Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52017AE5659

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief (COM(2017) 482 final — 2017/0220 (COD))

    EESC 2017/05659

    PB C 237 van 6.7.2018, p. 74–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.7.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 237/74


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees burgerinitiatief

    (COM(2017) 482 final — 2017/0220 (COD))

    (2018/C 237/12)

    Rapporteur:

    Kinga JOÓ

    Raadpleging

    Europese Commissie, 13.9.2017 — Europees Parlement, 2 .10.2017 — Raad, 11.10.2017

    Rechtsgrondslag

    Artikel 24 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegd subcomité

    Subcomité SC/049 over het Europees burgerinitiatief

    Goedkeuring door het subcomité

    7.2.2018

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    14.3.2018

    Zitting nr.

    533

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    201/0/5

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Zes jaar na de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief (1) wenst het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) de aandacht te vestigen op de centrale rol van de burgers in het Europese project en het vermogen van het Europees burgerinitiatief (EBI) om het democratisch tekort te helpen wegwerken door het ondersteunen van een actief burgerschap en een participatieve democratie.

    1.2.

    In zijn initiatiefadvies van 2016 (2) wees het EESC erop dat er ernstige technische, juridische en bureaucratische problemen zijn bij de opzet van het EBI, en dat er sprake is van een duidelijke overbelasting van de Europese Commissie. Een en ander heeft de reikwijdte van het publieke debat dat een EBI op gang kan brengen beperkt, en heeft ertoe geleid dat succesvolle initiatieven slechts een beperkte juridische follow-up hebben gekregen.

    1.3.

    Het EESC is van mening dat de huidige herziening van de EBI-verordening 211/2011 een belangrijke stap is op weg naar een volledige benutting van het potentieel van het EBI, en sluit zich hiermee aan bij de standpunten van het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman.

    1.4.

    Het EESC is ingenomen met de verbeteringen in het nieuwe voorstel van de Europese Commissie voor een verordening betreffende het Europees burgerinitiatief, met name:

    1.4.1.

    dat de groep organisatoren zelf de datum mag kiezen waarop zij van start gaat met het verzamelen van steunbetuigingen;

    1.4.2.

    dat wettelijke erkenning wordt verleend aan burgercomités, teneinde de strafrechtelijke aansprakelijkheid van organisatoren voor fraude of grove nalatigheid te beperken;

    1.4.3.

    dat een online samenwerkingsplatform wordt opgericht waar EU-burgers informatie en advies kunnen krijgen over het EBI, in die zin dat organisatoren van een EBI zullen worden geholpen bij het registreren van initiatieven en bij het verzamelen van steunbetuigingen. Het EESC zou graag betrokken worden bij het online samenwerkingsplatform en te worden geïnformeerd over de ontwikkelingen op dit gebied. Het acht het van belang dat de gebruikers van het platform goed op de hoogte zijn van de EBI-gerelateerde diensten die het EESC aanbiedt aan organisatoren van een EBI;

    1.4.4.

    dat de Commissie de noodzaak erkent van de vertaaldienst die sinds 2015 door het EESC wordt aangeboden aan alle organisatoren van een EBI, en dat de Commissie de vertaling van de EBI-inhoud in alle officiële EU-talen verzorgt nadat een EBI is geregistreerd;

    1.4.5.

    dat de lidstaten worden verzocht om de nationale voorschriften voor het verzamelen en controleren van gegevens te vereenvoudigen, beperken en harmoniseren, en dat het recht om een initiatief te ondersteunen wordt gebaseerd op de nationaliteit, om ervoor te zorgen dat geen enkele EU-burger wordt uitgesloten van een EBI;

    1.4.6.

    dat elke lidstaat het EBI actief bevordert en contactpunten opzet om informatie te verstrekken en bijstand te verlenen aan organisatoren van een EBI over technische kwesties met betrekking tot het EBI;

    1.4.7.

    dat het door de Europese Commissie kosteloos aangeboden OCS-systeem (3) een permanent karakter zal krijgen om de verzameling en catalogisering van de steunbetuigingen en de controle door de nationale instanties te vereenvoudigen. Het EESC juicht het tevens toe dat dit instrument toegankelijk wordt gemaakt voor personen met een handicap;

    1.4.8.

    dat de Commissie het Europees burgerinitiatief onder de aandacht van het brede publiek zal brengen.

    1.5.

    Het EESC maakt de volgende opmerkingen en aanbevelingen in verband met het nieuwe voorstel:

    1.5.1.

