Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016AE5294

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017, door verlenging tot 2018-2020 (COM(2016) 557 final — 2016/0265(COD))

    PB C 75 van 10.3.2017, p. 53–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.3.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 75/53


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017, door verlenging tot 2018-2020

    (COM(2016) 557 final — 2016/0265(COD))

    (2017/C 075/10)

    Rapporteur:

    Petru Sorin DANDEA

    Raadpleging

    Europees Parlement, 15.9.2016

    Raad van de Europese Unie, 26.10.2016

    Rechtsgrondslag

    Artikelen 304 en 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegde afdeling

    Afdeling Economische en Monetaire Unie, Economische en Sociale Samenhang

    Goedkeuring door de afdeling

    29.11.2016

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    14.12.2016

    Zitting nr.

    521

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    221/1/4

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het EESC onderschrijft en ondersteunt het voorstel van de Commissie om het huidig Europees statistisch programma (ESP) te verlengen tot de periode 2018-2020.

    1.2.

    Het EESC is van mening dat de geprefereerde beleidsoptie die de Commissie heeft gekozen, het best tegemoetkomt aan de oproepen van de gegevensgebruikers en ook zal bijdragen aan de ontwikkeling van statistische producten die voor beleidsmakers nuttig zijn. De beleidsmakers zullen aldus kunnen beschikken over een betere statistische ondersteuning wanneer ze beleidsmaatregelen voor het Europees Semester ontwikkelen.

    1.3.

    Het EESC is van mening dat, als prioriteit voor het Europees statistisch systeem (ESS), bestaande producten moeten worden verbeterd en nieuwe moeten worden ontwikkeld om de voortgang van de EU te meten ten opzichte van de 17 doelstellingen en 169 einddoelen van de strategie van de VN inzake duurzame ontwikkeling.

    1.4.

    Het EESC herhaalt een eerder ingediend voorstel (1) en beveelt aan dat de Commissie de door deze verordening geboden kans aangrijpt om maatregelen in te voeren voor de ontwikkeling van statistisch onderzoek op het niveau van de EU en de lidstaten om de economische waarde van vrijwilligersactiviteiten te beoordelen. De methodologische aanpak moet gebaseerd zijn op het handboek van de Internationale Arbeidsorganisatie voor de evaluatie van vrijwilligerswerk.

    1.5.

    Het EESC is van mening dat de nieuwe statistische producten die de Commissie voorstelt om globalisering te meten, ook statistische onderzoeken moeten omvatten, aan de hand waarvan de positieve en negatieve gevolgen op de interne markt kunnen worden gemeten, zoals het effect van de verplaatsing van bedrijven op de EU-arbeidsmarkt of de druk van oneerlijke mededinging door goedkope arbeid of de niet-naleving van normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake arbeidsverhoudingen, met name in de Europese industriële en dienstensector.

    1.6.

    Het EESC onderschrijft het voorstel van de Commissie om verkennende werkzaamheden voor een toekomstig sociaal onderzoek op EU-niveau aan te vatten. Dit onderzoek moet ook betrekking hebben op gegevens over de geschiktheid van socialezekerheidsstelsels en hun duurzaamheid in de nieuwe demografische context.

    1.7.

    Het EESC beveelt in het licht van de toenemende migratiestromen aan om lacunes in de statistische onderzoeken over migratie en asiel snel op te sporen en op te lossen. Het programma ter integratie van migratiestatistieken moet ten volle ten uitvoer worden gelegd in samenwerking met de nationale instituten voor de statistiek.

    1.8.

    Het EESC beveelt de lidstaten aan meer te investeren in de ontwikkeling van het ESS, zodat het systeem kan tegemoetkomen aan de toenemende vraag naar statistieken en nieuwe statistieken snel kan ontwikkelen en verspreiden.

    1.9.

    Het EESC herhaalt het voorstel in vorige adviezen (2), met name de oproep aan Eurostat en de nationale statistische instanties, om de beste personele, financiële en IT-hulpbronnen in te zetten, wat een essentiële voorwaarde is om tegemoet te komen aan de steeds moeilijker wordende taken waarmee het verstrekken van hoogwaardige statistische informatie op een steeds kortere termijn gepaard gaat.

    1.10.

    Het EESC benadrukt dat de inspanningen van de Commissie en het ESS om de kwaliteit van de statistieken te verbeteren en nieuwe statistische producten te ontwikkelen, niet mogen leiden tot een buitensporige toename van de administratieve lasten voor de gegevensverstrekkers, huishoudens en bedrijven.

    1.11.

    Aangezien de sociale partners en organisaties uit het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol kunnen spelen in het beter en doeltreffender afstemmen van statistische producten op de vraag naar gegevens, onderschrijft het EESC het voorstel van de Commissie betreffende de regelmatige dialoog tussen de gegevensgebruikers en het EES.

