This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52015IR6646
Opinion of the European Committee of the Regions — Food Waste
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voedselverspilling
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voedselverspilling
PB C 17 van 18.1.2017, p. 28–32
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.1.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 17/28 |
Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Voedselverspilling
(2017/C 017/06)
|
BELEIDSAANBEVELINGEN
HET EUROPEES COMITE VAN DE REGIO’S
Inleiding: schets van de mondiale situatie en terminologie
1. |
beschouwt voedselverspilling en bij de productie, verwerking, distributie en consumptie van voedsel gegenereerd afval als een ernstig wereldwijd probleem dat een groot struikelblok vormt voor de verwezenlijking van doelstellingen inzake economische, sociale en ecologische ontwikkeling. Dit probleem kan alleen worden aangepakt via een breed gedragen en vastberaden samenwerking op verschillende overheidsniveaus en beleidsgebieden. Het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven moeten ten volle worden betrokken bij de maatregelen. |
2. |
Het CvdR beschouwt de huidige situatie (1) als onhoudbaar, gezien het feit dat:
|
3. |
Het Comité heeft dit initiatiefadvies opgesteld om de gehele internationale gemeenschap, alsmede de VN en de gespecialiseerde agentschappen daarvan, te steunen en aan te moedigen in hun inspanningen om de huidige situatie te verbeteren, namelijk om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (DDO’s) 2 en 12 (Zero Hunger en verantwoorde consumptie en productie) te verwezenlijken, die beogen om de voedselverspilling tegen 2030 te halveren (2). |
4. |
Het is van mening dat de initiatieven van de Europese Commissie op het gebied van hulpbronnenefficiëntie en de circulaire economie ook potentieel bieden voor het ontwikkelen van projecten en wetgeving ter verbetering van de duurzaamheid van de voedselproductie en -consumptie. |
5. |
Het verzoekt de Europese Commissie om op Europees niveau eenduidige terminologie en definities op dit gebied te ontwikkelen, en spoort haar aan om deel te nemen en vorm te geven aan de internationale dialoog hieromtrent en ervoor te zorgen dat EU-maatregelen worden gebaseerd op internationale waarnemingen en aanbevelingen. Hierdoor wordt het eenvoudiger om problemen vast te stellen en vergelijkingen te maken, alsook om rekening te houden met deze kwesties in de wetgeving van de EU zelf en in haar samenwerking met handels- en ontwikkelingspartners (3). Een van de facetten van de EU is de interne markt en de Unie voert een gemeenschappelijk landbouwbeleid. Er is dan ook behoefte aan gemeenschappelijke concepten, procedures en vergelijkbare indicatoren. Deze kunnen de basis vormen voor de vaststelling van vergelijkbare criteria op regionaal en interregionaal niveau en voor het verminderen en voorkomen van voedselverspilling. |
Beleid van de Europese Unie
Het Europees Comité van de Regio’s is van mening dat het eigen beleid van de Europese Unie en gemeenschappelijke beleidslijnen voor de lidstaten uitgebreide mogelijkheden bieden voor het aanpakken van het voedselverspillingsprobleem.
6. |
Uit het voorstel voor herziening van de Afvalstoffenrichtlijn (Richtlijn 2008/98/EG) blijkt dat er wordt geprobeerd om de productie van afvalstoffen, met inbegrip van voedselresten, verder terug te dringen. |
7. |
Er kunnen meer inspanningen worden geleverd binnen het gemeenschappelijk landbouwbeleid om ervoor te zorgen dat zowel een hulpbronnenefficiënte voedselproductie als maatregelen ter bescherming van natuur en milieu als zelfstandige actiegebieden worden erkend. „Schijnlandbouw” en het beperken van de productie-inspanningen zijn praktijken die leiden tot magere opbrengsten en niet-geoogste gewassen, wat verspilling met zich meebrengt zowel wat betreft het eindresultaat als de gehele productie-inspanning. |
8. |
Zowel voor de binnenlandse als buitenlandse handel zou het handels- en consumentenbeleid contractuele praktijken en processen moeten bevorderen waarmee verspilling wordt tegengegaan. In de detailhandel gebruikte verpakkingsafmetingen en normen met betrekking tot de vorm en omvang van voedselproducten veroorzaken bijvoorbeeld een grote verspilling van eetbaar voedsel. De bevordering van de verkoop van producten in bulk met gebruik van herbruikbare, van huis meegenomen verpakkingsmiddelen, waardoor de kosten voor de consument gedrukt worden, kan mensen helpen leren om de hoeveelheid te kopen die ze nodig hebben, en dus niet een standaardhoeveelheid die vaak te groot is, of aanlokkelijk want goedkoper. |