    De rollen van „institutionele raadgever” en van „besluitvormer bij de registratie”, die nu beide door de Commissie worden uitgeoefend, moeten worden opgesplitst. Het EESC wijst erop dat het zich wil blijven inzetten voor de initiatieven en dat het vanzelfsprekend kandidaat is voor de rol van facilitator en institutionele raadgever.

    1.5.2.

    Naar het voorbeeld van het EESC, dat organisatoren van EBI's heeft uitgenodigd voor diverse debatten in zijn EBI-groep en tijdens afdelingsvergaderingen en zittingen (4), zouden organisatoren van een EBI meer mogelijkheden voor dialoog moeten hebben tijdens en na hun campagne, en de dialoog met succesvolle EBI's moet niet per se eindigen nadat de Commissie een formeel antwoord heeft gegeven.

    1.5.3.

    Het EESC vindt het ook belangrijk om zijn jaarlijkse conferentie, de EBI-dag, uit te bouwen tot een plaats voor een dialoog, om meer nadruk te leggen op de uitwisseling van beste praktijken tussen de organisatoren en om meer netwerkmogelijkheden te bieden voor de organisatoren van lopende en succesvolle initiatieven.

    1.5.4.

    Succesvolle initiatieven zouden een passend vervolg moeten krijgen. Met het oog daarop hoopt het EESC dat alle EU-instellingen zich er in gelijke mate voor inzetten om organisatoren de kans te bieden hun initiatieven te presenteren en te bespreken, naar het voorbeeld van het EESC dat organisatoren van EBI's heeft uitgenodigd voor diverse debatten. Het EESC acht het met name van belang dat de succesvolle initiatieven worden besproken in de plenaire vergaderingen van het Europees Parlement, om de politieke dimensie van het Europese debat over EBI-gerelateerde vraagstukken te versterken.

    1.5.5.

    In het licht van zijn aanbeveling om te zorgen voor een evenwichtige verdeling van bevoegdheden tussen de instellingen van de EU met betrekking tot het EBI (5), steunt het EESC het standpunt van het maatschappelijk middenveld (6) dat het Europees Parlement de enige organisator moet blijven van de hoorzittingen voor succesvolle initiatieven, en dat de Commissie op een passend niveau vertegenwoordigd moet zijn. Openbare hoorzittingen in het Europees Parlement vormen een cruciaal moment voor de organisatoren van succesvolle EBI's om hun doelstellingen te presenteren en in dialoog te treden met leden van het Europees Parlement, die het bredere corpus van EU-burgers vertegenwoordigen.

    1.5.6.

    De Commissie zou gedetailleerde en duidelijke redenen moeten geven voor al haar besluiten om de registratie van een initiatief te weigeren, of het nu gaat om een gedeeltelijke of volledige weigering.

    1.5.7.

    Het EESC is ingenomen met het voorstel van de Commissie om registratie van een deel van een EBI-voorstel mogelijk te maken. Er moet echter één enkel registratiebesluit worden gehandhaafd.

    1.5.8.

    Gezien het belang van het EBI voor de Europese democratie en de recente invoering ervan, en gelet op de aanzienlijke tijd die nodig is om de wijzigingen ten gevolge van de huidige herziening van de wetgeving door te voeren, moet de periode voor de herziening van het EBI op drie jaar worden gehandhaafd.

    1.5.9.

    Het EESC is ermee ingenomen dat de Europese Commissie de waarde en de noodzaak erkent van de vertaaldienst die sinds 2015 door het EESC wordt aangeboden. De toekomstige levering van vertaaldiensten door de Commissie zou ook de vertaling van de bijlagen van een EBI-voorstel moeten omvatten. Dit is van belang om het publiek meer inzicht te geven in de voorstellen van een EBI (7).

    1.5.10.

    Het EESC erkent de waarde en de noodzaak van een verdere discussie om te beslissen of de minimumleeftijd voor het steunen van een EBI moet worden verlaagd.

    2.   Algemene opmerkingen

    2.1.

    Het Europees burgerinitiatief is een innovatief instrument dat is ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon. Als zodanig vormt het een belangrijk deel van de huidige en toekomstige ontwikkeling van de transnationale participatieve democratie in de EU (8). Het EBI is een recht dat voortvloeit uit het recht van burgers om deel te nemen aan het democratische leven van de Unie. Het EBI moet de actieve betrokkenheid van elke burger bij het agenderings- en besluitvormingsproces van de EU vergemakkelijken door het publieke debat in de hele EU te ontwikkelen en door burgers de mogelijkheid te bieden rechtstreeks een beroep te doen op de Commissie om een wetgevingshandeling van de Unie voor te stellen.

