan de gewapende strijd en aan activiteiten van milities, is een zeer moeilijke taak. Voor de traditionele sociale netwerken (stammen, families, scholen en instellingen) is het lastig om met jongeren om te gaan. Drugsgebruik en criminaliteit zijn wijdverspreid. De situatie voor jongeren is nog verslechterd doordat een specifiek jongerenbeleid ontbreekt.

    43.

    Het CvdR beklemtoont dat gemeenten in Libië en ook in de andere landen op de Middellandse Zeeroute een voorname rol kunnen spelen. Als de wettige institutionele actoren die bevoegd zijn voor lokale vraagstukken kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan het stabiliseren van de situatie. Ze zouden zich vooral moeten toeleggen op lokale economische ontwikkeling, coördinatie met de veiligheidsdiensten en de uitvoering van een doeltreffend jongeren- en migratiebeleid. Lokale overheden hebben echter heel wat hulp nodig om zich van deze taken te kunnen kwijten.

    44.

    Het CvdR is voorstander van programma's om de lokale overheid in Libië en andere landen op de centrale Middellandse Zeeroute te versterken en efficiënter te maken door de nadruk te leggen op drie dimensies van lokale governance: bestuur, dienstverlening en participatie. Ook zou ervoor geijverd moeten worden om de lokale economische vooruitzichten, het sociale leven en de politieke deelname van hoogopgeleide jongeren in steden en in landelijke gebieden te verbeteren, zodat ze minder geneigd zullen zijn om te radicaliseren en om weg te trekken.

    45.

    Volgens het CvdR is het mogelijk om beter bestuur op lokaal niveau te stimuleren ondanks het feitelijke gebrek aan lokale bestuurscapaciteit op dit moment. Het pleit dan ook voor de absoluut noodzakelijke steun voor het lokaal bestuur. Dit zal de stabilisering ongetwijfeld bevorderen en de voorwaarden scheppen voor de toekomstige wederopbouw. Een en ander is voor een efficiënt en duurzaam migratiebeheer in Libië absoluut noodzakelijk.

    46.

    De participatie van vrouwen en jongeren moet een cruciaal onderdeel zijn van de diverse ondersteunende activiteiten, met name door actieve maatschappelijke organisaties en onafhankelijke politici erbij te betrekken.

    47.

    Belangrijk is de meerwaarde van specifieke doelstellingen voor de vermindering van de negatieve effecten van de verschillende vormen van migratie, ontheemding en onrust. In dit verband is het zaak dat landelijke gebieden economisch aantrekkelijker worden gemaakt en dat er activiteiten worden ontplooid ter ondersteuning van gemeenten met hun nieuwe taakomschrijving, overeenkomstig de decentraliseringsmaatregelen.

    48.

    Het CvdR is zich ervan bewust dat de tragedie niet op zee begint, maar in de landen van herkomst. Daarom moedigt het de EU aan om tot de plaatselijke economische ontwikkeling in de landen op de centrale Middellandse Zeeroute bij te dragen door gemeenten te steunen in hun rol van actoren voor lokale ontwikkeling, en door te faciliteren dat jongeren en vrouwen participeren in lokale aangelegenheden en sociaaleconomische activiteiten.

    49.

    Het CvdR wil de formulering en tenuitvoerlegging van het migratiebeleid van de EU graag verder ondersteunen, ook door gebruik te maken van de kennis en ervaring van de Euromediterrane vergadering van lokale en regionale overheden (Arlem).

    Brussel, 12 juli 2017.

    De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

    Markku MARKKULA


    (1)  CdR 5728/2014, advies over pogingen om oprechte solidariteit te bevorderen voor een echt Europees migratiebeleid, rapporteur François Decoster (FR/ALDE).

    (2)  COR-2016-04555-00-00-AC-TRA, Partnerschapskader met derde landen inzake migratie, rapporteur Peter Bossman (SI/PSE).

    (3)  CdR 9/2012 fin, Migratie en mobiliteit — een totaalaanpak, rapporteur Nichi Vendola (IT/PSE).

    (4)  http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2017/01/03-malta-declaration/


    Top