9. |
De vermelding van houdbaarheidsdata voor voedsel en etikettering ter bevordering van de consumentenbescherming en volksgezondheid zijn niet voor alle producten geschikt en hebben als resultaat dat eetbaar voedsel nodeloos wordt weggegooid. Er is een belangrijke taak weggelegd voor de Commissie in het nagaan of er richtsnoeren kunnen worden opgesteld voor een beter gebruik van hulpbronnen, bijvoorbeeld in verband met de schenking van voedselproducten aan liefdadigheidsinstellingen en voedselbanken en het gebruik van voedsel dat over de datum is, mits de voedselveiligheidseisen worden nageleefd. Alle stakeholders, producenten, winkeliers en consumenten moeten beter worden ingelicht over de interpretatie van de uiterste houdbaarheidsdatum op etiketten. Er moet bijv. meer duidelijkheid komen over de betekenis van het opschrift „ten minste houdbaar tot”, dat niet impliceert dat voedingsmiddelen na de aangegeven datum giftig zijn. |
10. |
De Europese Unie moet in haar ontwikkelingsbeleid de handen ineenslaan met andere grote schenkers om regionale economische en handelssamenwerkingsovereenkomsten tot stand te brengen en om te investeren in processen die zorgen voor een betere afstemming van de productie op de consument, op het gebied van infrastructuur en technologie, en vooral inzake de duurzame ontwikkeling van de sectoren natuurlijke hulpbronnen en landbouw. Eerlijke handel, met name als deze wordt gesteund door lokale en regionale handel, kan in dit opzicht een belangrijk instrument zijn. Het is belangrijk om het functioneren van de lokale markten en de toegankelijkheid ervan voor lokale producten te verbeteren, niet in de laatste plaats via de internalisering van externe kosten (bv het vervoer van levensmiddelen). |
11. |
Maatregelen voor bijstand aan kansarmen moeten in voedselhulp blijven voorzien en zorgen voor een betere relatie tussen hulporganisaties en lokale producenten, alsook tussen de detailhandel en cateringbedrijven. Ook moet hierbij gedacht worden aan de mogelijkheid om levensmiddelen die bijna over de datum zijn rechtstreeks voor een „symbolisch” bedrag te verkopen, waarbij de waardigheid en de privacy van degenen die deze producten krijgen of kopen wel moeten worden gegarandeerd. Samenwerking met de derde sector zou gericht moeten worden op het nabije lokale netwerk en op het schenken of thuis bezorgen van levensmiddelen binnen de gemeenten of groepen gemeenten, waarbij zo veel mogelijk moet worden voorkomen dat gedoneerde producten worden opgeslagen en op uitgebreide schaal via grote netwerken worden verdeeld. Er gaat een kleinere hoeveelheid voedsel verloren als voedselproducten worden gediversifieerd en lokale en seizoensproducten in dergelijke programma’s worden opgenomen (4). |
12. |
In regels voor overheidsopdrachten kunnen clausules worden opgenomen die zijn gericht op de vermindering en preventie van voedselverspilling. |
Voorstellen voor praktische maatregelen vanuit het oogpunt van lokale en regionale overheden
Het Europees Comité van de Regio’s
13. |
herinnert de Europese Commissie aan zijn oproep tot het vaststellen van specifiekere doelstellingen om de voedselverspilling tegen 2025 met 30 % te verminderen (5). Ook wordt de Commissie in dit verband verzocht om uniforme meetmethoden te ontwikkelen voor het toezicht op de verwezenlijking van de reductiedoelstellingen betreffende verspilling; |
14. |
Het verwelkomt de inspanningen van de Europese Commissie om de verwezenlijking van de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling (SDG’s) kracht bij te zetten via passende maatregelen, de betrokkenheid van belanghebbenden, het uitwisselen van succesvolle en waardevolle innovatieprocessen en relevante benchmarking (6). |
15. |
Het dringt er bij de Commissie op aan om na te gaan of er individuele reductiedoelen kunnen worden vastgesteld voor elk stadium van de voedselproductieketen: productie, verwerking, verkoop en distributie, cateringdiensten, huishoudens en behandeling van voedselafval. Deze doelen kunnen de vorm aannemen van een overkoepelend, gemeenschappelijk EU-doel, waarbinnen landenspecifieke programma’s en op de verwezenlijking hiervan gerichte doelstellingen worden uitgewerkt, op basis van de kenmerken van elk van deze doelstellingen en in elk van de genoemde stadia, naar voorbeeld van het klimaatveranderingsbeleid. Teneinde de technische, economische en milieucontext volledig in aanmerking te kunnen nemen, moeten landenspecifieke programma’s en plannen door alle overheidsniveaus in onderlinge samenspraak worden opgesteld. |
16. |