    2.2.

    De regels en procedures voor het Europees burgerinitiatief (EBI) zijn vastgelegd in een verordening van de EU die is goedgekeurd op 16 februari 2011 en in werking is getreden op 1 april 2012 (9). Tijdens de Staat van de Unie op 13 september 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een nieuwe verordening bekendgemaakt, als onderdeel van een heel pakket maatregelen.

    2.3.

    Krachtens de huidige verordening kan een EBI worden georganiseerd en/of ondertekend door alle EU-burgers die de kiesgerechtigde leeftijd hebben voor de verkiezingen voor het Europees Parlement (10). Initiatieven worden georganiseerd door een burgercomité. Organisaties kunnen deze initiatieven bevorderen of ondersteunen, mits dit volledig transparant gebeurt.

    2.4.

    De procedure voor het EBI kan worden samengevat in de volgende drie stappen:

    2.4.1.

    De aanloopfase voorziet in de oprichting van een burgercomité (11), de officiële registratie van het initiatief (12) — nadat de Commissie heeft beoordeeld of het aan de toelatingscriteria voldoet (13) — en de certificering van het onlinesysteem voor het verzamelen van handtekeningen (14).

    2.4.2.

    Tijdens de verzamelingsfase moeten 1 miljoen „steunbetuigingen” (handtekeningen) worden verzameld gedurende een periode van maximaal twaalf maanden in ten minste zeven EU-landen (15). Nadat de handtekeningen zijn gecertificeerd door de bevoegde nationale autoriteiten (16), wordt een succesvol burgerinitiatief ingediend bij de Commissie.

    2.4.3.

    Na de indiening wordt het succesvolle initiatief onderzocht door de Commissie, waarna een ontmoeting met de organisatoren plaatsvindt. Er wordt een openbare hoorzitting gehouden in het Europees Parlement. De Commissie heeft vervolgens drie maanden de tijd om te beslissen of zij het wetgevingsvoorstel van het initiatief al dan niet overneemt, en hierop te reageren met een mededeling.

    2.5.

    Tot dusverre hebben meer dan 8 miljoen EU-burgers een EBI ondertekend. Hoewel 69 initiatieven zijn ingediend, zijn er slechts 48 geregistreerd door de Commissie, waarvan er 4 ten minste 1 miljoen handtekeningen hebben verzameld (17). Er zijn tot op zekere hoogte wel reacties geweest op succesvolle initiatieven; slechts één succesvol initiatief (18) heeft geleid tot een toezegging van de Commissie om met een nieuw wetgevingsvoorstel te komen.

    2.6.

    De EU-instellingen, de organisatoren en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld zijn het er nu algemeen over eens dat het EBI-instrument, ondanks enkele positieve technische veranderingen, nog lang niet zijn volledige democratische potentieel heeft bereikt. De Commissie heeft tijdens de EBI-dag van 2017 (19) aangekondigd dat zij zou overgaan tot een volledige herziening van de wetgeving. Dit is een belangrijke kans om het publieke debat in de EU aan te zwengelen en de burgers in staat te stellen de agenda te bepalen en besluiten te nemen om via het Europees burgerinitiatief invloed uit te oefenen op het EU-beleid. Er is ook algemene overeenstemming over het feit dat het EBI de EU-burgers kan samenbrengen rond de doelen die hen verenigen, en het gevoel van Europese identiteit kan versterken.

    2.7.

    EBI-organisatoren hebben erop gewezen dat het EBI-proces ook van nut is voor de ontwikkeling van netwerken voor gemeenschappelijke doelen, naast de doelstelling om 1 miljoen handtekeningen te verzamelen.

    3.   Institutionele reacties op het EBI

    3.1.

    Het EESC heeft de zichtbaarheid van het EBI vergroot tijdens zijn jaarlijkse EBI-dag (20) en door een EBI-helpdesk (21) op te richten, die onder meer heeft gezorgd voor vertalingen van EBI-beschrijvingen (binnen drie werkdagen na indiening van het verzoek), gedrukte en onlinepublicaties over het EBI en diverse mogelijkheden om EBI's te presenteren tijdens vergaderingen van de ad-hocgroep voor Europese burgerinitiatieven, afdelingsvergaderingen en EESC-zittingen (22).

    3.2.

    Het EESC heeft op 13 juli 2016 een initiatiefadvies (23) goedgekeurd waarin het erop aandrong dat het EBI doeltreffender, zichtbaarder en burgervriendelijker wordt gemaakt.