    2.   Voorstel voor een verordening, opgesteld door de Europese Commissie

    2.1.

    Het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening (3) betreft een wijziging van Verordening (EU) nr. 99/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017, door verlenging ervan tot 2018-2020.

    2.2.

    Verordening (EG) nr. 223/2009 bepaalt dat het Europees statistisch programma het kader moet vastleggen voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken voor een periode die overeenkomt met die van het meerjarig financieel kader. Verordening (EU) nr. 99/2013 bestrijkt uitsluitend de periode 2013-2017, terwijl het meerjarig financieel kader tot 2020 loopt. Bijgevolg moet het Europees statistisch programma worden verlengd tot 2020.

    2.3.

    Het doel van het voorstel is het ESP te verlengen tot de periode 2018-2020 en de financiële ondersteuning te bieden die het ESS nodig heeft om:

    hoogwaardige statistische informatie te verstrekken en de dringendste statistische lacunes op te vullen, met bijzondere aandacht voor een aantal prioriteitsterreinen die de tien beleidsprioriteiten van de Commissie weerspiegelen;

    te zorgen voor de permanente capaciteit die nodig is om sneller te reageren op opkomende behoeften, en de statistische infrastructuur zodanig aan te passen dat het potentieel van nieuwe gegevensbronnen wordt benut;

    het partnerschap binnen en buiten het ESS te verstevigen om de productiviteit daarvan verder te verhogen en de leidende rol die het in de wereld speelt op het gebied van officiële statistieken, zeker te stellen.

    2.4.

    De Commissie heeft, na uitvoering van een effectbeoordeling en na de belanghebbenden te hebben geraadpleegd (4), een geprefereerde beleidsoptie gekozen uit de vijf opties die oorspronkelijk werden ontwikkeld. De gekozen optie 2c zou de gunstigste gevolgen hebben wat betreft tijdigheid, waarbij nieuwe acties zich richten op een verbeterde tijdigheid voor statistieken over ongelijkheid, armoede en materiële deprivatie en voor energie- en milieugegevens.

    2.5.

    De begroting voor de verlenging van het programma (2018-2020) bedraagt 218,1 miljoen EUR.

    3.   Algemene en specifieke opmerkingen

    3.1.

    Aangezien het Europees statistisch programma moet worden afgestemd op het meerjarig financieel kader, onderschrijft en ondersteunt het EESC het voorstel van de Commissie om het huidig ESP te verlengen tot de periode 2018-2020.

    3.2.

    De geprefereerde beleidsoptie die de Commissie heeft gekozen, moet de statistische indicatoren beter afstemmen op de tien beleidsprioriteiten van de Commissie door de huidige statistische instrumenten te verbeteren en nieuwe producten te ontwikkelen. Het EESC is van mening dat deze optie het best beantwoordt aan de oproepen van de gegevensgebruikers en ook zal bijdragen aan de ontwikkeling van statistische producten die voor beleidsmakers nuttig zijn. De beleidsmakers zullen aldus kunnen beschikken over een betere statistische ondersteuning wanneer ze beleidsmaatregelen voor het Europees Semester ontwikkelen.

    3.3.

    Het EESC onderschrijft het initiatief om in de nieuwe statistische producten onderzoeken op te nemen die de voortgang ten opzichte van de doelstellingen van de VN inzake duurzame ontwikkeling meten. Bestaande producten moeten, als prioriteit voor het Europees statistisch systeem (ESS), worden verbeterd en nieuwe moeten worden ontwikkeld om de voortgang van de EU te meten ten opzichte van de 17 doelstellingen en 169 einddoelen van de strategie van de VN inzake duurzame ontwikkeling.

    3.4.

    Het bbp (bruto binnenlands product) was gedurende lange tijd de op wereldniveau gebruikte indicator om ontwikkeling te meten. De Commissie erkende in een mededeling van 2009 (5) dat deze indicator beperkingen heeft wanneer de sociale of ecologische ontwikkeling correct moet worden beoordeeld. Het EESC herhaalt de voorstellen in de adviezen die het op dat moment en later heeft uitgebracht (6), en acht deze zeer relevant voor het voorstel van de Commissie voor een verordening.

    3.5.

    Het EESC herhaalt een eerder ingediend voorstel (7) en beveelt aan dat de Commissie de door deze verordening geboden kans aangrijpt om maatregelen in te voeren voor de ontwikkeling van statistisch onderzoek op het niveau van de EU en de lidstaten om de economische waarde van vrijwilligersactiviteiten te beoordelen. De methodologische aanpak moet gebaseerd zijn op het handboek van de Internationale Arbeidsorganisatie voor de evaluatie van vrijwilligerswerk, waarin een beschrijving is opgenomen die de aandacht vestigt op drie fundamentele kenmerken. Vrijwilligerswerk wordt daarin gedefinieerd als werk dat betrekking heeft op productieve werkzaamheden die onbetaald en vrijwillig zijn en geen baten opleveren voor het eigen huishouden van de vrijwilliger.