Het beveelt de Europese Commissie aan een Europees platform op te richten waarop verschillende overheidsniveaus en betrokken belanghebbenden samenkomen om voedselverspilling te voorkomen en te verminderen en om betere manieren te vinden om voedselverspilling te beheren. Het wil graag worden betrokken bij activiteiten met betrekking tot de benchmarking van praktische maatregelen en de bevordering van beste praktijken. |
17. |
Het roept de Europese Commissie ertoe op om afspraken tussen voedingsdetailhandel en liefdadigheidsorganisaties in de lidstaten te bevorderen en aan te moedigen (bv. zoals in Frankrijk waar een onlangs goedgekeurde wet supermarkten verhindert om kwaliteitsvoedsel waarvan de „ten minste houdbaar tot”- datum net is bereikt weg te gooien, of om nog voor consumptie geschikt voedsel te vernietigen). Ook zijn er voeseldonatiegidsen nodig voor het bedrijfsleven en liefdadigheidsorganisaties waarin de aansprakelijkheid wordt vastgelegd en bedrijven worden aangemoedigd om mechanismen voor herverdeling in de opzet van hun toeleveringsketen te integreren. Soortgelijke procedures zouden er ook moeten komen in andere delen van de voedselsector, zoals de catering en toeristische diensten. Veiligheids- en volksgezondheidsaspecten zouden op elk terrein van toepassing beoordeeld moeten worden aan de hand van op deze gebieden afgestemde criteria. |
18. |
Het nodigt lokale en regionale overheden uit om doeltreffende secundaire distributieketens op te zetten (zoals het model van de sociale kruideniers) voor levensmiddelen die uit de primaire distributieketen worden genomen en om kansarme mensen toegang te geven tot deze nog goede etenswaren. Er zou financiële steun moeten worden gegeven aan liefdadigheidsinstellingen en voedselbanken om hun werkingscapaciteit te vergroten. |
19. |
Het vestigt ook de aandacht op het teruggooien van visvangsten als zijnde een van de belangrijkste bronnen van voedselverspilling; het nodigt de Europese Commissie uit om een alomvattend plan op te stellen (aanbevelingen en richtsnoeren) i.v.m. de verwerking en het op de markt brengen van visproducten afkomstig uit bijvangsten. In dit plan dienen aanbevelingen te worden opgenomen voor het gebruik van bijvangsten die geschikt zijn voor menselijke consumptie. |
20. |
Het CvdR dringt er bij lokale en regionale overheden die cateringdiensten aanbieden op aan om hun eigen programma’s te ontwikkelen ter voorkoming van voedselverspilling en voor een efficiënt gebruik van voedselafval. Het spoort aan om bedrijven die cateringdiensten verlenen aan overheden te verplichten om deze maatregelen in te voeren (7). |
21. |
Het onderstreept het belang van de uitwisseling van goede praktijken op grote schaal. Dit moet in de eerste plaats de bevordering betekenen van korte toeleveringsketens en dus de ondersteuning van programma’s voor de consumptie van lokale producten, met inbegrip van donaties. De uitwisseling van goede praktijken maakt het dankzij de opgedane ervaring mogelijk om passende maatregelen te nemen, en kan lokale overheden voldoende aanknopingspunten bieden voor de ontwikkeling van dit soort programma’s voor lokale producten en op dit gebied onervaren bestuurders helpen een eerste stap te zetten in deze richting. |
22. |
Het CvdR pleit ervoor om zoveel mogelijk gebruik te maken van lokale en regionale producten en seizoensproducten als basis voor cateringdiensten (met inbegrip van openbare horecavoorzieningen, toeristische infrastructuur evenals pensions, restaurants en andere etablissementen in deze sector), en is voorstander van lobbying voor lokaal geproduceerd voedsel, zodat de productie- en consumptieketen kan worden verkort, het aantal verwerkingsstadia kan afnemen en dus ook het in de verschillende stadia gegenereerde afval. |
23. |
Het pleit voor de invoer van gedragscodes in de levensmiddelen-, gastronomische en hotelsector gericht op het optimale gebruik van etenswaren, zodat een teveel aan voedsel via effectieve verdeelnetwerken en met waarborging van alle garanties kan worden benut voor sociale doeleinden (sociale instanties en kansarme gezinnen). |
24. |