    3.3.

    De conclusies van een studie van het Europees Parlement (24) zijn in oktober 2015 opgenomen in een resolutie (25) waarmee het Parlement formeel verzocht om een herziening van de EBI-verordening en waarin het krachtige aanbevelingen voor wijzigingen deed aan de Commissie. Ook heeft het Europees Parlement in 2017 een initiatiefverslag (26) aangenomen waarin voorstellen tot wijziging van de EBI-verordening worden gedaan.

    3.4.

    In maart 2015 heeft de Europese Ombudsman, in navolging van haar initiatiefonderzoek, elf richtsnoeren opgesteld voor de verdere verbetering van het EBI (27) en in juli 2017 heeft zij een open brief gestuurd naar de Commissie om haar standpunt kracht bij te zetten (28).

    3.5.

    In oktober 2015 heeft het Comité van de Regio's een advies (29) goedgekeurd waarin het aandrong op een snelle en grondige herziening van de verordening, en in maart 2018 zal het stemmen over een aanvullend advies over de verordening.

    3.6.

    De Commissie heeft in april 2015 een voortgangsverslag gepubliceerd, en in februari 2015 kwam zij met een reactie op de voorstellen van het Parlement, waarin zij de problemen erkende van burgers die een burgerinitiatief organiseren en ondersteunen.

    3.7.

    Organisatoren van een EBI hebben verschillende EBI-registratiebesluiten van de Commissie aangevochten voor het Hof van Justitie (30) en hebben klachten ingediend bij de Europese ombudsman (31). De beslissingen in deze zaken hebben de druk opgevoerd om de EBI-verordening te wijzigen, met name op het vlak van de gedeeltelijke registratie van een EBI en de plicht van de Commissie om haar besluit toe te lichten.

    4.   De rol van het EESC en het Europees burgerinitiatief

    4.1.

    Als brug tussen de Europese instellingen en het maatschappelijk middenveld is het EESC van meet af aan betrokken geweest bij het debat over het Europees burgerinitiatief. Dit blijkt uit de adviezen die het tot nu toe heeft uitgebracht (32), uit zijn steun voor het EBI en uit de oprichting van een ad-hocgroep voor toezicht op de ontwikkeling en uitvoering van het recht om deel te nemen aan het democratische bestel van de Unie (33).

    4.2.

    Het EESC zal actief blijven deelnemen aan de multi-institutionele samenwerking in het kader van het EBI-proces, met de dubbele rol van facilitator en institutionele raadgever. De belangrijkste initiatieven en bevoegdheden van het EESC op dit gebied zijn:

    4.2.1.

    De „EBI-dag” die elk jaar wordt georganiseerd door het EESC om het EBI meer bekendheid te geven, heeft een belangrijke rol gespeeld om het EBI hoog op de institutionele agenda van de EU te houden. De EBI-dag is nu al een belangrijke gelegenheid voor een dialoog tussen organisatoren van EBI's, EU-instellingen en andere belanghebbenden, om de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering en de doeltreffendheid van het EBI te beoordelen, en beste praktijken uit te wisselen en de netwerkvorming tussen organisatoren en andere belanghebbenden te vergemakkelijken, maar ook om een platform voor dialoog te bieden voor succesvolle EBI's. Het EESC zal blijven voortbouwen op het succes van de EBI-dag en zal de reikwijdte van de conferentie uitbreiden, bijvoorbeeld met een regelmatige evaluatie van het gevolg dat de Commissie heeft gegeven aan succesvolle EBI's. De EBI-dag wordt georganiseerd door de ad-hocgroep, in samenwerking met relevante strategische partners.

    4.2.2.

    De opstelling van een praktische gids, die nu toe is aan haar derde editie, om het Europees burgerinitiatief meer bekendheid te geven en te bevorderen (34). In een andere publicatie, getiteld Het Europees paspoort voor actief burgerschap (35) (beschikbaar in een papieren en in een HTML-versie (36)), kent het EESC het Europees burgerinitiatief voorts een cruciale rol toe om de EU-burgers voor te lichten over hun rechten en de transnationale participatieve democratie te stimuleren.

    4.2.3.

    Organisatoren van EBI's die binnen de werkingssfeer van het EESC vallen, worden uitgenodigd om hun initiatieven te komen presenteren (37). Het EESC biedt organisatoren van een EBI een platform om vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de sociale partners aan te spreken, en om de zichtbaarheid van het EBI als democratisch instrument te vergroten, terwijl het zelf een neutraal standpunt inneemt ten aanzien van de specifieke beleidskwestie in kwe

    4.2.4.