    3.6.

    In de nationale rekeningen moet meer rekening worden gehouden met sociale en milieu-indicatoren. Het EESC dringt er bij de Commissie op aan om onder het ESP 2018-2020 inspanningen te blijven leveren op dit gebied.

    3.7.

    Het EESC is van mening dat de nieuwe statistische producten om globalisering te meten, ook statistische onderzoeken moeten omvatten, aan de hand waarvan de positieve en negatieve gevolgen op de interne markt kunnen worden gemeten, zoals het effect van de verplaatsing van bedrijven op de EU-arbeidsmarkt of de druk van oneerlijke mededinging door goedkope arbeid of de niet-naleving van normen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake arbeidsverhoudingen, met name in de Europese industriële en dienstensector.

    3.8.

    Volgens het EESC zal het vertrouwen van gegevensgebruikers toenemen naarmate de regeringen van de lidstaten uitvoering geven aan de aanbeveling (8) die de Europese Adviescommissie voor statistische governance (ESGAB) heeft geformuleerd met het oog op het aangaan van „vertrouwensverbintenissen voor de statistiek”.

    3.9.

    Het EESC onderschrijft het voorstel van de Commissie om verkennende werkzaamheden voor een toekomstig sociaal onderzoek op EU-niveau aan te vatten. Dit onderzoek moet, gezien de vergrijzing van de Europese bevolking, ook betrekking hebben op gegevens over de geschiktheid van socialezekerheidsstelsels en hun duurzaamheid in de nieuwe demografische context. Tekortkomingen in de statistische onderzoeken over migratie en asiel moeten ook snel worden opgespoord en opgelost.

    3.10.

    Het EESC herhaalt het voorstel in vorige adviezen (9), met name de oproep aan Eurostat en de nationale statistische instanties om de beste personele, financiële en IT-hulpbronnen in te zetten, wat een essentiële voorwaarde is om tegemoet te komen aan de steeds moeilijker wordende taken waarmee het verstrekken van hoogwaardige statistische informatie op een steeds kortere termijn gepaard gaat. Het EESC beveelt de lidstaten aan meer te investeren in de ontwikkeling van het ESS, zodat het systeem kan tegemoetkomen aan de toenemende vraag naar statistieken en nieuwe statistieken snel kan ontwikkelen en verspreiden.

    3.11.

    Het EESC benadrukt dat de inspanningen van de Commissie en het ESS om de kwaliteit van de statistieken te verbeteren en nieuwe statistische producten te ontwikkelen, niet mogen leiden tot een aanzienlijke toename van de administratieve lasten voor de gegevensverstrekkers, huishoudens en bedrijven.

    3.12.

    Het EESC onderschrijft het voorstel van de Commissie betreffende de regelmatige dialoog tussen de gegevensgebruikers en het EES. Organisaties uit het maatschappelijk middenveld kunnen een belangrijke rol spelen in het beter en doeltreffender afstemmen van statistische producten op de vraag naar gegevens. In het jaarverslag voor 2016 heeft ESGAB een voorstel in die zin geformuleerd.

    Brussel, 14 december 2016.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Georges DASSIS


    (1)  Zie het EESC-advies over statistische instrumenten voor het meten van vrijwilligerswerk (PB C 170 van 5.6.2014, blz. 11).

    (2)  Zie het EESC-advies over het voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB C 175 van 27.7.2007, blz. 8).

    (3)  COM(2016) 557 final.

    (4)  De raadpleging werd tussen 23 juli en 15 oktober 2015 via het onlineplatform „Uw Stem in Europa” uitgevoerd en gepubliceerd via de communicatiekanalen van Eurostat en de nationale instituten voor de statistiek (NSI’s).

    (5)  Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: Het bbp en verder — Meting van de vooruitgang in een veranderende wereld, COM(2009) 433 final.

    (6)  Zie de adviezen van het EESC over het bbp en verder — De rol van maatschappelijke organisaties bij de vaststelling van aanvullende indicatoren (PB C 181 van 21.6.2012, blz. 14), en het bbp en verder — Meting van de vooruitgang in een veranderende wereld (PB C 18 van 19.1.2011, blz. 64).

    (7)  Zie voetnoot 1.

    (8)  http://ec.europa.eu/eurostat/documents/34693/7723121/ESGAB+Annual+Report+2016

    (9)  Zie voetnoot 2.


    Top