Het CvdR moedigt gemeenten en lokale overheden die basisonderwijs en andere opleidingsdiensten ter beschikking stellen aan om de kwestie van voedselverspilling en het tegengaan daarvan op te nemen in het leerplan, bijvoorbeeld door middel van themadagen en studiebezoeken, door leerlingen te laten zien hoe voedsel in hun eigen instelling wordt beheerd, en door studenten en andere afnemers van cateringdiensten te betrekken bij de ontwikkeling van deze diensten. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk schoolkinderen en studenten tijdens hun opleiding een algemeen beeld krijgen van de manier waarop de productie en consumptie van voedsel invloed hebben op de economie, het milieu en sociaal en ethisch duurzaam consumentengedrag. Er dienen derhalve voorlichtings- en trainingscampagnes voor alle consumenten te worden georganiseerd — en niet alleen op scholen — over verantwoorde consumptie, waarbij ervoor gezorgd wordt dat de inkoop van voeding is afgestemd op de werkelijke behoeften en op de beperkingen voor het bewaren ervan. |
25. |
Het CvdR pleit ook voor het verminderen en voorkomen van voedselverspilling in programma’s voor levenslang leren, waarin leermethoden en benaderingen voor verschillende leeftijdscategorieën en levensstadia kunnen worden ontwikkeld. |
26. |
Het verzoekt gemeenten en lokale overheden om in samenwerking met maatschappelijke organisaties bewustmakingscampagnes te organiseren die zijn gericht op het belang van maaltijdenplanning voor huishoudens. |
27. |
Het CvdR wijst op de belangrijke rol van burgers en maatschappelijke organisaties die zich er in de verschillende regio’s voor inzetten dat levensmiddelen die voortvloeien uit voedselverspilling ingezameld en herverdeeld worden. Ter wille van de subsidiariteit is het zaak dat regionale en lokale overheden nauwer gaan samenwerken met maatschappelijke organisaties die zich met de inzameling en herverdeling van uit voedselverspilling voortvloeiende levensmiddelen bezighouden. |
28. |
Het CvdR raadt voor afvalbeheer verantwoordelijke lokale en regionale overheden aan om regelingen uit te werken voor het sorteren en recycleren van afval, de mate van voedselverspilling duidelijker aan te geven, en om ingezamelde gegevens algemeen toegankelijk te maken, teneinde het hergebruik van voedselafval, bijvoorbeeld als biogas en compost, te stimuleren. Dit kan ook positieve gevolgen hebben voor de lokale economie, werkgelegenheid en lokale innovatie. |
29. |
Het moedigt alle CvdR-leden aan om via hun eigen lokale of regionale overheden bekendheid te geven aan de doelstellingen van dit advies en om hun eigen programma’s inzake de vermindering en preventie van voedselverspilling ten uitvoer te leggen. Dat is één van de meest efficiënte en doeltreffende manieren voor lokale en regionale overheden om direct in actie te komen en duurzame ontwikkeling op ecologisch en economisch vlak tot stand te brengen. |
Brussel, 15 juni 2016.
De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's
Markku MARKKULA
(1) Gebruikte cijfers voor de situatieschets zijn gebaseerd op het verslag van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) getiteld Food wastage footprint — Impacts on natural resources (2013).
(2) DDO 12.3 (De wereldwijde voedselverspilling per hoofd van de bevolking tegen 2030 halveren in de detailhandel en op consumentenniveau en vermindering van voedselverlies in de productie- en toeleveringsketens, met inbegrip van verliezen na de oogst) en DDO 12.5 (Voedselverspilling tegen 2030 aanzienlijk verminderen via preventie, recycling en hergebruik) roepen beiden specifiek op tot programma’s en maatregelen die gezamenlijk worden opgesteld door de verschillende bestuurslagen. Voor de verwezenlijking van DDO 2 (Honger beëindigen, zorgen voor voedselveiligheid, verbeteren van de voeding en bevorderen van duurzame landbouw) is de inzet van alle lokale en regionale overheden op lokaal en internationaal niveau nodig.
(3) Verschillende definities en rekenmethoden kunnen leiden tot verschillende conclusies. Voor de FAO is voedselverlies de afname in kwantiteit of kwaliteit van levensmiddelen, weerspiegeld in de voedingswaarde, economische waarde of de voedselveiligheid van alle voor menselijke consumptie geproduceerde levensmiddelen maar die niet door mensen worden geconsumeerd, terwijl voedselverspilling een vorm van voedselverlies is die verwijst naar het weggooien van, of niet voor voeding gebruikte, veilige en voedzame levensmiddelen voor menselijke consumptie in de hele voedselvoorzieningsketen. (FAO, 2014) http://www.fao.org/fileadmin/user_upload/save-food/PDF/FLW_Definition_and_Scope_2014.pdf. FUSIONS (2014) definieert voedselafval (of voedselverspilling) als al het voedsel, met inbegrip van alle oneetbare delen van voedsel, die ongebruikt uit de voedselvoorzieningsketen worden verwijderd.
(4) Het CvdR herhaalt zijn standpunt over de FEAD-verordening.
(5) CvdR-resolutie over duurzame voeding.
(6) COM(2015) 614 final.
(7) Het EESC en CvdR hebben bijvoorbeeld hun eigen regels voor milieubeheer en praktische samenwerking om overtollig voedsel te recycleren met hulp van lokale organisaties.