    Het EESC brengt altijd een initiatiefadvies uit over het onderwerp van een succesvol EBI, mits dit binnen zijn werkingssfeer valt.

    4.2.5.

    Vertegenwoordigers van het EESC zouden moeten deelnemen aan iedere openbare hoorzitting die het Europees Parlement organiseert over succesvolle initiatieven, om aldus bij te dragen aan de interinstitutionele analyse van de wijze waarop kan worden gereageerd op een succesvol EBI. Het EESC zou standaard moeten worden uitgenodigd voor deze openbare hoorzittingen (38). Het advies van het EESC zal worden gebaseerd op discussies in de voltallige vergadering van het EESC waarvoor de organisatoren worden uitgenodigd.

    4.2.6.

    Het EESC is ingenomen met het online samenwerkingsplatform, en wil graag worden betrokken bij en worden geïnformeerd over de ontwikkelingen op dit gebied. Het acht het verder van belang dat de gebruikers van het platform goed op de hoogte zijn van de EBI-gerelateerde diensten die het EESC aanbiedt aan organisatoren van een EBI.

    4.2.7.

    Het EESC zal zich blijven inzetten voor een sterker en efficiënter Europees burgerinitiatief, en zal blijven helpen om het bewustzijn op nationaal en lokaal niveau te vergroten, bijvoorbeeld via zijn eigen „Going Local”-initiatieven.

    5.   Opmerkingen over de wijzigingen van de verordening

    5.1.

    Het EBI had een duidelijk, eenvoudig en gebruiksvriendelijk instrument moeten zijn. Veel organisatoren van EBI's, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (39), academische commentatoren (40) en institutionele actoren hebben echter gewag gemaakt van aanzienlijke technische en juridische problemen in verband met het Europees burgerinitiatief. Het EESC is ingenomen met het voorstel van de Commissie voor een herziening van de verordening teneinde de meer ingewikkelde institutionele, juridische en organisatorische problemen aan te pakken en de dialoog tussen de burgers en de instellingen te bevorderen. Dit zal goed zijn voor de discussies die in de hele EU op gang worden gebracht door het EBI-proces, ongeacht de vraag of een EBI nou wel of niet één miljoen handtekeningen bereikt.

    5.2.

    Het EESC spreekt opnieuw zijn krachtige steun uit voor het Europees burgerinitiatief. Het is van mening dat een correcte en volledige uitvoering van het EBI kan helpen om de kloof tussen de Europese burgers en de EU-instellingen te overbruggen en de betrokkenheid van het publiek bij het democratische leven van de Unie aanzienlijk kan verbeteren. Het is ook een belangrijke opstap naar een bredere ontwikkeling van participatieve democratie in de EU.

    5.3.

    Het EESC erkent de sterke steun van de andere instellingen voor het EBI en is ingenomen met de voorstellen voor wijziging van het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman. Er is voor elke instelling een belangrijke rol weggelegd, om zowel tijdens als na EBI-campagnes hulp en mogelijkheden voor dialoog tussen de instellingen en de organisatoren te bieden.

    5.4.

    Het EESC zou graag zien dat elke lidstaat contactpunten opricht die informatie verstrekken en bijstand verlenen aan organisatoren van een EBI als het gaat om technische kwesties en het voeren van campagnes, en die het EBI actief stimuleren op nationaal en lokaal niveau.

    5.5.

    Met het oog op een vereenvoudiging en stroomlijning van het Europees burgerinitiatief doet het EESC de volgende voorstellen ter hervorming van de regelgeving:

    5.5.1.

    De door de Commissie uitgeoefende rollen van „institutionele raadgever” (41) voor organisatoren van een EBI en van „besluitvormer bij de registratie” moeten worden opgesplitst. Dit is van cruciaal belang om iets te doen aan het potentiële belangenconflict binnen de Commissie en om de volledige en doeltreffende uitvoering van het Europees burgerinitiatief te bevorderen. In dit verband is het EESC vanzelfsprekend kandidaat voor de rol van institutionele raadgever.

    5.5.2.

    Er moeten meer mogelijkheden zijn voor dialoog met EBI-organisatoren, zowel tijdens als na afloop van de campagne, om de politieke zichtbaarheid van de EBI-campagnes te vergroten. Met het oog daarop hoopt het EESC dat alle EU-instellingen zich er in gelijke mate voor inzetten om organisatoren de kans te bieden hun initiatieven te presenteren en te bespreken, naar het voorbeeld van het EESC dat organisatoren van EBI's heeft uitgenodigd voor diverse debatten in zijn EBI-groep en tijdens afdelingsvergaderingen en zittingen. De plenaire hoorzittingen in het Europees Parlement spelen hierbij een cruciale rol.

    5.5.3.

    Er moet worden gezorgd voor een adequate follow-up van succesvolle initiatieven. Zonder afbreuk te doen aan het initiatiefrecht van de Europese Commissie wordt deze laatste gevraagd om binnen twaalf maanden na het einde van de campagne een wetgevingsvoorstel op te stellen of een volledige motivering te verstrekken van de redenen waarom zij besluit geen voorstel in te dienen.

    5.5.4.

    Naast de hoorzittingen in het Europees Parlement en de vergadering van de Commissie met de organisatoren zou de Commissie ook nauwere banden moeten aanknopen met organisatoren van een EBI. Voor dat doel zou de Commissie, nadat zij een eerste advies heeft uitgebracht, samen met de organisatoren activiteiten moeten opzetten die verband houden met het onderwerp van een succesvol EBI.

    5.5.5.

    Om te zorgen voor het juiste evenwicht van taken en bevoegdheden, steunt het EESC het standpunt van het maatschappelijk middenveld zoals dat naar voren kwam tijdens een hoorzitting van het EESC, namelijk dat het Parlement de enige organisator dient te blijven van openbare hoorzittingen voor succesvolle EBI's.

    5.5.6.

    Er moeten gedetailleerde en duidelijke redenen worden gegeven voor alle besluiten van de Commissie om de registratie van een initiatief te weigeren, of het nu gaat om een gedeeltelijke of volledige weigering.

    5.5.7.

    Het EESC is ingenomen met het voorstel van de Commissie om gedeeltelijke registratie mogelijk te maken. Met het oog op de vaststelling van duidelijke en eenvoudige procedures en criteria voor de registratie van een EBI moet echter één enkel registratiebesluit worden gehandhaafd. De Commissie zou organisatoren voorafgaand aan de indiening advies kunnen geven over de rechtsgrondslag van hun voorstel en mogelijke oplossingen kunnen voorstellen om niet-ontvankelijkheid te voorkomen.

    5.5.8.

    Het EESC zal de discussie over de verlaging van de minimumleeftijd voor ondersteuning van en deelname aan een EBI op de voet volgen. Het is zich ervan bewust dat dit veel vragen oproept, maar het erkent tegelijkertijd dat dit verder moet worden besproken.

    5.5.9.

    Het is van belang dat de periode voor de herziening van het EBI op drie jaar wordt gehandhaafd. Dit vanwege het belang van het EBI voor de Europese democratie en de recente invoering ervan, en vanwege de tijd die nodig is om de wijzigingen ten gevolge van de huidige herziening van de wetgeving door te voeren.

    5.5.10.

    De procedures voor informatieverstrekking en bewustmaking over het EBI moeten worden versterkt. Dit dient hoofdzakelijk te gebeuren door middel van ad-hoccampagnes die door de Commissie en de lidstaten worden gevoerd. In dit verband wordt ook voorgesteld dat de groep organisatoren belangstellende ondertekenaars mogen informeren over de ontwikkelingen en resultaten van de campagne (mits de ondertekenaars hiervoor toestemming hebben gegeven). Iets soortgelijks geldt voor de Commissie, die meer bekendheid moet geven aan de follow-up van succesvolle initiatieven, en hiervan eerst de groep organisatoren op de hoogte moet stellen.

    5.5.11.

    Het doet het EESC deugd dat de Europese Commissie de noodzaak van de sinds 2015 door het EESC verleende vertaaldienst heeft erkend. De levering van vertaaldiensten zou ook de vertaling van de bijlagen van een EBI-voorstel moeten omvatten (42). Dit is van belang om het publiek meer inzicht te geven in de voorstellen van een initiatief.

    5.5.12.

    Er moet worden gezocht naar nieuwe methoden om het online inzamelen van handtekeningen te koppelen aan de sociale en digitale media, teneinde een steeds breder publiek te bereiken.

    Brussel, 14 maart 2018.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Georges DASSIS


    (1)  PB L 65 van 11.3.2011, blz. 1.

    (2)  PB C 389 van 21.10.2016, blz. 35.

    (3)  OCS staat voor Online Collection Software, en is een door de Europese Commissie verstrekt gratis instrument voor het online verzamelen van gegevens. Dit instrument vergemakkelijkt zowel de gegevensverzameling als de controle door nationale instanties. Het is bovendien in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 211/2011 van het Europees Parlement en de Raad en met de uitvoeringsverordening (EU) nr. 1179/2011 van de Commissie. Zie ook: https://joinup.ec.europa.eu/software/ocs/description

    (4)  Besluit van het EESC-bureau van 14 oktober 2014 inzake de interne criteria voor het uitnodigen van organisatoren voor zittingen en afdelingsvergaderingen.

    (5)  Paragraaf 1.4.5 van het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Europees burgerinitiatief (herziening) (initiatiefadvies) van 13 juli 2016.

    (6)  Het EESC heeft op 12 december 2017 een openbare hoorzitting gehouden met organisaties van het maatschappelijk middenveld over het nieuwe EBI-voorstel.

    (7)  Voor een discussie over het belang van bijlagen, zie de punten 47-58 in zaak T-529/13, Izak en Dabis/Commissie.

    (8)  Artikel 11, lid 4, VEU en artikel 24, lid 1, VWEU.

    (9)  Verordening (EU) nr. 211/2011.

    (10)  Gewoonlijk wordt de leeftijd van 18 jaar gehanteerd in alle lidstaten, behalve in Oostenrijk, waar de kiesgerechtigde leeftijd 16 jaar is.

    (11)  Het burgercomité moet bestaan uit ten minste zeven burgers, die inwoners zijn van ten minste zeven EU-lidstaten.

    (12)  Het initiatief moet worden beschreven met maximaal 800 lettertekens (100 voor de titel, 200 voor de beschrijving en 500 voor nadere bijzonderheden over de doelstellingen).

    (13)  Verordening (EU) nr. 211/2011, art. 4, lid 2. Het belangrijkste is artikel 4, lid 2, onder b), dat voorschrijft dat een voorgesteld EBI niet duidelijk buiten het kader mag vallen van de bevoegdheden van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een rechtshandeling van de Unie ter uitvoering van de Verdragen. Voor een beoordeling van de registratiebesluiten van de Commissie, zie James Organ, „Decommissioning direct democracy? A critical analysis of Commission decision-making on the legal admissibility of European Citizens Initiative proposals”, 10 EuConst (2014), blz. 422-443.

    (14)  Verordening (EU) nr. 211/2011, artikel 6. De verordening bepaalt dat dit de taak is van de bevoegde instanties van elke lidstaat waar de handtekeningen worden verzameld.

    (15)  De verordening voorziet in een minimumaantal handtekeningen per land, evenredig aan het aantal inwoners. Zie ook: http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/signatories?lg=nl

    (16)  Verordening (EU) nr. 211/2011, artikel 15.

    (17)  Succesvolle initiatieven waren „Water en sanitaire voorzieningen zijn een mensenrecht! Water is een publiek goed, geen handelswaar!”, „Stop Vivisectie”, „Een van ons” en „Verbied glyfosaat en bescherm mens en milieu tegen giftige gewasbeschermingsmiddelen”. Zie ook: http://ec.europa.eu/citizens-initiative/public/initiatives/successful

    (18)  Mededeling van de Commissie over het Europees burgerinitiatief „Verbied glyfosaat en bescherm mens en milieu tegen giftige gewasbeschermingsmiddelen”, C(2017) 8414 final. Op 1 februari 2018 heeft de Commissie ook een voorstel voor de herziening van de drinkwaterrichtlijn aangenomen, dat deels een reactie vormt op het EBI Right2Water.

    (19)  De EBI-dag is een jaarlijkse conferentie die wordt georganiseerd door het EESC. Partners van de EBI-dag 2017 waren het Europees Comité van de Regio's, de EBI-campagne, de European Citizens' Action Service, de University of Liverpool, de School of Law and Social Justice, Democracy International, Initiative and Referendum Institute Europe en People2power. Tijdens de openingszitting kondigde de eerste vicevoorzitter van de Commissie, Frans Timmermans, een herziening van de EBI aan.

    (20)  De eerste editie van de EBI-dag vond plaats op 30 maart 2012, één dag vóór de inwerkingtreding van de verordening inzake het Europees burgerinitiatief. Sindsdien heeft het EESC zijn zes edities georganiseerd, die elk jaar in april plaatvonden. De zevende editie, die van 2018, zal plaatsvinden op 10 april.

    (21)  Voor meer details, zie de EESC-publicatie „Helpdesk voor het Europees burgerinitiatief bij het Europees Economisch en Sociaal Comité”.

    (22)  Zie voetnoot 4.

    (23)  EESC-initiatiefadvies over het Europees burgerinitiatief (herziening) (PB C 389 van 21.10.2016, blz. 35).

    (24)  European Parliamentary Research Service, „Implementation of the European Citizens' Initiative. The experience of the first three years”, 2015.

    (25)  Resolutie van het Europees Parlement van 28 oktober 2015 over het Europees burgerinitiatief (2014/2257(INI)). Rapporteur: György Schöpflin: http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P8-TA-2015-0382+0+DOC+XML+V0//NL

    (26)  Ontwerpverslag — Herziening van Verordening (EU) nr. 211/2011 over het burgerinitiatief, 11 september 2017: http://www.europarl.europa.eu/committees/nl/afco/draft-reports.html?ufolderComCode=AFCO&ufolderLegId=8&ufolderId=09289&linkedDocument=true&urefProcYear=&urefProcNum=&urefProcCode=

    (27)  Zaak OI/9/2013/TN, geopend op 18 december 2013 en besluit op 4 maart 2015: http://www.ombudsman.europa.eu/en/cases/decision.faces/it/59205/html.bookmark

    (28)  Zaak SI/6/2017/KR, brief van 11 juli 2017:

    https://www.ombudsman.europa.eu/cases/correspondence.faces/en/81311/html.bookmark

    (29)  Comité van de Regio's, advies over het Europees burgerinitiatief (PB C 423 van 17.12.2015, blz. 1).

    (30)  Met name de succesvolle betwistingen in het arrest van het Gerecht van 3 februari 2017 in zaak T-646/13 (Minority SafePack); het arrest van 10 mei 2017 in zaak T-754/14 (Stop TTIP), en het arrest van 12 september 2017 in zaak C-589/15 P (Een miljoen handtekeningen voor een Europa van solidariteit).

    (31)  Zie de besluiten in zaken 1086/2017/PMC van 4 oktober 2017 (Mama, papa en de kinderen) en 1609/2016/JAS van 18 april 2017 (Stop Vivisectie), en de klachten 402/2014/PMC (vertrouwelijk) van 3 maart 2015 en 2071/2013/EIS van 12 december 2014 (Stop Vivisectie).

    (32)  EESC-advies over de toepassing van het Lissabonverdrag: participatiedemocratie en burgerinitiatief (artikel 11) (PB C 354 van 28.12.2010, blz. 59).

    EESC-advies over het Europees burgerinitiatief (PB C 44 van 11.2.2011, blz. 182).

    EESC-initiatiefadvies over het Europees burgerinitiatief (herziening) (PB C 389 van 21.10.2016, blz. 35).

    (33)  De ad-hocgroep van het EESC voor het EBI werd in oktober 2013 opgericht om politiek advies te geven over het EBI en de ontwikkelingen op dit gebied te volgen.

    (34)  http://www.eesc.europa.eu/resources/docs/qe-04-15-566-nl-n.pdf

    (35)  http://www.eesc.europa.eu/resources/docs/qe-04-15-149-nl-n.pdf

    (36)  http://www.eesc.europa.eu/eptac/en

    (37)  Zie voetnoot 4.

    (38)  Op 2 februari 2014 heeft de toenmalige EESC-voorzitter Henri Malosse de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, een officiële brief gezonden waarin hij aangaf dat het EESC op regelmatige basis wenst te worden uitgenodigd voor de openbare hoorzittingen over succesvolle EBI's.

    (39)  Berg, C., en Tomson, J., An ECI that works! Learning from the first two years of the European Citizens' Initiative, 2014: http://ecithatworks.org/

    (40)  Recente artikelen zijn onder meer: Organ, „EU Citizen Participation, openness and the European Citizens Initiative: the TTIP legacy”, 54 CMLRev 1713-1748 (2017); Karatzia, „The European Citizens Initiative and the EU institutional balance: On realism and the possibilities of affecting EU lawmaking”, 54 CML Rev. (2017), 177-208, en Vogiatzis, „Between discretion and control: Reflections on the institutional position of the Commission within the European citizens' initiative process”, European Law Journal; 2017; 23; 250-271.

    (41)  Zie paragrafen 1.2 en 4.3.2 van het EESC-advies over het Europees burgerinitiatief (PB C 44 van 11.2.2011, blz. 182).

    (42)  Voor een discussie over het belang van bijlagen, zie de punten 47 tot en met 58 in zaak T-529/13, Izsák en Dabis/Commissie.


    Top